6. De groepsindeling in 2008/2009 Groep 1/2 a: Groep 1/2 b: Groep 1/2 c: Groep 3 a: Groep 3 b: Juffrouw Maya van Broekhoven - Bakx op maandag en dinsdag Juffrouw Karin de Smet – van Vooren op woensdag, donderdag en vrijdagmorgen Carla van Straaten Juffrouw Wilhelmien Zorgdrager- Bakker en mogelijk een Lio-student Meneer Ad van Peer Groep 5: Groep 6: Juf Gerda v Dijke–Vos op maandag/dinsdag/woensdag Juffrouw Ria van Seters – Mulder op woensdag/ donderdag en vrijdagmorgen Juffrouw Jolanda Verbiest op maandag/dinsdag/woensdag en Juffrouw Mirjam Bosters op woensdag/ donderdag / vrijdagmorgen Lieke Baartmans/Hagenaars op maandag/dinsdag/ woensdag en juf Emmy van Dommele - Musters op woensdag/donderdag en vrijdagmorgen Meneer Sander van Kaam Juffrouw Bianca Nuyten Groep 7: Meneer Henny Kramer Groep 8: Meneer René en Liostudent Susanne Donders op maandag en vanaf januari. ook op dinsdag. Men Wout Langenberg Directietaken en coaching groep 5 tot 1 januari 2009. en Gert-Jan Heeren Groep 4a: Groep 4b: Directeur Adjunct toekomstig directeur Adjunct directeur ITcoördinator Intern begeleider Vanaf 1 januari: Carla van Straaten Meneer Ad van Peer op vrijdagmiddag Juffrouw Liesbeth Koenraadt Zorgleerkracht op maandag, woensdag en donderdag Zorgleer Kracht Juffrouw Jacqueline van Vlimmeren van de Boom op maandag en dinsdag Vakleerkracht Dianne Proost Tange muziek op maandagmiddag en dinsdagmorgen Stagecoach Juf Wilhelmien Conciërge Meneer John Wittebol 6.1 Inzet van de formatie De Borghoek beschikt dit jaar over 13 ½ formatieplaatsen. Door middel van overleg met het team, de Medezeggenschapsraad en het bestuur hebben we de volgende uitgangspunten gekozen - 5 dagen voor de zorgleerkrachten: juffrouw Liesbeth en juffrouw Jacqueline, - een menskracht is voor de directie: meneer Wout is tot het einde van dit kalenderjaar werkzaam. Hij doet directiewerk, klassenconsultatie, compensatieverlof en Bapovervanging. Meneer Gert-Jan is adjunct directeur en vanaf 1 januari directeur en full time werkzaam aan directietaken - Een deel van de leerkrachten heeft compensatieverlof en neemt die op de vrijdagmiddagen of op de extra vrije dagen van de groepen 1/2 - Resten 11 formatieplaatsen voor de groepen. Nadrukkelijk is er voor gekozen de groepen in de onderbouw klein te houden: 3 groepen 1/2 van rond de 22 tot 28 leerlingen, twee groepen 3 van 17, twee groepen 4 van 17 kinderen. Groep 5 is een grote groep met 34 leerlingen. Deze groep zal de hulp krijgen van meneer Wout en een klassenassistent in opleiding. 7. Ons onderwijs Onze school moet een veilige omgeving bieden, een plaats waar je mag zijn wie je bent, een plek, die de warmte van thuis heeft. (Kortom: De warmte van thuis en je mag zijn wie je bent). Ons onderwijs heeft als doel de ontwikkeling van het kind zo goed mogelijk te begeleiden. Dit geldt voor zowel de sociaal emotionele ontwikkeling als de ontwikkeling van creativiteit, vaardigheden en kennis. Wij willen de kinderen een hoopvol perspectief op de samenleving bieden, middels het aandacht besteden aan levensbeschouwelijke thema’s en aan het ontwikkelen van eigen verantwoordelijkheid. Tegelijk hebben wij een opdracht als school de kinderen uit te rusten met de basisbagage die zij nodig hebben om als volwassenen te functioneren in de 21ste eeuw. Als de school een plek biedt waar kinderen graag zijn, zullen hun cognitieve en sociaal-emotionele mogelijkheden optimaal ontwikkeld kunnen worden. (Kortom: We gaan uit van wat je kunt.) Vanuit de waarden van adaptief onderwijs zijn de primaire behoeften van kinderen: Ik ben iemand waar anderen op gesteld zijn ( relatie). Het gevoel dat mensen je waarderen zoals je bent en met je willen omgaan. (Kortom: Je mag zijn wie je bent) Ik ben iemand die iets kan ( competentie). Geloof en plezier hebben in eigen kunnen. (Kortom: We gaan uit van wat je kunt) Ik ben zelfstandig ( autonomie). Je kunt iets