Folder IVF/ICSI - Gyn-Care

advertisement
1
IVF/ICSI vruchtbaarheids-behandeling
Patiëntenfolder
2
IVF/ICSI vruchtbaarheids-behandeling
Deze informatie is opgesteld door de afdeling Gynaecologie van het HagaZiekenhuis
1.Algemeen
2.Geschiedenis van IVF in het HagaZiekenhuis
3.Het IVF-team
4.De natuurlijke bevruchting
5.Wie komen er voor IVF/ICSI behandeling in aanmerking?
6.De IVF/ICSI behandeling
6.1De behandeling in het kort
6.2De voorbereiding
6.3De behandeling met hormonen
6.4Het behandelschema
6.5Het echo- en bloedonderzoek
6.6Klaar voor de punctie?
6.7Het verzamelen van de eicellen (de punctie)
7.Het zaad
7.1De productie
7.2Het transport
7.3Het inleveren van het zaad
7.4Ingevroren zaad
8.IVF vs. ICSI, de eigenlijke bevruchting
9.De terugplaatsing (embryotransfer)
10.Het één embryo beleid
11.Invriezen van rest-embryo’s
12.De periode na de terugplaatsing
13.Voorzorgen tijdens en na de behandeling
14.Hoe groot is de kans van slagen?
14.1Een wedloop met hindernissen.
14.2Leeftijd en de kans op een succesvolle behandeling
14.3 Hoe is de kans op succes te beïnvloeden?
3
15.Stoppen of doorgaan?
16.Risico’s en complicaties
16.1Overstimulatie (OHSS)
16.2Meerlingzwangerschap
16.3ICSI risico’s
16.4Overige risico’s
17 Begeleiding
18.De zwangerschap
19.De wachttijd; behandelingstijd
20.Financiën
21.Ontdooicyclus
21.1Natuurlijke cyclus
21.2Clomid-/FSH-ondersteunde cyclus
21.3 (G)EEP cyclus
21.4Klaar voor ontdooien
22.Morele vraagstukken
23.Bereikbaarheid en locatie
24.Opmerkingen en suggesties; klachten
24.1Opmerkingen en suggesties
24.2Klachten
25.Informatiebronnen
4
De folder die voor u ligt, of die u leest via de website, bevat informatie voor iedereen die in
het Hagaziekenhuis een IVF/ICSI behandeling zal ondergaan. IVF (In Vitro Fertilisatie) en
ICSI (Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie) zijn ingrijpende
vruchtbaarheidsbehandelingen, die uit veel stappen bestaan. In deze brochure zal hier
uitgebreid op in worden gegaan. Voor de patiënt is er weinig verschil tussen een IVF dan wel
een ICSI behandeling. Het betreft een verschil in de manier waarop in het laboratorium de
zaadcellen en de eicellen met elkaar in contact worden gebracht. Daarom wordt in deze
brochure steeds de combinatie IVF/ICSI gebruikt. Het is onmogelijk om in deze folder
helemaal compleet te zijn. U moet deze informatie dan ook zien als aanvulling op de overige
mondelinge en schriftelijke informatie, die u al gekregen heeft of nog zult gaan krijgen. Aan
de opzet van IVF/ICSI behandelingen worden geregeld kleine maar soms ook grote
aanpassingen gedaan. Indien er nieuwe ontwikkelingen zijn, kan het zijn dat delen van de
folder niet meer geheel de juiste gang van zaken weergeven. We trachten de folder zo actueel
mogelijk te houden en zullen u van eventueel ingrijpende veranderingen zo snel mogelijk op
de hoogte stellen. Als u na het doorlezen van deze folder nog vragen heeft, noteer ze dan en
stel ze aan de arts of verpleegkundige bij een volgend bezoek aan het ziekenhuis. Ook kunt u
hier als u met de behandeling bezig bent nog zaken nalezen en antwoorden vinden op veel
vragen die op dat moment pas boven komen.
5
1. Algemeen
Het hebben van kinderwens is iets dat niemand behoeft te rechtvaardigen; deze wens is
immers vanuit de natuur zelf gegeven. Helaas ziet echter ongeveer 10% van alle paren de
kinderwens niet in vervulling gaan. Van deze paren wendt zich ongeveer de helft tot een
hulpverlener. Een groot gedeelte zal, al dan niet na medisch ingrijpen, in verwachting raken.
Soms zijn hiervoor echter ingrijpende behandelingen noodzakelijk. Was vroeger het aantal
behandelingsmethoden beperkt, tegenwoordig zijn -vooral door de techniek van de In Vitro
Fertilisatie (IVF)- zeer veel nieuwe inzichten en mogelijkheden aanwezig. Diverse vormen van
behandeling zijn nu mogelijk. Deze kunnen u worden aangeboden in het HagaZiekenhuis.
Het HagaZiekenhuis is het eerste ziekenhuis in Den Haag geweest waar IVF als behandeling
kon worden gestart. Inmiddels zijn er enkele duizenden kinderen na IVF-behandeling in het
HagaZiekenhuis geboren of "onderweg". Alle moderne onvruchtbaarheidsbehandelingen
kunnen vanuit het HagaZiekenhuis worden aangeboden.
2. Geschiedenis van IVF in het HagaZiekenhuis
Sinds januari 1988 kan het HagaZiekenhuis ( Het vroegere Rodekruis ziekenhuis) een IVFbehandeling aanbieden. Dit gebeurde tot januari 2016 in nauwe samenwerking met Leids
Universitair Medisch Centrum te Leiden. Sinds juli 2013 is het HagaZiekenhuis bestuurlijk
gefuseerd met de Reinier de Graaf Groep. Bij dit laatste ziekenhuis hoort ook het
Diaconessenhuis Voorburg dat sinds 1989 beschikt over een eigen IVFlaboratorium.Vanwege de fusie heeft het HagaZiekenhuis besloten om per 1-1-2016 samen
te werken met het eigen IVF laboratorium te Voorburg. Onze filosofie blijft dat wij- voordat
wij aan dit soort meer ingrijpende behandelingen beginnen- een volledig
fertiliteitsonderzoek uitvoeren om de natuurlijke kans zo groot mogelijk te maken, en pas tot
dit soort behandelingen overgaan als eindstation. Doordat het volledige scala van moderne
onvruchtbaarheidsbehandelingen kan worden aangeboden kan een verantwoorde keuze
worden gemaakt, welke behandeling voor u het beste en het minst belastend is.
6
3. Het IVF-team
Een IVF/ICSI behandeling is een uitgebreide vruchtbaarheidsbehandeling waarbij veel
mensen betrokken zijn. Een aantal daarvan zult u met regelmaat zien, zoals de
gynaecologen, de IVF-verpleegkundigen en de medisch secretaressen. Het HagaZiekenhuis is
een transportkliniek voor IVF/ICSI. Wij werken samen met het IVF-laboratorium te Voorburg.
Ook daar zult u IVF-artsen en IVF verpleegkundigen zien, maar mogelijk ook klinischembryologen en analisten, die niet alleen achter de schermen in het IVF-laboratorium voor u
aan het werk zijn. Daarnaast is er een verpleegkundige die psychisch sociale begeleiding kan
geven aan het team verbonden. Mogelijk komt u hiermee in contact.
De medisch secretaressen zijn werkzaam achter de balie van de polikliniek. Ze staan u te
woord en zijn u onder andere behulpzaam bij het maken van afspraken met de artsen.
Gedurende uw behandeling worden echo’s gemaakt om te controleren hoe de eierstokken
reageren op de medicatie. Deze echo’s worden verricht door de IVF-verpleegkundige en/of
de gynaecoloog. Ieder paar krijgt een eerste afspraak op de poli bij een gynaecoloog in
opleiding of een gynaecoloog van het fertiliteitsteam. De andere gynaecologen van het
fertiliteitsteam zult u waarschijnlijk ook leren kennen. Een IVF/ICSI behandeling is immers
een behandeling die 7 dagen per week doorgaat.
De IVF-verpleegkundigen verrichten vele taken, waaronder het maken van echo’s, de
intrauteriene inseminaties, het assisteren bij follikel puncties, het telefonisch doorgeven van
uitslagen en bijvoorbeeld het geven van prikinstructies. Daarnaast zijn zij het eerste
aanspreekpunt voor vragen of problemen.
In het laboratorium in Voorburg tenslotte doen de analisten en klinisch embryologen hun
best om met uw zaadcellen en eicellen embryo’s te laten ontstaan, die uiteindelijk na
plaatsing in de baarmoeder tot een zwangerschap moet leiden. Kortom, een IVF/ICSI
behandeling wordt door een team gedaan dat in nauw overleg met elkaar en met u bepaalt
wat voor u de beste manier is om tot het gewenste doel te komen.
7
4. De natuurlijke bevruchting
Om de IVF/ICSI behandeling beter te kunnen begrijpen, wordt in dit hoofdstuk eerst
uitgelegd hoe een natuurlijke bevruchting tot stand komt. Op de onderstaande tekening
kunt u de positie zien van de eierstokken (ovaria) ten opzichte van de baarmoeder (uterus),
de eileiders (tubae) en de schede (vagina).
Iedere maand, vanaf het begin van de menstruatie, beginnen in de eierstokken eicellen te
groeien en te rijpen. Zo’n eicel is microscopisch klein en wordt omgeven door een steeds
groter wordend eiblaasje, wat gevuld is met vocht (de follikel). Normaal groeit per maand
slechts één van de eicellen door en gaan de andere verloren.
Eileider
Baarmoeder
Eierstok
baarmoedermond
Schede
Bij de eisprong (ovulatie) barst dit ene eiblaasje open en komt de eicel vrij. Bij een
regelmatige mentruatiecyclus van 28 dagen is het tijdstip van de ovulatie ongeveer midden
tussen de twee menstruaties in. De nog onbevruchte eicel wordt opgevangen door één van
de eileiders. De zaadcellen komen bij het vrijen in de schede en zwemmen in minder dan 5
minuten via de baarmoeder naar de eileider richting de eicel. In de eileider ontmoeten de
eicel en zaadcel elkaar en vindt er bevruchting plaats. De eicel versmelt dan met één zaadcel.
De bevruchte en delende eicel wordt nu embryo genoemd en in ongeveer 4 dagen naar de
baarmoeder vervoerd. In het slijmvlies van de baarmoeder vindt daarna de innesteling van
het embryo plaats.
