Al enkele diersoorten uitgestorven door

advertisement
http://tsjok45.multiply.com/photos/album/2379
Trefwoorden
Amfibieën Amphibians
*De opwarming van de aarde
*Broeikasgas
*Kwart soorten zal verdwijnen door snelle opwarming
*Al enkele diersoorten uitgestorven door opwarming aarde
Berenblues
*IJsbeerwelpjes sterven massaal door opwarming aarde
*IJsbeer krijgt status 'bedreigd'
*Bruine beren winterslaap
*Bruine beren mogen gedood worden in Siberië
De Opwarming van de aarde
veroorzaakt een stijging van de gemiddelde temperatuur.
In de afgelopen honderd jaar is de temperatuur van de aarde met bijna 1°C gestegen.
De oorzaak van deze stijging is het broeikaseffect.
Dat effect werkt als een serre: de zonnestralen komen de atmosfeer binnen.
De broeikasgassen, onder andere kooldioxide, houden een groot deel van de zonnestralen tegen,
met de opwarming van de aarde tot gevolg.
Deze broeikasgassen komen vrij door o.a. de menselijke activiteit.
Ook al is het broeikaseffect in principe goed voor het leven op aarde, dan toch heeft een versterkt
broeikaseffect op lange termijn slechte gevolgen:
-ten eerste, het smelten van de ijskap en de gletsjers, wat een stijging van het zeepeil veroorzaakt;
Maar ook :
40% van de zoetwater voorraden in de wereld zijn afhankelijk van rivieren die vanuit de bergen
komen en grotendeels gevoed worden door gletschers... en als die er binnen nu en 20 jaar niet meer
zijn , zal er dus een groot watertekort zal zijn voor deze 40%....
-ten tweede de toename van extreme weerfenomenen
zoals overvloedige regenval of lange periodes van droogte;
-ten derde, het probleem voor de biodiversiteit:
veel planten- en dierensoorten zijn met uitsterven bedreigd.
Ten slotte is er de verandering van de Golfstroom die Europa in een nieuwe ijstijd kan brengen.
Maar er zijn ook minder bekende gevolgen af te leiden uit voormelde hoofdlijnen .
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Door de opwarming zijn er elk jaar meer pollen in de lucht. Hierdoor zijn er ook elk jaar
meer mensen die hieraan allergisch worden.
Onkruid (= meestal zogenaamde "pionier"-soorten )zal alleen maar in aantal toenemen
en groter worden. . De hoeveelheden vieze en giftige productjes die landbouwers zullen
moeten gebruiken, zullen er niet om liegen.
Droge gebieden zullen steeds droger worden, maar gebieden als het onze steeds natter.
Vergeet dat romantische beeld van lekkere zomers maar;het wordt vaker warm en nat.
Minder sneeuw is minder waterreserve. Klinkt logisch, maar het zijn vooral de gevolgen
hiervan die doorwegen. Minder waterreserve betekent ook minder drinkwater. In Amerika
is er zelfs een staat die economisch afhankelijk is van de sneeuw in de bergen. Het water
dat nu langzaam wordt afgegeven door de bergen irrigeert een heel jaar lang de
landbouw. Zonder sneeuw valt alles in een veel te korte periode. Waterreservoirs die dat
zouden kunnen opvangen, kunnen niet gebouwd worden. Ze zouden veel te groot moeten
zijn.
Niet alleen lager gelegen gebieden overstromen. Wanneer regen zich niet als sneeuw en
ijs vastzet, glijdt het voortdurend van de bergen. Overstroming, modderstromen,
aardverschuivingen en nog van die gevaarlijke situaties zullen ook de bergen
onherbergzaam maken. (moet ik daarbij nog vermelden dat ook de rivieren tussen berg
en zee het water niet zullen kunnen slikken?)
Door de opwarming van het zeewater zullen er alleen maar meer orkanen ontstaan.
Tegen 2100 zullen 25% van alle huidige diersoorten uitgestorven zijn. ( Dewelke dat
zullen zijn en in hoeverre de onmiddelijk bedreigde soorten zich zullen kunnen aanpassen
aan de nieuwe omstandigheden ,kan men niet voorspellen )
Broeikasgas
Het Global Carbon Project, een international samenwerkingsverband, stelde in 2006 het rapport van
Sydney op,waarin werd openbaar gemaakt dat de uitstoot van het broeikgasgas ondanks alle
inspanningen sinds 2000 vier maal sneller gestegen is dan tien jaar eerder.
De wereldwijde uitstoot steeg van 2000 tot 2007 sneller dan het in het worst case scenario in
eerdere studies.
Bovendien nam de opnamecapaciteit van de natuur voor koolstof verder af.
“De versnelling van de CO2-uitstoot en de opslag ervan in de atmosfeer zijn weergaloos en
hoogst verrassend”, aldus Joseph Canadell van het Global Carbon Project.
Bovendien hebben wetenschappers vastgesteld dat miljoenen tonnen methaangas – een gas dat
het broeikaseffect nog meer in de hand werkt dan koolstofdioxide – die onder de Arctische
zeebodem zitten in sneltempo vrijkomen.
