H A R D O O Het is weer bijna zover: de Rotterdam Marathon. Maar hoe gezond of ongezond is het eigenlijk om zo’n eind te rennen? Monitor voelde twee medici uit het AZR en de FGG met een geprononceerde mening aan de tand. De een is een enthousiaste loper én voorstander. De ander vindt het medisch gezien onverantwoord. Tekst: Edwin Cornelisse Fotografie: Ger Stolk Deelname aan de Rotterdam Marathon zit er dit jaar niet in voor internist dr. Teun van Gelder. De medewerker van de afdeling Inwendige Geneeskunde is net verhuisd en vader geworden. Hij had onvoldoende tijd om trainingskilometers maken. "Maar het kriebelt wel. Vooral als ik in mijn auto zit en een paar hardlopers passeer.’‘ 8 R OT T E R DA M MARATHON: DE MEDISCHE KANT Internist Teun van Gelder is tweevoudig deskundig: zowel vanuit zijn professie als uit eigen ervaring - hij liep ‘Rotterdam’ zes keer - kan hij vertellen over de positieve kanten van de marathon. Om maar eens met het sterkste argument te beginnen: het voorkomt hart- en vaatziekten. "Door de inspanning van het hardlopen stijgt de spiegel HDL-cholesterol. Hardlopers hebben echt hoge spiegels van dit goede cholesterol. Daarnaast brengt hardlopen een lagere bloedruk met zich mee. Deze twee factoren zorgen samen voor een forse daling van de kans op hart- en vaatziekten." En dan is daar natuurlijk het argument dat het goed doet bij veel mensen: door hardlopen blijf je op gewicht. Geen buikje of vetrollen. De kans dat je als hardloper last krijgt van overgewicht is zeer klein. "Bovendien ga je vanzelf beter op je voedsel letten. Als je zo gezond bezig bent, ga je jezelf niet te buiten aan vette happen, alcohol en sigaretten. Overgewicht is trouwens sterk gerelateerd aan het R D L O P E R S O D L O P E R S ? ontstaan van suikerziekte. Marathonlopers zullen hier niet snel last van krijgen." De lijst met pluspunten is langer, stelt Van Gelder. Joggen zorgt bijvoorbeeld voor een betere nachtrust. Vooral bij mensen die op onregelmatige tijden werken, kan hardlopen helpen om sneller in het dagritme te komen. "Doordat je een goede conditie hebt, kun je meer hebben", zegt Van Gelder. Een hogere capaciteit van zuurstofopname behoort eveneens tot de pluspunten van hardlopen. Dat zorgt voor een betere conditie, waardoor de persoon in kwestie meer reserves in huis heeft. En die zijn weer zeer handig bij ziekte. Een hardloper herstelt over het algemeen sneller van een fikse griep dan iemand die bewegen van zijn prioriteitenlijstje heeft geschrapt. Er zijn ook pluspunten in geestelijke zin. Door de inspanning wordt in de hersenen endorfine aangemaakt. Deze stof zorgt ervoor dat de loper zich lekker voelt, goed in zijn vel zit. Van Gelder: "Net als andere vormen van regelmatige inspanning, is hardlopen preventief tegen het krijgen van depressies." Er bestaan volgens Teun van Gelder nogal wat fabeltjes over de trainingen voor en de deelname aan een marathon. Bijvoorbeeld dat je gewrichten kapotgaan. "Marathonlopers zouden op hun zestigste in een rolstoel terechtkomen. Onzin. Dat ‘HARDLOPEN WERKT PREVENTIEF’ gebeurt alleen met de mensen die hun grenzen negeren en roofbouw plegen op hun lichaam." De keuzevrijheid die een mens heeft wanneer het gaat om het moment van hardlopen, is volgens Van Gelder een groot pluspunt. De sporter heeft geen toestellen nodig en is niet gebonden aan de openingstijden van sportruimten. Een paar goede schoenen en loopkleding zijn genoeg. "Je kan overal en altijd hardlopen. Het is een sport met ultieme vrijheid." Prof. dr. Paul Wilson is er stellig in: voor de marathon zou een waarschuwing moeten gelden. "Laat ze maar eens op het inschrijfformulier zetten: Marathonlopen kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Bij sigaretten staat dat toch ook op het pakje?", zegt de hoogleraar Inwendige Geneeskunde. ‘VOOR DE MARATHON ZOU EEN WAARSCHUWING MOETEN GELDEN’ Het moge duidelijk zijn: Paul Wilson zal nooit als deelnemer aan de start van de Rotterdam Marathon verschijnen. Hij blijft liever gezond. "Vergeet niet dat die Griek die deze monsterafstand voor het eerst liep, dood neerviel. Lijkt me toch een héél goede reden om niet te lopen." Wilson kan veel argumenten opdissen die tegen deelname aan een marathon pleiten. "Zo’n marathon veroorzaakt schade aan het lichaam," zegt hij. "Het meest