8
5. Wie komen er voor IVF/ICSI behandeling in aanmerking?
In Vitro Fertilisatie is één van de mogelijke behandelingsmethoden voor paren met
onvervulde kinderwens. De belangrijkste en aanvankelijk ook enige indicatie voor de IVF
methode is afgesloten of afwezige eileiders. Dit kan meerdere oorzaken hebben:




een ontsteking
operatie i.v.m. buitenbaarmoederlijke zwangerschap(pen)
een (inmiddels betreurde) sterilisatie, waarbij tubachirurgie niet wenselijk of mogelijk is
een aangeboren misvorming van de voortplantingsorganen
Inmiddels is gebleken dat IVF ook bij andere oorzaken van onvervulde kinderwens een goede
behandeling kan zijn:



endometriose (baarmoederslijmvlies op andere plaatsen dan in de baarmoederholte)
onbegrepen onvruchtbaarheid
sommige vormen van verminderde vruchtbaarheid bij de man
Tijdens een gesprek met één van de artsen van het IVF-team wordt beoordeeld of IVF de
aangewezen behandeling voor het betreffende paar is. Belangrijke informatie wordt
geleverd door:




Een cyclusanalyse: Is er sprake van een eisprong en hoe is de voorraad (en het liefst ook
de kwaliteit) van eicellen
Een onderzoek van het sperma (gelet wordt op het aantal zaadcellen en de kwaliteit van
hun beweeglijkheid)
Soms wordt een contrastfoto van eileiders en baarmoeder gemaakt (het zgn HSG)
Soms wordt een kijkoperatie verricht (de zgn laparoscopie)
Bovengenoemde onderzoeken hebben in principe plaatsgevonden voordat men kan
beginnen met enige vorm van behandeling zoals IVF of IUI. Een contrastfoto of een
laparoscopie zullen niet in alle gevallen noodzakelijk zijn.
9
Als de onderzoeken elders zijn verricht moeten de gegevens ter beschikking worden gesteld
aan de arts/gynaecoloog van het IVF-team. Soms is een eileideroperatie het alternatief voor
IVF en in andere gevallen speciale inseminatie-technieken (IUI).
Ongunstige omstandigheden voor het tot stand komen van een zwangerschap kunnen ook
op het emotionele of psychische vlak liggen. In een gesprek met beide partners zal hieraan
aandacht worden besteed. Wij hebben ook psychologische begeleiding door de met ons
werkzame gespecialiseerde verpleegkundige in Psychosociale begeleiding.
De laatste voorwaarde betreft de leeftijd van de vrouw. Onder het veertigste levensjaar kan
de behandeling- mits er een goede medische indicatie is- altijd worden aangeboden. Boven
die leeftijd wordt de kans van slagen erg klein. Als er een zwangerschap ontstaat is de kans
op een spontane miskraam duidelijk verhoogd en is de kans op afwijkingen bij het kind
groter. Tussen 40 en 42 jaar kan nog wel een behandeling worden aangeboden (onder een
aantal voorwaarden) en tussen 42 en 44 jaar alleen in zeer bijzondere uitzonderingsgevallen.
De meeste verzekeraars vergoeden een IVF/ICSI behandeling tot en met het 42ste jaar of
anders gezegd tot het 43ste jaar. Deze grens is gesteld omdat gebleken is dat de kans op een
goede zwangerschap na deze leeftijd heel erg klein is geworden. Sommige verzekeraars
vergoeden een IVF/ICSI behandeling niet meer bij vrouwen die ouder zijn dan 40 jaar.
Tot slot wordt na elke behandeling die niet tot een zwangerschap heeft geleid gekeken of
het zinvol is om een nieuwe behandeling te starten. Voor mannen van paren die een IVF/ICSI
behandeling willen ondergaan, wordt een leeftijdsgrens tot 55 jaar aangehouden.
10
6. De IVF/ICSI behandeling
6.1 De behandeling in het kort
Een IVF/ICSI behandeling bestaat uit 4 opeenvolgende fases:
1. De hormonale stimulatie
De eierstokken worden met hormonen gestimuleerd, zodat ze meer eicellen maken dan
normaal. Het streven is naar ongeveer 8 tot 10 eicellen. Meer eicellen betekent (mogelijk)
meer embryo’s en meer embryo’s betekent de mogelijkheid om het beste embryo, met de
meeste kans op zwangerschap, te selecteren en mogelijkheid om embryo’s in te vriezen voor
later gebruik.
2. De “eicel pick-up” (de punctie)
Via de schede worden de eiblaasjes aangeprikt en leeggezogen. Met de vloeistof uit het
eiblaasje komt de eicel mee.
3. De laboratoriumfase
De eicellen worden uit de vloeistof gehaald. Daarna wordt de IVF (de meest bewegende
zaadcellen worden met de eicellen samengebracht) dan wel de ICSI (één goed bewegende
zaadcel wordt in de eicel geïnjecteerd) procedure uitgevoerd. Eén dag later kan gezien
worden of er bevruchting heeft plaatsgevonden. Daarna vindt er deling van het embryo in
het laboratorium plaats. Voor het beoordelen van de bevruchtings en delingsstadium maakt
het laboratorium in Voorburg in geval van een ICSI behandeling gebruik van de
'Embryoscoop' waarmee met time laps fotografie de ontwikkeling van het embryo veel beter
kan worden beoordeeld.
4. De embryo transfer (terugplaatsing)
Drie dagen na de bevruchting vindt (meestal) een terugplaatsing van een embryo in de
baarmoeder plaats. Met een dun slangetje (katheter) wordt via de schede en de
baarmoedermond een embryo in de baarmoeder geplaatst. Tegenwoordig wordt steeds
vaker slechts één embryo teruggeplaatst. Soms worden twee embryo’s teruggeplaatst.
Hierbij spelen leeftijd van de vrouw, kwaliteit van de embryo’s en de medische
11
voorgeschiedenis een rol. Er worden nooit meer dan twee embryo’s teruggeplaatst. Na de
terugplaatsing komt de moeilijke en spannende periode van afwachten.
6.2 De voorbereiding
Voordat de behandeling begint, heeft u een IVF-intake gesprek met één van de
gynaecologen van het fertiliteitsteam. Dit kan uw eigen behandelend gynaecoloog zijn, maar
ook een van de andere gynaecologen van het fertiliteitsteam. Uw behandelend gynaecoloog
blijft echter gedurende de behandeling uw vaste aanspreekpunt. Indien uw behandelend
arts een gynaecoloog in opleiding was, wordt de gynaecoloog die u treft bij het IVF-intake
spreekuur uw vaste aanspreekpunt.
Bij het IVF-intake gesprek zijn u en uw partner beiden aanwezig. In het gesprek krijgt u
uitgebreide informatie en instructies over de behandeling en controleren we of alle
noodzakelijke onderzoeken zijn verricht (o.a. infectiescreening op hepatitis B, C , lues en
HIV). Er wordt een afspraak gemaakt bij de IVF-verpleegkundige voor een prikinstructie. Zij
zullen vaststellen wanneer u precies kunt beginnen met de behandeling. Voor de start van
de behandeling wordt er een uitgangsecho afgesproken. Dit wordt ook door de IVFverpleegkundige gedaan. De uitgangsecho, ongeveer een week tot drie weken vóór de
behandeling start, is bedoeld om te kijken of er geen zaken zijn (bijvoorbeeld de
aanwezigheid van een cyste in de eierstok), die de behandeling kunnen verhinderen. Er
wordt aangeraden om een maand voor de start van de behandeling te gaan beginnen met
het gebruik van foliumzuur (0,5 mg per dag). Dit verlaagt de kans op een kind met een “open
ruggetje”. U kunt dit zonder recept bij de apotheek of drogist verkrijgen.
Uit de ziekenhuissfeer.
De behandeling is dus tijdrovend, en er zijn erg veel stappen te nemen voordat u zwanger
bent. Onze basisfilosofie is dat wij proberen de behandeling zoveel mogelijk "uit de
ziekenhuissfeer" te halen. U mag zelf leren de hormooninjecties (thuis) toe te dienen. De
behandeling is volledig poliklinisch. U hoeft na de punctie niet in het ziekenhuis te blijven.
Wij menen dat hiermee de behandeling beter te dragen valt en dat u daarmee ook minder
tegen een volgende behandeling opziet als de vorige mocht mislukken.
12
6.3 De behandeling met hormonen
Om in de eierstokken meerdere eicellen te laten groeien, is een hormoonbehandeling nodig.
Door meerdere eicellen te verkrijgen wordt de kans op bevruchting en ook de
zwangerschapskans vergroot. De gebruikte medicijnen worden hieronder stuk voor stuk
besproken:
1. Onderdrukken eigen cyclus ( Lucrin, Synarel, Triptofem of Orgalutran)
2. Stimuleren groei eiblaasjes (Gonal-F of Menopur)
3. Voorbereiden eicelrijping voor punctie (Pregnyl of Ovitrelle)
4. Ondersteunen baarmoederslijmvlies (Utrogestan)
Welke combinatie van medicijnen u krijgt voorgeschreven en volgens welk schema u de
medicijnen gaat gebruiken, zal u mondeling en schriftelijk door de gynaecoloog worden
meegedeeld. De bijsluiters van de medicatie zijn niet specifiek gemaakt voor het gebruik bij
IVF-patiënten. Volgt u dus strikt de instructies van onze artsen. Let erop dat u van de
apotheek krijgt wat de arts heeft voorgeschreven. Kijk altijd direct na of u alles heeft
gekregen, zodat u niet voor vervelende verrassingen komt te staan.
Alle medicatie, behalve Lucrin, die geïnjecteerd dient te worden, kunnen via onderhuidse
injecties toegediend worden. Omdat u tijdens de behandeling bijna elke dag een injectie
nodig heeft, is het erg praktisch als u zelf of uw partner kan injecteren. Hiervoor zal bij de
verpleegkundige een prikinstructie afgesproken worden. Iedereen kan het leren! Hoe de
injecties klaargemaakt dienen te worden en hoeveel u moet injecteren, zal u ook tijdens de
prikinstructie uitgelegd worden. De Lucrin injectie is eenmalig en zal door de IVFverpleegkundige worden toegediend, indien u dit heeft voorgeschreven gekregen.
Mocht u tijdens de stimulatie een medicijn van bovengenoemde groepen 1 of 2 ( behalve
Lucrin) één dag zijn vergeten, neem dan altijd eerst met ons contact op over het al dan niet
verder doorgaan van de behandeling.
Onderdrukken eigen cyclus
Om te zorgen dat de FSH preparaten goed werken, is het noodzakelijk dat de werking niet
verstoord wordt door uw eigen hormonen. De werking van de eigen hormonen kan een te
vroege eisprong veroorzaken en de eicelkwaliteit verminderen. In het HagaZiekenhuis is
13
Lucrin depot het meest gebruikte medicijn om de eigen hormoonproduktie te remmen. U
krijgt eenmalig een injectie door de IVF-verpleegkundige 3 weken voor de start van de
stimulatie met FSH.
Synarel of Triptofem zijn ook medicijnen om de eigen hormoonproductie te remmen. Als u
een van deze middelen krijgt voorgeschreven gebruikt u dit medicijn dagelijks vanaf het
begin van de behandeling totdat de eicellen gerijpt zijn (en u de afsluitende injectie Ovitrelle
of Pregnyl (zie verderop) moet zetten). Synarel is een neusspray, welke 2 x daags gebruikt
dient te worden. Ook als u verkouden bent, werkt de Synarel wel, maar is het aan te bevelen
om voor het gebruik uw neus te snuiten Triptofem dient 1 x daags via een onderhuidse
injectie toegediend te worden. U kunt zelf een keuze maken tussen deze twee middelen.
