Inventarisatie van behoeften en mogelijkheden om de openbare ruimte meer toegankelijk en prettiger te maken voor mensen met dementie Concept voorstel Dementievriendelijke openbare ruimte Inhoud 1. Aanleiding ......................................................................................................................... 2 Doelstelling ............................................................................................................................ 2 Vraagstelling ......................................................................................................................... 2 Deelvragen ........................................................................................................................... 2 2. Achtergrond ...................................................................................................................... 3 Gezondheid .......................................................................................................................... 3 Sociale activiteiten .............................................................................................................. 3 Toegankelijkheid................................................................................................................... 4 3. Wat is dementie? .............................................................................................................. 4 Doelgroep in cijfers .............................................................................................................. 5 4. Samenwerkingspartners .................................................................................................. 6 5. Stappenplan ..................................................................................................................... 7 6. Resultaten .......................................................................................................................... 9 Verspreiding van de resultaten .......................................................................................... 9 7. Beoogde effecten.......................................................................................................... 10 Innovatie.............................................................................................................................. 10 1 Lieftink Advies & K&E Advies 1. Aanleiding Door de vergrijzing krijgen we met steeds meer ouderen te maken. En daarmee ook met meer mensen met dementie. Door alle maatschappelijke veranderingen moeten ouderen, en dus ook mensen met dementie, steeds langer thuis blijven wonen. Dat heeft effect op de openbare ruimte. Er zijn al heel veel projecten die zich richten op de binnenkant van woningen, zodat ouderen in het algemeen en mensen met dementie specifiek, langer thuis kunnen blijven wonen. Bijvoorbeeld het verwijderen van drempels en het aanpassen van de badkamer. Maar geen projecten richten zich voor alsnog op de openbare ruimte (buiten). Terwijl dit juist heel belangrijk is. Mensen met dementie moeten zich buiten ook prettig kunnen (blijven) voelen en zo lang mogelijk zelfstandig naar buiten kunnen. Dit is een project dat zich bevindt op het grensvlak van het sociale domein en openbare ruimte en is daarmee een innovatief project. Elke gemeente heeft of krijgt hiermee van doen. In de provincie Overijssel is een subsidieregeling opengesteld om de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving te ondersteunen. Doelstelling De openbare ruimte (buiten) zodanig inrichten zodat mensen met dementie langer zelfstandig en prettiger naar buiten kunnen, zodat mensen met geheugenverlies en dementie zo lang mogelijk normaal en actief kunnen deelnemen aan de samenleving. Hierbij gaat het om ‘langzaam verkeer’; oftewel lopen, fietsen, voortbewegen met rollator of scootmobiel. En recreëren, zoals sociale activiteiten, bewegen; bijvoorbeeld in een park. Vraagstelling Welke factoren spelen een rol bij het inrichten van de openbare ruimte zodat mensen met dementie langer zelfstandig naar buiten kunnen? Deelvragen 1) Welke activiteiten zijn er binnen de deelnemende gemeenten op het gebied van buitenruimte en dementie? 