|HE/ |HA! Het nieuwe doen, het oude niet laten eindrapportage van Helemaal Havo! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo-top 2005-2007 P.W. van der Zwaal (red.) november 2007 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Ik hoor vijf leerlingen van havo-4 discussiëren over de kansen om een vervallen winkelcentrum nieuw leven in te blazen. Kennelijk is er kort ervoor iemand van de gemeente geweest die een toelichting gegeven heeft op gemeentelijke plannen. Hij heeft de leerlingen een aantal vragen voorgelegd en hen gevraagd binnen 6 weken een advies te formuleren. Ik zie dat een van de leerlingen probeert als voorzitter op te treden. Zij vat samen wat er nu al besproken is. Zij doet het wat verlegen, maar in feite niet onverdienstelijk. Je ziet dat alle leerlingen nog zoeken naar hun rol en de manier waarop je zo´n complexe vraag zou moeten aanpakken. Het laat zich gemakkelijk raden dat deze leerlingen gewend zijn om concrete opdrachten bij een schoolboek te maken, ze zijn onwennig op zoek naar een andere werkwijze. Vier havo-scholen hebben in de jaren 2005/2006/2007 gezocht naar manieren om de passieve havo-leerling uit te dagen. Zij lieten de leerlingen werken in competentiegerichte leeromgeving die zich richt op de kracht van de havoleerling: actief, praktisch en sociaal. Het zou een goede voorbereiding moeten zijn op de methodiek van het hbo. De havo zou veel meer een voorbereiding op het hbo moeten worden; zoals de mavo het vmbo geworden is, zo zou de havo het vhbo moeten worden. Mede dankzij een bijdrage uit de stimuleringsregeling Vooruit! konden de scholen hun idee vormgeven. Aan het eind van het project maken de vier scholen de balans op en bepalen zij de waarde van de ervaringen. In deze eindrapportage wordt allereerst een algemene beschrijving gegeven van de opdrachten en de opbrengsten voor de scholen. Vervolgens worden in vier deelbeschrijvingen de ervaringen van de vier scholen toegelicht aan de hand van 11 vragen die door de subsidiegever aan de scholen zijn voorgelegd. Op www.digidac.nl > helemaal havo worden opdrachten voor leerlingen en diverse begeleidingsformulieren beschikbaar gesteld. november 2007 Peter van der Zwaal projectcoördinator eindrapportage helemaal havo! 1 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Kenmerken van opdrachten voor he/ha! De opdrachten waaraan de leerlingen werkten waren complexe en omvangrijke opdrachten uit de maatschappelijke of beroepspraktijk. Telkens werd gezocht naar een opdrachtgever, liefst een echt bedrijf of een echte instelling dat een echt probleem aan de leerlingen voorlegt. De opdrachten werden door de leerlingen in een min of meer vaste projectsystematiek aangepakt. Bij de start van het project werden 7 specificaties van de opdrachten geformuleerd op basis van literatuur en ervaringen uit vmbo1, mbo en hbo met dit soort competentiegericht onderwijs. Bij de evaluatie van het project na afloop van het schooljaar 2006-2007 reageerden de scholen op bij de aanvang geformuleerde uitgangspunten. 1. De opdrachten gaan uit van competentiegericht leren De opdrachten gaan uit van samenhangende contexten: de wereld van het beroep óf de maatschappelijke vraag is leidend; we gaan uit van vragen waar mensen in hun (beroepsmatig) leven echt mee te maken hebben. Dat kunnen vragen zijn uit bedrijven (productiebedrijven, winkels, dienstverleners) uit instelling (ziekenzorg, welzijnswerk, scholen) of uit het openbaar bestuur. De scholen hebben hier hard aan gewerkt. Zij hebben gezocht naar echte opdrachtgevers die échte problemen aan de leerlingen voorlegden. Het Picasso Lyceum merkt op: ‘de opdrachten waren dusdanig samengesteld alsof de leerlingen werken bij een adviesbureau. Dat betekende dat ze informatie moesten vergaren en verwerken tot een advies aan een externe opdrachtgever.’ Ook Het College Vos werkt met opdrachtgevers van buiten de school, ‘dit geeft een enorme meerwaarde aan een project. De leerlingen voelen zich dan meer verantwoordelijk voor een project; bovendien valt er meestal in de sfeer van een beloning wel iets te regelen met externe opdrachtgevers.’ De scholen ervaren twee belangrijke problemen: zij beschikken niet over een krachtig netwerk van bedrijven en instellingen en de als rigide ervaren exameneisen belemmeren de scholen. Scala College: ‘de havo is een algemeen vormende opleiding. De leerlingen noch de leraren associëren vakinhouden nog niet echt met beroepen.’ 2. De opdachten zijn zo complex als de werkelijkheid Door de specificaties van het eindproduct en de ondersteuning wordt een vereenvoudiging aangebracht. De opdrachten die door de docententeams gemaakt worden, zijn realistisch en worden zo mogelijk door de opdrachtgevers gepresenteerd. Het Picasso Lyceum: ‘De opdrachten waren complex, d.w.z. er moesten verschillende onderdelen van het onderwerp worden onderzocht, maar die moesten ook met elkaar in verband worden gebracht.’ Het College Vos: ‘Nadat de groepjes zich gevormd hadden, kreeg men de projectopdracht uitgereikt waarin de eisen die aan het voortgangsproces en aan het eindproduct gesteld werden, stapsgewijs werden toegelicht. In de opdracht werd regelmatig een ‘no go’ ingebouwd; indien een aantal stappen niet zorgvuldig waren uitgevoerd kon de groep niet verder.’ 1 bij deze 7 uitgangspunten werd o.a. gebruikgemaakt van materiaal dat door BDF-advies voor de vmbo-ict-route is ontwikkeld. eindrapportage helemaal havo! 2 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Het Veurs Lyceum heeft de vereenvoudiging aangebracht door het proces sterk te structureren: ‘De eisen werden steeds duidelijk verwoord in de projectomschrijvingen.’ Het Scala College onderstreept dit: ‘Er moet inderdaad een vereenvoudiging worden aangebracht. Anders bestaat het gevaar dat leerlingen gaan zwemmen en grote moeite hebben met het voltooien van de opdracht. Tussentijdse sturing is noodzakelijk.’ 3. De opdrachten verbinden leren buiten de school met het leren binnen de school De opdrachten gaan over vragen die buiten de school leven en die wordt verbonden met ‘schoolse’ (theoretische) kennis en inzichten. De opdrachten die de leerlingen moeten maken, komen zoveel mogelijk van externe opdrachtgevers en vereisen dat de leerlingen ook bronnen buiten de school raadplegen. In het algemeen ligt de nadruk van de contacten op instellingen uit de publieke sector. De scholen hebben geen adequaat netwerk van bedrijven en instellingen. Het Picasso Lyceum: ‘Het verkrijgen van informatie was zowel ‘desk’ als ‘field’, de leerlingen hebben bijv. ook interviews afgenomen op straat.’ Het College Vos: ‘De leerlingen moesten zoveel en zovaak mogelijk hun informatie buiten de school zien te vinden. Dat diende te gebeuren door straatinterviews te houden, door enquêtes uit te zetten, door archiefwerk te verrichten, door deskundigen te interviewen en door deel te nemen aan excursies (naar b.v. een modelwoonwijk in Rotterdam, naar een college over Imagoverbetering op de HRO).’ Ook het Veurs Lyceum benadrukt de waarde van de contacten met Bureau Halt, met het AMC en met Musea. 4. De opdrachten gaan uit van projectteams waarin de leerlingen werken De teams zijn voldoende groot om taken binnen de complexe opdracht te verdelen en om te leren samen te werken binnen een team. Alle opdrachten zijn groepsopdrachten geweest. De omvang van de groepen en de wijze waarop de groepen tot stand kwamen verschilde van school tot school en van project tot project. Het Scala College: ‘Wij zijn uitgegaan van groepen van vijf leerlingen. Dit is een werkzame eenheid, niet te groot en te log en toch met voldoende ruimte om te oefenen in het samenwerken.’ Het College Vos heeft gewerkt met diverse manieren van groepssamenstelling: ‘soms lieten we het lot beslissen; door middel van een spel werden de groepsleden aan elkaar gekoppeld. Ook hebben we de leerlingen zelf laten kiezen met wie ze wilden samenwerken in een viertal. Daarnaast hebben we nog duo’s laten vormen, waarbij de docenten vervolgens twee duo’s aan elkaar gekoppeld hebben. Het resultaat was verschillend. Willekeurig samengestelde groepjes kregen vaak te maken met meelifters, zelfgekozen groepjes leidden enerzijds vaak tot intensieve samenwerking en een prima eindproduct, anderzijds leidde dit soms ook tot veel gekakel en weinig effect.’ De scholen werkten met een duidelijke en gestructureerde taakverdeling. Het Veurs Lyceum: ‘elk team bestond uit 5 personen: een voorzitter, een secretaris, een PR-medewerker en twee leden met vervangende taken. Het College Vos: ‘In elke groep diende een voorzitter en een secretaris aangewezen/gekozen te worden. Hun taken lagen op het terrein van procesbewaking, planning, evenwichtige taakverdeling en verslaglegging.’ eindrapportage helemaal havo! 3 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top 5. | |HE/ | |HA! De opdrachten doen een beroep op de kenmerkende kwaliteiten van de (havo) leerlingen (creatief, initiatiefrijk, sociaal, praktisch, …) Niet alles ligt vast in de opdracht, leerlingen moeten nadenken over de aanpak en ze moeten je kunnen verrassen. De leerlingen maken concreet product zoals dat in de wereld buiten de school gemaakt wordt: een adviesrapport, een brochure, een website, een model, een maquette, een prototype etc. De begeleiders van de projecten hebben ervaren dat een te grote ruimte leerlingen onzeker maakt. De scholen geven de leerlingen wel ruimte in de aanpak en laten de leerling vaak kiezen voor een presentatievorm. In de stappen die in het proces gezet moeten worden hanteren ze doorgaans een strakke opzet. Het Scala College: ‘leerlingen hadden soms hele leuke ideeën. Bij het uitvoeren van de projecten waren ze ook actiever dan in de gemiddelde les. In de concrete producten hebben wij zelf nog te weinig variatie aangebracht.’ Het Veurs College: ‘er waren algemene richtlijnen voor de eisen waaraan het eindproduct moest voldoen, dit om ervoor te zorgen, dat beoordeeld kon worden op kwaliteit en originaliteit.’ Een aantal scholen meldt dat ‘het laten beoordelen door externen duidelijk een extra dimensie aan de presentaties gaf’, het citaat is uit het verslag van het Picasso Lyceum en wordt bevestigd door de andere scholen. Het College Vos meldt de grenzen van de opdrachten: ‘havo-leerlingen willen of kunnen doorgaans niet al te lang intensief met een onderwerp bezig zijn; ze hebben veel variatie nodig en meestal is hun spanningsboog niet erg groot.’ 6. De opdrachten zijn niet alleen productgericht, maar hebben ook ruimte voor (reflectie op) het proces Bij de begeleiding en beoordeling van de opdrachten worden planning, samenwerken, persoonlijke inzet etc. ook betrokken. Op alle scholen speelt het proces een belangrijke rol bij de beoordeling van de opdracht. Zij geven daarbij aan dat er een docent/begeleider moet zijn die het proces begeleidt en zicht heeft op het (groeps)proces. Het Scala College meldt: ‘verder is het wenselijk dat alle leden van de groep ook een persoonlijke evaluatie van samenwerking naar de coach sturen. Tijdens het eindgesprek zie je vaak dat leden van de groep niet vrijuit durven te praten en elkaar de hand boven het hoofd houden.’ Het Picasso Lyceum heeft vergelijkbare ervaringen: ‘doordat de begeleiders de 2 projectdagen aanwezig waren, hadden zij een goed zicht op bijv. de samenwerking. Bovendien konden de leerlingen (al dan niet anoniem) op elkaars gedrag reflecteren.’ Ook op Het College Vos erkent men het belang van continuïteit in de begeleiding. ‘Doordat (het eerste projectjaar) de docenten ieder telkens een uurtje meedraaiden met het project en vervolgens het stokje over moesten geven aan een volgende collega, kwam er van intensieve begeleiding en reflectie niet veel terecht.’ In het tweede projectjaar is dit anders georganiseerd, elke docent kreeg toen namelijk enkele groepjes toebedeeld om intensief te begeleiden. Het Veurs Lyceum heeft ‘per week 1 les ingeruimd voor onderling overleg, dit werd bijgewoond door de begeleidende docent om inzicht te houden in het proces.’ 7. De opdracht is de toets Het eindproduct dat geleverd wordt toont aan in welke mate de theorie beheerst wordt. Er volgt dus geen aparte toets over de theorie die bij de opdracht hoort. Een van de grote vraagpunten van de scholen was hoe de (theoretische) vakinhouden verwerkt konden worden in de projecten. Ook bij de boordeling komt dat punt terug. eindrapportage helemaal havo! 4 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Het Scala College: ‘De opdracht geldt inderdaad als een toets. Het dekt echter niet de volledige lading van de theorie, aangezien het in de praktijk moeilijk was om alle eindtermen in zo’n opdracht te verwerken. Hierdoor voelen docenten zich geroepen om de theorie alsnog via een aparte toets te beoordelen.’ Het Picasso Lyceum: ‘het project heeft gedeeltelijk de behandeling van de lesstof vervangen, maar de toetsing niet of nauwelijks’. Op Het College Vos heeft men telkens tussenopdrachten als handelingsdelen voor de vakken Engels en Nederlands mee laten tellen en eindproducten als praktische opdracht bij de overige vakken. Opbrengsten In het projectplan uit 2004 staat de volgende schets van de gewenste eindsituatie. ‘Aan het eind van het project is er op elk van de deelnemende scholen een groep havo-leerlingen die het eindexamen met goed gevolg heeft afgelegd en een deel van de opleiding gewerkt heeft vanuit het model van competentiegericht projectonderwijs. Niet aan de hand van het school- en werkboek heeft de leerling hier de kennis, vaardigheden en houdingen geleerd. Zij hebben deze verworven door binnen leergroepen te werken aan complexe, op competentieverwerving gerichte opdrachten. Communicatie tussen de leerlingen onderling en met docenten vindt plaats in een elektronische leeromgeving. Docenten hebben hier een belangrijke rol bij gehad maar de onderwijsomgeving heeft andere eisen aan het docentengedrag gesteld: ze begeleiden een leerteam of geven instructie in een cursus of een training. Ook de onderwijsomgeving is aangepast: opvallend zijn de grote werktafels, de kleine overleg- en instructieruimtes en de grote variëteit aan ict-voorzieningen.’ Methodiek Het belangrijkste doel is een methodiek te ontwikkelen die voor alle vakken van havo-4 toepasbaar zou zijn. Elk van de scholen heeft op eigen wijze geprobeerd deze methodiek te ontwikkelen op basis van de 7 kenmerken. Er zijn daardoor in de twee projectjaren vier methodieken ontwikkeld en beschreven. Twee scholen hebben ervoor gekozen om gedurende het gehele schooljaar vier tot zes uur per week (15-20% van de onderwijstijd) aan projecten te werken. De twee andere scholen hebben voor een organisatiemodel gekozen waarin leerlingen enkele projecten per jaar uitvoerden, deze scholen sloten aan bij de wens om de praktische opdrachten een impuls te geven. Gemeten over de vier scholen werkten de leerlingen aan eindtermen van bijna alle vakken, per school werden echter keuzes gemaakt. Op de meeste scholen was een klein aantal docenten en vakken betrokken. Op alle scholen is een aantal opdrachten beschikbaar, een methodiek voor het begeleiden van leerlingen en een aantal hulpmiddelen om vaardigheden aan te leren en te beoordelen. Knelpunten De scholen die een groot deel van de onderwijstijd in de vorm van een heha-projecten vormgaven liepen aan tegen de strakke examenregeling. De examenprogramma’s van het ‘oude’ programma van de tweede fase waren overvol en zijn dat na de vernieuwing die in 2007 ingevoerd is, feitelijk nog steeds. De programma’s zijn sterk gericht op het verwerven van (academische) kennis en vakinhoudelijke vaardigheden. De programma’s zijn tamelijk gedetailleerd beschreven en de praktische toepasbaarheid van deze eindtermen in maatschappelijke of beroepsmatige situaties is beperkt. Feitelijk laten de exameneisen ook geen ruimte voor het beoordelen van zaken die niet in de eindtermen beschreven staan, dat maakt procesbeoordeling soms lastig. eindrapportage helemaal havo! 5 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! De scholen die ervoor kozen om enkele praktische opdrachten om te bouwen tot complexe, opdrachtgestuurde projecten liepen niet of veel minder tegen deze problemen aan. De discussies die in de scholen heeft plaatsgevonden, speelden in een periode waarin het maatschappelijk debat over de kwaliteit van het onderwijs en effectiviteit van ‘het nieuwe leren’ krachtiger werd. Juist binnen de teams van havo-bovenbouw is veel scepsis over het ‘ nieuwe leren’. Door velen wordt kennisoverdracht en kennisverwerving als de centrale waarde van het havo-onderwijs gezien en niet of veel minder in het toepasbaar maken van deze kennis. Doordat de inspectie van het onderwijs in de beoordeling van de kwaliteit van de scholen ook het verschil tussen het schoolexamen en het centraal examen zullen betrekken wordt de ruimte van scholen om een eigen onderwijskundig model te kiezen beperkt. Daarbij komt dat het denken in termen van maatschappelijke en beroepsmatige toepasbaarheid van de lesstof geen traditie is in havo-vwo-scholen. De scholen blijken niet te beschikken over een krachtig netwerk van contacten met bedrijven, instellingen en maatschappelijke organisaties. Andersom, moeten ook deze erg wennen aan de vraag vanuit een havo-school. Uiteindelijk viel bij de scholen die veel onderwijstijd aan projectonderwijs besteedden de motiverende werking van de ontwikkelde methodiek tegen. Veel leerlingen werkten met enthousiasme aan de projecten, zoals dat ook bij de traditionele lessen het geval is. Leerlingen die bij de traditionele lessen weinig gemotiveerd waren voor schoolwerk, werden niet door de projectomgeving tot ander gedrag verleid. Op alle scholen leeft wel de gedachten dat zij de leerlingen beter hebben voorbereid op de manier van werken zoals deze in het hbo gebruikelijk is. Betaalbaarheid De scholen die 15 tot 20% van de leertijd in de vorm van projecten aanboden constateren dat de opzet projecten, het ontwikkelen van een relevant netwerk buiten de school en de begeleiding van de leerling op hun competentieontwikkeling binnen de huidige structuur van de school moeilijk te financieren is. Elektronische leeromgeving Drie van de scholen hebben besloten het werken met de elektronische leeromgeving ook na de projectperiode voort te zetten. Conclusies Het project heeft laten zien dat het mogelijk is om binnen de huidige structuur van de havo-opleiding praktische opdrachten uit te werken tot op competentieverwerving gerichte opdrachten. De scholen hebben geen complete op competentieverwerving gerichte opleiding kunnen of willen vormgeven. Er lijken drie hoofdredenen aan te wijzen die verklaren waarom deze stap (nog) niet gezet is. ▪ Het examenprogramma nodigt niet uit tot competentiegericht opleiden ▪ Voor velen bij het onderwijs in de havo-bovenbouw betrokkenen is de kernwaarde van de opleiding kennisverwerving. ▪ De scholen beschikken niet over een krachtig netwerk van externe opdrachtgevers. De scholen zijn er wel in geslaagd om een programma te ontwikkelen om de leerlingen te trainen in een aantal vaardigheden en deze vaardigheden te laten oefenen in competentieverwerving gerichte opdrachten. eindrapportage helemaal havo! 6 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Het project Helemaal Havo! heeft in de scholen de discussie over het onderwijs in vaardigheid en de doorgaande lijn van onder- naar bovenbouw een krachtige impuls gegeven. De samenwerking heeft de scholen rijke ervaringen opgeleverd. De scholen sluiten niet uit dat een volledige competentiegerichte havo-opleiding mogelijk is. Op basis van de ervaringen van de heha-scholen is een checklist ontwikkeld waarin gedrag beschreven wordt dat in een havo-school waarneembaar zou moeten zijn als er een volledige op competentieverwerving gerichte havoopleiding zou zijn vormgegeven2. Checklist competentiegericht leren op de havo In een school waar een op competentieverwerving gerichte havo bestaat, zouden schoolleiding, docenten, oop-ers en leerlingen zich anders moeten gedragen dan op een traditionele havo. Met onderstaande lijst wordt een beeld geschetst van die ‘nieuwe’ havo. 1. Onderwijsvisie Er is een visie op het leren en de verhouding ‘vakonderwijs’ en ‘competentiegericht onderwijs’ Er is een visie op de relatie tussen het algemene, meer op kennisverwerving gerichte karakter van de havo en de toepasbaarheid van deze kennis buiten de school in de beroeps- of maatschappelijke context. Ik loop door de school en zie (hoor)… ▪ Ik zie een schoolleider die zich realiseert dat cgo andere eisen stelt aan bijv. het rooster en de bewegingen van leerlingen. Ik hoor dat hij bij herhaling aan ouders uit dat de leerlingen soms de school uit moeten en om dan de reguliere lessen niet volgen maar dat ze toch die lesinhouden moeten inhalen. ▪ Ik lees in het verslag van het (kern)team dat in de discussie verwezen wordt naar het algemene visiestuk. ▪ Ik hoor een docent zeggen ‘ik kan deze eindtermen ook wel via algemene projecten bereiken’. 2. De relatie met de wereld van het beroep en maatschappij Het onderwijs heeft een sterke relatie met de wereld buiten de school. Er zijn algemene en opleidingsspecifieke competenties voor de leerlingen geformuleerd. De onderwijsgevenden kennen de wereld buiten de school. Ik loop door de school en zie (hoor) … ▪ Ik zie dat leerlingen er soms niet zijn. Als ik er naar vraag vertelt men mij dat ze in voor hun opleiding relevante situaties buiten de school aan het werk zijn. Jordi, een NG-leerling, gaat een ander onderzoek doen dan Farah, een NT-leerling. Jordi heeft ook een andere vorm van presenteren gekozen. ▪ Ik zie dat er intensief wordt samengewerkt met externe partners. Het hoofd HRM van het ziekenhuis geeft een instructie van de opdracht en twee personeelsconsulenten zijn betrokken bij de beoordeling van het tevredenheidsonderzoek dat de leerlingen hebben opgezet en uitgevoerd. ▪ Ik hoor dat docenten op de hoogte zijn van de actuele beroepspraktijk van aan hun vak gelieerde werkgebieden. Zij vertellen over een recent bedrijfsbezoek. 2 Hierbij werd dankbaar gebruik gemaakt van een beschrijving die door de Haagse Hogeschool gebruikt is in een bijdrage aan een studiemiddag in 2006. eindrapportage helemaal havo! 7 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top 3. | |HE/ | |HA! De inrichting van het onderwijs Het ontwikkelen van competenties staat centraal in het leren van de leerling. Een deel van het leren gebeurt in groepen. De opdrachten zijn praktijkgericht, integraal en multidisciplinair en concentrisch. Er is expliciete aandacht voor de transfer van en naar andere situaties (ondersteunde (theorie)lessen). Ik loop door de school en zie (hoor) … ▪ Ik zie dat leerlingen een substantieel deel van de tijd aan competentiegerichte opdrachten werken. ▪ Ik hoor dat leerlingen elkaar aanspreken op taken die verdeeld zijn. ▪ Ik zie dat leerlingen soms de school uit gaan, ze hebben afspraken in een bedrijf of een instelling. ▪ Ik zie dat leerlingen voor het uitvoeren van de opdrachten feiten en beweringen nazoeken, met elkaar overleggen, werkafspraken maken Ze proberen als ze buiten de school op een werkplek zijn de houding aan te nemen die bij die omgeving hoort. ▪ Ik hoor van leerlingen dat ze weten aan welke competenties ze werken. ▪ Ik zie dat er verdiepende lessen (workshops, colleges, etc.) zijn waar relevante theorie aangeboden wordt en/of waar de praktijk geanalyseerd wordt naar een theorie. ▪ Ik zie dat vaardigheden en kennisdomeinen in een andere context terugkomen. 4. Toetsing De toetsing past bij het competentiegerichte onderwijs en vindt mede plaats in authentieke, levensechte situaties. Competenties worden zo geconcretiseerd dat ze toetsbaar zijn, de leerling laat het gewenste gedrag zien. Het maken van de opdracht is tevens (een deel van) de toets. Competenties worden op verschillende manieren en in verschillende omstandigheden getoetst. Toetsing gebeurt niet alleen door de docent, ook de leerling zelf, mede-leerlingen en mensen buiten de school zijn erbij betrokken. De resultaten van het competentiegerichte onderwijs worden op een evenwichtige wijze in de bevordering en het schoolexamen van de leerling betrokken. Ik loop door de school en zie (hoor) … ▪ Ik zie een leerling bezig zich te scoren op een lijstje waarop gedragsindicatoren genoemd staan ▪ Ik zie dat er in bij de bevorderingsregels en het examenreglement een formulering is gekozen die een procesbeoordeling mogelijk maakt. ▪ Ik hoor dat bij de volgende eindpresentatie iemand uit het Ziekenhuis aanwezig is om de producten in ontvangst te nemen. 5. Leren leren, de ontwikkeling van metavaardigheden Een volwassene (leraar, begeleider) geeft de leerling persoonlijke begeleiding (vervolgopleidingen, beroepsbeelden) In de begeleiding is ook aandacht voor de procesmatige aspecten van het leren (leerstijl; planning; organisatie; feedback) Ik loop door de school en zie (hoor) … ▪ Ik hoor dat een begeleider met een leerling spreekt over voortdurend te laat inleveren van (deel)opdrachten, het gesprek verloopt niet bestraffend maar is gericht op zelfinzicht van de leerling. ▪ Ik hoor dat een leerling aan de begeleider uitlegt wat hij bij deze opdracht anders heeft gedaan en hoe tevreden hij erover is. eindrapportage helemaal havo! 8 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top ▪ | |HE/ | |HA! Ik zie twee leerlingen met een docent spreken over de opdracht die ze boeiend vonden; ik hoor dat ze willen weten bij welke opleiding ook dat soort zaken aan de orde komen. ▪ Ik hoor dat een leerling zich kwaad maakt op enkele leden van de groep omdat ze zich niet aan de afspraken hebben gehouden. 6. Zelfsturing De leerling heeft keuzemogelijkheden en kan daar zelf in sturen. Ik loop door de school en zie (hoor) … ▪ Ik zie dat niet alle leerlingen een opdracht op dezelfde manier aanpakken. ▪ Ik hoor dat leerlingen in hun groep overleggen over de manier waarop ze de resultaten van de opdracht zullen gaan presenteren. ▪ Ik zie dat sommige leerlingen intensiever begeleid worden dan andere leerlingen. ▪ Ik zie dat de eerste opdracht die leerlingen krijgen minder ruimte beidt dan opdrachten die ze later moeten maken. 7. Rollen van docenten De docenten treden op in verschillende rollen. Ik loop door de school en zie (hoor) … ▪ Ik hoor een van de docenten, hij geeft een les over micro-organismen. ▪ Ik hoor een van de begeleiders met leerlingen het logboek bespreken. ▪ Ik hoor een docent met leerlingen in gesprek over hun studiekeuze. Overzicht van te downloaden documenten De relevante stukken zijn te downloaden van www.digidac.nl > helemaal havo Algemeen Werkmodellen voor vergaderingen - Hoe maak ik een agenda? - Wat doe je als je voorzitter bent? - Hoe bespreek ik als voorzitter een agendapunt? - Hoe verdeel ik taken? - Hoe maak ik notulen van een vergadering? - Hoe los ik (lossen we) conflicten op? - Hoe geef ik feedback op iemands bijdrage aan het werk? Beoordelingsschema’s - Ik kan initiatief nemen - Ik kan reflecteren - Ik kan samenwerken - Ik kan mijn eigen werk plannen - Ik kan organiseren - Ik kan presenteren eindrapportage helemaal havo! 9 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Scala College Businessplan opdracht - beoordelingsformulier - logboek De Alphense Brug opdracht - beoordelingsformulier - logboek - bijlagen Fitnessruimte opdracht - beoordelingsformulier - bijlagen Stedenspecial opdracht - beoordelingsformulier - presentatieblad - bijlagen Format en checklist voor het maken van opdrachten Reflectieformulieren Picasso Lyceum (SCZ) Vestigingsanalyse - opdracht met begeleidingsmateriaal Ethiopië - opdracht met begeleidingsmateriaal Verdedeling groentezaden - leerlingopdracht Veurs Lyceum Zes projectopdrachten o Buren o Kind van de wereld o AMC o Verbeter de wereld o Meiden en jongens van toen en nu o Jeugdcriminaliteit De verantwoordingen van de projecten in relatie tot examenstof Printscreen van de elo Leerlingmateriaal van één van de projecten als voorbeeld o agenda’s o begeleidende dossiers o groepslogboek o persoonlijk logboek o notulen o plan van aanpak Het College Vos heeft haar stukken beschikbaar gesteld binnen de eigen elektronische leeromgeving: http://natschool.hetcollegevos.nl > mijn lopende studieroutes (login: gastheha, wachtwoord: gastheha) Pimp je stad Famous man and women Imago Vlaardingen Plan je Eigen Ruimte Schoolreis Vaardigheden Verkiezingen eindrapportage helemaal havo! 10 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Literatuuropgave D. de Bie en P.Gerritse, Onderwijs als opdracht: overwegingen en praktische suggesties voor een ontschoolsing van het hoger onderwijs, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem, 1999 D. de Bie en J. de Kleijn Wat gaan we doen, Het construeren en beoordelen van opdrachten. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem, 2001 D. de Bie (red.) Morgen doen we het beter, Handboek voor de competente onderwijsvernieuwer. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem, 2003 S.O. Ebbens en S. Ettekoven, Actief leren, Wolter/Noordhoff, Groningen 2005 A. van Emst, Koop een auto op de sloop, paradigmashift in het onderwijs, APS, Utrecht, 2002 Joke Huisman (red.), Leren van competenties in het beroepsonderwijs, programmeren, begeleiden en beoordelen, CINOP, ’s-Hertogenbosch 2001 A.M.B. Janssen-Noordman en J.J.G. van Merriënboer, Innovatief Onderwijs Ontwerpen, via leertaken naar complexe vaardigheden, 2002, Wolters-Noordhoff BV, Groningen/Houten. C.Laming, Leren en waarderen, een model voor competentieontwikkelend leren, Celbe Consultancy, 2006 E. Taylor e.a., Competenties in het voortgezet onderwijs, Garant, Antwerpen-Apeldoorn, 2003 (vmbowisselwerkreeks 9) I. Verheul, Alles over opdrachten, Houten/Mechelen, 2002, Bohn Stafleu Van Loghum ISBN 90 313 3230 5 Deelnemende Scholen De deelnemende scholen maken deel uit van het netwerk DIGIDAC, zoektocht naar de didactiek van het digitale leren. Zie voor meer informatie www.digidac.nl Het College Vos Postbus 6040, 3130 DA Vlaardingen Koninginnelaan 771, Vlaardingen tel. 010-4478050 http://www.hetcollegevos.nl/ Contactpersoon Peter van Groen (afdelingsleider bovenbouw) [email protected] Veurs Lyceum Burg. Kolfschotenlaan 5, 2262 EZ Leidschendam tel. 070 4199100 http://www.veurslyceum.nl/ Contactpersonen Frans Richel (afdelingsleider bovenbouw) en Rob Anders (projectleider) [email protected] Scala College Postbus 458, 2400AL Alphen aan den Rijn Diamantstraat 31, 2403 AS Alphen ad Rijn tel. 0172-423737 http://www.scalacollege.nl/ Contactpersonen Ria Henderikx (onderwijskundig beleidsmedewerker) en Evert Calor (projectleider) [email protected] eindrapportage helemaal havo! 11 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Picasso Lyceum (SCZ) Schubertrode 42, 2717 HJ Zoetermeer tel. 079-321 93 25 http://www.scz.nl/ Contactpersonen Jeroen van Grunsven (afdelingsleider 3-4-5-havo) en Batja van de Pol (projectleider), [email protected] Cordys onderwijstrajecten Walenburgerweg 16b, 3033 AB Rotterdam tel. 010 22 702 33; 06 284 73 994 http://www.cordys.nl/ Peter van der Zwaal (coördinator) [email protected] eindrapportage helemaal havo! 12 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! E. J. Calor, Eindrapportage van het project Helemaal Havo! van het Scala College3 in Alphen aan den Rijn 1. Een algemene beschrijving van de werkwijze Het model dat het Scala College ontwikkeld heeft, is langzaam gegroeid na discussies over de keuzewerktijd, de kwaliteit van praktische opdrachten, de voorbereiding op het hbo, door evaluatie van de uitgevoerde projecten en door betere computerfaciliteiten. Grote delen van het oorspronkelijke model zijn voor 2007-2008 verankerd in de organisatie en het PTA van vernieuwde Tweede Fase. In het deelhoofdstuk van dat jaar zal daarom de beschrijving het meest uitgebreid zijn. Het model zal echter zeker verder evolueren. Competentiegerichte opdrachten zijn immers nieuw, eindtermen daarin opnemen van verschillende individuele vakken blijkt niet eenvoudig. Maar de meerwaarde zit hem vooral in de actievere houding van de leerlingen, in de bewustwording van wat probleemanalyse en samenwerken is. De voorbereiding op het hbo en op de latere beroepspraktijk is een goede aanvulling op het onderwijs dat zich richt op de kennis en vaardigheden die in het eindexamen getoetst worden. In 2005-2006 hebben de EM-leerlingen uit 4 havo in groepen van vijf, twee praktische opdrachten gemaakt: 'Het Businessplan' en 'De Renovatie van het winkelcentrum 'de Ridderhof'. Bij beide opdrachten zijn mensen uit het veld als opdrachtgevers betrokken geweest. De opdrachten zijn ontwikkeld door de werkgroep HeHa in samenspraak met vakdocenten van economie, m&o, aardrijkskunde en wiskunde. De beoordeling was opgebouwd uit product-, procescriteria en presentatiecriteria. Het eindcijfer is opgenomen in het PTA bij de betrokken vakken. Het wegingspercentage werd bepaald door de sectie. De leerlingen maakten deze opdrachten tijdens de keuzewerktijd. Het schooljaar op het Scala College is verdeeld in vier periodes en in periode 2 en 3 tijdens de eerste vier weken van een blok was hiervoor tijd gereserveerd, 4 uur perweek op school en ca. 5 - 10 uur per week thuis. De studielast per opdracht was dus zodoende ca. 20-25 uur. De groepen werden begeleid bij het samenwerkingsproces door een coachend duo. Aan het eind van elke periode werden de producten tijdens een 'markt' gepresenteerd aan medeleerlingen, leerlingen uit klas 3, de opdrachtgever en docenten. Het gebruik van een elektronische leeromgeving (elo), in ons geval TeleTop, speelt een zeer belangrijke rol bij de opdrachtverstrekking, in de communicatie en begeleiding van het proces. De inzet voor 2006-2007 was, dat elke havo 4-leerling dit jaar twee profielgerelateerde HeHa-opdrachten maakte. Voor de maatschappijprofielen waren dit de 'Stedenspecial' en 'het Businessplan'. De kern van de opdrachten was gelijk, maar de criteria werden meer toegesneden op CM of EM. De NG-leerlingen maakten net als NT-leerlingen de opdracht 'Fitnessruimte'. Door wisselingen in de sectie biologie is de tweede opdracht niet van de grond gekomen. Wel voor NT-leerlingen, die zich bogen zich over 'De derde Alphense brug'. Omdat de school sterk groeit en de computervoorzieningen daarbij achterbleven, werden de profielopdrachten over de vier periodes verdeeld. De plannen voor 2007-2008 worden in hoofdstuk 11 beschreven. 3 Postbus 458 2400AL Alphen aan den Rijn, Diamantstraat 31; 2403 AS Alphen ad Rijn tel. 0172-423737, http://www.scalacollege.nl/ Contactpersonen Ria Henderikx (onderwijskundig beleidsmedewerker) en Evert Calor (projectleider) eindrapportage helemaal havo! 13 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! 2. De ondernomen activiteiten De opdracht 'businessplan' (voor profiel EM en CM) De leerlingen krijgen als opdracht: Schrijf een businessplan voor een Alphense ondernemer die een winkel wil gaan starten in het centrum van Alphen aan den Rijn. Ze moeten zelf onderzoeken wat er allemaal in een goed businessplan hoort te staan. Ze moeten een marktonderzoek doen, een enquête houden en deze verwerken in een statistiek. Het plan moet de volgende kenmerken hebben: Er moet een marketingplan zijn (welk product; klanten; concurrentie; ondernemingsvorm; vestigingsplaats; reclame) Er moet een financieel plan zijn (hoeveel omzet; inkoop; kosten; personeel;investeringen) Het marktonderzoek moet voldoende argumenten opleveren om te veronderstellen dat het plan realiseerbaar is. De opdracht 'stedenspecial' (voor profiel EM en CM) Voor de uitgever van een reismagazine moeten de leerlingen een speciale uitgave samenstellen over een Europese stad. Met elkaar vormen de jongeren de redactie die met elkaar een speciale uitgave van het tijdschrift gaan samenstellen die speciaal gericht is op jongeren . Naast de gebruikelijke toeristische attracties en uitgaansgelegenheden voor jongeren moet aan de orde komen de historische ontwikkeling van de stad; de veranderingen in het stadsbeeld; de ontwikkeling van het midden en kleinbedrijf in de stad; de vervoersmogelijkheden; culturele bezienswaardigheden. De opdracht Fitnessruimte (voor profiel NG en NT) Opdrachtgever was de directeur van het Scala College. Het nieuwe schoolgebouw zal een fitnessruimte bevatten o.a. voor de LOOT-leerlingen, deze moet worden ingericht. Opdracht was te komen tot een gefundeerd voorstel voor de inrichting, rekening houdend met de wensen van de toekomstige gebruikers en van inrichting en exploitatie een kostenplaatje te maken rekening houdend met het energieverbruik van de in de inrichting voorkomende apparaten. De opdracht De Derde Brug (voor profiel NT) Opdrachtgever was de gemeente Alphen. Voor ontsluiting van een deel van het centrum van Alphen aan den Rijn is het gewenst te komen tot een derde centrumbrug. Opdracht was te komen tot een uitgewerkt voorstel voor een type brug en de inpassing in de omgeving en dat te visualiseren. Onderdeel van de opdracht was te komen tot een begin van het automatisch bedienen van de brug op grond van het aanbod van schepen en verkeer. 3. Knelpunten en de gekozen aanpak Inhoud Een van de grootste knelpunten is het vervlechten van de eindtermen van de verschillende vakken in de projecten. De basis van de projecten wordt gevormd door praktische opdrachten van de deelnemende vakken. Daar zijn ook niet altijd alle eindtermen in verwerkt. Een mogelijke oplossing is om de eindtermen als basis te gebruiken bij het maken van nieuwe projecten, maar dat is geen eenvoudige opgave gebleken. eindrapportage helemaal havo! 14 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Organisatie De projecten zijn uitgevoerd in de periode 2 t/m 4. Door de groei van het aantal leerlingen en de daarbij achterblijvende ict-faciliteiten is gekozen voor verspreiding over het gehele schooljaar. Verder is het ook lastig om de projecten in te passen in het jaarrooster. Vlak voor een schoolexamenweek, wil je de leerlingen ook de gelegenheid geven om bij vakdocenten hun schoolexamen voor te bereiden. Door deelname aan het project komt dit uitgangspunt voor een deel knel te zitten. Uitvoering. Leerlingen. Slechts twee leerlingen waren het niet eens met hun beoordeling. Naar hun mening hadden ze, gezien hun inzet, recht op een hoger cijfer. Met behulp van het logboek en het evaluatie gesprek, na de presentatie, konden we in die gevallen aantonen dat de eis niet terecht was. Ouders Van ouders hebben we geen klachten ontvangen over noch de gang van zaken rond de projecten noch de beoordelingen. Omgeving We zijn er tot nu toe niet in geslaagd om in Alphen a/d Rijn bedrijven en/of instellingen te vinden, die ons onderwerpen kunnen aanleveren voor nieuwe projecten. Een en ander hangt ook samen met het feit, dat we daar niet zwaar op hebben ingezet. Het komend jaar moeten we proberen om via ouders van leerlingen aan deze contacten te komen. Tijdens informatieavonden zou daar een start mee gemaakt kunnen worden. Betaalbaarheid Om de HeHa projecten financieel overeind te kunnen houden zal de school bereid moeten zijn hiervoor extra geld vrij te maken. Voor het regisseren van het geheel moet zeker de projectgroep in tact blijven. Het werken in kleine groepen vergt ook de nodige investering in mankracht. Een coach heeft maximaal 15 leerlingen onder z'n hoede. Ook de organisatie achteraf kost het één en ander. Daaronder valt o.a. de regie van het nakijkwerk en het verzamelen cijfers. 4. De resultaten van het project Voor alle opdrachten is uitgegaan van vastgestelde procedures en formats. Deze zijn in de werkgroep HeHa uit gewerkt en enige malen geëvalueerd. Per groep werden de opdracht en alle benodigde formulieren op papier uitgedeeld en elke groep had een werkplaats in de elektronische leeromgeving waarin zij deze voor de groep of individueel konden bewerken. Op www.digidac.nl (>helemaal havo > scala college) zijn de volgende stukken beschikbaar. ▪ De opdracht, ▪ het logboek, ▪ reflectieformulieren, ▪ beoordelingsformulier (criteria) betreffend het proces, ▪ beoordelingsformulier (criteria) betreffend product en ▪ beoordelingsformulier van de presentaties. eindrapportage helemaal havo! 15 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Bij de meeste opdrachten was er een eindproduct in de vorm van een adviesrapport of een tijdschrift. Deze werden vervolgens gepresenteerd volgens een 'beursmodel'. Iedere groep kreeg in een grote ruimte (bijvoorbeeld de aula) de beschikking over een deel van die ruimte en mochten die naar eigen inzicht inrichten. Daarbij mochten zij ook gebruik maken van allerlei zaken om hun 'kraam' te verfraaien. Dat varieerde van posters en PowerPointpresentatie (sommige met beamer), maquettes, tot bijna volledige ingerichte marktkramen inclusief de te verkopen bruidskleding, koffie of gebakken vis! Voor sommige projecten is de hulp ingeroepen van externe contacten. Hun rol varieerde; meestal werd hen gevraagd om het project in te leiden. Inleiders waren onder andere ondernemers, een uitgever en een adviseur voor startende ondernemers op bezoek. De leerlingen kregen hierdoor de indruk dat zij een serieus probleem hadden op te lossen. Een enkele keer werden de externe contacten ook ingezet om de eindresultaten (mede) te beoordelen. De school heeft bij de gemeenschappelijke studiedag contacten gelegd met hbo-instellingen, maar dat heeft (nog) niet geleid tot samenwerking. 5. De betrokkenheid van de leerlingen bij het project De leerlingen maken voor het eerst kennis met HeHa tijdens de introductie van het project. De leerlingen krijgen dan de werkwijze van HeHa uitgelegd. Daarna hebben ze natuurlijk contact met hun coach. Op het eind van het project hebben de leerlingen een eindgesprek met hun coach. Tijdens het gesprek bespreken ze het verloop van het project en kunnen ze ook verbeteringen aangeven. De suggesties van de leerlingen hebben met name tot verbeteringen geleid in de aansturing van de coaches en de organisatie. Ook is er diverse malen overleg geweest met een leerlingenresonansgroep. Vertegenwoordigers uit alle profielen gaven de werkgroep en teamleiding feedback op de opdrachten, de coaching, beoordeling en manier van werken. 