ondernemen zonder dat je anderen om hulp of toestemming hoeft te vragen. (Kortom: We gaan uit van jouw zelfstandigheid) We willen dat doen in een omgeving waar alles aanwezig is om daar aan tegemoet te komen. Waar goede voorzieningen zijn; een goed ingericht gebouw; goede hulpmiddelen; waar zaken goed georganiseerd zijn; waar veel buitenschoolse activiteiten zijn; waar inspraak is. (Kortom: Een school om te spelen, te leren en te vieren) Kortom: De Borghoek: een school met de warmte van thuis waar je kunt spelen, kunt leren en kunt vieren; waar je mag zijn wie je bent (binnen waarden en normen) en waar we uitgaan van wat je kunt. Dat willen we bereiken door: 1. De pedagogisch uitgangspunten: - een kind moet zich veilig en geborgen weten. - aandacht voor pestgedrag. - in de kringgesprekken elke ochtend is er belangstelling voor elkaar, het maatschappelijk gebeuren en de actualiteit. - gedurende het schooljaar zijn er meer-dere projectperioden, waarin samenwer-king en werken aan een thema centraal staan. - een kind wat rekening houdt met de ander zal regelmatig worden beloond. Soms echter kan een kind worden terechtgewezen. Normen en waarden staan dan ook hoog in ons vaandel. - orde, fatsoen, netheid zijn doelen die de gehele schooltijd door worden nagestreefd, d.m.v. gesprekken door de leerkrachten. - duidelijke gedragsregels. - samenwerkend leren in alle groepen. - Sociaal emotioneel ontwikkeling, waarbij kinderen wordt geleerd hoe met elkaar om te gaan. We gebruiken daarbij de methode Leefstijl. - rekening houden met verschillen bij de diverse soorten aanpak. - een bezinning op ons pedagogisch klimaat in relatie tot de identiteit. 2. De didactische uitgangspunten - het stimuleren van de zelfstandigheid van de leerlingen door middel van Zelfstandig Werken. - het "basisstof, extra stof, hulp stof" model. Dat betekent dat kinderen allemaal samen een stap nemen in de leerstof. Die stap wordt gecontroleerd door een toets. Daarna volgt extra stof voor degene die dat goed hebben gedaan en hulpstof, voor degene die extra oefening nodig hebben. - een systematische indeling van de leerstof verdeeld over 8 leerjaren. einddoelstellingen van de leerstof die bepaald worden door de eisen die door het Ministerie van Onderwijs worden gesteld. - een uitgebreid pakket van toetsing vastgelegd in methodische toetsen en Cito-toetsen, met daaraan gekoppeld een orthotheek waarin de speciale leerhulp wordt omschreven en aanwezig is. - een verscheidenheid aan werkvormen. - een uitdagende leeromgeving . - medewerking ouders (lezen / handvaardigheid / spelletjes / evenementen enz). - een goede organisatie van het schoolgebeuren. 3. De materiele uitgangspunten - Goed en effectief meubilair - Een goed ICT netwerk - methoden die niet ouder zijn dan maximaal 8 jaar - allerlei gebouwelijke aanpassingen - een goede (meerjaren) financiële begroting 4. De organisatorische uitgangspunten. - een goed systeem van zorgbreedte via een zorgbreedteteam, leerlingbesprekingen, remedial teachers / Intern Begeleider, goed opgeleide professionals en een intense samenwerking met hulpverlenende instanties (o.a. het rugzakje). - een beschrijving, via protocollen, van alle organisatiemodellen, regels en afspraken. - een strak klassenmanagement. - marketing en PR om de school op minimaal 200 leerlingen te houden. - omschrijving van de mogelijkheid om rugzakkinderen te ontvangen. 5. De personele uitgangspunten: - minimaal behouden van 8 groepen liefst zonder combinatieklassen. - aandacht voor seniorenbeleid. - evenwichtige teamsamenstelling waarbij een mengeling van jong en oud voor ogen staat. - besteding Onderwijs en Ontwikkelings gelden aan sfeerbevorderende activiteiten. - persoonlijke ontwikkelingsplannen, middels gesprekkencyclus. 