2) Wat zijn de behoeften van mensen met dementie ten aanzien van de buitenruimte? (zie ook het voorbeeld voor de gemeenschappelijke binnen ruimte in bijlage 1) 3) Welke mogelijkheden zijn er om de behoeften van mensen met dementie aan te laten sluiten op ontwikkelingen in de openbare ruimte? 2 Lieftink Advies & K&E Advies 2. Achtergrond Waarom is deze ontwikkeling zo belangrijk? Met dit project willen we faciliteren dat mensen met dementie meer naar buiten kunnen gaan, zodat de kwaliteit van leven verbetert. Naar buiten kunnen is een recht en een eerste levensbehoefte! Er zijn een aantal redenen waarom het belangrijk is dat mensen met dementie meer en langer naar buiten kunnen blijven gaan: Gezondheid Naar buiten gaan draagt bij aan de gezondheid van kwetsbare mensen. Dit betreft verschillende aspecten: o.a. Zonlicht en vitamine D: Wie consequent te weinig vitamine D binnenkrijgt, zal brozere botten krijgen en eerder botbreuken oplopen. Naarmate mensen ouder worden, is hun huid minder goed in staat om vitamine D aan te maken. En dat terwijl het lichaam normaal zo’n twee derde van onze vitamine D aanmaakt onder invloed van zonlicht. Vooral mensen die weinig buiten komen, bijvoorbeeld doordat ze in een verpleeghuis zitten of moeilijk ter been zijn, moeten oppassen. Bewegen Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat bewegen het dementieproces vertraagd. Bewegen is goed voor mensen met dementie. Dat staat vast. Veel onderzoeken hebben dit al aangetoond. Door letterlijk te bewegen breng je de hersenen ook in beweging. Daarmee kun je de dementie niet stoppen, maar wel vertragen en de omstandigheden verbeteren. Doordat de mensen met dementie zich beter voelen, wordt de zorg voor hen ook leuker om te doen. Zo zullen mensen met dementie (en de mantelzorger) door het bewegen ’s nachts rustiger slapen. Door het bewegen verbetert de conditie (of blijft constant), mensen worden dus actiever. Je kunt meer leuke dingen samen doen. Doordat mensen met dementie vaker en ook langer naar buiten kunnen gaan, bijvoorbeeld lopend of fietsend, kunnen ze gezonder blijven. Sociale activiteiten Naar buiten betekent mensen ontmoeten. Onder de mensen blijven is belangrijk. Schaamte voor de ziekte, angst om te vallen of te verdwalen, is een belangrijke reden om niet naar buiten te gaan. Het buiten zijn draagt dus bij aan het voorkomen van eenzaamheid. Door de toegankelijkheid van de openbare ruimte te combineren met het realiseren van sociale activiteiten (bijvoorbeeld gezamenlijke wandelingen) worden sociale banden versterkt of opgebouwd waardoor mensen met dementie en hun mantelzorgers minder snel in een isolement terecht komen. Voor alleenstaande mensen met dementie is naar buiten gaan vaak een nog hogere drempel dan voor mensen die nog een mantelzorger hebben. 3 Lieftink Advies & K&E Advies Toegankelijkheid Naar buiten kunnen betekent ook toegang tot de voorzieningen. Zo blijven kwetsbare mensen betrokken bij het dagelijks leven en actief. Een grote bijdrage aan de kwaliteit van leven. Bij sommige mensen is het bijvoorbeeld ingeslepen om iedere dag naar de bakker te gaan. Het is belangrijk dat zij dit zo lang mogelijk kunnen blijven doen en niet gehinderd of in de war worden gebracht door de openbare ruimte. Goede verlichting, rollatorvriendelijke stoepenranden, routebegeleiding, signalering of dwaalpalen zijn enkele voorbeelden die de toegankelijkheid kunnen ondersteunen. 