1 Samenvatting - Gemeente Oud

advertisement
Integrale afweging
Bestemd voor:
Van:
het M.T. (in eerste instantie) en B&W (in tweede instantie)
J. Jansen
Datum:
12 juli 2007
1
Samenvatting
2
Aanleiding
Ter uitvoering van het in het politiek 4-jarenprogramma opgenomen voorstel om een methode voor
integrale afweging te ontwikkelen, is bij de behandeling van de perspectiefnota hiervoor een procedure
opgezet. Samenvattend wordt het volgende voorgesteld:
1. als het bestaand beleid betreft en er kan binnen het programma financiële ruimte voor worden
gevonden, kan besluitvorming hieromtrent gedurende het hele jaar plaatsvinden;
2. als het een medebewindstaak betreft en er bestaat geen beleidsvrijheid, volgt het automatisch de
ontwikkeling van de specifieke uitkering;
3. alle overige voorstellen worden integraal bij de perspectiefnota afgewogen. De voorstellen worden
daarbij gerubriceerd naar politieke relevantie en urgentie
In het in 2006 afgesloten coalitieakkoord is afgesproken, zoals uitgewerkt in het politiek 4jarenprogramma, dat er een methode voor integrale afweging wordt ontwikkeld. Om een zo groot
mogelijk maximaal maatschappelijk rendement te behalen, hoort er een integrale afweging gemaakt te
worden tussen de verschillende beleidsvelden en de gewenste doeleinden.
In overleg met de portefeuillehouder financiën is er uitvoering gegeven aan het opzetten van een
praktische methode.
3
Probleemstelling
Gedurende het jaar zijn er allerlei ontwikkelingen, waarop de organisatie adequaat reageert. Deze
ontwikkelingen monden vaak uit in een voorstel tot besluit met financiële consequenties, die aan het
college wordt voorgelegd. Besluitvorming over de ingebrachte voorstellen leggen daarmee beslag op de
beschikbare middelen, zonder integraal zicht te hebben op de consequenties voor de overige
maatschappelijke doeleinden zoals opgenomen in voorkomende programma’s.
Dit kan het effect hebben, dat er voor sommige beleidsterreinen onvoldoende middelen beschikbaar zijn
om uitvoering aan te geven. Tussentijdse besluitvorming wringt zodoende met het principe om een
integrale afweging te maken bij de allocatie van gelden.
4
Doelstellingen
Dit heeft tot de bestuurlijke wens geleid, dat er een methode voor integrale belangenafweging wordt
ontwikkelt dat:
- handvatten geeft om ingebrachte voorstellen naast elkaar te kunnen afwegen;
- inzicht geeft in de verschillende politieke en maatschappelijke belangen;
- handvatten geeft om de financiële effecten van de voorstellen te kunnen dekken;
- inzicht geeft in het financiële kader.
1
5
Kader
Bij de allocatie van middelen wordt het bestuur geconfronteerd met wettelijke bepalingen, politieke
voorkeur, financiële mogelijkheden, maatschappelijke wensen en krachten.
Wettelijk bepalingen: als ontwikkelingen voortkomen uit medebewindstaken, kan er in het algemeen
weinig invloed op worden uitgeoefend. Deze ontwikkelingen kunnen dan gezien worden als
onvermijdelijk. Taken uit medebewind kunnen worden ondersteund door gelden vanuit het rijk.
Politieke voorkeur: In het politiek 4-jaren programma of in de programmabegroting zijn allerlei politieke
wensen en of doelen opgenomen. Voor een belangrijk deel zullen er dan reeds budgetten beschikbaar zijn
gesteld. Voorstellen die een relatie hebben met het politiek programma leiden mogelijk tot bijstelling of
aanpassing van het beleid.
Financiële mogelijkheden: Afhankelijk van de groei van het gemeentefonds, inkomstenbronnen,
heroverwegingen of bezuinigingen is er ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Deze kunnen incidenteel of
structureel van aard zijn. Inzicht in de actuele financiële positie bepaalt hoe er op nieuwe voorstellen en
ontwikkelingen wordt omgegaan.
Maatschappelijke wensen en krachten: Overheid staat ten dienste van de maatschappij. Bij haar
besluitvorming zal de gemeente zodoende sterk gericht zijn op de wensen vanuit de maatschappij.
Alhoewel het lastig is om het maatschappelijk rendement te meten, dient dit aspect wel bij de
besluitvorming betrokken te worden. Enkele voorstellen zullen leiden tot een voorzieningen verhogend
effect en andere niet.
6
Oplossingsmogelijkheden
Voor een groot deel vloeien ontwikkelingen voort uit het bestaande beleid. De vastgestelde prioriteiten en
activiteiten zijn politiek bepaald en worden kritisch gemonitoord. Vanzelfsprekend is het van belang om
gedurende de beleidsuitvoering te bepalen of de juiste dingen worden gedaan. Tussentijdse afweging en
mogelijke heroverweging vragen blijvend en voortdurend aandacht.
Met nieuwe ontwikkelingen zou op de volgende manieren kunnen worden omgegaan:
1.