6. Controle op de Kwaliteit: - elk jaar doen alle scholen van de Lowys Porquinstichting aan een onderzoek, de Kwaliteitsmeter, waarbij ook de mening - van de ouders belangrijk is. Iedere twee jaar vragen we een vierde deel van de ouders een vragenlijst in te vullen. Vorige keer geleden scoorden de ouders een tevredenheidspercentage van meer dan 90%, de leerlingen en het team eveneens. - De inspectie onderwerpt de scholen regelmatig aan controles: het Reguliere Schooltoezicht. In juni 2005 is er weer een meting geweest. Van de 80 onderdelen scoorden we geen enkele onvoldoende. De beide kwaliteitsmetingen zijn de voornaamste uitgangspunten om een veranderingsplan op te stellen en het beleid uit te zetten voor de komende jaren. 7.1 De plannen voor het komende jaar We gaan vanaf dit schooljaar werken met enkele nieuwe methodes: “Natuurlijk” als nieuwe methode voor biologie/natuurkunde en techniek, Veilig Leren Lezen als nieuwe methode voor aanvankelijk lezen, en Leefstijl als nieuwe methode voor sociaal emotionele ontwikkeling We breiden dit jaar het digitale schoolborden aantal weer uit met drie borden ( totaal 6 nu). Deze borden zijn interactief en geven de leerkracht veel extra mogelijkheden. We hebben dan borden in de groepen 3a, 3b, 4a, 4b, 7 en 8. Dit jaar gaat het team verder met de scholing rondom Leefstijl. Er is een terugkomdag gepland en een ouderavond in het begin van dit schooljaar. De school zal blijvend veel aandacht besteden aan het Integraal Personeels Beleid: een combinatie van gespreksvormen, persoonlijke ontwikkelplannen, competentie omschrijvingen, scholing, Normjaartaak en andere personeelszaken. De school krijgt dit schooljaar te maken met een directiewisseling en de introductie van drie nieuwe medewerkers. Er zal coaching plaatsvinden. 7.2 De gebruikte methoden Rekenen: Pluspunt Taal: De nieuwste Taalactief Schrijven: Handschrift Catechese: De methode Trefwoord met elke dag aandacht voor de kalender Voorbereidend lezen: methode Schatkist en werkbladen en ontwikkelingsmateriaal Aanvankelijk lezen: Veilig Leren Lezen en het (B)AVI systeem Voortgezet lezen: het Bavi-lezen en Estafette Begrijpend en studerend lezen: Tekstverwerken Lichamelijke opvoeding: grofmotorische materialen en methode Basislessen Bewegingsonderwijs Schoolzwemmen in groep 3-4 (later 2/3) Aardrijkskunde: Geobas Geschiedenis: Bij de Tijd Biologie/natuurkunde en techniek: Natuurlijk. Verkeer: Wijzer door het verkeer ( groep 1/2) Klaar over ( groep 3 t/m 8) Engels: Hello World Tekenen en Handenarbeid: Uit de Kunst Muziek: Methode CKB Dansante vorming: diverse methoden Sociaal Emotionale Ontwikkeling: Leefstijl Daarnaast gebruiken de kinderen diverse softwareprogramma's, waarvan een aantal gerelateerd aan de methode. 7.3 Doorstroming De school kent het leerstofjaarklassen systeem. Dit houdt in dat alle leerlingen van een bepaalde leeftijd samen in een lokaal tegelijkertijd les ontvangen. De 4-jarigen kunnen hele dagen naar school. De indeling van de kinderen over de drie groepen 1/2 gebeurt door de directie, waarbij ouders een voorkeur kunnen aangeven. De kinderen zitten daar in heterogene groepen van 4-5-6 jarigen. Alle kinderen die voor 1 augustus 6 jaar worden kunnen naar groep 3. Voor alle kinderen die tussen 1 augustus en 1 december 6 jaar worden, vindt overleg plaats tussen de leerkrachten en de schoolbegelei- ders. De ouders spreken hun wensen uit en de leerkracht geeft zijn advies. Het zorgbreedteteam vergadert regelmatig en zal een uitspraak doen. Hun uitspraak is bindend. Blijven zitten is dus mogelijk. Er wordt door de school een advies gegeven ten aanzien van het vervolgonderwijs na groep 8. Dit advies bestaat uit een capaciteitenonderzoek afgenomen door Edux, de Schoolbegeleidingsdienst (wat zit er in de leerling) en een schooladvies (wat komt er uit). In oktober is over schoolverlating een voorlichtingsavond. 