De Britse krant The Independent meldde zopas dat Zweedse wetenschappers die de Russische
noordelijke kusten afvoeren in grote gebieden van de Siberische plaat erg hoge concentraties
methaangas opgemeten hebben. Dit fenomeen, dat een gevolg is van het smelten van het ijs aan
het oppervlak, zal ongewijfeld de opwarming van de aarde versnellen.
Het plotse lekken van methaangas zou in vroegere(geologische ) periodes al verantwoordelijk
geweest zijn voor snelle stijgingen van de globale temperatuur, hevige verstoring van het
klimaat en het massaal uitsterven van diersoorten.
Kwart van dier- en plantsoorten zal uitsterven 12 januari 2004
Milvus milvus Tekening: Trevor Boyer
De rode wouw is een van vogelsoorten in Europa die zal uitsterven als de aarde warmer wordt.
Een studie naar de gevolgen van klimaatverandering levert een dramatisch toekomstbeeld op. Onze flora en
fauna zullen aanzienlijk verarmen, maar de mier zal het wel redden.
En zuidelijke soorten zullen naar Nederland oprukken, voorspellen biologen.
Biologen denken dat als gevolg van het opwarmen van de aarde over vijftig jaar mogelijk een kwart van alle
plant- en diersoorten op het land zal zijn uitgestorven. Die alarmerende conclusie trekken zij uit een
modelberekening die is gepubliceerd in het Britse wetenschappelijke tijdschrift Nature.
Het gaat om voorspellingen die zijn gebaseerd op een steekproef onder iets meer dan duizend soorten, verspreid
over de hele wereld. Computerberekeningen op basis van klimaatvoorspellingen van het Intergovernmental
Panel on Climate Change laten zien dat 15 tot 37 procent van de onderzochte soorten in 2050 verdwenen
zal zijn.
Als de berekeningen van de onderzoekers gelden voor de totale biodiversiteit op aarde, dan zullen meer dan een
miljoen soorten met uitsterven bedreigd worden.
Het gaat daarbij vooral om soorten die toch al kwetsbaar zijn en door de klimaatsveranderingen over de rand
worden geduwd.
,,Vooral soorten die beperkt zijn in hun mobiliteit of soorten die hoge eisen stellen aan hun leefomgeving
zullen in het nauw komen door de klimaatverandering'', zegt Michel Bakkenes van het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu in Bilthoven, een de auteurs van de Nature-studie.
De soorten die volgens de studie op uitsterven staan, zijn onder meer Boyd's bosdraak, een Australische
hagedissensoort, de harlekijnkikker uit Costa Rica, de muskaatnotenboom uit Brazilië en de Zuid-Afrikaanse
tolbosplant. In Europa schatten de onderzoekers dat een kwart van de vogelsoorten het loodje zal leggen onder
het slechtste scenario, en zo'n 17 procent van de plantensoorten. Maar ook al zal het klimaat een flink gat in de
biodiversiteit slaan, dan nog zal de aarde niet het aanzien krijgen van een kale planeet. Algemene en flexibele
soorten als de brandnetels en de mieren zullen wel overleven en de plaats innemen van de verdwenen soorten.
Volgens Bakkenes geeft de alarmerende publicatie waaraan hij meewerkte geen 'harde cijfers', maar een
verwachting.
,,Het is een risicoanalyse. We kunnen niet met zekerheid voorspellen of bepaalde soorten planten en dieren
zullen uitsterven, maar in ieder geval is duidelijk dat deze soorten onder zeer zware druk zullen komen te
staan als gevolg van de opwarming. Het zou kunnen dat sommige bedreigde soorten zich weten aan te passen
en dan is het effect natuurlijk minder. Ons onderzoek is een steekproef. Het geeft een beeld dat representatief
is voor de overige natuur.''
De huidige snelle opwarming van het aardse klimaat wordt toegeschreven aan de menselijke uitstoot van
broeikasgassen, voornamelijk kooldioxide, methaan en stikstofoxide.
De gassen in de atmosfeer houden meer zonnewarmte vast, waardoor de gemiddelde temperatuur op aarde
toeneemt. Klimaatzones schuiven daardoor op naar de polen en naar hoger gelegen gebieden. De planten en
dieren zijn vaak gedwongen mee te verhuizen. Zij die dat niet snel genoeg kunnen, gaan ten onder.
Bakkenes onderzocht de verwachte verschuivingen in landplanten in Europa. Volgens hem zal de uitsterfgolf
als gevolg van het warmere klimaat in Europa vooral toeslaan in de mediterrane landen: Spanje, Portugal en
Italië.
,,In Nederland zal er waarschijnlijk niet zoveel uitsterven, omdat wij een gematigd klimaat hebben'', aldus
Bakkenes.