Ook Orgalutran is een middel die een vroegtijdige eisprong tegenhoudt en 1 x daags via een
onderhuidse injectie toegediend dient te worden. Dit middel wordt soms tijdens de
behandeling gebruikt.
Triptofem en Orgalutran worden in de koelkast bewaard. Synarel mag juist niet in de
koelkast.
Stimuleren groei eiblaasjes
Er zijn meerdere FSH preparaten op de markt met een vergelijkbare werking. Deze
hormonen maken het mogelijk dat er meerdere eicellen tegelijk tot ontwikkeling komen. De
medicatie wordt in de vorm van een onderhuidse injectie (subcutaan) toegediend en is in
een gebruiksvriendelijke pen verkrijgbaar. Na ingebruikname is de pen 28 dagen houdbaar.
Hoe het injecteren hiervan gebeurt, wordt tijdens de prikles besproken. De dosering en dag
van starten in de stimulatie zal in het IVF-intake spreekuur medegedeeld worden. In het
HagaZiekenhuis maken wij o.a. gebruik van Gonal F, Menopur of Pergoverus.
Voorbereiden eicelrijping voor punctie
Een injectie met Pregnyl of Ovitrelle dient om de eicellen in de eiblaasjes te laten uitrijpen.
Ongeveer 40 uur na de toediening vindt de eisprong plaats. Op de aangegeven dag en
tijdstip moet u Pregnyl 10.000 eenheden injecteren (twee ampullen van ieder 5.000
14
eenheden) of Ovitrelle 250 microgram. Op deze dag spuit u geen FSH meer. Indien u geen
Lucrin depot heeft gekregen, gebruikt u deze dag nog wel op het voor u gebruikelijke tijdstip
(voor het laatst) de Synarel, Triptofem of Orgalutran.
De tijd tussen de injectie Pregnyl/Ovitrelle en de punctie bedraagt 35 uur of 36 uur
(afhankelijk wat de arts met u heeft besproken). Dit betekent dat de injectie ’s avonds of
soms ’s nachts gegeven moet worden. Indien iemand anders de injecties toedient, kan dit
een lastig tijdstip zijn. Overleg daarom bijtijds. De tijd tussen het toedienen van deze laatste
injectie en het weghalen van de eicellen luistert zeer nauw. De injectie moet dus precies
worden toegediend op het tijdstip dat u zal worden meegedeeld. Wordt de injectie later
gegeven dan op de vastgestelde tijd, kunnen de eicellen nog niet rijp zijn en zelfs niet
loslaten op het moment van de punctie. Wordt de injectie eerder gegeven, dan bestaat de
kans dat een aantal eicellen al uit de eiblaasjes is gesprongen en dat ze dus niet meer
allemaal door ons kunnen worden opgezogen. Als u meer dan een half uur bent afgeweken
van het door ons opgegeven tijdstip moet u op de dag voor de punctie contact met ons
opnemen.
N.B. Controleer altijd de ampullen die u van de apotheek krijgt op de juiste eenheden.
Pregnyl is er namelijk in ampullen van 5.000 en 1.500 eenheden.
Ondersteunen baarmoederslijmvlies
De dag na het verzamelen van de eicellen is bekend of er bevruchting heeft plaatsgevonden.
Hierover wordt u door het laboratorium in Voorburg gebeld. Indien er eicellen bevrucht zijn,
begint u vanaf deze avond met het gebruik van Utrogestan. Dit middel is een progesteron
bevattend preparaat. Het hormoon progesteron maakt u gewoonlijk ook zelf aan en dient
om het baarmoederslijmvlies, waarin de innesteling moet plaatsvinden, in de juiste conditie
te brengen en te houden. U krijgt dit medicijn omdat uw eigen hormoonproductie is
stilgelegd dooreen agonist of antagonist ( Lucrin, Synarel, Triptofem of Orgalutran) en u
daarom zelf soms nog te weinig van dit hormoon maakt.
De Utrogestan capsules werken bij een IVF/ICSI behandeling het beste als ze in de schede
(vaginaal) worden ingebracht (in de bijsluiter staat het anders!). Driemaal daags (’s ochtends,
’s middags en voor het slapen gaan) dienen twee capsules in de schede ingebracht te
worden.
15
U gaat hiermee door totdat u nadere instructies van ons krijgt. Utrogestan mag in de
koelkast bewaard worden, maar kan ook onder de 25⁰C buiten de koelkast bewaard worden.
Bijwerkingen
Elk van de bovengenoemde medicijnen kan bijwerkingen geven. Over het algemeen
betreffen het milde bijwerkingen, die niet als zeer vervelend worden ervaren. Hieronder
worden de meest voorkomende bijwerkingen beschreven. Lucrin, Synarel, Decapeptyl,
Cetrotide of Orgalutran kunnen opvliegers geven en soms een lichte hoofdpijn. Tijdens de
stimulatie kunt u vocht vasthouden en daardoor kan uw gewicht toenemen. Ook kunt u
emotioneel heftiger reageren dan u van uzelf gewend bent. Sommige vrouwen voelen zich
onprettig of somber, anderen voelen zich juist prima. U kunt op een onverwacht moment in
de cyclus bloedverlies hebben. Dit kan door de medicijnen worden veroorzaakt en hoeft
geen negatief effect op uw behandeling te hebben. Na de injectie met Pregnyl kunt u soms
last hebben van een gevoelige zwelling. Deze reactie is niet ernstig en de medicijnen werken
wel op de juiste wijze. Tijdens het gebruik van Utrogestan krijgt u (meer) last van
afscheiding. Dit is geheel normaal zolang er geen jeuk of irritatie bij ontstaat. Utrogestan kan
tevens een “zwangerschapsgevoel” nabootsen (misselijkheid, gespannen borsten) terwijl u
dit wellicht niet bent. Dit kan heel verwarrend zijn.
6.4 Het behandelschema
Dit staat van tevoren vast. Het basisprincipe is in grote lijnen voor alle paren identiek: wij
proberen te streven naar ongeveer 8 tot 10 eicellen van goede kwaliteit. De precieze
uitvoering wordt zo nodig, per poging aangepast.
Tijdens de behandeling krijgt u te maken met de hormoonstimulatie, de echocontroles,
telefonische instructies, de eicelpunctie en andere belangrijke momenten die daar weer op
volgen. In het hieronder weergegeven schema worden deze stappen samengevat. Zoals al
eerder besproken zal tijdens het IVF-intake spreekuur met u worden besproken welke
medicatie u gaat gebruiken en wanneer u hiermee dient te beginnen. Het hier weergegeven
schema dient dus slechts als voorbeeld. Door de IVF-verpleegkundige wordt u in een
bepaalde week ingepland voor de start van een IVF/ICSI behandeling. Deze planning wordt
gedaan aan de hand van uw menstruatiecyclus.
16
Op de eerste dag van de menstruatie mailt of belt u naar de IVF-verpleegkundige om door te
geven dat u bent gaan menstrueren en om een afspraak te maken voor het geven van het
Lucrin depot. Het mailadres is [email protected] en het telefoonnummer van de
IVF-verpleegkundigen is 070-2102002. Mailen kan altijd en wordt elke dag beantwoord.
Voordat het Lucrin depot wordt gegeven wordt er een uitgangsecho gemaakt.
Bij het gebruik van Lucrin krijgt u een datum van de IVF-verpleegkundige waarop u start met
het toedienen van FSH (1 x daags 1 onderhuidse injectie).Deze datum ligt doorgaans
ongeveer 3 weken na de Lucrin injectie. De injecties met FSH dient u ’s avonds omstreeks
hetzelfde tijdstip te gebruiken. U gaat vervolgens hiermee door en komt op de afgesproken
dag langs voor echo en soms bloedonderzoek. De eerste echo gedurende de stimulatie vindt
doorgaans ongeveer na 4 dagen FSH prikken plaats.
17
6.5 Het echo- en bloedonderzoek
De beste en meest gebruikte methode van echo bij IVF/ICSI is de vaginale echografie. Hierbij
wordt een staafvormige echokop (waarmee het echoapparaat geluidsgolven uitzendt en
opvangt) in de schede gebracht. Door middel van deze geluidsgolven worden op het
beeldscherm de eierstokken met daarin de eiblaasjes zichtbaar. Het echo-onderzoek is
doorgaans pijnloos en gaat het beste als u een lege blaas heeft. De echografist ziet hoeveel
eiblaasjes er zijn en meet hoe groot ze zijn. Tijdens de opeenvolgende echocontroles kan de
groei van de eiblaasjes bepaald worden. Bij de controles wordt soms ook bloed geprikt. Ook
dit kan een maat geven van de reactie op de gebruikte medicatie. De afspraken van echo- en
soms bloedonderzoek tijdens een stimulatie vinden altijd voor 12 uur ’s morgens plaats. ’s
Middags is de uitslag van het eventuele bloedonderzoek bekend en wordt in het team
besproken hoe uw behandeling verder moet gaan Over het algemeen wordt er om de dag
een nieuwe afspraak voor echo- en bloedonderzoek gemaakt en herhaald deze afspraak zich
een stuk of 4 à 5 keer voordat iemand klaar is om een punctie te ondergaan. Het kan ook
gebeuren dat iemand heftig op de medicatie reageert, waardoor dagelijkse controle
noodzakelijk is. Het is hierdoor niet mogelijk vooraf al afspraken voor echo onderzoek in te
plannen. Indien u voor een volgende afspraak voorkeur heeft voor een bepaalde tijd, of op
een bepaalde dag of tijd juist niet kunt komen, geeft u dit aan bij de IVF-verpleegkundige.
Wij zullen dan proberen hier rekening mee te houden.
6.6 Klaar voor de punctie?
Als de reactie van de eierstokken goed is verlopen en de eiblaasjes een mooie grootte
hebben bereikt, kan de punctie worden afgesproken. Gemiddeld vindt een punctie rond
cyclusdag 14 plaats. Sommige vrouwen zijn op cyclusdag 10 al klaar voor een punctie, bij
anderen is dit misschien pas op dag 20. U hoort van ons wanneer de laatste dag is dat u de
FSH moet spuiten en wanneer u de injectie met Pregnyl/Ovitrelle moet zetten. Het kan
echter ook gebeuren dat uw reactie op de hormonen te heftig is en het niet verantwoord is
de punctie door te zetten (zie ook hoofdstuk 16.1. Overstimulatie). Ook kan het voorkomen
dat de reactie te laag is en om deze reden de punctie niet wordt uitgevoerd.