3. Wat is dementie? Dementie is een verzamelterm voor een groot aantal ziektebeelden: ■ de ziekte van Alzheimer (70% van alle mensen met dementie) ■ Vasculaire dementie (16% van alle mensen met dementie) ■ Frontotemporale dementie (ziekte van Pick) ■ Lewy body dementie ■ syndroom van Korsakow ■ Parkinsondementie ■ ziekte van Huntington ■ en nog diverse andere ziektebeelden Iedereen die ouder wordt, heeft te maken met een verslechterend geheugen. Er is pas sprake van dementie als naast ernstige achteruitgang van het geheugen ook meerdere van onderstaande problemen spelen: ■ Problemen in de taal (afasie), handelen (apraxie) of herkennen (agnosie); ■ Problemen in het logisch denken of het plannen; ■ Verandering van persoonlijkheid, gedrag en karakter; ■ Problemen in het sociale leven; ■ Lichamelijke problemen ten gevolge van het beschadigde brein. Veel mensen met dementie hebben zelf geen inzicht in het ziektebeeld en de eigen situatie. Initiatiefloosheid en faalangst doen zich vaak voor bij mensen met dementie, hetgeen vraagt om extra aandacht en deskundigheid bij de inrichting van de ondersteuning van mensen met dementie. Ook het zogenaamde ‘verbloemgedrag’ in het begin van het ziekteproces, vraagt om deskundigheid bij het tijdig signaleren van dementie. 4 Lieftink Advies & K&E Advies Hoe verder het ziektebeeld zich ontwikkelt, hoe meer een persoon met dementie afhankelijk wordt van ondersteuning in de fysieke en sociale omgeving. Doordat mensen met dementie langer thuis blijven wonen, zal ook de ernst het ziektebeeld van thuiswonenden met dementie fors gaan toenemen. Gemiddeld is het verloop van diagnose tot aan de eindfase een periode van 8 jaar. Uit: Alzheimer handreiking gemeenten , Alzheimer Nederland Dementie is in 2028 (verwachting) de duurste ziekte in Nederland; de directe zorgkosten overstijgen de 6 miljard(www.arcon.nl) Doelgroep in cijfers Overijssel In Overijssel waren in 2011 ruim 16.000 dementiepatiënten. Door de stijgende levensverwachting zullen dat er de komende jaren veel meer worden: volgens prognoses 33.000 in 2040, oftewel meer dan twee keer zoveel als nu. De piek in het aantal dementiepatiënten wordt in 2050 verwacht. (www.arcon.nl) Prognose per gemeente 2015-2040 Wist u dat: De 7 belangrijkste beïnvloedbare risicofactoren van dementie zijn: bron: Alzheimer Nederland 5 Lieftink Advies & K&E Advies lage mentale activiteit roken weinig bewegen depressie hoge bloeddruk diabetes sterk overgewicht 4. Samenwerkingspartners Gemeenten zijn belangrijk in de samenwerkingen rondom dementie. De Wmo schrijft voor dat iedere burger volwaardig moet kunnen deelnemen aan de samenleving en dat gemeenten financieel en beleidsmatig verantwoordelijk zijn voor de maatschappelijke ondersteuning van burgers. Deelnemende gemeenten aan dit project zijn: Zwolle Olst-Wijhe Hardenberg Ommen Twenterand Steenwijkerland In dit project worden naast de gemeenten verschillende organisaties en bestaande samenwerkingsverbanden betrokken: Alzheimer Nederland Ketennetwerk Dementie Ijssel-Vecht en Ketennetwerk dementie Twente Een dementieketen is een samenwerkingsverband van zorg-, welzijn- en andere organisaties. De deelnemende partijen willen samen betere ondersteuning en zorg verlenen aan mensen met dementie en hun naasten. 