,,Wel zullen we hier verschuivingen zien; zuidelijke soorten zullen naar ons toekomen. Een voorbeeld is de
tijgerspin die zich hier onlangs vestigde. Dat kan er misschien zelfs toe leiden dat we in Nederland per saldo
meer soorten krijgen als gevolg van de klimaatverandering.''
De huidige studie heeft zich alleen gericht op dieren en planten die op het land leven. Driekwart van het
aardoppervlak is echter geen land maar zee. Van de biodiverstiteit in zee is relatief nog maar weinig bekend.
Maar dat de opwarming van het klimaat hier ook effecten zal hebben, is heel waarschijnlijk.
,,Of er ook soorten zullen uitsterven, weet ik niet. Maar het is bijvoorbeeld wel bekend dat op bepaalde
plaatsen koraalriffen zijn doodgegaan als gevolg van een stijging van de zeewatertemperatuur.''
Op aarde leven naar schatting 14 miljoen plant- en diersoorten. Op dit moment worden volgens
natuurbeschermers minstens 12.000 daarvan met uitsterven bedreigd. Als de voorspellingen uit de Nature-studie
kloppen, zal het klimaat de belangrijkste bedreiging worden voor de biodiversiteit. Anders dan verstoring van de
leefomgeving, wat nu het grootste probleem vormt in het natuurbehoud, werkt deze nieuwe bedreiging globaal
door, dus ook op relatief onaangetaste plaatsen waar de mens nog nauwelijks komt.
In de geschiedenis van de aarde hebben natuurlijke klimaatschommelingen eerder gezorgd voor flinke
verschuivingen in soortenaantallen en -verspreiding. Ook toen ging dat ten koste van soms een aanzienlijk
aantal soorten. Maar toen kwam de mens er nog niet aan te pas.
Broeikaseffect rampzalig voor biodiversiteit
De komende vijftig jaar verdwijnen mogelijk een miljoen plant- en diersoorten van de
aardbodem door opwaming van de aarde, zo blijkt uit een internationale studie.
De Gouden pad die tot voor kort door de nevelwouden van Costa Rica kroop bestaat niet meer. (*Er
zijn in 2007-2008 terug een paar exemplaren van een bedreigde populatie ontdekt in een klein
rivierengebied in Costa rica )
http://www.geaflecht.nl/geafl/archief/artikel/kikkvert.html
http://noorderlicht.vpro.nl/dossiers/21297853/hoofdstuk/21298404/
Uitgestorven door de stijging van de gemiddelde temperatuur in zijn leefgebied, zo menen
wetenschappers.
De oerwoudbewoner is waarschijnlijk niet het laatste slachtoffer van het broeikaseffect, want dat lot
wacht duizenden plant- en diersoorten als de opwarming van de aarde zich in het huidige tempo
voortzet.
Die verontrustende conclusie blijkt uit het rapport ‘Extinction Risk From Climate Change’, waaraan
veertien laboratora over de hele wereld meewerkten. De resultaten zijn onlangs verschenen in het
wetenschapstijdschrift Nature.
Berekening
De wetenschappers bestudeerden 1103 soorten planten en dieren in zes gebieden over de hele
wereld met een rijke flora en fauna.
Met behulp van computermodellen berekenden ze vervolgens de gevolgen van de klimaatverandering
voor deze soorten tot 2050, uitgaande van de klimaatvoorspellingen van het Intergovernmental Panel
on Climate Change.
De uitkomst is weinig rooskleurig: zelfs bij minimale opwarming van de aarde is er een groot verlies
aan biodiversiteit. Zo’n 18 procent van alle plant- en diersoorten zou in dat geval in 2050 zijn
uitgestorven.
Bij het huidige tempo van opwarming ligt dat percentage op 24 procent en bij het slechtste scenario is
37 procent van alle soorten in 2050 uitgestorven.
Bijbenen
Sible Schöne, klimaatspecialist bij het Wereld Natuur Fonds, is behoorlijk geschrokken van de
uitkomsten van het rapport.
“De gevolgen van het broeikaseffect voor de biodiversiteit op aarde blijken veel alarmerender
te zijn dan lange tijd werd gedacht. De kwetsbare soorten op bijvoorbeeld eilanden en in
kustgebieden zullen het eerste aan de beurt zijn, maar ook soorten die gebonden zijn aan een
bepaalde leefomgeving lopen grote risico's. Een trekvogel kan nog wel wegvliegen, maar een
boom kan niet weg. Soorten die de opschuiving van de gemiddelde temperatuur naar het
noorden niet kunnen bijbenen, zullen verdwijnen”.
Broeikasgassen
De snelle opwarming van de aarde wordt grotendeels toegeschreven aan de uitstoot van
broeikasgassen door de verbranding van fossiele brandstoffen. Die uitstoot is gezien de moeizame
internationale klimaatonderhandelingen niet eenvoudig terug te dringen.
“Een snelle reductie van de uitstoot van broeikasgassen zal veel soorten kunnen redden, maar
daar is politieke moed voor nodig. Het probleem van klimaatverandering is tot dusver zwaar
onderschat. Kyoto is nog maar het begin.”