6. De realisatie van de doelstellingen De leerling Ons referentiekader is de inzet van leerlingen tijdens de lessen en keuzewerktijd. Tijdens de HeHa-projecten hebben we kunnen constateren dat de leerlingen initiatiefrijker geworden zijn. Normaal gesproken zijn de leerlingen zeer consumptief ingesteld. Maar tijdens zo'n project zie je dat ze zelf opzoek gaan naar informatie. Verder is ook nog het nodige enthousiasme te bespeuren bij de uitwerking van het geheel. Door het open karakter van de opdrachten werden de leerlingen heel goed uitgedaagd. Dit komt met name door het probleemoplossend werken en het feit dat leerlingen ook buiten school contacten moeten leggen. We moeten wel zoeken naar een goede balans tussen de open- en geslotenheid van de opdrachten, dit om te voorkomen dat de leerlingen gaan zwemmen. Bij de vaardigheden was het duidelijk dat de leerlingen bij het tweede project beter samenwerkten en de elo beter gebruikten. Over vaardigheden als vergaderen, het maken van goede afspraken zijn we minder positief gestemd. Om hierin verbetering aan te brengen gaat de school m.i.v. 2007 vanaf klas 1 de lijn oppakken en deze vaardigheden oefenen. eindrapportage helemaal havo! 16 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! De docent Opdrachten ontwikkelen Vier leden van de werkgroep HeHa en twee docenten met taakuren hebben ervaring opgedaan met het schrijven van competentiegerichte opdrachten. Het format en de checklist voor het schrijven van projecten (te vinden op www.digidac.nl) bleek een handig hulpmiddel om de opdracht goed te structureren en de essentie steeds in het oog te houden. Als je voldoet aan de richtlijnen: 'Beschrijf een (beroeps)probleem met een opdrachtgever' en 'Dit probleem is omschreven in de vorm van knelpunten', zorg je ervoor, dat de leerlingen echt uitgedaagd worden. Zij vertonen initiatief. Het toewerken naar een realistisch eindproduct werkt motiverend, zeker als de (fictieve) opdrachtgever bij de beoordeling daarvan betrokken wordt. Na het eerste jaar hebben we onze opdrachten onder de loep genomen. Het formuleren van de specificaties bleek vooral erg lastig te zijn. Hoe ver ga je in het leiden van de leerlingen? Een open opdracht daagt meer uit, maar nauwkeuriger specificaties (en dus een meer gesloten opdracht) helpen de leerlingen makkelijker op weg. Deze vele aanwijzingen gaven richting en zorgen uiteindelijk voor meer diepgang. De balans daartussen vinden was steeds onderwerp van gesprek. Het opnemen van de eindtermen van diverse vakken bleek ook enige hoofdbrekens te kosten. De eindtermen die gericht zijn op onderzoeks- en vakvaardigheden zijn makkelijk in de opdracht te verwerken. Voor de meer kennisgerichte domeinen ligt dat iets lastiger. Toch is het goed om ook hiertoe over te gaan en daarbij in de opdracht ook te verwijzen naar hoofdstukken uit de methode of sites waarin deze vakonderwerpen aan bod komen. De leerlingen die hun leerboeken als hulpmiddel gebruikten, leverden een beter product af. De richtlijn uit het format: 'In de gaten houden of de specificaties een taakverdeling binnen de groep mogelijk maken' is een zeer nuttige. Als je als schrijver aan deze eis voldoet, verloopt het samenwerken van de leerlingen beter. Zeker als de informatie die ze individueel vergaren noodzakelijk is voor het werk van de ander. De meerwaarde van de HeHa-opdrachten lag vooral in de uitdaging door het veelomvattende realistische probleem en in de beoordeling van het proces. De aandacht voor en beoordeling van competenties als Analyseren en Samenwerken geeft de leerlingen leerervaringen die ze in het hbo en later in de maatschappij goed kunnen gebruiken. Begeleiden/coachen In de afgelopen twee jaar hebben 14 docenten uit het havoteam en een onderwijsassistente (in opleiding voor docent) groepen havo4-leerlingen begeleid als coach. Zij ontvingen vooraf informatie over de doelstelling van HeHa en ze hebben ze mondeling en schriftelijk instructie ontvangen over de gewenste wijze van begeleiden. Het werkmodel 'Over de begeleiding van leerlingen bij projectopdrachten' (bron: www.bdfadvies.nl) was een zeer nuttige handreiking. Halverwege elk project organiseerden we een tussenevaluatie voor coaches. Belangrijkste aandachtspunt voor coaches is het leren stellen van goede vragen en het leren bepalen van het moment waarop je 'inspringt'. Een coach van havo4-leerlingen moet blijvend observeren en reageren met behulp van vragen wanneer leerlingen 'zwemmen', niet overleggen of wanneer er problemen in de groep zijn. Belangrijk is ook, dat hij/zij het proces volgt in de elo en daarop feedback geeft, zodat leerlingen nog tijdens de projectweken zaken kunnen bijstellen. Een coach moet verder kunnen reflecteren op eigen handelen en moet tijdens de evaluatiegesprekken met leerlingen ook dit punt durven aansnijden. Bij een te sterke sturing zijn de leerlingen niet gebaat, maar bij 'laissez faire' ook niet. De coaches kenden de opdracht en hadden van vakdocenten ook instructie gekregen over bijv. de eisen die ze aan het Plan van Aanpak zouden moeten stellen. Hoewel van te voren aangekondigd is, dat de coaches het leerproces volgen en dat leerlingen vragen over het product aan de vakdocenten moeten stellen, verdient het aanbeveling binnen het coachend team expertise te hebben ten aanzien van het product. Leerlingen verwachten, dat ze ook dit eindrapportage helemaal havo! 17 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! soort vragen kunnen stellen. Komend schooljaar willen we daarom ook overgaan naar een systeem waarin de coach drie van de vier uur per week begeleidt en de vakdocenten het vierde uur voor hun rekening nemen. Het systeem van twee coaches op drie/vier groepen is ons minder bevallen. Elke coach begeleidde de groep op een andere dag. De communicatie onderling was niet sterk genoeg, om tot een vruchtbare samenwerking te komen. Coaches die op dezelfde dag staan ingeroosterd kunnen wel veel van elkaar leren, als ze in dezelfde ruimte werken of bij elkaar gaan kijken. Samen de eindgesprekken voeren levert veel leermomenten op. Ieder heeft zijn eigen vraagstijl en omgang met feedback. Voor komend jaar overwegen we een scholingstraject 'on the job'. 7. Kennisoverdracht en kennisdeling in de school Alle projecten werden bij teamvergaderingen geïntroduceerd. Tevens werd het team betrokken bij de organisatie. De profielvakken werden nadrukkelijk uitgenodigd om ook deel te nemen aan een project en zelf een (deel)opdracht te formuleren. Tot nu toe hebben vooral de vakken ak, gs, ec, m&o, wi, na gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. De begeleiders van de leerlinggroepen kwamen vrijwel allemaal uit het havoteam en werden ingezet op basis van hun inzet in de keuzewerktijd. Op deze manier konden we steeds enige andere docenten bij het project betrekken. Bij het HeHa-project werd veel (verplicht) gebruik gemaakt van een elo. Om het gebruik van deze leeromgeving en andere digitale hulpmiddelen te stimuleren is er namens het Digidac-netwerk een studiemiddag georganiseerd waarbij ook het HeHa-project een actieve rol speelde. 8. Kennisoverdracht en kennisdeling tussen de scholen en buiten de eigen kring De scholen organiseerden studiemiddagen voor de deelnemende docenten. De meeste van deze studiemiddagen werden gebruik voor uitwisseling, al dan niet door ‘kritische vrienden’ uit de Haagse Hogeschool en de Hogeschool Rotterdam uit te nodigen. Aan het begin van het project werd een studiemiddag verzorgd door Jos de Klein (BDF-advies). Er waren goede contacten met de Hogeschool Rotterdam en met de Haagse Hogeschool, beide instellingen leverden bijdragen aan studiedagen van de heha-docenten. De ervaringen van het Scala College zijn in eerste instantie in workshops met andere Digidac-scholen uitgewisseld. Er wordt ook meegewerkt aan een studiemiddag van de Haagse Hogeschool voor docenten hbo en docenten van andere vo-scholen. 9. De mate waarin het project heeft bijgedragen aan de doelstelling van de regeling Met een aantal leerlingen hebben we aan het eind van het jaar een evaluatiegesprek gevoerd over het gehele HeHa project. Een van de basisdoelstellingen van het project was, dat leerlingen actiever met de lesstof zouden omgaan. Leerlingen geven aan dat er weinig overdracht is naar andere vakken, maar bijv. wel bij natuurkunde. Vaardigheden die ze wel toepassen bij andere vakken zoals plannen, gaan steeds beter en bij samenwerking wordt er beter gecommuniceerd. Het is een automatisme geworden. eindrapportage helemaal havo! 18 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Het open karakter van de opdrachten hebben de leerling als moeilijk ervaren. Het gevolg hiervan is dat leerlingen gaan zwemmen. Het effect wordt versterkt door het feit dat sommige coaches geen/onvoldoende informatie geven. In sommige gevallen hebben de leerlingen wel vragen gesteld maar geen hulp gekregen. De leerlingen stellen voor om bij de indeling van de begeleiders ervoor te zorgen dat één van de coaches over vakkennis beschikt. In de groepen zie je al gauw dat een of twee leerlingen de leiding nemen en de lijnen uitstippelen. Het gebruik van een elo hebben de leerlingen als positief ervaren. Zij vinden het handig en omdat ze overal bij kunnen. Een minpunt is de computerafhankelijkheid. Tijdens één van de projecten viel de server uit en is die middag als verloren ervaren. Ook de wijze van opslaan van bestanden, binnen TeleTop, vinden de leerlingen omslachtig. En bij sommige docenten is nog te weinig kennis van TeleTop aanwezig. Tips en aandachtpunten van de leerlingen ▪ Leerlingen stellen voor om het project niet tijdens keuzewerktijd te plannen aangezien dat hun de mogelijkheid ontneemt om problemen met de lesstof met vakdocenten te bespreken. ▪ Coaches stellen te weinig vragen over samenwerking; ze zien wel via observatie hoe de samenwerking verloopt. ▪ NG-leerlingen klaagden dat ze weinig contact met coaches hadden; het overleg moet strakker geregisseerd worden. ▪ Leerlingen zien wel de noodzaak van overleg aan het begin van iedere sessie. ▪ De computerfaciliteiten zouden eerlijker verdeeld moeten worden over de werkgroepjes. ▪ Bij de opdracht 'Businessplan' is het misschien handiger om de heer Bakker (ondernemer en de inleider van de opdracht) een week later te laten optreden. De leerlingen hebben dan al wat nagedacht over de opdracht en hebben dan waarschijnlijk meer aan zijn informatie. 10. De samenwerking tussen de bij het project betrokken partijen Bij de projecten businessplan en renovatie Ridderhof zijn tot driemaal toe Alphense ondernemers bereid gevonden om de rol van opdrachtgever op zich te nemen. Zij hebben het project ingeleid voor de leerlingen en in een geval zelfs enthousiast meegeholpen bij de beoordeling van de plannen. Tevens valt op dat bedrijven en gemeente gaarne bereid zijn informatie te verstrekken aan leerlingen met betrekking tot vestigingsplaatsen, vergunningen en dergelijke. Voor het project 'Stedenspecial' is gebruikt gemaakt van een interne deskundige. Door jarenlange ervaring als een uitgever kon deze docent een uitgebreide inleiding verzorgen over datgene wat er allemaal bij het maken van een tijdschrift komt kijken. De opdrachtgever voor het fitnesscentrum was de eigen directie. De school krijgt nieuwbouw en daarin wordt een fitnesszaal ingericht. Het project 'De derde brug' is afgeleid van een probleem dat uitgebreid besproken was in de lokale media. De geeemnte Alphen is hier als virtuele opdrachtgever opgetreden. In het algemeen kan men stellen dat de bereidheid mee te werken aan dergelijke projecten bij bedrijven groot is. eindrapportage helemaal havo! 19 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! 