voor de hand liggende onderdeel is natuurlijk het bewegingsapparaat. Als je daar bewijs van wilt zien, moet je maar de dag na de marathon bij een paar deelnemers op bezoek gaan. Er is er niet één die normaal de trap af kan lopen. En dat zijn alleen nog maar de kortetermijnproblemen." De hoogleraar kent ook een paar lichamelijke ongemakken op de lange termijn. Bijvoorbeeld: botontkalking en problemen met de menstruatie bij vrouwen. "Die mentruatieproblemen zijn een teken dat het niet goed gaat met de aanmaak van oestrogeen, de stof die ook belangrijk is voor de opbouw van de botten." Mannen die hierin een bevestiging zien dat vrouwen het zwakke geslacht vormen, komen bedrogen uit. Ook voor het mannelijk deel der natie heeft de marathon op lange termijn kwalijke gevolgen. "Zij krijgen op latere leeftijd vaak problemen met de enkels en knieën." En alsof dat allemaal nog niet genoeg is, ligt het gevaar ook tíjdens en kòrt na de marathon op de loer. "Gelukkig niet zo frequent, maar er zijn gevallen bekend waarbij mensen acuut stierven," zegt de hoogleraar. "Bijvoorbeeld mensen met een hartafwijking. Verder weten we dat de doorbloeding van de maag en de darmen afneemt tijdens het lopen, omdat veel bloed richting de spieren gaat. Dan kan soms milde afwijkingen geven, zoals braken en diarree, maar er kan ook bloedverlies ontstaan. Dit kan weer leiden tot chronische bloedarmoede, en incidenteel zelfs tot darmbeschadigingen. Dat kan zelfs zó ernstig zijn, dat de darm afsterft. Ik kan me uit de literatuur een geval herinneren in Hawaii, waar een triatleet een noodoperatie moest ondergaan waarbij een deel van zijn darm werd verwijderd." Op het geestelijke vlak kleven volgens de hoogleraar eveneens nadelen aan de race van 42 kilometer en 195 meter. Door het langdurige rennen komt in de hersenen endorfine vrij. Deze stof geeft hardlopers het gelukzalige gevoel dat in de loperswereld runners high wordt genoemd. "Maar de stof onderdrukt de waarschuwingssignalen van het lichaam", zegt Wilson. "Mensen verliezen hun grenzen uit het oog. Pijntjes worden genegeerd en zo kunnen stressfracturen ontstaan." Dr. Paul Wilson heeft niet het idee dat zijn betoog mensen zal afhouden van deelname aan de marathon. Het aantal deelnemers aan de Rotterdam Marathon, dat jaarlijks toeneemt, bevestigt zijn vermoeden. "Als je dan toch dat risico wilt lopen, doe het dan in hemelsnaam zo verstandig mogelijk en laat je keuren." ‘DE ALLEREERSTE MARATHONLOPER VIEL IMMERS OOK DOOD NEER’ 9 LOPENDE Als op 22 april valt om 12.00 uur op de Coolsingel het startschot voor de 21ste edi- tie van de Rotterdam Marathon, zal een kwart van de verwachte twintigduizend deelnemers de eindstreep van 42,195 km echter niet halen. De monsterafstand heeft áltijd medische gevolgen, soms positieve, maar vaker negatieve. Monitor zet de belangrijkste op een rij. Tekst: Edwin Cornelisse Fotografie: Ger Stolk HART Het hart slaat krachtiger en heeft meer inhoud omdat door flinke training hartvolume en hartwanddikte toenemen. De hartslag daalt doordat de ‘slagen’ krachtiger zijn en er dus minder van nodig zijn dan voorheen om bloed te laten circuleren. Het verhaal dat marathonlopers een vergroot hart krijgen (sporthart) waardoor ze een groter risicolopen op een plotselinge dood lijkt inmiddels naar het rijk der fabelen verwezen, tenzij er sprake is van een hartspierziekte of een genetisch bepaalde oorzaak. Er dreigt ‘hyperthermie’ als het lichaam de warmte via zweten onvoldoende kwijt kan. DARMEN Doorbloeding van darmen vermindert omdat de bloedtoevoer naar de spieren toeneemt. Bij te extreem dalende doorbloeding kan schade ontstaan. Geeft soms milde verschijnselen zoals misselijkheid en braken. Maar in enkele extreme gevallen kan er bloedverlies optreden, chronische bloedarmoede en incidenteel darmschade waarbij een deel van de darmen afsterft. BLOED HDL-chloresterol, het ’goede’ cholesterol stijgt (bij marathonlopers vaak 20-25 procent hoger dan bij niet-lopers) en de bloeddruk daalt. Deze twee zorgen samen voor een kleiner risico op hart- en vaatziekten. Verder kan een lichte vorm van bloedarmoede ontstaan door onder meer een toename van het plasmavolume en microscopisch bloedverlies in de darmen bij intensieve inspanning. LICHAAMSTEMPERATUUR Deze gaat bij het lopen 1-2 graden omhoog, waardoor veel vochtverlies ontstaat door transpiratie. Drinken tijdens een marathon is daarom essentieel, net als ‘loopbrandstof’ innemen (koolhydraten). Desondanks dreigt er nog hyperthermie (als het lichaam de warmte niet goed kwijt kan) en bij de combinatie van zweten met lage temperatuur en te dunne kleding is er gevaar voor hypothermie (ondertemperatuur). Bij hyperthermie ontstaat spierschade als de lichaamstemperatuur boven de 40 graden komt. Het lichaam breekt dan spierweefsel af, wat leidt tot donkere urine en tijdelijk slecht functionerende nieren. 