Symbool
“Daarnaast kan iedereen zelf ook meewerken om het broeikaseffect te beperken”, vervolgt
Schöne.
“Door bijvoorbeeld groene stroom te gebruiken en kenbaar te maken dat klimaatverandering je
zorgen baart. Het op de afgelopen klimaatconferentie in Milaan gepresenteerde symbool ‘Save
our Climate’ is daar een uiting van.”
Bronnen: Nature, University of Leeds,
Links:
Biodiversity and Climate Change (UNEP) Climate claims the golden toad
Kwart soorten zal verdwijnen door snelle opwarming
http://www.kennislink.nl/web/show?id=115623
Modelberekeningen voorspellen dat een kwart van alle plant- en diersoorten op het land de
komende vijftig jaar zal uitsterven.
De snelle klimaatverandering wordt de belangrijkste oorzaak van uitsterven, belangrijker nog dan
habitatvernietiging. Bij een matige opwarming (0,8 tot 1,7 graden) van de aarde, zal in 2050 18
procent van de terrestrische planten en dieren uitgestorven zijn. Bij een stijging van twee graden
Celsius zal 37 procent het loodje leggen. In een middelste scenario sterft 24 procent van de
landsoorten.
Niet alleen de temperatuurverhoging zelf, maar ook de gevolgen (meer droogte of neerslag)
bedreigen de biodiversiteit. Barrières als meren, oceanen, bergen, wegen en steden maken dat
geplaagde soorten niet zomaar koude gebieden kunnen koloniseren (Nature, 8 januari). De gouden
pad, eind jaren tachtig in Costa Rica voor het laatst gezien, is waarschijnlijk al verdwenen door de
opwarming.
Een internationale groep ecologen bestudeerde zes regio’s in Australië, Azië, Europa, Zuid- Afrika en
Zuid- en Midden Amerika. De ecologen keken naar de verspreiding van 1103 plant- en diersoorten.
Dat stopten ze in een model dat voorspelt hoe soorten zich verspreiden bij klimaatsverandering.
De percentages zijn alarmerend hoog. Dr. Michel Bakkenes van het RIVM, één van de auteurs, legt
uit dat deze voorspellingen behoorlijk betrouwbaar zijn. ‘De onzekerheidsmarges verschillen van soort
tot soort, maar het komt neer op plus of min 5 tot 10 procent.’
Nederland krijgt te maken met nattere winters, warmere lentes en drogere zomers. Het zal daarom
moeilijk worden voor soorten in natte gebieden, zoals de heidekikker, en voor trekvogels. Omdat hier
de lente eerder begint, komt de bonte vliegenvanger te laat. Hij arriveert als de meeste rupsen,
voedsel voor de jonge vogels, al verpopt zijn. Ook kuifmees, heggenmus, kleine waterhoen en
spotvogel staan op de tocht.
Doordat in Nederland de lente steeds vroeger begint, komt de bonte vliegenvanger te laat om
genoeg voedsel te vinden. Bron: 'Vogels van West- en Midden-Europa'. Copyright
Uitgeversmaatschappij The Reader’s Digest
Ook komen er soorten bij, vanuit het zuiden. In Brabant is vorig jaar bijvoorbeeld de tijgerspin
aangetroffen. Verwacht wordt dat de Europese soorten zullen opschuiven naar het Noordoosten. In
Nederland zou de biodiversiteit zelfs kunnen toenemen. De droge, mediterrane landen zullen het
meest last hebben van de temperatuurstijging.
Hoofdauteur Chris Thomas benadrukt dat de uitstoot van broeikasgassen nu snel aan banden moet
worden gelegd. RIVM-onderzoeker Bakkenes wijst op het belang van corridors, zoals de Ecologische
Hoofdstructuur, zodat soorten zich kunnen verspreiden. Ook moet daarom in Afrika de houtkap
(habitatverlies) worden beperkt.
Zie ook:
Klimaatverandering en andere milieuproblemen: Verzuring en ozon (Kennislink artikel)
Verschuivingen van areaalgrenzen van insecten onder invloed van een veranderend klimaat
(Kennislink correspondentenartikel)
Broeikaseffect (KNMI)
Vogels vliegen nog niet zuidwaarts
Trekvogels in Duitsland zijn hun tocht naar het zuiden nog niet begonnen door het warme weer. Dit
hebben experts van de dienst Ecologie van de Duitse deelstaat Noordrijnland-Westfalen maandag
gemeld.
Trekvogels zoals kraanvogels hebben "geen zin" om naar warmere streken te trekken omdat er nog
voldoende voedsel te vinden is op de maïsvelden, aldus Peter Schöltz van de dienst voor ecologie.
"Daarom zullen ze niet voor januari vertrekken, en misschien zelfs helemaal niet", voegde hij eraan
toe.
Andere dieren zoals kikkers of vleermuizen houden door het warme weer geen winterslaap.