11. De toekomstplannen De opdrachten Alle havo-leerlingen voeren in 2007-2008 in leerjaar vier twee HeHa-opdrachten uit. Daarbij werken ze in groepen van 5 of 6 leerlingen, die willekeurig worden samengesteld. Bij de tweede opdracht werken de leerlingen met nieuwe mensen samen. In de opdrachten wordt leerstof uit de profielvakken verwerkt. Deze worden via Specificaties opgenomen in de beschrijving. In de opdracht zijn ook verwijzingen te vinden naar relevante hoofdstukken uit de methodes en naar Internetsites. De beoordeling De leerlingen worden beoordeeld op drie hoofdpunten: eindproduct (40%), proces 40 % (onze keuze: Analyseren van een complex probleem en Samenwerken) en presentatie (20%). De rol van vakdocenten en coaches De vakdocenten van de profielvakken ontwikkelen de opdracht mee en stellen samen de beoordelingscriteria voor het product op. Zij nemen een percentage voor de HeHa-opdrachten (als totaalcijfer) op in hun PTA. De werkgroep HeHa zorgt voor definitieve versies van de opdracht, voor het procesmateriaal (logboek en reflectieformulieren) en de inrichting van TeleTop. De vakdocenten kijken de eindproducten na en bepalen de score voor het product. Ze ondersteunen de leerlingen tijdens de vaklessen en geven ruimte voor vragen over tussenproducten. Aan de sectie Nederlands is gevraagd de HeHa-projecten te ondersteunen bij de competenties vergaderen en notuleren. De coaches, de opdrachtgever en leerlingen van 3 en/ of 4 havo begeleiden en beoordelen het proces en de presentaties. Aan het begin van elk blok Scala Tijd nemen de groepen tijd voor overleg (afspraken maken, afspraken nalopen/ bijstellen, gegevens uitwisselen, problemen bespreken, notulen vaststellen). Aan het eind van de middag gebeurt hetzelfde. De coach volgt het groepsproces in TeleTop en heeft per week minimaal 1x overleg met de groep. Hij/zij stuurt ook bij, als daar aanleiding toe is. De organisatie De leerlingen werken tijdens periode 2 en 3 vijf weken van vier uur aan een opdracht. (per week: 3 uur Scala Tijd, een uur uit de profielvakken). De totale studielast zal per opdracht ca. 20- 25 klokuren zijn. De Scala Tijd zal een aaneengesloten tijdseenheid vormen. De leerlingen worden begeleid door een coach. (Een coach begeleidt drie of vier groepen) Tijdens het uur uit de profielvakken ondersteunt de vakdocent de leerlingen. De zesde week kan gebruikt worden voor inleidende activiteiten en/of evaluatiegesprekken. De presentaties vinden aan het eind van blok 2 plaats op een middag. In blok 3 op een avond waarop ook de ouders welkom zijn. De derde klassen (docenten en leerlingen) worden intensiever bij de beoordeling van de presentaties betrokken. (inleiding HeHa en verstrekte opdrachten, beoordeling in de aula, klassengesprek met eigen docent: evaluatie het beoordelen, argumentatie en ranglijst samenstellen) Ruimtelijke en ICT-voorzieningen Elke groep beschikt over twee of drie computers. De leerlingen en docenten communiceren via TeleTop. Dit is een elektronisch leeromgeving die via Internet, dus overal, toegankelijk is. De beheerder (I-coach) maakt een vaksite aan voor HeHa. Op deze vaksites zijn de knoppen 'Nieuws, Informatie, Vraag en Antwoord, Deelnemers, Werkplaats eindrapportage helemaal havo! 20 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! en Leermiddelen' zichtbaar. De Werkplaats is de ruimte, waarbinnen leerlingen samenwerken. Deze ruimte is ook toegankelijk voor de coaches en de vakdocenten. In de elo is ook het verloop van het proces zichtbaar, omdat het Plan van Aanpak, de notulen, de evaluaties, de reflectieformulieren en de tussenproducten in TeleTop geplaatst worden. Coaches kunnen zien wie, wanneer iets heeft opgeslagen. Via 'Berichten' kunnen zij ook de leerlingen feedback geven of oproepen. De leerlingen werken in lokalen waarin naast computers ook overlegtafels staan. Bijlagen De volgende stukken zijn te vinden op www.digidac.nl > helemaal havo Businessplan De Alphense Brug opdracht - beoordelingsformulier - logboek - bijlagen Fitnessruimte opdracht - beoordelingsformulier - bijlagen Stedenspecial opdracht - beoordelingsformulier - presentatieblad - bijlagen Format en checklist voor het maken van opdrachten Reflectieformulieren eindrapportage helemaal havo! opdracht - beoordelingsformulier - logboek 21 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! B.C. van de Pol Eindrapportage van het project Helemaal Havo! van het Picasso Lyceum (SCZ)4 in Zoetermeer 1. Een algemene beschrijving van de werkwijze Het Picasso Lyceum (in 2007 ontstaan uit Lyceum Schubertrode van Stedelijk College Zoetermeer) heeft gekozen voor het uitvoeren van de projecten in 2 x 2 projectdagen, waarin in weken/week ervoor tijd gebruikt wordt voor voorbereidende opdrachten, zoals informatie zoeken. Het totale aantal uren in 4 havo is ongeveer 60 uur. Deelnemende vakken en vakeindtermen. De leerlingen werken met de projecten aan eindtermen van verscheidene vakken. Vakken Vakeindtermen/vaardigheden Aardrijkskunde Theorie van Christaller Geschiedenis Het zoeken naar bronnen, conclusies trekken, opzoeken en verwerken van gegevens, formuleren Economie Marktonderzoek (field – en deskresearch), problematiek van de ontwikkelingslanden Wiskunde Exponentieel verband en lineair extrapoleren Natuurkunde Bij het project Ethiopië: technisch ontwerpen: ontwerpcyclus (probleemanalyse, beschrijven t/m ontwerp testen); warmteleer (geleiding, stroming straling, energie en faseovergangen); licht ( parabolische spiegels); energie (kwadrantenwet). Bij het project zaadveredelingsbedrijf: automatische systemen; warmteleer (isolatie en warmtetransport). Scheikunde Scheidingsmethoden, analyse, toepassing scheikundige kennis, bestrijdingsmiddelen en sporenelementen. Biologie Erfelijkheidsleer, DNA De werkwijze Het kenmerkende van alle opdrachten is dat de leerlingen een projectteam vormen bij een bureau en advies uitbrengen aan externen. (zie ook 4 en www.digidac.nl). Bij het uitvoeren van de projecten werd de volgende werkwijze gevolgd. De leerlingen werden naar aanleiding van de gekozen vakken al gedeeltelijk in groepen gedeeld. Elke groep kreeg dezelfde inleiding maar wel per groep een andere opdracht. De opdrachten waren dusdanig opgebouwd dat er "paaltjes" werden geslagen. De opdrachten werden door de deelnemende docenten geformuleerd. Nadat in overleg de verschillende onderwerpen waren bepaald, had iedere docent de opdracht een begin te maken met een aantal opdrachten. Een gedeelte van die opdrachten was algemeen, dit gedeelte werd door de projectleider aangeleverd. De opdrachten werden rondgemaild van commentaar voorzien. Op deze wijze kwam de eindversie tot stand. De groepen aan de begeleiders toegewezen. Aangezien de begeleiders de twee projectdagen aanwezig waren, was de begeleiding intensief. Dit hielp ook het "meeliften" te beperken. Bij de beoordeling werd dit ook ter sprake gebracht en meegewogen. In het voortraject was hier helaas minder zicht op. 4 Schubertrode 42, 2717 HJ Zoetermeer, tel. 079-321 93 25, http://www.scz.nl/ Contactpersonen Jeroen van Grunsven (afdelingsleider 3-4-5-havo) en Batja van de Pol (projectleider, [email protected]) eindrapportage helemaal havo! 22 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! De gehele mediatheek was op de projectdagen gereserveerd voor HEHA. De werkwijzer werd in elo geplaatst, zodat alle leerlingen deze altijd konden raadplegen. Verder kregen de leerlingen 2 weken voor de projectdagen deelopdrachten uitgereikt. Het inleveren van deze opdrachten ging via elo. Verder contact met begeleiders liep o.a. ook via elo. Wat betreft de projectdagen: de begeleiders waren deze 2 dagen aanwezig. Dus contact werd snel gelegd. Inleveren van het eindproduct ging schriftelijk. De leerlingen die niet of niet voldoende hadden meegewerkt, moesten een aanvullende opdracht maken. Dit was alleen tijdens het tweede project nodig. Tijdens het project werden de ouders op de hoogte gesteld en uitgenodigd voor de presentatie. 2. De ondernomen activiteiten In het schooljaar 2005/2006 hebben binnen de zaakvakken en exacte vakken in totaal 4 projecten gedraaid. Bij de zaakvakken waren dit het "Winkelcentrumproject" en "Inrichting winkelcentrum Oosterheem". Hierbij is er "inside out, outside in" nagestreefd. Dat wil zeggen dat een gedeelte van de beoordeling gebeurde door externen (vertegenwoordigers gemeente Zoetermeer en bedrijfsleven) en dat de leerlingen een gedeelte van het project (marktonderzoek) buiten school hebben verricht. Het vak wiskunde (wa12) was betrokken bij het "Winkelcentrum"-project. (Dit project is later genomineerd voor DurvenDelenDoen; € 50.000) Bij de exacte vakken lag de nadruk ook op de praktijk. Daar heeft het "Baggerproject" gedraaid, waarbij de leerlingen alle facetten van het uitbaggeren van een sloot hebben bekeken. Het tweede project ("Technisch ontwerp Ontziltingsinstallatie") is als profielwerkstuk ingezet en wordt pas begin schooljaar 2006/2007 afgerond. In het schooljaar 2006/2007 is het project Ethiopië uitgevoerd. Alle vakken binnen het domein Mens en Maatschappij en Exact hebben zich aangesloten bij dit project. Net als de vorige keer heeft ook wiskunde meegedaan. Binnen dit project hebben de leerlingen, afhankelijk van hun profiel, opdrachten gemaakt over de ontwikkelingsproblematiek van Ethiopië. Op basis van hun bevindingen moesten de leerlingen een advies te geven over de uitvoering van een bepaald ontwikkelingsproject. Dit advies moesten ze geven aan de stichting "Makelele", die dan eventueel dat project zou uitvoeren en financieren. De presentatie werd beoordeeld door leden van de stichting "Meskerem", die ontwikkelingsprojecten in Ethiopië sponsort. Op de presentatieavond werden spullen uit Ethiopië verkocht en de opbrengst hiervan kwam ten goede aan de stichting "Meskerem". Ook dit keer werd een deel van de beoordeling gedaan door externen. Het tweede project voor M&M was "vestigingsanalyse", hierbij voerden de leerlingen marktonderzoek uit in het winkelcentrum. Voor Exact was het de bedoeling dat zij een zaadveredelingsbedrijf zouden gaan bezoeken, maar dit bezoek is helaas door problemen met schimmels in de kas van het bedrijf niet doorgegaan. Zij hebben het project geheel in school moeten uitvoeren. Verder werden er in 2006-2007 nog twee andere projecten uitgevoerd. Project "Vestigingsplaatsanalyse"(M&M): Bij dit project kregen de leerlingen een opdracht alsof ze voor een adviesbureau werken. De opdracht was te onderzoeken of er in Zoetermeer nog behoefte was aan een bepaald soort winkel. Hiervoor moest o.a. marktonderzoek worden uitgevoerd. Project Zaadveredeling (Exact): In dit project gingen de leerlingen het praatje van de verkoper van het zaadveredelingsbedrijf "De Ruijter Seeds" vakinhoudelijk onderbouwen. De studielast van elk van de opdrachten was 60 uur per jaar. eindrapportage helemaal havo! 23 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! 3. Knelpunten en de gekozen aanpak Inhoud Er zijn geen inhoudelijke knelpunten geconstateerd. Organisatie In het schooljaar 2005/2006 waren alle studiezone-uren (keuzewerktijd-uren) voor de deelnemende vakken gereserveerd voor het HEHA-project. Een nadeel was dat de begeleidende docenten tijdens deze uren niet aanwezig waren. Dit betekende dat er weinig tot geen zicht was op het proces, de samenwerking en de voortgang. Coaching en terugkoppeling (o.a. met betrekking tot zelfreflectie van de leerling) verliep daardoor moeizaam. Een ander nadeel was dat niet alle groepsleden op hetzelfde tijdstip een studiezone-uur hadden. Het onderlinge overleg en taakverdeling binnen de groepen verliep daardoor stroef. Om deze knelpunten op te lossen, is in het schooljaar 2006/2007 gekozen voor 2 x 2 projectdagen. Deze vorm bevalt heel goed. Bij organisatie in 2 x 2 projectdagen is er natuurlijk de uitval van de reguliere les van de begeleidende docenten. Aangezien de projectdagen ruim van te voren zijn ingepland, kunnen alle docenten en leerlingen hier met hun eigen planning rekening mee houden. Ruimtelijke voorzieningen De beschikbare ruimte levert een duidelijk knelpunt. Als heel 4 havo 2 dagen lang de hele mediatheek en daar de computercapaciteit gebruikt, dan heeft dat gevolgen voor andere leerlingen en andere klassen. De projectdagen waren natuurlijk bekend en bij de andere docenten werd er nog eens op gewezen dat ze in die dagen geen opdrachten moesten geven waar de computer bij werd gebruikt. Ook toen de projecten over meerdere weken waren verspreid, was dit een probleem. De mediatheek werd op deze tijden heel intensief gebruikt door 4 havo-leerlingen. Uitvoering Bij M&M waren de leerlingen het eerste project gemotiveerder dan het tweede project. Aangezien het tweede project al in maart plaatsvond, was speelde het tijdstip (laat in het jaar) geen grote rol. Wel was het voor een aantal leerlingen in 4 havo al duidelijk dat ze niet naar 5 havo zouden gaan. Bij de groepssamenstelling is daar al gedeeltelijk rekening mee gehouden. Van de ouders zijn geen klachten ontvangen, noch over de projecten zelf, noch over de beoordeling. Bij het project in maart was het de bedoeling dat alle leerlingen op bedrijfsbezoek zouden gaan. Dit is echter niet gelukt. Lering voor volgend jaar is om eerder te beginnen met contacten leggen en harde afspraken maken. Betaalbaarheid Om deze projecten goed en innovatief uit te voeren is het nodig dat de deelnemende docenten uren krijgen voor ontwikkelen, externe contacten etc. Dit kan een knelpunt worden. 4. De resultaten van het project Werkwijze en procedures Door de ervaringen van de afgelopen jaren kan er sneller met het echte ontwikkelen van projecten worden begonnen. Een basis voor elk project is de werkwijzer, die steeds aangepast kan worden. eindrapportage helemaal havo! 24 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Een basismodel voor een werkwijzer Titel Situatieschets Hier beschrijf je de situatie en de rol die de leerling heeft Eindproduct Hier beschrijf je de eisen die de opdrachtgever aan de klant stelt. Werkwijze Hier beschrijf je de eisen die de school stelt aan de uitvoering. Onderwerp Plan van aanpak Presentatie Bronnen (Zelf)reflectie Begeleiders Hier komen de namen te staan van de docent die beschikbaar is voor vakinhoudelijke begeleiding en voor de procesbegeleiding. Tijdpad en deadlines Hier komen de data te staan voor tussenproducten en voor een eindproduct. Logboek Hier komen de eisen te staan tav. het procesverslag (logboek) Bronnen Hier komen - indien relevant - de verplichte of de mogelijke bronnen te staan. Afhankelijk van de opdracht kan een rubriek uitgebreider of bepwerkter worden ingevuld. Het basismodel fungeert min of meer als een checklist. Materialen De projecten die er nu liggen kunnen als uitgangspunt dienen voor volgende projecten. Ze zullen in veel geval dienen als inspiratiebron. Sommige delen zijn letterlijk herhaalbaar, andere moeten naar een nieuwe situatie herschreven worden. Contacten Er zijn sterke contacten gelegd met de Haagse Hogeschool, de Gemeente Zoetermeer en enkele bedrijven in de omgeving zijn contacten gelegd. Deze kunnen bij een volgend project direct weer worden opgepakt. 5. De betrokkenheid van de leerlingen bij het project De leerlingen werden bij de opzet van de projecten betrokken door hun rol bij de evaluatie. Elk project werd door de leerlingen gevalueerd, zo konden de leerlingen aan het eind van ieder project wat zij wel/niet goed vonden aan het project. De uitkomst hiervan werd meegenomen bij de volgende projecten. Verder is het nog te vroeg om te kunnen zeggen of het leerproces van de leerlingen verbeterd is. Het is duidelijk dat de leerlingen een aantal competenties verworven of verdiept hebben. Het vijfde leerjaar staat echter weer geheel in het teken van het eindexamen. De nadruk die gelegd zal gaan worden op het verkleinen van het verschil tussen het schoolexamen en het centrale examen versterkt deze beweging. Veel van de in HEHA-projecten geoefende vaardigheden hoeven in deze situatie niet gebruikt te worden. Wij hopen dat de leerlingen zodra ze in het hbo starten deze kwaliteiten weer kunnen gebruiken. eindrapportage helemaal havo! 25 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! 