18
6.7 Het verzamelen van de eicellen (de punctie)
De eicelverzameling, de punctie, vindt plaats in onze behandelkamer. Uw partner (of andere
begeleider) kan bij de punctie aanwezig zijn. U kunt zelf een CD meenemen met muziek waar
u zich prettig bij voelt. U heeft van ons gehoord hoe laat u en uw partner op de IVFpolikliniek worden verwacht. U hoeft niet nuchter te zijn, u kunt gewoon ontbijten. Een half
uur voor de punctie krijgt u een tabletje en een injectie om goed ontspannen te zijn en zo
min mogelijk pijn te voelen tijdens de ingreep. U kunt hier wat slaperig van worden. Door de
medicatie bent u ‘onder invloed’ en mag u absoluut niet zelf met de auto naar huis rijden. U
neemt plaats op de gynaecologische stoel waarna op geleide van de echo de eiblaasjes in de
eierstokken worden aangeprikt en leeggezogen. Het aanprikken van de eiblaasjes valt
meestal mee, maar kan ondanks de verdoving toch pijnlijk zijn. Het aanprikken duurt enkele
minuten. Het vocht met daarin de eicellen wordt in buisjes opgevangen. Deze buisjes
worden vervolgens in een speciale transportkoffer gezet om de buisjes met daarin de
eicellen op de juiste temperatuur te houden. Deze koffer wordt na de punctie door uw
partner naar het IVF-laboratorium van het Diaconessenhuis te Voorburg gebracht. Daar
worden de eicellen opgezocht. Uw partner krijgt na 15 minuten te horen hoeveel eicellen er
zijn gevonden en brengt vervolgens de koffer mee terug naar het Hagaziekenhuis. Na de
ingreep wordt u naar een aparte kamer gebracht waar kunt uitslapen en wacht tot uw
partner terug is. Als uw partner terug is van het Diaconessenhuis te Voorburg kunt u met uw
partner mee naar huis.
Eenmaal thuis hoeft u geen speciale maatregelen te nemen. Vaak voelt u zich wat loom en
slaperig. U kunt na de punctie nog pijn voelen. Het is daarom verstandig om de rest van de
dag rustig aan te doen en om te zorgen geen verdere verplichtingen te hebben. Bij
pijnklachten kunt u zo nodig paracetamol gebruiken (maximaal 3 x daags 2 tabletten van 500
mg).Bij de punctie bestaat een kans op een bloeding en het aanprikken van bijvoorbeeld de
darmen. Dit is overigens uiterst zeldzaam. In sommige situaties kan er een verhoogd risico
zijn op infectie na de punctie. In dat geval krijgt u van ons antibiotica tijdens de punctie.
19
7.Het zaad
7.1 De productie
Het zaad moet op de ochtend van de punctie geproduceerd worden. Dit kan voor of na het
inleveren van de eicellen. Indien u voor de punctie zaad wil produceren kan dat bij u thuis of
in het HagaZiekenhuis. Belangrijk is dat er niet meer dan een uur zit tussen het tijdstip van
productie en het inleveren bij het laboratorium. U kunt ook bij het IVF -laboratorium in
Voorburg zaad produceren. Er is daar een speciaal hiervoor ingerichte kamer.
Voor het produceren van het sperma heeft u al een potje meegekregen of u kunt bijtijds een
potje aan de IVF-verpleegkundige vragen. Het zaad moet worden gebracht naar het IVFlaboratorium in het Diaconessenhuis te Voorburg. Het zaad wordt verkregen door
masturbatie. Een onthouding van ongeveer 2-3 dagen is voor de punctie aan te raden.
Langer heeft geen zin en kan zelfs nadelig zijn voor de zaadkwaliteit. Belangrijk is om de
handen en de penis van tevoren te wassen en vooral goed na te spoelen met water
(zeepresten kunnen schadelijk zijn voor de zaadcellen!).
LET OP: Als u in de laatste drie maanden voor de behandeling een infectie aan een zaadbal of
de urinewegen heeft gehad, als u in die periode een ziekte met hoge koorts heeft
doorgemaakt of als u medicijnen (zoals antibiotica) bent gaan gebruiken sinds de laatste
zaadanalyse, verzoeken wij u dat zo spoedig mogelijk aan ons te melden. Het kan namelijk
zijn dat de zaadkwaliteit is verminderd door de ziekte en/of medicatie. De behandeling kan
eventueel worden uitgesteld tot het zaad zich weer hersteld heeft.
7.2 Het transport
Het potje met zaad dient niet te koel en niet te warm vervoerd te worden (15 – 20 graden
Celsius).
20
7.3 Het inleveren van het zaad
Het potje met zaad en het bijbehorende spermaformulier brengt u op de dag van de punctie
naar het IVF-laboratorium in Voorburg. Dit kan tegelijkertijd met de eicellen.
Op het potje en op het bijbehorende spermaformulier moeten de naam en geboortedatum
van zowel u als uw partner staan. Er zal aan u legitimatie ( paspoort/rijbewijs) worden
gevraagd. De IVF-laboratoriummedewerker zal het potje en formulier in ontvangst nemen en
met u bekijken of het formulier juist is ingevuld. Tevens zal gekeken worden of het potje
goed gelabeld is. Vervolgens zal u gevraagd worden hiervoor te tekenen op het
spermaformulier.
7.4 Ingevroren zaad
Als er van ingevroren zaad gebruik wordt gemaakt, zorgt het laboratorium er voor dat op de
dag van de punctie het zaad wordt ontdooid. Weet u uit ervaring dat het produceren van
zaad bij u problemen kan opleveren, meld dit dan tijdig bij uw arts. Ook als u door uw werk
vaak afwezig bent, is het zinvol om dit te overleggen. Misschien kan het in een dergelijk
geval verstandig zijn om voorafgaand aan de start van de behandeling zaad in te vriezen. In
het algemeen geldt dat vers zaad de voorkeur verdient.
21
8. IVF vs. ICSI, de eigenlijke bevruchting
Zoals al eerder genoemd zijn de IVF en ICSI behandeling voor u als patiënt aan elkaar gelijk.
Het verschil zit in de laboratoriumfase. Bij IVF zwemmen de zaadcellen in een druppeltje
kweekvloeistof zelf naar de eicel toe, waarna bevruchting kan plaatsvinden. Bij ICSI wordt
met een uiterst dun glazen naaldje één van de beste bewegende zaadcellen opgezogen en in
de eicel gebracht. Deze ingreep is nodig indien de zaadcellen niet in staat zijn zelf tot in de
eicel door te dringen. Bij IVF verloopt dit gedeelte nog op natuurlijke wijze. Het inbrengen
van een zaadcel in een eicel wil nog niet zeggen dat er altijd bevruchting plaatsvindt.
Ongeveer 65% van de eicellen wordt bevrucht als er IVF of ICSI wordt toegepast. Bij ICSI kan
niet bij alle verkregen eicellen een zaadcel worden ingebracht. Dit kan alleen bij eicellen die
helemaal rijp zijn. Ook niet alle eicellen zullen de injectie goed doorstaan.
Het kan ook zijn dat een aantal eicellen met ICSI en een aantal met de IVF-procedure worden
behandeld. Dit alles kan per poging verschillend zijn en zal met u worden besproken. Als van
tevoren duidelijk is dat u voor ICSI in aanmerking komt, zal dit op de polikliniek tijdens het
IVF-intake spreekuur met u worden besproken.
IVF
Op de ochtend van de punctie wordt begonnen met het voorbewerken van zaad. De best
bewegende zaadcellen worden geselecteerd. Aan het eind van de dag wordt bij elke eicel
een groot aantal voorbehandelde zaadcellen gebracht. De volgende dag wordt gekeken of
de eicellen bevrucht zijn. De dag na de punctie mag u tussen 11.30 en 12.30 uur naar het
IVF-laboratorium te Voorburg bellen (tel: 070-3401169) om te horen of de bevruchting heeft
plaatsgevonden. Indien dit het geval is wordt een afspraak gemaakt voor een terugplaatsing.
In het weekend wordt u gebeld door het IVF-laboratorium zelf.
ICSI
Het bovenstaande is grotendeels ook van toepassing bij de ICSI behandeling. Extra is dat de
eicellen na de punctie worden ontdaan van het omringende steunweefsel. Hierdoor is te
zien welke eicellen rijp zijn. Alleen rijpe eicellen zijn geschikt voor injectie met een zaad cel.
22
De dag na de punctie mag u tussen 11.30 en 12.30 uur naar het IVF-laboratorium te
Voorburg bellen (tel: 070-3401169) om te horen of de bevruchting heeft plaatsgevonden.
Indien dit het geval is wordt een afspraak gemaakt voor een terugplaatsing.
In het weekend wordt u gebeld door het IVF-laboratorium zelf.
Soms treedt er bij een IVF/ICSI behandeling geen bevruchting op. Dit is uiteraard een grote
teleurstelling, omdat dan al duidelijk is dat u niet zwanger zult worden in die behandelcyclus.
Afhankelijk van de oorzaak, als we die al kunnen geven, zullen we met u bespreken wat dit
betekent voor uw verdere behandeling.
9.De terugplaatsing (embryotransfer)
Op de door ons aangegeven dag en tijdstip voor de terugplaatsing, meldt u zich bij het IVFlaboratorium van het Diaconessenhuis te Voorburg en neemt u vervolgens plaats in de
wachtkamer. De terugplaatsing vindt plaats in de behandelkamer van het Diaconessenhuis,
die grenst aan het IVF-laboratorium.
LET OP: er mag geen parfum worden gedragen bij het IVF-laboratorium in Voorburg. U mag
wel deodorant gebruiken.
Het is uiteraard prettig als uw partner ook nu weer aanwezig is. Het terugplaatsen van een
embryo is meestal pijnloos en vindt poliklinisch plaats. Met behulp van een eendenbek
(speculum) wordt de baarmoedermond in beeld gebracht. Vervolgens wordt een dun
slangetje (katheter) via de baarmoederhals in de baarmoederholte gebracht. Via dit
slangetje wordt het embryo met een zeer kleine hoeveelheid vloeistof in de baarmoeder
geplaatst. Als de blaas halfvol is, verloopt het terugplaatsen over het algemeen
gemakkelijker. Na de terugplaatsing mag u alles doen wat u gewend bent. Vijftien dagen na
de punctie wordt het zwangerschapshormoon bepaald in het bloed. Tevens krijgt u na een
eerste terugplaatsing een afspraak voor een nagesprek met uw gynaecoloog in het
HagaZiekenhuis.
23
10.Het één embryo beleid
Bij het terugplaatsen van meerdere embryo’s stijgt de zwangerschapskans weliswaar, maar
ook de kans op een meerlingzwangerschap (tweeling of drieling) wordt aanzienlijk groter.
Meerlingzwangerschappen geven meer risico’s voor de moeder en de kinderen dan een
eenlingzwangerschap (zie ook 6.2.). Zo heeft de moeder een hoger risico op
zwangerschapsvergiftiging en hoge bloeddruk en is er bij de bevalling vaker sprake van een
kunstverlossing (vacuümpomp, keizersnede). Bij de kinderen komen voornamelijk de
vroeggeboorte en een laag geboortegewicht, met de daarbij behorende risico’s, vaker voor.