"De dieren ondergaan een stress, ze zijn actief en kunnen de slaap niet vatten", zei de
deskundige, die eraan toevoegde dat een plotslinge koude de dieren zou bedreigen omdat ze niet
genoeg vetreserves hebben opgebouwd.
In het zuiden van Duitsland werd zaterdag nog een warmterecord genoteerd.
In Beieren klom het kwik tot 21,9 graden Celsius.
Vogelbescherming Vlaanderen meldde dat de trek in Vlaanderen later op gang is gekomen, maar dat
die al voor 90 procent achter de rug is. (belga)
Trekvogels vliegen verkeerde kant op
22 oktober 2004
In Frankrijk wemelt het momenteel van de dwergarenden, roofvogels die zich normaal
gesproken nu in Afrika en India zouden moeten bevinden. Waarom de dieren naar het noorden
zijn getrokken in plaats van het zuiden, is een mysterie.
Dertig keer zoveel
Vogelaars in het zuiden van Frankrijk kijken hun ogen uit: de afgelopen twee weken zijn meer dan
duizend dwergarenden (Hieraaetus pennatus) waargenomen. Volgen de Franse Vogelbescherming,
de LPO, zijn dat er dertig keer zoveel als normaal.
De in Europa vrij zeldzame roofvogels met een spanwijdte tot 1,3 meter, brengen de zomermaanden
gewoonlijk door in zuidelijk Europa en Noord-Afrika. Daar jagen en nestelen de vogels in bergland
met bossen met hoog geboomte.
Wanneer de zomer in september ten einde loopt, verkassen de bruine roofvogels naar hun
overwinteringsgebieden in het zuiden, met name in Afrika en India.
Speculaties
Dit najaar zijn de dwergarenden juist naar het noorden getrokken. Volgens de LPO is het voor de
eerste keer dat dit merkwaardige verschijnsel zich heeft voorgegaan.
Speculaties dat de trek naar het noorden verband zou houden met warmer weer door de
klimaatveranderingen, lijken niet waarschijnlijk omdat de omgekeerde trek bij geen enkele andere
trekvogelsoort is gesignaleerd.
2004 Planet Internet
Dwergarend ;
http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=vogels&record=Hieraaetus+pennatus
01 december 2006
Temperatuurstijging bedreigt migrerende diersoorten
17 november 2006
Door de opwarming van de aarde dreigt een aantal migrerende diersoorten, waaronder
zeeschildpadden, walvissen en vogels, binnen afzienbare tijd uit te sterven.
Zeeschildpadden en walvissen leggen grote afstanden door de oceaan af. Sommige volgelsoorten
vliegen van continent naar continent en stoppen onderweg op uiteenlopende voedselgronden. De
Noordse Stern vliegt zelfs elk jaar van de noordpool naar de zuidpool en weer terug. Voor zulke
dieren kunnen klimaatveranderingen rampzalige gevolgen hebben. Sommige soorten kunnen zelfs
binnen tientallen jaren van de aardbodem zijn verdwenen. Dat staat in een rapport van Unep, de
milieu-organisatie van de Verenigde Naties.
De diersoorten hebben tot nu toe weten te overleven door zich evolutionair aan te passen aan
veranderende omstandigheden. Het probleem is dat zulke aanpassingen heel geleidelijk, in de loop
der eeuwen plaatsvinden. Momenteel hebben we echter te maken met een forse temperatuurstijging
die binnen enkele decennia zal plaatsvinden. de voorspelling is dat het algemene klimaat op aarde al
binnen 25 tot 50 jaar fors warmer zal zijn geworden. Gevreesd word dat bepaalde diersoorten dit
ongekende tempo niet zullen kunnen bijhouden en dus massaal zullen uitsterven.
Zeeschildpad
Een van de grootste slachtoffers van de klimaatverandering zal de zeeschildpad zijn, aldus het VNrapport. Wetenschappers hebben ontdekt dat sommige soorten veel meer vrouwelijke dan mannelijke
eitjes leggen als het zeewater te warm is. In de buurt van Maleisi챘 is er al een gebied waar vrijwel
alleen nog maar vrouwtjes worden geboren. Binnenkort zullen daar dus helemaal geen schildpadden
meer voorkomen, en dat lot lijkt voor veel andere gebieden ook weggelegd.
Ook is er wetenschappelijk bewijs geleverd dat sommige schildpadsoorten door het opwarmende
water heel vatbaar worden voor kanker, mogelijk vanwege de gevaarlijke virussen die zich in warm
water beter thuis voelen. De schildpad is wellicht in staat om hier weerstand tegen op te bouwen,
maar dat is een proces dat van generatie op generatie langzaam wordt opgebouwd en honderden
jaren in beslag gaat nemen. Terwijl het over vijftig jaar waarschijnlijk al te laat is.
Naast de zeeschildpad zijn er nog meer dieren die door de VN als 'extreem kwetsbaar' zijn
aangemerkt.
De Siberische Taling (Anas formosa), een soort eend die een vrij zeldzame dwaalgast is. Zijn
leefgebied wordt door grote droogte bedreigd.