7.4 Zorgbreedte Wanneer een kind een onvoldoende toets heeft gemaakt, een score heeft gehaald van D of E op de Cito toets ,als er andersoortige problemen worden geconstateerd op leergebied of problemen rondom sociaal emotionele aspecten neemt de leerkracht contact op met het zorgbreedteteam. Deze bestaat uit de intern begeleider (Juffrouw Liesbeth) en de zorgleerkracht (Juffrouw Jacqueline) en de beide directieleden (meneer Wout en meneer Gert-Jan). Naast kortlopende adviezen, kan het zijn dat er beter naar het probleem gekeken moet worden. Er zijn dan een aantal mogelijkheden: Leerlingen, die extra aandacht vragen, worden besproken in de leerlingbespreking een paar maal per jaar. Leerkrachten geven elkaar tips om leerlingen te begeleiden. De school beschikt over een orthotheek. Dit is een plaats, waar allerlei hulpmiddelen zijn geordend. De leerkracht is dan zelf in staat om kinderen met problemen in de klas te helpen De zorgbreedtegroep kan door middel van aanvullende onderzoeken proberen het probleem beter in beeld te krijgen. De zorgbreedtegroep heeft een aantal keren per jaar overleg met de schoolbegeleidster van Edux. Zij geeft adviezen over aanpak en verdere onderzoeken. In overleg met de ouders wordt door de zorgbreedtegroep of de schoolbegeleider individuele onderzoeken afgenomen, om te komen tot een goede omschrijving van het probleem en het opstellen van een handelingsplan. Dit handelingsplan wordt uitgevoerd door de groepsleerkracht. Hij / zij zal dat steeds in overleg met U doen. Soms zal die individuele hulp samen met U plaats- vinden en kunt U daar thuis op aansluiten. In beperkte gevallen is het mogelijk dat de zorgbreedtegroep individueel ondersteuning geeft aan kinderen. De tijd daarvoor is beperkt, vandaar dat we daarin keuzes moeten maken. Soms zullen we als school moeten zeggen, dat we alles geprobeerd hebben en dat we niet meer weten hoe we verder moeten. De schoolbegeleider onderwerpt dan een kind aan een individueel onderzoek. Conclusie van zo'n onderzoek kan zijn, dat het kind met een aangepast programma bij ons op school verder geholpen kan worden; soms zullen we ook moeten inzien dat we hiertoe niet langer in staat zijn en dat een kind beter op zijn plaats is in het speciale onderwijs. Dit wordt uiteindelijk besloten door de PCL ( de Permanente Commissie Leerlingen-zorg). Soms wordt er besloten om een kind voor een bepaald vak een eigen programma te geven. De basisleerstof van de groep wordt dus losgelaten. Soms wordt het ook nodig geacht om een kind een jaar te laten overdoen. Om te signaleren hoe de ontwikkeling bij elk kind verloopt gebruiken we een L.V.S.: een Leerlingvolgsysteem. Aan de hand van een aantal CITO toetsen, die een landelijke normering hebben, wordt bijgehouden hoe ontwikkelingsverloop bij elk kind is t.a.v. bepaalde vakgebieden. Zo gebruiken we Cito-toetsen voor spelling, rekenen, begrijpend lezen en taal en voor groep 1-2 voor de onderdelen ordenen en Taal voor Kleuters. Daarnaast is er een scoreformulier voor Sociaal Emotionele Ontwikkeling, dat dit schooljaar vernieuwd gaat worden. In groep 1/2 wordt een deel van de leerlingen gescoord volgens de Kijk methode, waarbij de ontwikkelingslijnen gelegd worden langs de leeftijd. Zo krijgen we een aardig zicht in welke mate een kind profiteert van het gegeven onderwijs. De intern begeleider, juffrouw Liesbeth, houdt zich bezig met de introductie en het beheren van het systeem. We streven ernaar om op deze manier een "totaalplaatje" van elk kind te krijgen. Om de scheiding tussen het basisonderwijs en het speciaal onderwijs kleiner te maken zijn we in het kader van W.S.N.S. (Weer Samen Naar School) intensiever gaan samenwerken met de scholen voor speciaal onderwijs. Altijd zullen er kinderen zijn die in het speciaal onderwijs beter geholpen kunnen worden, maar de bedoeling is toch om als basisschool steeds meer in staat te zijn om de kinderen " zorg op maat" te geven Alle zorgbreedte (handelwijze, verslaggeving, middelen, ontwikkelingen) worden gecoördineerd door het zorgbreedteteam.