Sommige kinderen, die voortijdig worden geboren, overleven dit niet. Anderen kunnen hier
milde tot ernstige handicaps aan overhouden (o.a. motorische stoornissen, leer- en
gedragsstoornissen). De meeste tweelingen komen gelukkig gezond ter wereld. De IVF-ICSI
resultaten worden voortdurend bestudeerd. Zo is bekend dat veel factoren invloed hebben
op de kans op een zwangerschap, de kans op een miskraam en de kans op een
meerlingzwangerschap. Dit zijn o.a.:
- Leeftijd van de vrouw
- Leefstijl van man en vrouw
- Eerdere zwangerschappen
- Resultaat van voorgaande IVF/ICSI behandelingen
- Aantal beschikbare embryo’s
- Snelheid van deling en kwaliteit van de embryo’s
- Beschikbaarheid van embryo’s voor invriezen en ontdooien
In verband met de verhoogde risico’s bij een meerlingzwangerschap wordt bij een IVF/ICSI
behandeling naar een eenlingzwangerschap gestreefd. Door met bovenstaande factoren
rekening te houden en steeds vaker één embryo terug te plaatsen, is het percentage
meerlingen aanzienlijk gedaald. Gebleken is dat door het invriezen, ontdooien en
terugplaatsen van goede rest-embryo’s de kans om uiteindelijk zwanger te worden niet
wordt verkleind. De keuze van het aantal terug te plaatsen embryo’s wordt momenteel als
volgt gemaakt: Indien er meerdere goed delende embryo’s zijn bij vrouwen tot 38 jaar,
wordt één embryo teruggeplaatst. Dit heeft zeker betrekking op de eerste of tweede cyclus.
24
Vanaf 38 jaar wordt het aantal individueel en in overleg met u bepaald, maar er worden
nooit meer dan twee embryo’s teruggeplaatst. Dit beleid is landelijk afgesproken.
Bij de eerste IVF-poging wordt in principe 1 embryo's teruggeplaatst. Bij vervolgpogingen
kan worden overwogen om 2 embryo's terug te plaatsen zeker als de kwaliteit van de
embryo's niet optimaal is. Terugplaatsing van 2 embryo's betekent – afhankelijk van de
leeftijd- meer kans op zwangerschap maar in geval van zwangerschap meer kans op een
tweeling. Naarmate de vrouw ouder is wordt er sneller en makkelijker twee embryo's
teruggeplaatst. Ten tijde van de terugplaatsing krijgt u van het behandelteam informatie
over de kwaliteit van de embryo's en adviezen omtrent het aantal terug te plaatsen
embryo's.
11. Invriezen van overige embryo’s
Invriezen van resterende embryo’s is in principe mogelijk, maar niet elk embryo is geschikt
voor het invriezen en bewaren. Voorwaarde voor invriezen van embryo’s is dat aan de
vereiste infectiescreening is voldaan.
Als er meer embryo's ontstaan dan er worden teruggeplaatst krijgt u altijd schriftelijk bericht
over wat er met de overige embryo's gebeurd is. Als er embryo's voor u zijn ingevroren
wordt er een "invries-verklaring" bijgesloten die u dient te ondertekenen en terug te sturen
naar het IVF-laboratorium. Embryo's ontstaan ter vervulling van de kinderwens van een
paar. Als u geen kinderwens meer heeft en derhalve geen gebruik wenst te maken van de
ingevroren embryo's, worden de ingevroren embryo's vernietigd indien u hiertoe een
schriftelijk verzoek indient. Als de relatie verbroken wordt (scheiding of overlijden van één
van de partners) worden de ingevroren embryo’s vernietigd. De embryo's mogen ondanks
het feit dat u het 'beschikkingsrecht' hierover hebt niet worden 'gekocht' of 'verkocht'
De praktijk toont aan dat er bij circa 45% van de IVF/ICSI behandelingen overblijvende
embryo’s geschikt zijn om in te vriezen.
Ingevroren embryo’s kunnen in een latere cyclus ontdooid en teruggeplaatst worden. Dit
gebeurt meestal in een spontane cyclus, dus zonder stimulatie (zie ook hoofdstuk 11). Het
verloop van zwangerschappen na gebruik van ingevroren en ontdooide embryo’s is
25
vergelijkbaar met normale zwangerschappen en de gezondheid van kinderen geboren na
een dergelijke zwangerschap is normaal.
Als er embryo’s zijn ingevroren en er treedt geen zwangerschap op na de terugplaatsing
aansluitend aan de punctie, zal daarna eerst tot ontdooiing en terugplaatsing van de
ingevroren embryo’s worden overgegaan vóórdat een nieuwe IVF/ICSI behandeling wordt
gestart.
12. De periode na de terugplaatsing
De nu volgende periode van ongeveer 14 dagen is een spannende en onzekere tijd. Aan het
eind van deze periode zal blijken of u wel of niet zwanger bent geworden. De behandeling
kan het best gekarakteriseerd worden als "twee weken druk": dagelijks injecties, komen voor
echo's, bloedonderzoek, punctie, terugplaatsing enzovoorts, en daarna "twee weken
moeilijk": afwachten of de behandeling succes heeft gehad. Bovendien kan de medicatie die
u gebruikt zwangerschapsverschijnselen veroorzaken, terwijl er wellicht geen sprake is van
een zwangerschap. Dit kan verwarrende gevoelens opleveren.
Tijdens de eerste cyclushelft dienen er nogal wat handelingen, ook door (voornamelijk) de
vrouw zelf, verricht te worden. Daardoor zal dit deel van de behandeling over het algemeen
als intensief beleefd worden.
Tegen de punctie zelf wordt soms erg opgezien. Door de verschillende vormen van
pijnstilling die mogelijk zijn hoeft de punctie niet echt pijnlijk te zijn. De dagen tussen de
punctie en de mogelijke terugplaatsing worden meestal gekenmerkt door gespannen
afwachten. Het terugplaatsen zelf is een hoopvol en vaak emotioneel beladen moment. De
periode erna wordt meestal onderschat maar wordt door vrijwel alle paren als de zwaarste
van de hele behandeling ervaren.
Om te beginnen is er de onzekerheid over het resultaat van de behandeling. Door de
behandeling verlangt het paar meer dan ooit naar een zwangerschap, die meestal bovendien
zelden of nooit zo dichtbij is geweest. In deze periode is er eigenlijk niets (behalve niet
roken, geen overmatig alcoholgebruik en geen medicijnen gebruiken waar u buiten kunt)
waarmee u de kans kunt vergroten.
De onmogelijkheid nog iets aan het resultaat van de behandeling bij te dragen vergroot de
spanning alleen nog maar. De teleurstelling als de menstruatie optreedt is dan ook groot. In
26
tegenstelling tot de feitelijke behandeling worden deze spanningen over het algemeen
moeilijker te dragen wanneer het paar meerdere pogingen achter de rug heeft.
In de praktijk blijkt dat de eerste twee weken steeds makkelijker te dragen worden: het kan
bijna aanvoelen als ‘routine’: injecties, echo’s enzovoorts, en je weet wat je te wachten
staat. De tweede twee weken van wachten worden echter steeds moeilijker; als het mislukt
wordt dit vaak in de opeenvolgende cycli steeds moeilijker te dragen.
Als de behandeling resulteert in een doorgaande zwangerschap zullen de spanningen gauw
vergeten zijn. Er bestaat echter een kans dat er na diverse pogingen geen zwangerschap
optreedt. Er zal dan een moment komen waarop geen nieuwe pogingen meer ondernomen
worden. De behandelingen die zijn ondergaan hebben hoop gegeven en vaak ook de
kinderwens versterkt. Beëindiging van de behandeling is hierdoor ingrijpend en triest. IVF is
voor de meeste paren tevens de laatste kans op het ontstaan van zwangerschap. Dat u de
IVF-behandeling ook "met lege handen" kunt beëindigen is iets wat u zich tevoren wel moet
realiseren.
Al met al is het een grote teleurstelling als na twee spannende weken wachten blijkt dat u
niet zwanger bent. Er kunnen een hoop vragen opkomen in de dagen na de negatieve
uitslag. Tijdens het nagesprek kunt u die aan uw gynaecoloog stellen of bellen of mailen naar
de IVF-verpleegkundigen. De menstruatie kan tijdens het gebruik of pas na het stoppen van
de utrogestan optreden en is in sommige gevallen heviger dan normaal. Bij klachten of
vragen kunt u altijd contact met een IVF-verpleegkundige opnemen. Als de uitslag positief is,
dient u nog ongeveer drie weken door te gaan met utrogestan. Hier heeft u een
herhaalrecept voor nodig, wat u bij de IVF-verpleegkundige kunt halen. Zij zal ook een
afspraak maken voor een echo onderzoek.
13.Voorzorgen tijdens en na de behandeling
Sporten kan en mag tijdens een IVF/ICSI behandeling. Naarmate de stimulatie vordert,
groeien de eierstokken en kunnen deze flink gevoelig worden. Vanaf dit moment raden we
intensief sporten af. Na de terugplaatsing heeft sporten geen negatieve invloed op de kans
om zwanger te worden. Na de punctie zijn echter de eierstokken nog gezwollen en
27
kwetsbaar en wordt geadviseerd met intensief sporten te wachten tot u absoluut geen
klachten meer heeft.
Vrijen is tijdens de stimulatie toegestaan. Bedenk wel dat voor de punctie en dus voor het
inleveren van sperma drie dagen onthouding wordt geadviseerd, zodat de spermakwaliteit
optimaal is. Na de punctie is vrijen af te raden totdat u geen vaginaal bloedverlies meer
heeft en de klachten van gevoelige eierstokken niet meer aanwezig zijn.
Vakantie plannen net na de terugplaatsing kan onhandig zijn. De zwangerschapstest is ook
bedoeld om een buitenbaarmoederlijke zwangerschap uit te sluiten en indien er
complicaties optreden na de behandeling zijn er extra controles nodig. Zes weken na de
punctie is het in bijna alle gevallen mogelijk om op reis te gaan.
14.Hoe groot is de kans van slagen?
14.1 Een wedloop met hindernissen.
Het beginnen van een IVF-behandeling garandeert niet dat u uiteindelijk een kind krijgt. De
kans dat het niet lukt is per keer ongeveer 3 maal zo groot als de kans op succes. Een IVFbehandeling is een soort "afvalrace": een wedloop met hindernissen.
Een enkele keer lukt de follikelstimulatie niet (ondanks de hormooninjecties komen er geen
of te weinig follikels tot rijping). Ook kan het zijn dat de medicijntoediening niet juist
plaatsvindt of dat er een voortijdige eisprong (ovulatie) optreedt. In die gevallen kan er geen
punctie plaatsvinden. Dit kwam de afgelopen jaren in ongeveer 5% van de cycli voor.
Als er wel een punctie wordt verricht bestaat er altijd de mogelijkheid dat er geen eicellen
worden verkregen. Hoe meer follikels zich ontwikkelen, hoe kleiner de kans hierop is. De
kans op een punctie zonder eicelopbrengst bedraagt ongeveer 1%.
Van alle eicellen die worden verkregen laat een deel zich niet bevruchten. Een enkele keer
kan er zelfs geen enkele bevruchting plaatsvinden. Hoe minder eicellen er zijn bij de punctie,
hoe groter deze kans is. De eicellen die zich laten bevruchten en zich daarna door blijven
delen, zodat een klompje cellen ontstaat, heten (pre) embryo's. Deze worden in de
baarmoederholte ingebracht (terugplaatsing). Ongeveer 80% van de puncties wordt gevolgd
28
door een terugplaatsing. Na een terugplaatsing is er ongeveer 35% kans op zwangerschap.