De noordkaper (Eubalaena glacialis), een walvissoort die afhankelijk is van plankton. Door de
verschuivende zeestromingen verliest dit dier zijn belangrijkste voedselbron.
Diverse vogelsoorten in de Caribische zee, die tijdens hun migratie letterlijk worden weggeblazen
door de steeds zwaarder wordende zeestormen in dat gebied.
De witsnuitdolfijn, die ook in de Noordzee voorkomt, zal het onderspit delven ten opzichte van
andere dolfijnsoorten die beter tegen warm water kunnen.
De Siberische Taling (Anas formosa), een soort eend die een vrij zeldzame dwaalgast is. Zijn
leefgebied wordt door grote droogte bedreigd.
Hoop
Maar volgens Unep is er nog hoop. Door kwetsbare gebieden te beschermen kunnen migrerende
diersoorten nog van de ondergang worden gered. Sommige dieren lijken er toch nog op tijd in te gaan
slagen om zich aan te passen. Zo zijn bij de Kleine zwaardwalvis op de noordpool al veranderingen in
het eetgedrag waargenomen. De dieren vinden nieuwe voedselgronden en nieuwe soorten om te
eten.
De VN pleit er dan ook voor dat de mens bedreigde diersoorten een handje helpt om te overleven.
Dat kan enerzijds door hun leefgebieden te conserveren, anderzijds doormiddel van wetenschappelijk
onderzoek naar manieren om de dieren te helpen zich aan te passen. Daarvoor moeten er speciale
nationale en internationale programma's opgezet worden.
Links:BBC: Climate threat to mobile species
Zee sterft in rap tempo uit
Warmterecord voor Noordzee
Helft bevolking verwacht forse klimaatverandering
2006 Planet Internet
Trekvogels blijven langer
27 november 2006
Het warme najaar belet bepaalde soorten trekvogels om naar het zuiden te vliegen.
Dat heeft Ruud Foppen van de stichting vogelonderzoek SOVON zaterdag gezegd op basis van
vogeltellingen.
Vorst blijft uit
Verschillende vogelsoorten blijven langer in Nederland blijven dan anders. Veel vogels vertrekken
normaliter bij de eerste vorst naar het zuiden van Europa. Nu die vorst uitblijft, zien de kieviten,
ganzen en zanglijsters de noodzaak van vertrek nog niet in.
Bovendien is hier momenteel genoeg voedsel voorhanden. Er zijn volop beukennootjes, eikels en
kastanjes die als voedsel kunnen dienen. Het zachte herfstweer zorgt er tevens voor dat vogels hun
energie niet hoeven te verspillen aan warm blijven.
'Om de hoek'
De Vogelbescherming signaleert al langer veranderingen in de bewegingen die trekvogels maken
door het warmer wordende klimaat.
"Je ziet dat soorten die gewoonlijk in Zuid-Europa overwinteren, minder snel geneigd zijn om te
vertrekken," vertelt Marc Argeloo van de Vogelbescherming.
"Zolang het hier warm blijft en er genoeg voedsel is, blijven ze hangen. Voor hen is Zuid-Europa 'om
de hoek' en deze soorten kunnen zich vrij makkelijk aan de veranderende omstandigheden
aanpassen. Het gaat dan bijvoorbeeld om soorten als de zwartkop, tjiftjaf en zanglijster (zie grote
foto)."
'Gevangen in systeem'
Dat aanpassingsvermogen ontbreekt echter bij soorten die voor de trek grote afstanden overbruggen.
"Die zitten gevangen in een systeem waarbij hun interne klok aan de hand van veranderingen in
daglengte het tijdstip van vertrek bepaalt," weet Argeloo.
"Dat zijn vogelsoorten die de Sahara oversteken om hun overwinteringsplek te bereiken, zoals
bijvoorbeeld de bonte vliegenvanger (zie links)en tuinfluiter. De vertrekken gewoon als de dagen
korter worden.
Deze soorten komen vooral in de problemen bij hun terugkeer. Door de klimaatverandering arriveren
ze te laat. Ze weten in Afrika niet dat hier de rupsen, hun hoofdvoeldsel, al veer eerder beschikbaar
zijn dan tot voor kort gebruikelijk was." De resterende rupsentijd is dan vaak te kort om succesvolle
broedsels te produceren.
Eerder terug
Argeloo noemt tenslotte nog een aantal soorten die er wel eerder teruggkomen uit het verre zuiden,
zoals de lepelaar en de grutto.
"Zij komen veel eerder terug als ze merken dat het in het noorden eerder warmer wordt. Hun
broedgebieden liggen weliswaar buiten Europa, maar niet zo diep in Afrika zoals bij de bonte
vliegenvanger en tuinfluiter het geval is.
Bovendien maken ze langdurige tussenstops in Zuid-Europa. Als ze in Portugal merken dat het er
warm is, vliegen ze snel door naar het noorden. Zo kan het voorkomen dat de lepelaar al in februari in
Nederland neerstrijkt."