Er worden geen vaste regels bepaald. Afhankelijk van de ontwikkelingen gedurende het jaar,
wordt een voorstel ingebracht en beoordeeld. Voorstellen worden beoordeeld, zonder dat er een
integrale afweging plaatsvindt;
2.
Er wordt een soort van ‘Zalmnorm’ afgesproken. Bij de begroting wordt een bandbreedte van de
toegestane afwijking in programmasaldi bepaald. Als er incidentele/structurele meevallers zijn,
wordt de ontstane begrotingsruimte gereserveerd voor strategische uitgaven ( bijv. vervanging van
onderwijshuisvesting). Bij de perspectiefnota wordt een voorstel gedaan voor de invulling van de
strategische uitgaven;
3.
Slecht eens per jaar vindt er een integrale afweging plaats. Alle ingebrachte voorstellen op hun
maatschappelijke en politiek belangen beoordeeld en geprioriteerd. Tussentijdse voorstellen
worden uitgesteld tot de integrale afweging bij de perspectiefnota kan plaatsvinden;
4.
Een portefeuillehouder is primair verantwoordelijk voor de beleidsuitvoering en de bestuurlijke
afspraken. De portefeuillehouder is zodoende vrij om binnen zijn eigen portefeuille de afweging
te maken of er ruimte kan worden gecreëerd voor nieuw beleid.;
5.
Voor een belangrijk deel bestaan de gemeentelijke inkomsten uit de uitkering vanuit het
gemeentefonds. De hoogte van de algemene uitkering is gebaseerd op ontwikkelingen in de
gehanteerde clusters. Afgesproken zou kunnen worden om de financiële ruimte te laten bepalen
door de ontwikkelingen in de gehanteerde clusters.
2
6. In het verleden bestond er een methode waarbij het afspraak was, om jaarlijks een vast bedrag te
bezuinigen, zodat er structureel ruimte in de begroting ontstond voor nieuw beleid. Hiermee werd
afgedwongen, dat er jaarlijks kritisch werd gekeken of de middelen efficiënt en effectief werden
ingezet.
7
Afwegingen
Aan alle bovenstaande oplossingsmogelijkheden kleven zowel bezwaren als voordelen. Het ‘alles vrij
laten’ leidt tot onduidelijkheid en onevenwichtigheid en ‘het uitstellen van alle voorstellen tot dat ene
moment van integrale afweging’ leidt tot een onwenselijke starheid.
De verantwoordelijkheid, dat het publieke gelden betreft, stelt de eis dat er transparant een
zorgvuldige afweging wordt gemaakt over de inzet van de middelen.
Deze afweging wordt door de rijksoverheid gemaakt bij het bepalen van de hoogte van de algemene
uitkering vanuit het gemeentefonds. Een eenvoudige methodiek zou dan ook kunnen zijn, dat de
ontwikkelingen in de clusters van het gemeentefonds worden gevolgd. Dit zou te gemakkelijk zijn en
voorbij gaan aan het feit, dat de lokale overheid zelf het best in staat is om te beoordelen, waar zij haar
gelden het best kan inzetten.
De verantwoordelijke portefeuillehouder moet binnen de door de raad gestelde kaders, voor een
belangrijk deel zelf de vrijheid hebben om invulling te geven aan de wijze waarop de afgesproken
maatschappelijke doelen worden gerealiseerd.
Voor taken die worden uitgeoefend in het kader van medebewind, is de beleidsvrijheid beperkt. De
wetgever bepaalt immers, dat dergelijke taken door de gemeenten worden opgepakt en stelt daar geld
voor beschikbaar. Wanneer het geld voor de medebewindstaak beschikbaar is gesteld via de algemene
uitkering, hebben gemeenten de vrijheid om de kwaliteit van de uitvoering en daarmee de hoogte van
de beschikbare middelen te bepalen. Het aspect van integrale afweging speelt dan wel een rol. Een
ander aspect hierbij is, dat door de ontwikkelingen in het accres de ontwikkelingen in de clusters lastig
te volgen is.
Als laatste is het de vraag of het jaarlijks stellen van een bezuinigingsopdracht leidt tot een zorgvuldige
afweging van de inzet van je middelen en tot een integrale afweging? Het verplicht jaarlijks bezuinigen
zou mogelijk kunnen leiden dat er ten onrechte activiteiten worden gestaakt. Het mag als
vanzelfsprekend worden geacht, dat ook gedurende jaar er kritisch wordt gekeken of middelen
effectief en efficiënt worden ingezet.
8
Advies
Gelet op bovenstaande afwegingen stellen we het volgende voor:
8.1. Als ontwikkelingen betrekking hebben op bestaand beleid, heeft de integrale afweging in eerste aanleg
al plaatsgevonden. Als de realisatie van de gesteld maatschappelijke doelen niet in het geding komen,
wordt gemeend dat de verantwoordelijke portefeuillehouder de vrijheid moet hebben zijn
beleidsuitvoering te heroverwegen en financiële ruimte in te zetten voor het ontwikkelingen vanuit het
bestaande beleid. Besluitvorming hierover kan dan binnen het college plaatsvinden.