De kans van slagen is gerelateerd aan het aantal en de kwaliteit van de teruggeplaatste
embryo's en de leeftijd van de vrouw. Met het stijgen van de leeftijd neemt de kans op
zwangerschap af.
Alles of niets.
Hoe meer embryo's worden teruggeplaatst hoe groter de kans op zwangerschap. Maar het
terugplaatsen van meer embryo's vergroot ook de kans op een meerling. De kans op een
tweeling bij IVF is nu onder de 10 %; 3,4 of 5- lingen komen vrijwel niet meer voor.
Embryo's kunnen in kwaliteit verschillen. Dit hangt o.a. samen met het uiterlijk van de
embryo's en de delingssnelheid. Hoe beter het embryo, hoe groter de kans op innesteling. Er
is echter geen grotere kans op een kind met aangeboren afwijking bij innesteling van minder
goede embryo's: het is een "alles of niets" effect; de kwaliteit bepaalt alleen de kans op
innesteling. De hamvraag is welke embryo's de grootste kans op een kind hebben. Recent
het IVF-laboratorium te Voorburg daarin beter selecteren door middel van time-lapse
fotografie van het embryo. De lichtbelasting daarmee is nog maar een fractie van wat het
vroeger was en bovendien komen de embryo's nooit meer uit de broedstoof.
"Zwanger zijn" en "in verwachting zijn" is nog niet hetzelfde.
Wanneer er na een IVF-behandeling geen menstruatie optreedt, en de zwangerschapstest
positief is, bent u "zwanger". De kans op een spontane miskraam in de eerste 3 maanden is
bij vrouwen rond de 35 20- 25%. Dit lijkt veel, maar het is niet meer dan bij spontaan
opgetreden zwangerschappen, mede omdat de diagnose zwangerschap bij IVF meestal
eerder wordt gesteld en omdat IVF vrouwen gemiddeld ouder zijn. Pas na 3 maanden wordt
gesproken van een doorgaande zwangerschap en bent u "in verwachting". Pas dan kunt u
namelijk redelijkerwijs een kind verwachten.
29
Een dobbelsteen
Iedere poging biedt een kleine kans op succes. Meer pogingen vergroten de kans. De
kanspercentages mogen echter niet bij elkaar opgeteld worden. Elke poging moet u
vergelijken met een lot uit een (andere) loterij. Hoe meer loten, hoe meer kans. De kans op
succes van een IVF-behandeling is te vergelijken met het gooien van een dobbelsteen. Als je
een 6 moet gooien en het is de eerste keer niet gelukt dan moet je het nog een keer
proberen. Hoewel na 4 keer werpen meer dan 50% van de mensen tenminste eenmaal een 6
heeft gegooid, is ook de vijfde keer de kans weer even groot. Ook IVF heeft net als dit
voorbeeld "geen geheugen".
Hoe zit het dan met die percentages op het internet?
Veel mensen hebben de neiging uitsluitend naar de percentages zwangerschappen per
cyclus op het internet te kijken en denken dan dat de 'hoogste' percentages de 'beste' centra
weergeven. Zij denken dan dat overal hetzelfde voortraject bestaat. Dat is schijn: het hangt
onder andere af van de definities van succes, de insluitcriteria- wie accepteer je en wie niet,
'selective enrollment': wie vallen er halverwege af en wie mogen doorgaan, en met name
ook: hoe snel en na welk vooronderzoek ga je tot dit soort behandelingen over. Onze
filosofie dat we de natuurlijke kans vooraf eerst nog zo optimaal proberen te maken leidt tot
een negatieve selectie voor de groep die uiteindelijk voor IVF in aanmerking komt. Als je het
motto volgt 'grote stappen, gauw thuis' dus snel aan een behandeling beginnen, heb je
ogenschijnlijk 'betere' cijfers maar veel van die paren zouden met minder ingrijpende
behandelingen ook spontaan zwanger geworden zijn. Wat er daarna voor IVF overblijft is
een groep met lagere kansen.
14.2 Leeftijd en de kans op een succesvolle behandeling
Met het toenemen van de leeftijd van de vrouw vermindert de kans op zwangerschap onder
andere door de afname van het aantal eicellen en de kwaliteit van de eicellen. Er zal op
indicatie gekeken worden of eventueel aanpassingen in de behandeling dienen plaats te
vinden (bijvoorbeeld verandering in dosering en de startdag van de medicatie). Daarnaast
wordt boven de 41 jaar eerst gekeken of het zinvol is om een nieuwe (eerste) IVF/ICSI
behandeling te starten. Naast het feit dat de kans op zwangerschap afneemt met de leeftijd
30
van de vrouw, neemt de kans op een miskraam met het stijgen van de leeftijd toe. Bij een
IVF/ICSI behandeling is de gemiddelde kans dat een ontstane zwangerschap ook werkelijk
tot de geboorte van een kind leidt ongeveer 75-80%. Bij jongere vrouwen is de kans het
grootst dat de zwangerschap goed gaat, maar bij vrouwen rond de 40 jaar daalt deze kans
tot ongeveer 65%.
In Nederland wordt een IVF/ICSI behandeling door de meeste zorgverzekeraars tot het 43 ste
levensjaar vergoed.
14.3 Hoe is de kans op succes te beïnvloeden?
U kunt zelf een aantal dingen doen om de kans op een succesvolle afloop van de
behandeling te bevorderen. In deze paragraaf worden deze zaken besproken.
Het is bekend dat overgewicht op vele manieren de kans op een succesvolle behandeling
negatief kan beïnvloeden. Bij mannen vermindert het de zaadkwaliteit en daardoor de kans
op bevruchting. Bij vrouwen vermindert overgewicht de kans op een zwangerschap en
daarbij verhoogt het de kans op een spontane miskraam. Tijdens een zwangerschap is er
daarnaast een verhoogde kans op complicaties, zoals een hoge bloeddruk. Ook is er een
verhoogd risico op een te klein of juist een te groot kind. In beide gevallen zal het kind in het
latere leven een grotere kans op gezondheidsproblemen ervaren ten opzichte van kinderen
met een normaal geboortegewicht.
Overgewicht wordt berekend aan de hand van twee factoren, het gewicht en de lengte. De
mate van overgewicht kan bepaald worden aan de hand van de ‘body mass index’ (BMI), ook
wel de Quetelet Index genoemd. De BMI wordt berekend door het lichaamsgewicht in kilo’s
te delen door de lengte in meters en deze uitkomst nog een keer te delen door de lengte in
meters. Wanneer de BMI boven de 25 kg/m2 uitkomt, is er sprake van overgewicht. Als de
BMI boven de 35 kg/m2 uitkomt, dient u eerst af te vallen voordat met een behandeling
gestart kan worden.
Ook roken door de man en/of de vrouw vermindert de kans op zwangerschap. Het geeft
schade aan de bloedvaten, die nodig zijn voor de innesteling en de vorming van de
moederkoek. Roken tijdens de zwangerschap geeft meer kans op een spontane miskraam en
op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Loslating van de moederkoek en te kleine
kinderen worden vaker gezien bij rokende moeders. Bij rokende mannen is er vaak sprake
31
van een verminderde zaadkwaliteit. Er moet volledig gestopt zijn met roken door zowel de
man als de vrouw voordat aan een IVF/ICSI behandeling wordt gestart.
Ook van alcohol zijn nadelige effecten op de kans op zwangerschap en ontwikkeling van het
ongeboren kind bekend.
15.Stoppen of doorgaan?
Na elke behandeling heeft u met uw behandelend arts een evaluatiegesprek. Indien u helaas
niet zwanger bent geworden, zal bij dit gesprek besproken worden hoe de voorgaande
poging is verlopen en wat er eventueel niet goed is gegaan. Ook komt hier aan de orde of
het (medisch gezien) zinvol is om door te gaan met verdere behandeling of dat stoppen
beter is.
Indien u verder behandeld wil worden, wordt met u besproken wat er eventueel veranderd
moet worden en wanneer een volgende behandeling kan plaatsvinden. Indien gewenst kan
een pauze in de behandeling ingelast worden.
Zoals al eerder besproken, is het niet voor iedereen zinvol om drie IVF/ICSI behandelingen te
ondergaan (het aantal dat nu door de basisverzekering wordt vergoed). Anderzijds kan het
soms na drie behandelingen nog wel zinvol zijn om door te gaan. Echter dient u dan zelf de
behandeling en bijkomende medicatie te betalen. Na zes behandelingen zonder
zwangerschap is het meestal niet meer zinvol om verder te gaan.
16. Risico’s en complicaties
16.1 Overstimulatie (OHSS)
Overstimulatie is de term waarmee eigenlijk het Ovarieel HyperStimulatie Syndroom (OHSS)
wordt bedoeld. Iedere vrouw die behandeld wordt met hormonen in het kader van een
vruchtbaarheidsbehandeling loopt een zeker risico op een overstimulatie. Vooral als er veel
eiblaasjes groeien en de hormoonspiegel in het bloed erg hoog wordt, neemt het risico toe.
De klachten van een overstimulatie treden meestal pas op na de punctie, vaak pas na de
terugplaatsing. Klachten zijn buikpijn, opgezette buik, gewichtstoename en zich niet lekker
voelen.
32
Neemt u gewicht na de Pregnyl of Ovitrelle injectie met meer dan 2 kilogram toe en/of krijgt
u steeds meer buikpijnklachten ondanks rust, voldoende drinken en het gebruik van
paracetamol, neem dan contact met ons op. Wij zullen beoordelen of u langs moet komen
voor een aanvullend echo- en bloedonderzoek. Hiermee kan de ernst van overstimulatie
bepaald worden. Meestal kan volstaan worden met poliklinische controle. Daarnaast zijn
rust, voldoende drinken en het gebruik van paracetamol belangrijk om de klachten te doen
verminderen. Slechts zeer zelden is het nodig om iemand op te nemen (dit is dan vooral
bedoeld om stollingsstoornissen (trombose) te voorkomen). Wij willen deze situatie
natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen. Dat doen we door zo laag mogelijk te doseren en
frequente controles uit te voeren tijdens de stimulatie. Als tijdens de stimulatie blijkt dat er
(te) veel eiblaasjes groeien en de hormoonspiegel (te) hoog wordt dan kan worden besloten
geen punctie te doen omdat de kans op een overstimulatie te hoog is. Als bij de punctie erg
veel eicellen worden gevonden, krijgt u instructies mee van de IVF-arts om eventuele
overstimulatie snel te herkennen en zo nodig te behandelen.
16.2 Meerlingzwangerschap
Meerlingzwangerschappen na een IVF/ICSI behandeling komen voor. Ongeveer 5% van de
doorgaande zwangerschappen in het Diaconessenhuis zijn een meerlingzwangerschap.
Hoewel door het aangepaste terugplaatsingsbeleid de kans op een meerling zo laag mogelijk
gehouden wordt, is het toch van belang om hierover samen met uw partner na te denken
vóór de start van de behandeling en er indien nodig bijtijds met uw arts over te spreken. Bij
meerlingen gaat het meestal om tweelingen. Omdat er ook eeneiige tweelingen voorkomen
is er een uiterst kleine kans dat een terugplaatsing van twee embryo’s tot een
drielingzwangerschap leidt. Meerlingzwangerschappen brengen beduidend meer risico’s met
zich mee dan eenlingzwangerschappen, voornamelijk vroeggeboorte en alle gevolgen
daarvan op korte en lange termijn.