6. De realisatie van de doelstellingen De doelstellingen zijn bereikt in de 4e klas havo, maar hierbij moet de kanttekening geplaatst worden die ook in paragraaf 5 genoteerd is, namelijk dat in de 5e klas de nadruk weer sterk op vakinhoud en vakvaardigheden komt te liggen. Er is wel een uitbreiding naar de 3e klas, zodat er gewerkt wordt aan een doorlopende leerlijn. In de 3e klas gaan de mentoren ook aan het begin en eind van het jaar naar de competenties kijken en met de leerlingen de vooruitgang daarin bespreken. Daarnaast is te merken dat het project zelf onder de docenten meer leeft. Dit heeft tot resultaat dat in 2007/2008 CKV zich bij het project aansluit. Ook het realistisch kijken naar wat haalbaar is binnen een project en op welke wijze een project geschreven kan worden is verbeterd. 7. Kennisoverdracht en kennisdeling in de school Veel informatie is informeel verspreid. Daarnaast zijn er berichten in het weekbericht geplaatst. De projecten of delen daarvan zijn voor de hele school beschikbaar. Het "Winkelcentrum"project is ook in aangepaste vorm uitgevoerd op onze vmbo-locatie. De projecten zijn beschikbaar op www.digidac.nl. 8. Kennisoverdracht en kennisdeling tussen de scholen en buiten de eigen kring De scholen organiseerden studiemiddagen voor de deelnemende docenten. De meeste van deze studiemiddagen werden gebruik voor uitwisseling, al dan niet door ‘kritische vrienden’ uit de Haagse Hogeschool en de Hogeschool Rotterdam uit te nodigen. Het uitwisselen van ervaringen is nuttig gebleken: je komt op ideeën en kunt eventueel een project overnemen. Verder hoor je natuurlijk ook van knelpunten en kun je van te voren al bekijken hoe je die eventueel op je eigen school kunt oplossen/voorkomen. Doordat er van de andere scholen nauwelijks exacte vakken deelnamen aan het project, bleef het rendement voor een deel van de docenten van het Picasso Lyceum beperkt. Aan het begin van het project werd een studiemiddag verzorgd door Jos de Klein (BDF-advies). Er waren goede contacten met de Hogeschool Rotterdam en met de Haagse Hogeschool, beide instellingen leverden bijdragen aan studiedagen van de heha-docenten. De ervaringen van het de heha-scholen zijn in eerste instantie in workshops met andere Digidac-scholen uitgewisseld. Er wordt ook meegewerkt aan een studiemiddag van de Haagse Hogeschool voor docenten hbo en docenten van andere vo-scholen. 9. De mate waarin het project heeft bijgedragen aan de doelstelling van de regeling Vanaf 1 augustus 2007 heet Lyceum Schubertrode "Picasso Lyceum". Dit is niet alleen een naamsverandering, maar het staat ook voor een verandering in het onderwijsconcept. Het motto van het Picasso Lyceum is: Talenten ontwikkelen tot prestaties. Dit heeft gevolgen voor het leren, voor de medewerkers en de organisatie. eindrapportage helemaal havo! 26 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Het leren ▪ Het leren staat in het teken van de ontwikkeling van de talenten van de leerling. In die geest werken wij aan het verwerven van kennis en vaardigheden en de ontwikkeling van aanleg, houding en persoonlijkheid. ▪ De leerling verantwoordelijk is voor zijn eigen leren en werkt actief aan het ontplooien van zijn talent. We zien een leerling die ▪ - het eigen leerproces stuurt en beïnvloedt - prestaties levert op zijn niveau - zich breed oriënteert en ontwikkelt - zowel zelfstandig als in groepsverband werkt - begeleiding krijgt waar gewenst, zorg waar nodig. De school is verantwoordelijk voor alle voorwaarden voor het leren van de leerling. De school draagt daarom zorg voor: - een stimulerende en innovatieve leeromgeving - een samenhangend onderwijsconcept. Medewerkers en organisatie ▪ De medewerkers stellen hun werkzaamheden in dienst van het leren van de leerling. ▪ De school is een lerende organisatie waarin samen (in wisselend teamverband) gewerkt wordt en van en met elkaar geleerd wordt. De HEHA-projecten hebben aangetoond een goede manier te zijn om aan deze uitgangspunten te werken. 10. De samenwerking tussen de bij het project betrokken partijen De samenwerking met het hbo (m.n. de Haagse Hogeschool) verliep goed. Duidelijk was te merken dat ze positief stonden t.o.v. dit project. Ook de samenwerking met overheden verliep goed, alhoewel dat ook wel afhankelijk was van het enthousiasme van de persoon in kwestie. Bij bedrijven loop je toch tegen tijdgebrek aan bij het personeel en diverse voorschriften, bijv. hygiëneregels bij Nutricia. We hebben geprobeerd e.e.a. te regelen via het SOB (Stichting Onderwijs Bedrijfsleven), maar de resultaten hiervan leverden niet altijd het gewenste resultaat. waren niet altijd 11. De toekomstplannen Komend schooljaar zijn er weer 2 HEHA projecten. De bedoeling is dat deze projecten ingebed worden in het hele Havo-traject, d.w.z. dat er al in de 3de wordt begonnen met competenties (nulmetingen) en dat deze tot de 5de doorlopen. Bijlagen De volgende stukken zijn te vinden op www.digidac.nl > helemaal havo Vestigingsanalyse - opdracht met begeleidingsmateriaal Ethiopië - opdracht met begeleidingsmateriaal Verdedeling groentezaden - leerlingopdracht eindrapportage helemaal havo! 27 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! R.J. Anders - Eindrapportage van het project Helemaal Havo! van het Veurs Lyceum5 in Leidschendam 1. Een algemene beschrijving van de werkwijze Op het Veurs Lyceum werd ervoor gekozen het gehele schooljaar projecten te organiseren voor alle leerlingen. Tijdens het eerste projectjaar ( 2005-2006) hadden de leerlingen op woensdag 4 lesuren de tijd om aan het project te werken. Gedurende het schooljaar 2006-2007 werd dit 3 lesuren per week. Er werd gekozen voor 3 i.p.v. 4 uur omdat het rendement tijdens het laatste uur op woensdag niet hoog meer was. De uitgevoerde opdrachten zijn opgenomen op www.digidac.nl > helemaal havo. De deelnemende vakken Het Veurs Lyceum heeft ervoor gekozen om vakken die uitsluitend met een schoolexamen af gesloten worden in het project te betrekken. door te werken aan de projecten bereikten de leerlingen de eindtermen van de vakken anw, ckv, maatschappijleer en informatica. Elk van de vakken leverde 1 docent, die tevens fungeerde als begeleider van 15 leerlingen. Verder werden steeds enkele stagiaires van het Iclon ingezet om daarmee extra leservaring op te doen. Werkwijze bij het maken van opdrachten Tijdens het wekelijkse overleguur van het HeHa-team werd steeds het lopende project geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Vast agendapunt was het volgende project. Ideeën werden uitgewisseld, taken verdeeld en vooral ook contact gezocht met potentiële externe opdrachtgevers. Na deze procedure werd de projectbeschrijving voor de leerlingen samengesteld. Leerlingbegeleiding Elke week werd 1 uur voor de leerlingen ingeroosterd waarin zij als groepje bijeenkwamen. De secretaris notuleerde en plaatste het verslag in de ELO. De begeleidende docent van dit groepje stelde zich tijdens dit overleg op de hoogte van de vorderingen en kon (indien nodig) het proces bijsturen. Wekelijks werd de ELO gecontroleerd. Niet actieve leerlingen kregen in hun eigen tijd de gelegenheid alsnog hun taken af te maken. Beoordeling van de leerlingen De beoordeling vond plaats gedurende het hele proces, ook het actief mee vergaderen en het bijhouden van de ELO was een onderdeel van de beoordeling. De rol van de elo Alle opdrachten werden in de elo gezet. In het Begeleidend Dossier werden alle onderzoekjes en vorderingen geplaatst. De begeleidende docenten hielden contact met de leerlingen buiten de reguliere contactmomenten en stuurden op deze manier het project wat bij. Het gebruik van de ELO was een onderdeel van de beoordeling. Van alle leerlingen werd verwacht dat zij het persoonlijk logboek zouden bijhouden. De secretaris moet verder nog het groepslogboek bijhouden en ook het begeleidend dossier en het PVA( plan van aanpak), de agenda en de 5 Burg. Kolfschotenlaan 5, 2262 EZ Leidschendam, tel 070 4199100, http://www.veurslyceum.nl/ Contactpersonen Frans Richel (afdelingsleider bovenbouw) en Rob Anders (projectleider, [email protected]) eindrapportage helemaal havo! 28 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! notulen. De begeleidende docent controleerde wekelijks de ELO en stuurde leerlingen bij (werkuur) indien e.e.a. niet in orde was. Ruimtelijke voorzieningen Voor de circa 75 deelnemende leerlingen 5 lokalen, de videoconferenceroom, de aula en het Open leercentrum (met 70 computers) beschikbaar. 2. De ondernomen activiteiten Op het Veurs Lyceum zijn zes projecten geschreven en uitgevoerd. Buren Verzin een invulling voor een deel van een culturele avond met muziek, zang, dans, theater en film. Toeschouwers zijn leerlingen, docenten en ouders. Het thema van de avond is 'buren' en het thema mag breed worden opgevat. Hoofddoel van de opdracht is het zo professioneel mogelijk neer kunnen zetten van een korte culturele voorstelling om de toeschouwer enerzijds te vermaken en anderzijds aan het denken te zetten over het thema 'buren' (=samen de probleemstelling). Elk groepslid moet een aandeel hebben in de presentatie (d.w.z. iedereen speelt een rol op het podium). Kinderen van de wereld Verzamel informatie over de zes thema's (religie, feesten, kleding, leefomgeving, verhalen, muziek) die betrekking hebben op het land of gebied, dat gekoppeld is aan jouw groep. In elke groep zit tenminste één leerling die een band heeft met het land of gebied. Maak met de door jullie verzamelde informatie een tijdschrift. De presentatie bestaat uit 2 onderdelen: een presentatie van het tijdschrift en het inrichten van een buffet, gevolgd door een gezamenlijke maaltijd. Meiden en jongens van toen en nu Verzin een invulling voor een deel van een culturele avond met muziek, zang, dans, theater en film. Toeschouwers zijn leerlingen, docenten en ouders. Het thema van de avond is 'Meiden en Jongens van Toen en Nu'. Het thema mag breed worden opgevat. Hoofddoel van de opdracht is het zo professioneel mogelijk neer kunnen zetten van een korte culturele voorstelling om de toeschouwer enerzijds te vermaken en anderzijds aan het denken te zetten over het thema. Elk groepslid moet een aandeel hebben in de presentatie (d.w.z. iedereen speelt een rol op het podium). AMC Ontwikkel of ontwerp een product waardoor een kinderziekte of gebrek minder beperkingen geeft en daardoor draaglijker voor de patiënt kan zijn en tevens kostenbesparend voor de zorg. De gezondheidszorg is een algemene naam voor een groot aantal aandachtsgebieden. Jeugdcriminaliteit De opdracht is namens Halt voorlichting te geven aan de Leidschendamse jeugd van 12 t/m 15 jaar om deze groep te informeren over de gevolgen van jeugdcriminaliteit en hen zodoende ervan te weerhouden criminele activiteiten te ontplooien. Dat kan met behulp van een voorlichtingscampagne, een magazine, een videoclip of een speciaal ontworpen spel. Maar natuurlijk zijn er nog andere manieren om het thema jeugdcriminaliteit onder de aandacht van de jeugd te brengen. eindrapportage helemaal havo! 29 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Verbeter de wereld om je heen Bedenk een excursie of les waarin je brugklasleerlingen op een praktische manier kennis laat maken met de problematiek binnen jouw thema. De presentatie of excursie bestaat uit de volgende onderdelen: ▪ Uitleg over de opdracht die je hebt gehad. ▪ Uitvoering van les of excursie. ▪ Controle of de overgebrachte kennis overgekomen is. 3. Knelpunten en de gekozen aanpak Inhoudelijk Het bereiken van de eindtermen van de deelnemende vakken (anw, ckv, maatschappijleer en informatica) leverde een probleem. De eindtermen moesten wat geforceerd ingebracht worden en dat vereiste inventiviteit van de vakdocenten. Organisatorisch Er waren geen onoverkomelijke organisatorische problemen, vooral ook doordat de docenten zeer gemotiveerd waren om alles in goede banen te leiden er veel extra (eigen) tijd in stopten. Door roostertechnisch een band in het rooster aan te brengen waren alle leerlingen en lokalen beschikbaar. Uitvoering van de projecten De ouders waren in het begin kritisch. Door duidelijke voorlichting waren er geen kritische geluiden meer te horen in het tweede projectjaar. Het kostte geen enkele moeite bedrijven of instellingen te vinden die bereid waren mee te werken. Zij werden ook ingezet tijdens de beoordeling van de eindresultaten. In paragraaf 4 worden de partners genoemd. Betaalbaarheid Doordat er meer begeleiding nodig is zijn de projecten zonder extra middelen voor het Veurs Lyceum niet te betalen. Veel extra tijd gaat ook naat de controle van de ELO en het begeleiden van leerlingen naar musea en de begeleiding van presentaties. 4. De resultaten van het project De twee projectjaren hebben een aantal herhaalbare werkwijzen en procedures opgeleverd, deze zijn beschikbaar op www.digidac.nl. Er zijn door het project belangrijke contacten gelegd met de Haagse Hogeschool, de TH Rijswijk, Bureau Halt, het AMC in Amsterdam, het Museon, het Haags Gemeente Museum en Grafisch bedrijf Knijnenburg. eindrapportage helemaal havo! 30 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! 5. De betrokkenheid van de leerlingen bij het project De begeleiders hebben geen duidelijke verbetering van de betrokkenheid geconstateerd door de vernieuwde werkwijze. Bij het project AMC waren enkele groepen extra geïnteresseerd omdat ze in een wereld terechtkwamen, waar zij nog weinig van wisten. Maar dat zouden zij ook zijn als het regulier i.p.v. competentiegericht leren was geweest. De mate waarin meestal ( schoorvoetend) aan het project begonnen werd toonde niet aan ,dat de leerlingen zich uitgedaagd voelden. Het ‘moeten doen’ was dan de drijfveer. Binnen de groepen waren wel duidelijk leerlingen aanwijsbaar, die initiatiefrijker waren en het voortouw namen, zoals dat ook bij meer traditionele onderwijssituaties het geval is. In leerlingenquêtes werden ideeën van de leerlingen gepeild. Deze feedback werd gebruikt bij het verbeteren van de projecten. 