10 LONGEN Het trainen voor en het lopen van de marathon vergroot niet de longinhoud, maar wel de WAT DOET M ZAKEN zuurstofopname-capaciteit van de longen. Mede hierdoor ontstaat een betere conditie waardoor je weer wat beter tegen een stootje kunt. HERSENEN De aanmaak van endorfines in de hersenen zorgt voor een gelukzalig gevoel, het zogenoemde runners high. Het onderdrukt pijnprikkels en maakt geestelijk weerbaarder. Kan als remedie werken tegen depressies en stress. Hyperactieve kinderen worden veelal rustiger van hardlopen. DE HYPOFYSE Is een van de belangrijkste klieren van het menselijk lichaam. Dit slechts 1 cm grote orgaantje is verantwoordelijk voor de dagelijkse controle van de groei, de regulatie van de schildklier, de bijnieren en de geslachtsklieren. Tevens zorgt het voor een goede waterhuishouding. Bij duursporten zal de hypofyse aanmerkelijk meer groeihormoon produceren. Dit zorgt voor een afbraak van vetweefsel, en energietoevoer door het vrijmaken van suikers uit opgeslagen voorraden in de lever. komt, zal er op een gegeven moment zo weinig leptine worden aangemaakt dat de hersenen besluiten dat zwanger worden een hachelijke onderneming wordt. Met als gevolg dat bij vrouwen de menstruatie uitblijft en bij mannen de zaadproductie en -kwaliteit afneemt. DE ALVLEESKLIER De pancreas is belangrijk voor de afgifte van insuline. Het bloedsuikerverlagend hormoon is bij afwezigheid verantwoordelijk voor het ontstaan van suikerziekte. Bij regelmatige inspanning van enige omvang wordt het lichaam gevoeliger voor de aanwezige insuline. Hierdoor hoeft de alvleesklier minder insuline te produceren. Regelmatig bewegen is dus goed tegen (beginnende) ouderdomssuikerziekte. BIJNIER De bijnier produceert hormonen die het lichaam ondersteunen in perioden van lichamelijke en psychische stress. Voorstanders van de marathon beweren dat het lopen van de monsterafstand geen stressvolle prestatie is. Tegenstanders zullen de marathon beschouwen als een grote bron van lichamelijke en psychische stress. Hoe dan ook, de bijnier zal elk van beide levenswijzen gemakkelijk kunnen bijsloffen: een normaal werkzame bijnier kan bij de finish nog wel een extra rondje aan. ‘Loopbrandstof’ en vocht zijn onontbeerlijk tijdens dit soort extreme inspanningen GEWRICHTEN, BOTTEN, PEZEN Dertig procent van de mensen die geregeld hardlopen blijkt last te hebben van blessures, waarvan bijna de helft van de stressfracturen in het scheenbeen en een kwart in het kuitbeen. Daarnaast ook ontstekingen van de achillespees en een ‘lopersknie’. Meestal verdwijnen ze met rust en therapie. Goede, op gewicht en voetstand aangepaste loopschoenen en een evenwichtig opgebouwde training zijn vanuit preventief oogpunt essentieel. Genegeerde beginnende klachten kunnen chronisch worden door versleten kraakbeen en bot-oneffenheden. Bij mannen zijn het dan vaak de knieën en enkels, bij vrouwen de heupen. Overtraining is een ander gevaar. Dit kan bij vrouwen leiden tot osteoporose doordat er problemen zijn met de aanmaak van oestrogeen, een hormoon dat ook van belang is bij de botopbouw. SPIEREN Training zorgt voor sterkere spieren maar het lopen van een marathon zorgt altijd voor milde spierschade. Dat uit zich in stijfheid en moeilijk lopen door ‘korte spieren’. Als de grenzen van het eigen kunnen niet in acht worden genomen, kan de schade ernstiger worden in de vorm van afbraak van spierweefsel, scheurtjes in pezen en spieren. VETWEEFSEL EN GESLACHTSORGANEN Vetweefsel produceert een hormoon, leptine, dat zorgt voor een remming van de eetlust, maar ook voor het signaal dat er voldoende vetweefsel (voorraad) aanwezig is om zwanger te kunnen raken. Als de vetmassa onder een bepaalde grens ARATHON LOPEN MET JE LICHAAM? 11