Wilco Meijers2006 Planet Internet
Links: Warmste herfst in drie eeuwen
Klimaatverandering dupeert trekvogels
04 mei 2006
Het bewijs dat klimaatsverandering een negatief effect heeft op trekvogels, is geleverd.
In het nieuwste nummer van het wetenschapsmagazine Nature tonen Nederlandse onderzoekers
voor het eerst aan dat trekvogels zoals de bonte vliegenvanger door klimaatverandering in de
problemen raken.
'Jongen worden te laat geboren'
't Is zo'n vrolijk geluid, een kwetterende bonte vliegenvanger (Ficedula hypoleuca). Het is echter de
vraag of deze kleine zangvogel nog lang in de Nederlandse bossen te horen zal zijn.
Volgens ecoloog Christiaan Both het Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), kunnen
trekvogels zoals de bonte vliegenvanger de klimaatverandering namelijk niet meer bijbenen.
"Door klimaatsverandering piekt het rupsenvoedsel van deze trekvogel steeds eerder in het
voorjaar. In de bossen met een vroege voedselpiek, worden de jongen van de bonte
vliegenvanger nu te laat geboren," stelt Christiaan Both, die tien populaties verspreid over ons land
heeft onderzocht.
Rupsenpiek gemist
De bonte vliegenvangers (Ficedula hypoleuca) zijn sinds half april weer terug in de Nederlandse
bossen. De eersten zijn al met broeden begonnen.
Ons klimaat wordt echter steeds warmer. Daardoor lopen bomen eerder uit en komen bladetende
rupsen eerder uit hun ei. Maar de bonte vliegenvanger keert niet eerder terug uit West-Afrika. Daarom
moet deze trekvogel zich erg haasten met broeden, als hij na 4500 kilometer vliegen aankomt in
West-Europa.
Gevolg is dat de jongen nu wel tien dagen eerder uit het ei kruipen dan rond 1985, maar dat is niet
genoeg. De rupsen die de hoofdmaaltijd voor de jongen vormen, zijn wel zestien dagen vroeger. Zo
lopen de zangvogels toch een groot deel van de broodnodige rupsenpiek in het bos mis. Deze piek
duurt namelijk maar zo'n twee weken.
Forse afname
Gevolg is dat de bonte vliegenvanger de afgelopen 17 jaar in bossen waar de natuur vroeg op gang
komt, met 90 procent in aantal is achteruitgegaan. Ondanks de grote haast bij het eieren leggen, zijn
de vogels in zulke vroege bossen domweg te laat terug om nog succesvol te kunnen broeden.
In 'late bossen' met de rupsenpiek na half mei, zijn de aantallen vliegenvangers daarentegen
nauwelijks veranderd. "Als het echter nog warmer wordt, zullen ze ook hier verdwijnen omdat ze
te laat aankomen," voorspelt Both.
"Waarschijnlijk is dit niet alleen een probleem voor bonte vliegenvangers, maar hebben alle
insectenetende lange-adstandstrekkers hiermee te maken."
Voorjaar voorspellen
Dat de vliegenvangers niet nog eerder gaan broeden, komt volgens Both door het feit dat de vogels
het voorjaar in Europa slecht kunnen voorspellen.
Ze zouden dan niet alleen een voorspelling moeten doen over de aanvang van de Europese lente,
maar dit ook nog een maand vooruit moeten doen. Zoveel tijd kost het namelijk om vanuit Afrika hier
naartoe te vliegen. De zangvogels vertrekken dus nog altijd op dezelfde dag uit Afrika.
2006 Planet Internet
Afbeelding: mannelijke bonte vliegenvanger (foto Christiaan Both)
Wordt het stil in het bos? (met video-item over de bonte vliegenvanger)
Broeikaseffect rampzalig voor biodiversiteit
De komende vijftig jaar verdwijnen mogelijk een miljoen plant- en diersoorten van de
aardbodem door opwaming van de aarde, zo blijkt uit een internationale studie.
De gouden pad die tot voor kort door de nevelwouden van Costa Rica kroop (zie foto), bestaat niet
meer. Uitgestorven door de stijging van de gemiddelde temperatuur in zijn leefgebied, zo menen
wetenschappers.
De oerwoudbewoner is waarschijnlijk niet het laatste slachtoffer van het broeikaseffect, want dat lot
wacht duizenden plant- en diersoorten als de opwarming van de aarde zich in het huidige tempo
voortzet.
Die verontrustende conclusie blijkt uit het rapport ‘Extinction Risk From Climate Change’, waaraan
veertien laboratora over de hele wereld meewerkten. De resultaten zijn onlangs verschenen in het
wetenschapstijdschrift Nature.
Berekening
De wetenschappers bestudeerden 1103 soorten planten en dieren in zes gebieden over de hele
wereld met een rijke flora en fauna.
Met behulp van computermodellen berekenden ze vervolgens de gevolgen van de klimaatverandering
voor deze soorten tot 2050, uitgaande van de klimaatvoorspellingen van het Intergovernmental Panel
on Climate Change.