6. De realisatie van de doelstellingen Het project heeft effect op de docenten en leerlingen gehad. De effecten op de docenten. Begeleidingsvaardigheden De begeleidingsvaardigheden van de (project) docenten ontwikkelden zich vooral tijdens het eerste en tweede project. Dit omdat snel duidelijk werd, dat zonder een goed gestructureerde leiding de leerlingen niet tot echte daden kwamen. Elke groep voerde een eigen opdracht uit binnen het grotere geheel. Vaardigheid projecten te schrijven Belangrijk bleek de projectbeschrijving voor de leerlingen beknopt en overzichtelijk te houden. Dit bevorderde het begrip en de leesbaarheid voor de leerlingen. Effect op de overige docenten De overige docenten voelen zich nauwelijks betrokken bij het project. Zij waren overigens wel bereid hand en spandiensten te leveren. Voorbeeld: het uitvoeren van korte workshops door de secties BIO en LO. De effecten op de leerlingen. Het aantal ongemotiveerde leerlingen bleef o.i. gelijk. Dit was jammer, want het was toch een reden om aan dit project mee te doen. Meeliftende leerlingen werden eenvoudig herkend. In een aantal gevallen werd dit ook gemeld door de leerlingen uit de groep (zie ook paragraaf 5). Het grootste effect op de leerlingen was het aanleren van vaardigheden op het gebied van vergadertechniek, ELOgebruik en werken in groepjes. 7. Kennisoverdracht en kennisdeling in de school Wekelijks werd een uur ingeruimd voor onderling overleg en evaluatie van het lopende project. Evaluaties en informatie werden mondeling dan wel schriftelijk verspreid tijdens MR vergaderingen en afdelingsvergaderingen. Er werden geen interne studiemiddagen georganiseerd met als thema competentiegericht leren. eindrapportage helemaal havo! 31 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Er werd een aparte ruimte gereserveerd om de website van het Veurs Lyceum, waarop foto's en verslagen van HeHa activiteiten werden getoond. In het algemeen waren collega-docenten wel geïnteresseerd maar kritisch over de mogelijkheden van competentiegericht leren. Geïnteresseerde collega-docenten kregen toegang tot de gebruikte ELO. 8. Kennisoverdracht en kennisdeling tussen de scholen en buiten de eigen kring De scholen organiseerden studiemiddagen voor de deelnemende docenten. Aan het begin van het project werd een studiemiddag verzorgd door Jos de Klein. Deze studiemiddagen werden vooral bezocht door de begeleidende docenten en meewerkende stagiaires. Vooral na de eerste projecten waren de op uitwisseling en verdieping gerichte bijeenkomsten nuttig voor de begeleidende docenten. Door met elkaar de ervaringen te delen werden fouten voorkomen. Er waren goede contacten met de Hogeschool Rotterdam en met de Haagse Hogeschool, beide instellingen leverden bijdragen aan studiedagen van de heha-docenten. De ervaringen van het Veurs Lyceum zijn in eerste instantie in workshops met andere Digidac-scholen uitgewisseld. Er wordt ook meegewerkt aan een studiemiddag van de Haagse Hogeschool voor docenten hbo en docenten van andere vo-scholen. 9. De mate waarin het project heeft bijgedragen aan de doelstelling van de regeling De ervaringen zullen ingezet worden bij projecten in de komende jaren maar hebben niet geleid tot ingrijpende onderwijskundige veranderingen. 10. De samenwerking tussen de bij het project betrokken partijen Het Veurs Lyceum heeft samengewerkt met hbo-instellingen, overheden, instellingen, bedrijven en anderen. Er was een prima samenwerking met de Haagse Hogeschool en de contacten met en binnen deze organisatie zijn duidelijk versterkt. Het Museon, Haags Gemeente Museum, Bureau Halt en het AMC verleende enthousiast hun medewerking en droegen bij aan de beoordeling van presentaties van het werk van de leerlingen. 11. De toekomstplannen Inmiddels heeft het Veurs Lyceum een bescheidener opzet gekozen voor het schooljaar 2007-2008. Het project ‘4real’ was een bewerking van het project "Buren". Het thema was deze keer ‘kiezen’. Op de eerste schooldag werden alle H4 leerlingen in de aula verzameld. Er volgde een afvalquiz, waarbij keuzes moesten worden gemaakt over de schoolcarrière. De groepen werden willekeurig ingedeeld in Theater, Dans, Muziek, Begeleiding en Film. Dit gebeurde op dinsdag. Op donderdagavond was de uitvoering, waarbij de ouders waren uitgenodigd. eindrapportage helemaal havo! 32 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Hoofddoel was het sneller integreren van H4 leerlingen met verschillende achtergronden. (Havo-3, havo-3 van het 's Gravendreefcollege, zittenblijvers, leerlingen uit Ath-3 en leerlingen van andere scholen.) We zijn er van overtuigd, dat dit heeft gewerkt. Bijlagen De volgende stukken zijn te vinden op www.digidac.nl > helemaal havo Zes projectopdrachten o Buren o Kind van de wereld o AMC o Verbeter de wereld o Meiden en jongens van toen en nu o Jeugdcriminaliteit De verantwoordingen van de projecten in relatie tot examenstof Printscreen van de elo Plan van aanpak Leerlingmateriaal van één van de projecten als voorbeeld o agenda’s o begeleidende dossiers o groepslogboek o persoonlijk logboek o notulen eindrapportage helemaal havo! 33 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! J. Rensema - Eindrapportage van het project Helemaal Havo! van Het College Vos6 in Vlaardingen 1. Een algemene beschrijving van de werkwijze Het College Vos heeft in het eerste HeHa-jaar gekozen voor 6 projecturen op weekbasis, telkens op de dinsdag en donderdag tijdens lesuur 3, 4 en 5. Alleen de leerlingen met een EM- en een CM-profiel konden meedoen. Aan de projecten is bijgedragen door docenten van de vakken Nederlands, Engels, Aardrijkskunde, Geschiedenis, Economie en Biologie. Al deze vakken hadden 1 zogenaamd VOS-uur (zelfstandigheidsuur) ‘afgestaan’ aan het project. De meeste docenten draaiden per week 1 lesuur mee, sommige waren 2x een lesuur aanwezig. Alle deelnemende docenten kregen bovendien 1 taakuur toebedeeld om wekelijks te vergaderen, danwel projecten te schrijven.De beoordeling van het werk (tussentijds en eindproduct) nam een veelvoud aan uren in beslag. In het tweede HeHa-jaar is weer gestart met 2 x 3 lesuren per week, maar halverwege het schooljaar is dat teruggebracht naar 2 x 2 lesuren. Het project HeHa is in dit tweede jaar ook opengesteld voor de leerlingen met een NG/NT-profiel.Bovendien zijn de docenten uit deze hoek toegevoegd als begeleiders. Twee docenten kregen dit schooljaar een taakuur extra en traden op als projectschrijvers. De deelnemende vakken en docenten In het algemeen is ervoor gekozen zoveel mogelijk examenstof in de projecten aan te bieden, maar het bleek telkens een gigantisch probleem omdat de eindtermen zich niet eenvoudig lieten vertalen naar concrete projecten. Het werd hoe langer hoe gekunstelder om de lesstof consequent in projecten te vatten.De docenten Engels en Nederlands konden aardig uit de voeten door diverse handelingsdelen in een project op te nemen, maar bij aardrijkskunde, geschiedenis en economie kwam de feitelijke leerstof steeds meer in het nauw en de cijfers van de leerlingen daalden dramatisch. Kenmerken van de opdrachten We hebben geprobeerd zo concreet mogelijke opdrachten te schrijven, toegesneden op de belevingswereld van de leerlingen. We hebben veel deelopdrachten in de projecten gestopt waarvoor de leerlingen de school uit moesten. Dat kon deels in projecttijd, deels in eigen tijd. De studielast kwam daarmee uit op 200 a 280 uren. Werkwijze bij het maken van een opdracht In het eerste jaar kwamen de projecten in onderling overleg tot stand. Na gemiddeld 2 brainstormsessies kregen de docenten wiens vak het meest herkenbaar was in het project de opdracht het project uit te schrijven. Hun voorstel werd vervolgens teruggekoppeld en geamendeerd, waarna de eindversie aan de leerlingen werd gepresenteerd. Deze werkwijze zorgde ervoor dat elke deelnemende docent van begin tot eind op de hoogte was van vorm en inhoud en doelstelling van het project. In het tweede jaar waren 2 van de deelnemende docenten belast met de taak projecten te schrijven (eentje uit EM/CM-hoek en eentje uit NG/NT-hoek).Dit leidde ertoe dat de overige docenten minder betrokken raakten bij vorm, inhoud en doelstelling van het project. 6 Postbus 6040, 3130 DA Vlaardingen, Koninginnelaan 771, Vlaardingen http://www.hetcollegevos.nl/ Contactpersoon Peter van Groen (afdelingsleider bovenbouw, van [email protected]) eindrapportage helemaal havo! 34 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Begeleiding, vordering en beoordeling van leerlingen De begeleiding werd aanvankelijk nogal ad hoc gegeven; de aanwezige docent(en) begeleidden vooral als daarom gevraagd werd, of als men in de gaten had dat een groepje niet voldoende vorderingen maakte (hetgeen via de elo gecontroleerd kon worden). Daarnaast controleerden alle docenten individueel of de deelproducten die voor hun vak geleverd moesten worden tijdig en goed werden gemaakt/ingeleverd. Later zijn we overgestapt op een strakker model van begeleiding; iedere docent kreeg een aantal groepjes toebedeeld die intensief begeleid moesten worden. Deze structuur kwam het eindproduct en het voortgangsproces in elk geval ten goede. Per project werden diverse vaardigheden steeds intensiever getraind, maar van de groei die leerlingen hierin maakten hebben we niets vastgelegd. De beoordeling is telkens uitgevoerd door de vakdocenten, iedereen beoordeelde datgene waarvan hij/zij de meeste kennis van zaken had. Ook is regelmatig gebruik gemaakt van beoordeling door de externe opdrachtgever. De docenten hadden dan wel de beoordelingscriteria vrij gespecificeerd op papier gezet; de beoordelaar moest zich aan die criteria houden. Er is altijd beoordeeld met een cijfer met 1 decimaal achter de komma.Onvoldoendes konden niet herkanst worden, omdat de tijd daartoe ontbrak en omdat dat organisatorisch niet haalbaar was. De rol van elo Alle projecten zijn telkens gepubliceerd in N@tschool, de elektronische leeromgeving bij Het College Vos.Alle deelproducten en eindproducten moesten door de leerlingen in N@tschool gezet worden; bij het verlopen van een deadline kon de ICT-coordinator – tevens deelnemend HeHa-docent – het project bevriezen, waarna wijzigingen e.d. niet meer mogelijk waren.Het corrigeren en beoordelen liep ook grotendeels via N@tschool. Afgezien van het feit dat de elo regelmatig uit de lucht was wegens externe omstandigheden, werkte dit systeem toch vrij goed. Ruimtelijke voorzieningen Het eerste HeHa jaar zaten we met 65 leerlingen in een veel te kleine ruimte met veel te weinig computers. Vanwege het geluidsniveau en de warmte die 65 puberlijven afscheiden kon er nauwelijks geconcentreerd gewerkt worden. Het tweede jaar kregen we de beschikking over een grotere ruimte, met meer computers en een laptopkar met zo'n 20 werkende laptops. Ook werd er structureel een onderwijsassistent/studiobeheerder aan het project toegevoegd. Daardoor konden de docenten zich meer op de inhoud en begeleiding concentreren en nam de studiobeheerder de taak van "politieagent" gedeeltelijk over. 2. De ondernomen activiteiten In 2005-2006 werden de projecten 1 tot en met 4 georganiseerd , in 2006-2007 de projecten 5 tot en met 9. Project 1 Organiseer je eigen schoolreis De directeur van de VOS is de opdrachtgever. De leerlingen vormen in groepjes van 4 een reisbureau, verzinnen een naam voor hun reisbureau en organiseren op papier de voor hen mest ideale schoolreis. Randvoorwaarden zijn de kosten (300 euro per leerling) en de reisduur (een kleine week). eindrapportage helemaal havo! 35 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Iedere groep presenteert zijn reisvoorstel; leerlingen, docenten en directeur brengen hun voorkeursstem uit. De winnende schoolreis wordt ook daadwerkelijk uitgevoerd. Project 2 Imagoverbetering van Vlaardingen De plaatselijke afdeling van de VVD is de opdrachtgever. De leerlingen moeten de raadsfractie van de VVD, de gehele gemeenteraad inclusief de burgemeester voorstellen doen hoe Vlaardingen kan afkomen van het aloude imago van "stinkstad", "haringstad". Onderdeel van het project is dat ze een bekende/beroemde Vlaardinger moeten interviewen over zijn/haar voorliefde voor de stad. Een interviewcursus door iemand van de NOS maakt deel uit van het project. Ze publiceren hun bevindingen en voorstellen middels een posterpresentatie in het gemeentehuis in aanwezigheid van raadsleden en B&W. Project 3 Analyseer een industrieel monument De groepjes krijgen elk een industrieel monument in Vlaardingen of Schiedam toegewezen. Ze moeten de geschiedenis van dit monument achterhalen en op zoek gaan naar plekken in de omgeving die nog aan de roemruchte geschiedenis van het onderhavige monument herinneren. Er moeten foto's gemaakt worden van hoe het monument er nu uitziet of van wat ervoor in de plaats is gekomen. Ze moeten vooral veel in stads- en bedrijfsarchieven zoeken, met alleen het heilige internet komen ze niet ver. Project 4 Pimp je stad Opdrachtgever is de school zelf in samenwerking met studenten Planologie van de HRO. Als follow up van project 2, krijgen de leerlingen nu de kans om een wijk (of deel daarvan) van Vlaardingen af te breken en opnieuw in te richten. Ze moeten rekening houden met bestemmingsplannen, infrastructuur en financiële haalbaarheid. Het eindresultaat is een op schaal gebouwde maquette. De beoordeling van dit project wordt deels door de docenten en deels door de HRO-studenten gedaan. Project 5 Organiseer een voorlichtingsavond over de Tweede Fase Opdrachtgever was wederom de schoolleiding. Eindproduct was de organisatie en invulling van een voorlichtingsavond voor de eigen ouders over Havo 4 en de Tweede Fase. Dit was een kortlopend project (3 weken). Groepjes kregen een bepaald onderdeel m.b.t. de Tweede Fase toegewezen en moesten daarover een PowerPoint of andersoortige presentatie houden. Een week voor de feitelijke voorlichtingsavond is een "generale repetitie" gehouden, waarop al de helft van het eindcijfer gescoord kon worden; op de avond zelf zijn de leerlingen beoordeeld door docenten die zelf NIET deel uitmaakten van het HeHa-team. De avond was een doorslaand succes; ouders, leerlingen, docenten en directie waren zeer te spreken over het geleverde werk. Project 6 Scholierenverkiezingen De opdrachtgever is de organisatie die Scholierenschaduwverkiezingen organiseert. Aanhakend bij de Tweede Kamerverkiezingen bereiden de leerlingen een verkiezingsdag op school voor. Een gedeelte van de leerlingen moet zich verdiepen in partijprogramma's, een ander gedeelte neemt de organisatie en uitvoering op zich (o.a. stemhokjes bouwen, stemkaarten maken, p.r.