6 Saxion Hogeschool, gaat het onderzoek doen naar de behoeften en beleving van mensen met dementie in relatie tot de openbare Ruimte. Per gemeente worden de lokale organisaties bij het project betrokken, zoals welzijnsorganisaties, mantelzorgorganisatie, vrijwilligersorganisaties en zorgorganisaties. Lieftink Advies & K&E Advies 5. Stappenplan Stap 1 Per deelnemende gemeente inventarisatie van vraag 1: Welke activiteiten zijn er binnen de deelnemende gemeenten op het gebied van buitenruimte en dementie? Met ambtenaren van openbare ruimte en Wmo bekijken welke ontwikkelingen er zijn in de openbare ruimte en welke activiteiten op het gebied van dementie daar raakvlakken mee hebben. Met andere organisaties zoals Stichting Alzheimer Nederland, ketenzorg dementie, (mantel)zorgorganisaties en welzijnsorganisaties een nadere inventarisatie maken. Looptijd: November 2016-juni 2017 Stap 2 Onderzoek naar de behoeften van mensen met dementie (en de mantelzorger) ten aanzien van de openbare ruimte (zie voorbeeld ter inspiratie in bijlage 1 ten aanzien van openbare binnenruimte). Onderzoek uitgevoerd door de Saxion Hogeschool. Looptijd: September 2017-December 2017 Stap 3 In groepjes van 2-3 gemeenten gezamenlijk bekijken waar kansen liggen om de openbare ruimte beter aan te laten sluiten bij de behoefte van mensen met dementie. Looptijd: Januari 2018-juni 2018 Stap 4 Ontwikkelen van werkwijze voor andere gemeenten hoe de openbare ruimte beter ingericht kan worden zodat mensen met dementie langer zelfstandig naar 7 Lieftink Advies & K&E Advies buiten kunnen. Een communicatieplan wordt opgesteld om de werkwijze breed te verspreiden en in te bedden. Looptijd: Juni 2018-December 2018 Stap 5 Kennisdisseminatie Eindbijeenkomst: plenaire kennisdeling voor alle Overijsselse stakeholders Eindrapportage: deze rapportage is gratis en openbaar toegankelijk Onderzoeksresultaten Advies: Inbedding kennis in onderwijs Advies: Inbedding kennis in beleid & uitvoering Looptijd: Januari- Maart 2019 8 Lieftink Advies & K&E Advies 6. Resultaten Een werkwijze hoe gemeenten hun openbare ruimte toegankelijker kunnen maken voor mensen met dementie en hoe mensen met dementie meer gebruik kunnen maken van de openbare ruimte. Dit betekent een samenwerking tussen gemeente en diverse organisaties op het gebied van zorg en welzijn, maar ook interne samenwerking tussen afdelingen ruimtelijke ordening en Wmo/Sociaal. Deze werkwijze zal worden vastgelegd in een digitaal document. Verspreiding van de resultaten Er wordt een website gemaakt waarop de informatie van het project gedurende de looptijd wordt gedeeld. De verschillende organisaties kunnen hierop de voortgang van het project delen en volgen en ook de gemeenten die niet meedoen kunnen hier informatie vinden over het project en de resultaten. Er wordt een eindrapportage geschreven die beschikbaar wordt gesteld aan alle gemeenten van Overijssel en de overige stakeholders. Er wordt een eindbijeenkomst georganiseerd waarbij alle gemeenten en stakeholders in Overijssel worden uitgenodigd, zowel de medewerkers van Openbare Ruimte als Wmo worden hiervoor uitgenodigd. In deze bijeenkomst worden de resultaten gepresenteerd en wordt de werkwijze beschikbaar gesteld voor alle Overijsselse gemeenten en stakeholders. 9 Lieftink Advies & K&E Advies 7. Beoogde effecten Een integrale aanpak om de buitenruimte dementievriendelijk te maken van Wmo en Openbare Ruimte en zorg en welzijnsorganisaties, vrijwilligers en andere organisaties op het gebied van dementie. Meer aandacht voor en inzicht in de behoeften van mensen met dementie ten aanzien van de openbare ruimte en ‘het naar buiten gaan’. Innovatie Dit project is innovatief voor Overijssel en innovatief voor Nederland. Er zijn op dit moment geen projecten of initiatieven waarbij op een integrale manier wordt samengewerkt op deze manier. Ook is er geen informatie beschikbaar over de behoeften van mensen met dementie ten aanzien van de openbare ruimte. Hieraan zal in dit project extra aandacht worden besteed. Door middel van een onderzoek in samenwerking met de Saxion Hogeschool zullen mensen met dementie en de mantelzorgers aan kunnen geven wat zij zelf belangrijk vinden aan de openbare ruimte om zich daar prettig te voelen. 