Voorstel 1
Als beleid stellen we dan ook voor om bij het maken van een voorstel in eerste instantie te zoeken naar de
financiële ruimte binnen het programma ( het hele jaar door mogelijk). Als er binnen het programma
financiële ruimte gevonden kan worden en de realisatie van de maatschappelijke gestelde doelen komen
niet in het geding, kan besloten worden om beschikbaar gestelde middelen ten behoeve van de
ontwikkelingen vanuit het bestaande beleid, in te zetten. Achteraf wordt de raad in kennis gesteld van de
aanpassingen.
3
8.2 Voor taken die worden uitgeoefend op basis van medebewind, is er geen ruimte om af te wijken van
de wettelijke voorschriften. De vrijheid van beleid bestaat uit het bepalen van de kwaliteit van de uit te
voeren taken voor medebewind en het daaruit voortvloeiende kostenplaatje. Als de ontwikkelingen
rechtstreeks gekoppeld zijn aan de ontwikkelingen opgenomen in een specifieke uitkering, wordt
voorgesteld de betreffende ontwikkeling te relateren aan de ontwikkeling binnen de specifieke uitkering.
In de situatie dat de medebewindstaak was opgenomen in de algemene uitkering, bestaat er beleidsvrijheid
over de kwaliteit en de hoogte van de inzet en wordt het voorstel integraal afgewogen bij de behandeling
van de perspectiefnota.
Voorstel 2
Voorgesteld wordt om de taken die worden uitgeoefend in het kader van medebewind te laten bepalen
door de ontwikkelingen in de specifieke uitkering.
Als er beleidsvrijheid is met betrekking tot de kwaliteit van de medebewindstaak wordt het voorstel
integraal bij de perspectiefnota afgewogen.
8.3 Voor de overige voorstellen ligt het gecompliceerder. Ontwikkelingen kunnen een relatie hebben met
het collegeprogramma of zijn om een bepaalde reden urgent. Bij de perspectiefnota 2007 is getracht om
oog te hebben voor de verschillen aspecten van besluitvorming en is daarmee invulling gegeven aan de
gewenste methodiek. Hieruit is de volgende beleidslijn ontstaan:
Beleidsvoornemens die niet binnen de bovenstaande afspraken vallen, worden integraal bij de
perspectiefnota afgewogen. Voorstellen kunnen weliswaar tussentijds door het college worden
voorgesteld. Maar bij de perspectiefnota worden de voorstellen in samenhang met de andere voorstellen
gepresenteerd, zodat alle van belangzijnde aspecten van overweging kunnen worden beoordeeld.
Politieke relevantie
Hierbij zijn de nieuw ingebrachte voorstellen gerubriceerd naar:
- Politieke afspraak en voorzieningenverhogend;
- Politieke afspraak maar niet voorzieningenverhogend;
- Geen politieke afspraak maar wel voorzieningverhogend;
- Geen politieke afspraak en niet voorzieningverhogend.
Met voorzieningenverhogend wordt bedoeld, dat de nieuwe uitgave leidt tot een verhoging van het
voorzieningenniveau of de dienstverlening van de gemeente Oud-Beijerland. Overwogen kan worden of
dit voldoende bijdraagt aan het gewenste maatschappelijk effect en of hiervoor een bijdrage van de burger
kan worden gevraagd.
Urgentie
Deze rubricering is voor de financiering van de voorstellen en zegt niets over de belangrijkheid of
prioriteit van de voorstellen. De prioriteit wordt zodoende aangegeven met een letter.
De letter o staat dan voor onvermijdelijk en hierbij is er geen keuze meer mogelijk. Voorbeelden hiervan
zijn wettelijke verplichtingen ( niet zijnde uit medebewind) of dreigende calamiteiten waaruit als gevolg
van niet ingrijpen ernstige gevolgen kunnen voortvloeien.
De letter f1 van facultatief, voor voorstellen die reeds in de begroting waren opgenomen of waarbij er een
bestuurlijk precedent is geschapen. Dit precedent moet dan wel door een bevoegd orgaan zijn geschapen.
De letter f2 van facultatief voor alle overige voorstellen.
Voorstel 3
Beleidsvoornemens die niet onder de bovenstaande afspraken vallen, worden integraal bij de
perspectiefnota afgewogen. Hierbij worden de voorstellen gerubriceerd naar politieke relevantie en
urgentie.
4
Beleidsvoorbereiding met (mogelijke) financiële consequenties
Start
Voorstel
Ontvangen
Voorstel
autonome
gemeentelijke taak
Akkoord?
Nee
Controleren
Medebewindstaak
Beleidsvrijheid
m.b.t. kwaliteit
Checken bestaand
beleid
akkoord
Nee
Volgen van
specifieke
ontwikkeling
uitkering
ja
Akkoord?
Nee
Ontvangen
voorstel nieuw
beleid
Perspectief Nota
Integrale afweging
Ja
Heroverweging
bestaand beleid
(PFO)
Besluiten/
doorvoeren
voorstel
Versie 1.0
Juli 2007
Einde
5
Download