16.3 ICSI risico’s
Uit de gegevens die tot nu toch bekend zijn, blijkt dat de kans op aangeboren afwijkingen bij
ICSI nauwelijks verschilt van die bij andere zwangerschappen. Wel blijkt dat er een licht
verhoogde kans is op een kind met een afwijkend aantal geslachtschromosomen (de X- en Ychromosomen, die het geslacht bepalen). Het betreft afwijkingen die in spontaan ontstane
33
zwangerschappen ook voorkomen. Bij ICSI zwangerschappen komen deze afwijkingen iets
vaker, maar nog steeds bij minder dan 1% van de zwangerschappen voor. Het betreffen
overigens geen levensbedreigende aandoeningen.
Verder wordt steeds duidelijker dat de kwaliteit van het zaad deels bepaald wordt door een
aantal erfelijke factoren bij de man. Mannen met deze afwijkingen kunnen door middel van
ICSI dit doorgeven aan hun zonen. Deze jongens kunnen later ook een afwijkende
zaadkwaliteit blijken te hebben. Of dit bij die zonen ook weer tot verminderde
vruchtbaarheid leidt is onbekend.
Het is mogelijk om voorafgaand aan de ICSI behandeling bij de man een algemene
chromosomenkweek te doen. Er wordt dan gekeken of er geen grove afwijkingen zijn aan de
chromosomen (bijvoorbeeld zogenaamde translocaties), die als zij doorgegeven worden aan
een kind, problemen kunnen veroorzaken. Dit onderzoek wordt alleen nog op indicatie aan
mannen van stellen die een ICSI behandeling gaan doen geadviseerd.
16.4 Overige risico’s
Zoals al beschreven in hoofdstuk 4.5. bestaat er bij de punctie een kans op een bloeding en
het aanprikken van bijvoorbeeld een darm. Daarnaast bestaat er een geringe kans op het
optreden van een infectie. Ook bij een IVF/ICSI behandeling bestaat er een kleine kans op
een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Bij vrouwen met niet goed functionerende
eileiders of (deels) afwezige eileiders is die kans iets groter (1-1,5% per terugplaatsing van
een embryo of 4% per zwangerschap). Ongeveer 25% van de zwangerschappen blijkt na
IVF/ICSI niet goed te gaan en eindigt helaas met een miskraam (spontane abortus). Dit is
vaak al in de eerste weken nadat u weet dat u zwanger bent.
17.Begeleiding
Vruchtbaarheidsbehandelingen als IVF/ICSI kunnen een groot beroep doen op de
draagkracht van het betreffende paar. Het feit dat een IVF/ICSI behandeling vaak de laatste
kans op een zwangerschap is, de onzekerheid over de kans van slagen en de grote
inspanning van de behandeling kunnen een extra belasting vormen. Veel paren kunnen de
draaglast die deze onzekere periode met zich meebrengt goed met elkaar hanteren. Toch
34
worden veel paren op één of ander moment geconfronteerd met vragen waar zij niet direct
een antwoord op weten. Veelal hebben deze vragen betrekking op:
- persoonlijke beleving (angst en onzekerheid, schuldgevoel, belasting van de medische
behandeling, omgaan met de medische wereld, wisselwerking tussen lichaam en geest)
- gevolgen voor de relatie (beleving van de onvruchtbaarheid, eventuele veranderingen in
de relatie, samen kunnen beslissen over al dan niet verder gaan met een behandeling)
- omgaan met de omgeving (familie, vrienden, collega’s, werkgever)
- normen en waarden (eigen normen en waarden, maar ook die van de omgeving waarbij
religie of overtuiging een rol kunnen spelen)
- gevolgen voor de seksuele relatie (minder zin, pijn bij vrijen, geen spontaniteit meer,
toegenomen prestatiedruk voor de mannelijke partner, of andere seksuele problemen)
Wanneer u iets van het bovenstaande herkent, dan kan dit voor u een reden zijn om
hierover eens met ons verpleegkundige te praten die gespecialiseerd is in het geven van
sociaal psychische begeleiding. Zij behoort tot ons fertiliteitsteam. U kunt naar haar vragen
via uw fertiliteits-arts of via de IVF-verpleegkundigen.
Ten aanzien van het laatste punt ‘gevolgen voor de seksuele relatie’ is er de mogelijkheid
om met een van onze seksuologen te praten. Zij hebben de tijd en de expertise om u en uw
partner te helpen met deze vaak voorkomende problematiek. U kunt met een van hen een
afspraak maken via uw fertiliteits-arts of via de IVF-verpleegkundigen. Ook kunt u zelf een
afspraak maken op telefoonnummer 070 210 2112.
18.De zwangerschap
Vijftien dagen na de punctie wordt een zwangerschapstest verricht. Dit gebeurt door middel
van een bloedtest. Van de zwangerschappen die op deze manier worden vastgesteld blijkt
uiteindelijk bijna een kwart af te vallen doordat er sprake is van een vroege miskraam of een
buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
Een positieve zwangerschapstest is dus een heel goed begin, maar het is nog maar steeds
een begin!
Als u zwanger bent, moet u doorgaan met het gebruik van de Utrogestan capsules (driemaal
daags twee capsules vaginaal). Er zal een afspraak worden gemaakt voor een
zwangerenecho.
35
Dit is een vaginale echo die ongeveer 5 weken na de eicelpunctie zal worden verricht. Op
deze echo kunnen we zien waar de zwangerschap zich bevindt en of er sprake is van een
eenling of tweeling. Meestal is er dan al een kloppend hartje te zien. Als u vanwege
eileiderafwijkingen meer risico’s heeft op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap dan
moet de echo een week eerder worden gemaakt. Het is dan lang niet altijd zo dat er al een
kloppend hartje gezien kan worden. Het belangrijkste is dan eerst om vast te stellen dat de
zwangerschap op de juiste plaats zit.
Na de eerste echo wordt u verwezen naar ons verloskundig intakespreekuur. Daar vindt
nogmaals een echocontrole plaats. De zwangerschap wordt gerekend in weken, gerekend
vanaf de punctiedatum plus twee weken. Tijdens het verloskundig intake spreekuur zal
worden bepaald of de controles worden overgenomen door een verloskundige of op
indicatie door een gynaecoloog. Dit hoeft niet per se in het HagaZiekenhuis te zijn. Het is van
belang om met de Utrogestan door te gaan tot de eerste echo. Daarnaast is het gebruik van
foliumzuur tot de tiende week van de zwangerschap van belang. Tijdens de zwangerschap
kan onderzoek worden gedaan naar aangeboren afwijkingen. Het betreft o.a. onderzoek
naar het syndroom van Down en onderzoek naar lichamelijke afwijkingen. Na de eerste echo
zult u hierover meer mondelinge en schriftelijke informatie krijgen tijdens het verloskundig
intake spreekuur.
19. De wachttijd; behandelingstijd
De daadwerkelijke start van de behandeling zal door de IVF-verpleegkundige aan de hand
van de menstruatiecyclus gepland worden. Het moment van starten is verder afhankelijk van
de onderzoeken, die (eventueel) nog moeten worden verricht. U kunt ervan uitgaan dat u
tijdens een IVF/ICSI-behandelingen 7 tot 15 dagen achter elkaar dagelijks een injectie nodig
heeft. Ook moet u ongeveer 5 tot 7 maal (echo- en soms bloedcontroles, punctie en
terugplaatsing) naar de kliniek komen in ongeveer twee weken tijd. Dit kan met uw werk
lastig zijn. U dient bijtijds te bedenken hoe u dit kunt regelen. Wij proberen zoveel mogelijk
rekening te houden met uw wensen, maar hopen ook dat u begrijpt dat dit niet altijd
mogelijk is.
36
Een IVF/ICSI behandeling is een energie- en tijdrovende behandeling. Niet alleen voor u
maar ook voor ons. Het is van het grootste belang dat u zich houdt aan de gemaakte
afspraken.
Nadat er een IVF/ICSI behandeling heeft plaatsgevonden, maar helaas geen zwangerschap is
opgetreden, komt vaak de vraag op wanneer verder kan worden gegaan met een nieuwe
behandeling. De eerste cyclus na een stimulatie wordt per definitie als rustmaand
aangehouden. In deze periode vindt doorgaans een nagesprek met de behandelend arts
plaats. Hier zal gekeken worden wanneer een nieuwe stimulatie dan wel ontdooicyclus
gestart kan worden.
20. Financiën
Momenteel worden in principe de eerste drie behandelingen (inclusief medicatie) volledig
door de basisverzekering vergoed. Echter het vergoedingsstelsel veranderd voortdurend.
Het is daarom verstandig als u zich alvast laat informeren door uw verzekering over wat er
wel en niet betaald wordt. Ook is het nuttig om te weten wat er precies bij uw verzekering
onder een behandeling wordt verstaan. Soms telt een behandeling pas als zodanig wanneer
een punctie en terugplaatsing zijn verricht, maar vaak telt een behandeling als zodanig als op
de eerste dag van de menstruatie de medicatie is gestart (ongeacht of er een punctie en
terugplaatsing hebben plaatsgevonden).
De kosten voor een IVF/ICSI behandeling bestaan uit twee componenten, een bedrag voor
de behandeling in het ziekenhuis en een bedrag voor de medicatie. De hoogte van het
bedrag voor de medicatie is afhankelijk van de duur en de hoogte van de dosering van de
medicatie. De kosten verbonden aan het invriezen en ontdooien van embryo’s en het
terugplaatsen daarvan worden vergoed als deze voortkomen uit een behandeling die ook
vergoed werd.
21. Ontdooicyclus
Als er meerdere embryo’s zijn van goede kwaliteit, kunnen de embryo’s die niet worden
teruggeplaatst, worden ingevroren. Afhankelijk van de menstruatiecyclus wordt gekozen wat
37
de beste manier is om tot ontdooiing en terugplaatsing van de ingevroren embryo’s te
komen.
21.1 Natuurlijke cyclus
Indien er sprake is van een regelmatige cyclus tussen de 21 en 35 dagen wordt vaak gekozen
voor terugplaatsing in de eigen cyclus. De punctie waarbij de eicellen werden verzameld, is
een kunstmatige eisprong geweest. Drie dagen na deze eisprong zijn de overgebleven
embryo’s ingevroren. In de cyclus waarin u bent ingepland om met een ontdooicyclus te
starten, zal op zoek gegaan worden naar de eisprong en drie dagen daarna zal tot ontdooiing
worden overgegaan. Hierdoor loopt de huidige cyclus gelijk aan het ontwikkelingsstadium
van het embryo.