10 Lieftink Advies & K&E Advies Bijlage 1 Voorbeelden van behoeften van mensen met dementie t.a.v. inrichting van openbare gebouwen Paul van Overbeek (1950), Bep Laseur (1948), Vic Meijers (1924), Hans van Doesburg (1945), Henk van Leest (1944), Henk van Pagee (1948), Dick Zeelenberg (1935) en Hans Visser (1918) geven aan op welke manier ze actief en bezig blijven in combinatie met de diagnose dementie. Hans en Vic verblijven in een verpleeghuis, de anderen wonen thuis. Thema 15: Dementievriendelijke openbare gebouwen juni 2015 In Nederland is een beweging gaande van de dementievriendelijke gemeenschap. Dit houdt in dat mensen met dementie beter begrepen worden door hun omgeving. Bijvoorbeeld na het geven van voorlichting, maar ook door het organiseren van allerlei activiteiten waardoor mensen met dementie mee kunnen blijven doen. Dit kan gaan van sportclub tot bezoek aan de winkel of bibliotheek. Maar hoe dementievriendelijk zijn nu openbare ruimten zoals bibliotheek, winkel, hotel, restaurant, clubhuis of camping. We vroegen aan de kerngroepleden (mensen met dementie) welke eisen zij stellen aan hun omgeving. Hun conclusie is: helpt het mensen met dementie, dan helpt het anderen ook. Dus altijd doen. Ruimte Als we een gebouw binnentreden komen we vaak in een grote ruimte. Dit kan een hal zijn, een ontvangstbalie of de ruimte waar de activiteit plaatsvindt (denk bv aan een restaurant). Wat vinden jullie dan belangrijk? Hans Visser: ik vind het van belang dat het een rustige ruimte is of dat het een rustige ruimte heeft. En ook een ruimte waar je goed verstaanbaar bent. Het leidt anders te veel af voor mij. Hans van Doesburg: En het moet overzichtelijk zijn. Als men allemaal met muurtjes van 2,5 meter hoog en nissen gaat werken, dan wordt het voor mij een doolhof. En geeft het mij geen rust. Bep Laseur: ik heb vooral heel veel moeite met glas. Ik zie het niet, ik kijk er over heen. Dat komt omdat ik diepte niet meer goed kan inschatten. Je moet glas dus wel markeren met iets. En ik kan ook niet meer tegen mensenmassa's. Dan kan ik geen informatie meer ontvangen. Henk van Leest: Voor mij is het geluid (de akoestiek) heel erg belangrijk. En bij de bouw kun je daar maatregelen voor treffen. Dick Zeelenberg: het is belangrijk dat je je kunt oriënteren waar verschillende onderdelen voor dienen. Want dat is toch het geval als je ergens binnenkomt. Dat moet gelijk duidelijk zijn. Het moet geen puzzeltje worden. Het moet duidelijk zijn wat de functies zijn van de verschillende ruimtes. Henk van Pagee: Om een voorbeeld te geven, de ruimte waar we nu zitten, dat vind ik een perfecte ruimte. Het is heel licht en het is fijn licht. Het is ook een grote ruimte en we hebben de hele ruimte voor onszelf. Er zijn geen achtergrondgeluiden, dus lawaai van radio, zwaailichten en mensen. Vic Meijers: Als ik in een ruimte ben dan moet ik zicht hebben op de ingang en uitgang. Bewegwijzering 11 Lieftink Advies & K&E Advies De bewegwijzering helpt ons door een gebouw of park heen. Dit gebeurt veelal met tekens of teksten. Wat vinden jullie een goede bewegwijzering? Paul van Overbeek: het moet vooral goed leesbaar zijn. Geef mij maar teksten, dat is helder. Vic Meijers: ik vind tekst ook duidelijker dan beelden of symbolen. Henk van Leest: En niet te veel informatie, gerichte informatie dus. Soms staat er ook al bij wat de volgende halte is, nou dan raak ik het spoor bijster, 1 ding tegelijk graag. Dick Zeelenberg: Gebruik allemaal zelfde letters. En geen reclameborden erbij. Dit leidt enorm af. Bep Laseur: Maak gebruik van kleuren. Soms hoor je: "Ga maar daar op die beige stoelen zitten, daar om het hoekje". Dan weet ik echt niet waar ik heen moet. Gebruik daarom de primaire en secundaire kleuren. "En zeg dan: volg de rode lijn en u kunt plaatsnemen op de rode stoelen". Hans van Doesburg: wij gaan ieder jaar naar hetzelfde hotel op vakantie. Dat helpt