-activiteiten ontplooien). Per groepje wordt 1 partij onder de loep genomen en geanalyseerd op 4 thema's (economische voorstellen, jongeren/studenten plannen, ecologische plannen en geografische ideeën). Ook moet er een alternatief verkiezingsaffiche worden ontworpen. Een paar dagen voor de verkiezingsdag moeten de leerlingen de overige leerlingen van de VOS voorlichten over wat "hun" partij wil. eindrapportage helemaal havo! 36 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! De projectdeelnemers moeten zelf een voorspelling doen van de uitslag op school en van de landelijke uitslag. De winnaars gaan een dagje naar Den Haag. Project 7 Famous men and women in the 20th century De opdrachtgever is de afdeling Internationalisering van Het College Vos. Op scholen in Italië en Spanje wordt een vergelijkbaar project gedraaid. Het eindproduct is een Portrettengalerij van beroemde Nederlanders, Italianen en Spanjaarden op de Internationale Schoolkrant The Comenius Herald. Het project is voor het grootste deel Engelstalig. De leerlingen moeten een Nederlander portretteren die beroemd is (er moet b.v. een standbeeld van hem/haar bestaan, of een straat naar hem/haar vernoemd o.i.d.). De groepjes kiezen eerst een sector waaruit hun beroemdheid afkomstig moet zijn (politiek,wetenschap,emancipatie,economie,theater,muziek e.d.). Vervolgens zoeken ze 4 beroemdheden binnen deze sector. Sub-einddoel is het maken van een kwartetspel van de beroemdheden. Project 8 Forensisch Onderzoek (voor de leerlingen met een N-profiel) Het project is een proefproject dat door een uitgeverij is uitgezet binnen een aantal scholen. De leerlingen met een NG/NT-profiel doen dit project. Zij moeten een databank aanleggen van vingerafdrukken. Er moeten veel proefjes gedaan worden, daarnaast moet er kennis worden verworven over DNA e.d Het project sterft voortijdig in schoonheid wegens onvoldoende voorbereiding en kennis van zaken van de begeleiders. Project 9 Plan je eigen ruimte (voor de leerlingen met een M-profiel) De leerlingen moeten het gebied Midden Delfland verkennen en in kaart brengen. Er moeten interviews gehouden worden met diverse gebruikers van het gebied, zoals bewoners, recreanten, horecaondernemers, campinghouders, verantwoordelijke bestuurders van stedelijke, provinciale en andere overheden (Hoogheemraadschap e.d.). Op diverse plekken in het gebied moeten ze een momentopname van de omgevingsfactoren maken. Eindproduct had moeten zijn een tentoonstelling op school over het Midden Delfland, maar project en eindproduct zijn voortijdig gesneuveld wegens afnemende inzet van leerlingen die toch zouden doubleren en afnemende motivatie van deelnemende docenten. Belangstellenden kunnen de projecten digitaal bekijken. Ga daarvoor naar http://natschool.hetcollegevos.nl Log in met gastheha - gastheha. Ga naar Mijn Lopende Studieroutes, klik Helemaal Havo (HeHa) aan en ga vervolgens naar projecten. 3. Knelpunten en de gekozen aanpak Inhoud Het was erg moeilijk om de eindtermen van aardrijkskunde, geschiedenis en economie en van de exacte vakken in de projecten onder te brengen. Dat gold in mindere mate voor de vaardigheidsdoelen van Nederlands en Engels. Organisatie In het eerste jaar was de ruimte waar gewerkt moest worden te klein en waren er te weinig ict-hulpmiddelen. eindrapportage helemaal havo! 37 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Uitvoering De spanningsboog van de leerling was gering, daarom werden projecten in veel stukjes geknipt. In het tweede jaar ontstaat daarbij door diverse omstandigheden een stevig motivatieprobleem. Om efficiënter te werken is in het tweede jaar het schrijven van projecten toevertrouwd aan twee schrijvers, hierdoor nam de betrokkenheid van de overige docenten echter sterk af. 4. De resultaten van het project Concreet hebben de projecten een aantal eindproducten opgeleverd zoals projectomschrijvingen en format voor de beoordeling en begeleiding van leerlingen. Er is elk jaar halverwege het schooljaar een leerlingenquête gehouden; de praktische tips die daaruit voortkwamen, hebben we indien mogelijk steeds onmiddellijk ingevoerd (tips over groepsgrootte, wijze van groepssamenstelling, begeleiding, tips over duur en plaats van de projecturen e.d.) Moeilijker meetbaar is wat Helemaal Havo de leerlingen aan kennis en vaardigheden heeft opgeleverd. De serieuze leerlingen hebben onmiskenbaar veel opgestoken. Zij hebben leren vergaderen, leren notuleren en vooral leren samenwerken. Ook heeft deze groep absoluut beter leren plannen. Daarnaast hebben ze geleerd hoe en waar ze bronnen kunnen vinden en hoe ze die kunnen gebruiken. De meeste leerlingen hebben kennis kunnen maken met onderwerpen waar ze zich anders niet zo snel in zouden verdiepen (verkiezingen, planologie, imagoverbetering b.v.). Een aantal van hen is zich hierdoor verder gaan oriënteren op dit onderwerp en is daardoor dichter bij een keus voor een bepaalde vervolgstudie gekomen. Niet alleen de serieuze maar ook de minder serieuze havo 4 leerling heeft beter leren presenteren, omdat iedereen een paar keer per jaar een (deel van een ) presentatie ten overstaan van een groot en onbekend publiek heeft moeten houden. Ook heeft iedereen zich kunnen voorbereiden op de wijze waarop ze dadelijk in het hbo of mbo - maar ook in het bedrijfsleven - te werk zullen moeten gaan. 5. De betrokkenheid van de leerlingen bij het project Leerlingen voelden zich vooral betrokken bij de projecten indien de projecten concreet, overzichtelijk en kortlopend waren. Ook als er voor de leerlingen "iets te halen viel" waren ze meer betrokken dan wanneer het "slechts" om een cijfer ging. Indien er een beloning in het vooruitzicht werd gesteld, anders dan een voldoende, waren de meeste leerlingen wel bereid er een schepje bovenop te gooien. Zo werkte het goed als er een excursie als beloning in het vooruitzicht gesteld werd of als de suggesties van de leerlingen daadwerkelijk uitgevoerd werden. Ook het werken met een externe opdrachtgever had een behoorlijke meerwaarde voor de leerlingen: een compliment en oorkonde van de burgemeester telt zwaarder dan een 10 met een zoen van de juf! Leerlingen die halverwege het schooljaar voorzagen dat ze toch zouden doubleren, waren met geen 10 paarden meer aan het werk te krijgen; hun betrokkenheid daalde dan ook tot het nulpunt. Dit had een negatieve uitwerking op het groepsproces; leerlingen die nog wel kansen hadden om over te gaan moesten het werk van 2 man verrichten. Bovendien moesten leerlingen hun beklag doen bij de docenten over hun medeleerlingen die meeliftten of de kantjes er vanaf liepen. De solidariteit ten opzichte van de klasgenoot woog in veel gevallen echter nogal zwaar. eindrapportage helemaal havo! 38 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! 6. De realisatie van de doelstellingen Voor Het College Vos was het een belangrijke doelstelling om de schoolresultaten van Havo-4 leerlingen te verbeteren, hen beter voor te bereiden op het vervolgonderwijs aan mbo of hbo, en om de leerlingen beter gemotiveerd te krijgen. In het eerste projectjaar nam de motivatie van de leerlingen toe; er kwamen zelfs leerlingen uit parallelklassen vragen of zij mee konden doen aan HeHa omdat daar van die leuke dingen werden gedaan. Uit een leerlingenquête bleek dat zo'n 70 % van de leerlingen concludeerde dat ze wel degelijk wat geleerd hadden bij HeHa. Ook over de vorm en inhoud van het onderwijs waren ze tevreden. In het tweede projectjaar zakte de motivatie van de leerlingen halverwege het schooljaar dramatisch in, vooral bij de vele gedoubleerde leerlingen die voor de 2de keer meedraaiden in HeHa. Ze vonden de onderwerpen van de projecten niet leuk, vonden dat de projecten te veel tijd kosten en te veel huiswerk opleverden en dat de cijfers voor de projecten de uiteindelijke PTA-cijfers naar beneden haalden in plaats van optrokken; in een aantal gevallen was dat ook zo, maar bij evenzovele leerlingen hadden de projectcijfers een positieve invloed op de PTA-cijfers. 7. Kennisoverdracht en kennisdeling in de school Binnen de havo-vwovestiging van Het College Vos bestaat een vrij algemene scepsis over projectonderwijs. Toch is een aantal docenten en leidinggevenden ervan overtuigd dat "… we wel mee moeten in deze vorm van onderwijs". Dat is vooral ingegeven door de gedachte dat vervolgopleidingen (MBO en HBO) grotendeels op projectmatige basis werken. Daarnaast is er ook een kleine groep van docenten die de meerwaarde van projectonderwijs wel inziet. Maandelijks heeft de projectleider van Helemaal Havo in de vergadering van de docenten-bovenbouw verslag gedaan van alles wat zich binnen Helemaal Havo afspeelde. Het enthousiasme van de HeHa-docenten werd gewaardeerd, van de resultaten van de diverse projecten werd kennis genomen, maar de scepsis bleef. De meeste docenten vinden/vonden projectonderwijs (als het dan toch moet!!) wel geschikt voor havo, maar niet voor vwo. Binnen Het College Vos is daarnaast aan kennisoverdracht gedaan tussen Helemaal Havo en degenen die op de vmbo-locaties met projecten bezig zijn. Er zijn afspraken gemaakt over de gemeenschappelijke kenmerken van projecten en de manier waarop projecten zouden moeten worden beoordeeld. De aanpak tussen de verschillende afdelingen bleek echter sterk te verschillen. Buiten Het College Vos is herhaalde malen samengewerkt met de Hogeschool van Rotterdam en Omstreken (HRO). Er zijn diverse overlegvergaderingen geweest met de decaan van de HRO, met studiebegeleiders en studenten van de HRO. De meeste kennisdeling en kennisoverdracht heeft plaatsgevonden tussen de docenten die aan HeHa deelnamen. In een wekelijks vergaderuur heeft iedereen veel feedback, informatie en ervaring van de andere HeHa-collega's gekregen en gehoord, om er vervolgens zijn/haar voordeel mee te doen. eindrapportage helemaal havo! 39 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! 8. Kennisoverdracht en kennisdeling tussen de scholen en buiten de eigen kring De scholen organiseerden studiemiddagen voor de deelnemende docenten. De meeste van deze studiemiddagen werden gebruik voor uitwisseling, al dan niet door ‘kritische vrienden’ uit de Haagse Hogeschool en de Hogeschool Rotterdam uit te nodigen. De deelname aan deze vergaderingen bleef helaas meestal beperkt tot de docenten die toch al enthousiast waren voor het project; de sceptici gaven zelden van enige belangstelling blijk. Aan het begin van het project werd een studiemiddag verzorgd door Jos de Klein (BDF-advies). Er waren goede contacten met de Hogeschool Rotterdam en met de Haagse Hogeschool, beide instellingen leverden bijdragen aan studiedagen van de heha-docenten. De ervaringen van de scholen zijn in eerste instantie in workshops met andere Digidac-scholen uitgewisseld. Er wordt ook meegewerkt aan een studiemiddag van de Haagse Hogeschool voor docenten hbo en docenten van andere vo-scholen. 9. De mate waarin het project heeft bijgedragen aan de doelstelling van de regeling De leerlingen hebben zich door de heha-projecten bekwaamd in een aantal algemene vaardigheden die voor een succesvolle studie op het hbo van groot belang zijn: vergaderen, notulere, samenwerken, plannen, informatie verwerken, etc. . Door de projecten hebben zij ook kennis gemaakt diverse opleidingen en beroepen. De doelstelling de leerlingen gemotiveerder aan het werk te krijgen is echter niet bereikt. 10. De samenwerking tussen de bij het project betrokken partijen De school heeft succesvol met diverse partijen samengewerkt, met de Hogeschool Rotterdam, met de gemeente Vlaardingen (diverse politieke partijen, het College van B&W), het gemeentearchief, reisbureaus, Erfgoed Nederland en Erfgoedhuis Zuid-Holland. 11. De toekomstplannen Het draagvlak voor het projectonderwijs binnen het college vos is in ontwikkeling. Op de vmbo-locaties wordt steeds meer competentiegericht onderwijs gegeven. Dit wordt door onderwijskundigen ondersteund, onder meer in de vorm van een ‘projectacademie’. In de onderbouw vindt projectonderwijs plaats in de leerjaren 1 en 2, verdeeld in 3 gebieden: Mens en Maatschappij, Mens en Natuur en Talen. Vooralsnog wordt er 4 uur in de week aan projecten besteed. Dit jaar zijn organisatorische en inhoudelijke verbeteringen doorgevoerd. In de bovenbouw zal een werkgroep gaan onderzoek hoe we het projectonderwijs vanaf leerjaar 3 vorm kunnen geven. Dit jaar ligt in de bovenbouw het initiatief bij de individuele docenten. Bij de verdere ontwikkeling in de bovenbouw maken we gebruik van de leereffecten van Helemaal Havo. eindrapportage helemaal havo! 40 H e l e m a a l h a v o ! competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs voor de havo -top | |HE/ | |HA! Bijlagen Het College Vos heeft haar stukken beschikbaar gesteld binnen de eigen elektronische leeromgeving: http://natschool.hetcollegevos.nl > mijn lopende studieroutes (login: gastheha, wachtwoord: gastheha) Pimp je stad Famous man and women Imago Vlaardingen Plan je Eigen Schoolreis Vaardigheden Verkiezingen eindrapportage helemaal havo! 41