In het lichaam vindt een eisprong plaats. De eicel die hierbij vrijkomt, is niet nodig voor de
behandeling, er is immers een embryo dat zal worden ontdooid en teruggeplaatst. Na de
eisprong blijft echter een geel lichaam (corpus luteum) achter dat hormonen produceert. Dit
maakt dat u in deze cyclus geen Utrogestan hoeft te gebruiken. Het is van groot belang het
moment van het in gang zetten van de eisprong vast te stellen. Daartoe zijn er in deze cyclus
een aantal afspraken / onderzoeken.
Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op een cyclus van ca. 28 dagen. Indien uw cyclus hier
teveel van afwijkt, zullen eventuele wijziging voor uw behandeling met u worden
afgesproken.
- Rond cyclusdag 10 vindt echo onderzoek plaats. Bij de echo wordt gekeken naar de dikte
van het slijmvlies en naar de grootte van een ontwikkelende follikel in de eierstokken.
Tevens wordt bepaald of u kunt starten met ovulatietesten in urines. Soms is een enkele
echo voldoende, soms zijn er meerdere nodig.
- Pregnyl/Ovitrelle. In sommige gevallen is het gebruik van Pregnyl of Ovitrelle nodig om een
ovulatie in gang te zetten. U hoort van ons indien u de Pregnyl of Ovitrelle dient te
gebruiken. In deze cyclus is er geen bepaald tijdstip voor het gebruik hiervan, u mag indien
nodig de Pregnyl of Ovitrelle ’s avonds op een voor u gewenst tijdstip gebruiken.
21.2 Clomid-/FSH-ondersteunde cyclus
In sommige gevallen is het niet handig om op zoek te gaan naar de eisprong in een geheel
natuurlijke cyclus. Vaak is dit het geval bij vrouwen die een onregelmatige of een erg lange
38
cyclus hebben. Het kan soms mogelijk zijn om met ondersteuning van clomifeencitraat
(Clomid) tabletten de cyclus te optimaliseren. Deze tabletten dienen van cyclusdag 3 tot en
met dag 7 ingenomen te worden. De dosering kan 50, 100 of 150 mg per dag zijn. Ook in
deze cyclus dienen ovulatietesten in de urines te worden gedaan om een eventuele eigen
eisprong op te sporen. U hoort van uw arts welke dosering u moet gebruiken. De IVFverpleegkundige spreekt met u de datum voor de eerste echocontrole af. Ook zal zij
aangeven wanneer u moet starten met het doen van ovulatietesten.
Vrouwen die een onregelmatige cyclus hebben, maar onvoldoende of niet op Clomid
reageren, kunnen soms door milde stimulatie met FSH (Gonal-F of Menopur) tot een
ovulatie komen. De dosering van de medicatie, de cyclusdag van de eerste echo en het
moment van het doen van ovulatietesten zullen door uw behandelend arts en IVFverpleegkundige worden besproken.
21.3 (G)EEP cyclus
Indien een cyclus zo onregelmatig of geheel afwezig is en daardoor een ovulatie met
bovenstaande middelen niet (of zeer moeilijk) te krijgen is, kan gekozen worden voor
terugplaatsing in een (G)EEP cyclus. (G)EEP staat voor GnRH-agonist, Exogene Oestrogenen
en Progesteron. Een (G)EEP cyclus is een geheel kunstmatige cyclus, waarbij de fases van
een natuurlijke cyclus worden nagebootst. In een opbouwend schema worden
hormoontabletten gebruikt (Progynova 1 en 2 mg) om het slijmvlies op te bouwen. Wanneer
het slijmvlies dik genoeg is, kan de 2e fase van de cyclus gestart worden door Utrogestan te
gaan gebruiken. Op dat moment is duidelijk wanneer tot ontdooiing van een embryo kan
worden overgegaan. Vrouwen die van zichzelf geen menstruatiecyclus hebben krijgen een
EEP-schema. Bij vrouwen met een onregelmatige cyclus kan het zijn dat de eigen cyclus de
EEP cyclus verstoord. In dit geval dient er naast de tabletten Progynova in de eerste week
ook Triptofem/Synarel (GnRH-agonist) gebruikt te worden of krijgen zij een Lucrin depot
(GnRH-agonist). Zij krijgen dus een GEEP schema. U krijgt een schema mee op papier met
een uitgebreide uitleg.
21.4 Klaar voor ontdooien
De dag na het ontdooien belt u tussen 10.00 en 11.00 uur naar het IVF-laboratorium in
Voorburg ( tel. 070-3401169). Alleen in het weekend wordt u gebeld.
39
De terugplaatsing vindt dezelfde dag plaats vanaf 12.30 uur . Wanneer u belt naar het IVFlaboratorium, hoort u hoeveel embryo’s er ontdooid zijn en hoe laat de terugplaatsing zal
zijn.
22. Morele vraagstukken
Aan de IVF-behandeling zijn een aantal morele vraagstukken verbonden, voortkomend uit
het besef dat de hedendaagse kennis en techniek op het gebied van de embryokweken vele
mogelijkheden biedt. Daarom voor alle duidelijkheid het volgende over de aanpak in het
Diaconessenhuis. Een In Vitro fertilisatie behandeling richt zich uitsluitend op het (zo
mogelijk) terugplaatsen van bevruchte eicellen (embryo's). Er worden dus geen
experimenten, bijvoorbeeld op erfelijkheidsgebied, met de embryo's gedaan. Vaak wordt
gesproken over het moreel-ethische aspect van de embryo's die niet worden teruggeplaatst.
Let wel, dit zijn niet de overtollige embryo's, maar de overige embryo's. Het uitgangspunt
van het HagaZiekenhuis in samen werking met het IVF laboratorium in Voorburg is dat alle
embryo's die worden verkregen, bestemd zijn voor terugplaatsing en bedoeld zijn om een
zwangerschap tot stand te brengen. Wanneer er dus meer embryo's ontstaan dan medisch
gezien verantwoord kunnen worden teruggeplaatst, worden deze bewaard om te worden
teruggeplaatst in een spontane cyclus. Dit kan alleen met het in de "diepvries" bewaren van
de embryo's. Wij huldigen echter niet het standpunt van sommigen dat er niet meer eicellen
mogen worden aangeprikt en bevrucht dan er embryo's kunnen worden teruggeplaatst. Dit
omdat meestal slechts een deel van de eicellen wordt bevrucht en men nooit kan
voorspellen welke er zullen worden bevrucht. Als men dus 8 rijpe eicellen heeft, kan het zijn
dat men de 4 die niet bevrucht zullen raken aanprikt, en de goede 4 blijven zitten. Bovendien
geeft het laten zitten van de follikels in de eierstok een grotere kans op complicaties (het
opzetten van de eierstok naderhand: de zgn hyperstimulatie). Het IVF-paar dat de eicellen en
zaadcellen leverde waaruit de embryo's ontstonden heeft gezamenlijk het beschikkingsrecht
van deze embryo's. Er is echter geen sprake van 'eigendom' omdat eigendom verhandeld
kan worden. Koop en verkoop bij embryo's is echter bij de wet verboden Voor het "beheren"
40
van de ingevroren embryo's en ook voor de medische behandeling zelf zijn de leden van het
IVF-team verantwoordelijk.
23.Bereikbaarheid en locatie
De stimulatiefase en punctiefase van de IVF/ICSI behandeling vinden plaats op de polikliniek
Gynaecologie van het HagaZiekenhuis, locatie Leyweg.
De laboratoriumfase en de terugplaatsing van embryo’s vinden plaats op IVF afdeling van
het Diaconessenhuis te Voorburg, waar ook het IVF-laboratorium zich bevindt. Het adres is:
IVF-Voorburg
(Stichting Medische Voortplanting Voorburg)
Reinier de Graaf Groep, locatie Diaconessenhuis Voorburg
Fonteynenburghlaan 5
2275 CX Voorburg
Telefoon: 070 3401169
Fax: 070 340 11 73
LET OP: in het weekend is het IVF-laboratorium in Voorburg bereikbaar achterom via de
weekendingang. Deze ingang zit bij de parkeerplaats voor het personeel.
Voor het maken van afspraken kunt u bellen of mailen met een van de IVFverpleegkundigen. Zij plannen de echo afspraken en punctiedatum. Ook kunnen zij een
afspraak plannen bij uw behandelend arts. Het telefoonnummer is 070-2102002 of u kunt
mailen naar [email protected]
Buiten de normale werkuren zijn vaak geen teamleden aanwezig in het ziekenhuis. Er is
echter altijd een dienstdoende arts aanwezig die in noodsituaties een van de
fertiliteitsartsen van het HagaZiekenhuis kan bereiken. U belt dan naar het algemeen
telefoonnummer van het HagaZiekenhuis 070-2100000. U vraagt dan naar de dienstdoende
gynaecoloog en meldt dat u met een IVF/ICSI behandeling bezig bent.
41
24.Opmerkingen en suggesties; klachten
24.1 Opmerkingen en suggesties
Wij streven ernaar om een hoge kwaliteit te bieden, zowel in medisch-technisch opzicht als
ook in de zorg en aandacht voor de patiënt. Mocht u naar aanleiding van uw behandeling
opmerkingen of suggesties hebben dan horen wij dat graag.
Uw opmerkingen en suggesties kunnen wellicht bijdragen aan een verbetering van de
kwaliteit. U kunt uw opmerkingen en suggesties (mondeling of schriftelijk) melden aan uw
behandelend arts of aan een van de IVF-verpleegkundigen. Ook kunt u mailen naar
[email protected]
24.2 Klachten
Heeft u klachten over uw behandeling dan horen wij dat graag zo snel mogelijk van u. Op die
manier kunnen we het snelst tot een oplossing komen. U kunt u klacht indienen bij de direct
betrokkene en/of diens leidinggevende. Dit is over het algemeen de beste manier om
gezamenlijk tot een oplossing te komen. Mocht dit niet uw voorkeur hebben dan kunt u zich
ook wenden tot klachtencommissie van het HagaZiekenhuis. Zie hiervoor de website van het
Hagaziekenhuis.
25. Informatiebronnen
Zwanger worden. Handboek voor kinderwensers en twijfelaars, Mariel Croon. Uitgeverij
Thoenis
Reageerbuisbevruchting, Carl Wood. Uitgeverij Servire, Katwijk. Een uitgebreide
beschrijving van technieken en procedures.
Over voortplanting gesproken......, div. auteurs. Uitgeverij Intermediair/Wolters Noordhoff.
Gebundelde uitgave van een serie artikelen in het weekblad Intermediair.
Rond onvruchtbaarheid, Helmerhorst e.a. Uitgeverij Versluys.
Zwanger via een omweg, Didi Braat en Gemma Kleijne. Uitgeverij Kosmos
Ongewenst kinderloos, R. van Walbeek. Uitgeverij Passage
Andere informatiebronnen:
42
Patiënten Vereniging voor vruchtbaarheidsproblematiek (FREYA)
Postbus 476
6600 AL Wijchen
www.freya.nl
CD Rom Als Zwanger worden niet lukt. (ISBN 90 373 04 990). In de boekhandel
verkrijgbaar
IVF resultaten van Nederlandse klinieken kunt u vinden op de website van de Nederlandse
Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie: http://www.nvog.nl/voorlichting/IVFresultaten/
default.aspx
43
Download