ook, want het is een heel toeristisch gebied. Er staan veel hotels en gemiddeld zijn er 2500-3000 gasten per hotel. Ik liep mij daar helemaal verloren. Ik liep daar hele dag te zoeken. Wij hebben nu een hotel gevonden en ik weet precies welke torenflat het is. Verlichting De verlichting in een openbare ruimte kan ons ook helpen. Welke adviezen voor verlichting hebben jullie? Hans Visser: Ik heb liever goede verlichting dan gebruik van allerlei kleuren. Hans van Doesburg: ik vind natuurlijk licht erg belangrijk. Bep Laseur; ik heb liever zacht licht. Tl-licht vind ik heel onprettig. Het is te fel voor mij, ik krijg te veel prikkels hierdoor binnen. Henk van Leest: voor mij helpt warm (geel) licht, geen blauw licht. Henk van Pagee: Weet je, het heeft allemaal te maken met overprikkeling. Alles wat overprikkeling kan veroorzaken, dient men alert op te zijn. En dat geldt dus zeker voor licht. Dick Zeelenberg: Dat herken ik, liever geen spielerei dus. En dan denk ik aan allerlei soorten feestverlichting overdadige schemerlampjes, schittering in lampjes. Vic: En geen flikkerend licht. Vloeren Ook vloeren kunnen ongemak geven in het voortbewegen. Wat is daarin van belang voor jullie? 12 Lieftink Advies & K&E Advies Paul van Overbeek: geen glazen vloeren, die glazen trap hier in het pand is heel eng. Heeft te maken met diepte-inzicht. Dat maakt voor mij het traplopen erg moeilijk en onzeker. Vic Meijers: Als er veranderingen in vloeroppervlakken zijn, dient dit aangegeven te worden. En wel op gezichtshoogte. Dat zou mij helpen. Dick Zeelenberg: En geef altijd aan of de vloeren net zijn schoongemaakt. Bep Laseur: in het verpleeghuis bij mijn broer liggen donkere banen op de vloer. Hij denkt dat hij daar niet op kan lopen. Hij mijdt dus die donkere stukken. Wat vinden jullie het belangrijkst bij de inrichting van openbare gebouwen en ruimten? Henk van Leest: ik mis vaak de uitgang. Dit dient consequent aangegeven te worden. Dit is erg belangrijk. Hans Visser: Voor mij is een leuning langs de muur erg behulpzaam. Hans van Doesburg: Voor mij is dat ook 1 woord: uitgang. Dat is het enige wat ik het meest kwijt ben. En dan vraag ik me continu af: Hoe kom ik hier uit? Henk van Pagee: Voor mij ook de uitgang. En een ander punt is de herkenbaarheid. Het schijnt dat ze in supermarkten ook eens in de zoveel tijd schappen veranderen. Dat is voor mensen met dementie geen goede zaak. Nu ik dementie heb, houd ik het niet meer bij en controleer ieder pad in de winkel op de producten die er staan en vergelijk die met mijn boodschappenbriefje. Anders lukt het mij niet de boodschappen te vinden. Bep: Wat ik heel erg lastig vind, maar dat is dus op de openbare weg, zijn die opengebroken wegen. Ik heb geen overzicht en je wordt niet tijdig geïnformeerd. Ik ben op de fiets al vaak tegen een stratenmaker of bord aangereden. Wat ik ook vreselijk vind is dat die supermarktketens telkens veranderen. Die zijn allemaal anders ingericht. Zat er eerst een C1000, is dat nu een Jumbo geworden. Vreselijk, moet ik helemaal opnieuw beginnen. Henk van Leest: Daarom ga ik altijd naar de Lidl. Omdat het zo fijn zoeken is. Dick Zeelenberg: de bewegwijzering is voor mij belangrijk. Bij ons thuis staan op de deuren teksten als toilet en badkamer. Dat moet in gebouwen ook meer gebeuren. Overigens alle punten die wij noemen gelden niet alleen bij dementie, maar ook voor andere groepen. Help je dus iemand met dementie, dan help je ook iemand anders hoor. En bewegwijzering maakt wel dat je aan goede marketing doet. Schiphol heeft uitstekende bewegwijzering. Dat is internationaal bekend. Goede voorbeelden helpen dus ook. Vic Meijers: Een duidelijke bewegwijzering helpt mij ook. Paul van Overbeek: glazen vloeren vind ik vreselijk. Dus niet te veel met glas werken. 13 Lieftink Advies & K&E Advies