De uitkomst is weinig rooskleurig: zelfs bij minimale opwarming van de aarde is er een groot verlies
aan biodiversiteit. Zo’n 18 procent van alle plant- en diersoorten zou in dat geval in 2050 zijn
uitgestorven.
Bij het huidige tempo van opwarming ligt dat percentage op 24 procent en bij het slechtste scenario is
37 procent van alle soorten in 2050 uitgestorven.
Bijbenen
Sible Schöne, klimaatspecialist bij het Wereld Natuur Fonds, is behoorlijk geschrokken van de
uitkomsten van het rapport. “De gevolgen van het broeikaseffect voor de biodiversiteit op aarde
blijken veel alarmerender te zijn dan lange tijd werd gedacht.
De kwetsbare soorten op bijvoorbeeld eilanden en in kustgebieden zullen het eerste aan de beurt zijn,
maar ook soorten die gebonden zijn aan een bepaalde leefomgeving lopen grote risico's. Een
trekvogel kan nog wel wegvliegen, maar een boom kan niet weg. Soorten die de opschuiving van de
gemiddelde temperatuur naar het noorden niet kunnen bijbenen, zullen verdwijnen”.
Broeikasgassen
De snelle opwarming van de aarde wordt grotendeels toegeschreven aan de uitstoot van
broeikasgassen door de verbranding van fossiele brandstoffen. Die uitstoot is gezien de moeizame
internationale klimaatonderhandelingen niet eenvoudig terug te dringen.
“Een snelle reductie van de uitstoot van broeikasgassen zal veel soorten kunnen redden, maar daar is
politieke moed voor nodig. Het probleem van klimaatverandering is tot dusver zwaar onderschat.
Kyoto is nog maar het begin.”
Symbool
“Daarnaast kan iedereen zelf ook meewerken om het broeikaseffect te beperken”, vervolgt Schöne.
“Door bijvoorbeeld groene stroom te gebruiken en kenbaar te maken dat klimaatverandering je zorgen
baart. Het op de afgelopen klimaatconferentie in Milaan gepresenteerde symbool ‘Save our Climate’
is daar een uiting van.”
Zie ook: Fotogallery bedreigde soorten
Bronnen: Nature, University of Leeds, WNF
Dossier Klimaatverandering (RIVM) Biodiversity and Climate Change (UNEP) Climate claims the
golden toad Rode Lijst fors uitgebreid
De wereld als een brandende kaars
16 januari 2004
Al enkele diersoorten uitgestorven door opwarming aarde
21/11/06
Plant- en diersoorten beginnen sneller dan voorspeld uit te sterven of te veranderen als gevolg van
de opwarming van de aarde.
Dat blijkt uit een analyse van ruim achthonderd onderzoeken door een Texaanse biologe, die dinsdag
is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Annual Review of Evolution and Systematics.
Zeker zeventig soorten kikkers, vooral soorten die in de bergen leven en gedijen bij kou, zijn
uitgestorven omdat ze nergens heen konden om de warmere temperaturen te ontvluchten.
Ernstig bedreigd
Verder worden tussen de honderd en tweehonderd andere dieren die voor hun bestaan van koude
afhankelijk zijn, zoals Keizerspinguïn en IJsbeer, ernstig bedreigd.
http://www.natuurinformatie.nl/ndb.wnf/natuurdatabase.nl/i000578.html
Onderzoek
Uit het onderzoek, dat werd uitgevoerd door Camille Parmesan, biologe aan de universiteit van
Texas, blijkt ook dat dierenpopulaties naar het noorden trekken, dat soorten in zekere mate
veranderen door de klimaatverandering, dat planten eerder tot bloei komen door vroegere lentes en
dat epidemieën en parasieten vaker voorkomen.
Voorspellingen
Wetenschappers voorspelden deze veranderingen al jaren, maar Parmesan was verbaasd erachter te
komen dat de veranderingen zich nu al voordoen. Ze ging ervan uit dat die nog minstens tien jaar op
zich zouden laten wachten.
De ecoloog Douglas Futuyma, verbonden aan de State University of New York, meent dat een crisis
ophanden is, die niet pas in de verre toekomst staat te gebeuren, maar sneller op ons afkomt dan we
denken.
"Iemand die nu 10 jaar oud is, krijgt te maken met een geheel andere en angstaanjagende
wereld tegen de tijd dat hij of zij 50 of 60 is", zegt Futuyma.
Hoewel in de afgelopen jaren verschillende onderzoeken hebben laten zien dat bij bepaalde soorten,
groepen dieren of in bepaalde geografische gebieden problemen ontstaan, is dit de eerste
omvattende analyse die een breder beeld schetst van veranderingen als gevolg van de
opwarming van de aarde, zegt de Britse bioloog Chris Thomas van de universiteit van York.
Het is weliswaar onmogelijk met zekerheid te zeggen dat de veranderingen het gevolg zijn van
de opwarming van de aarde, maar de bewijzen zijn sterk en andere verklaringen zijn er niet,
zegt Thomas. (novum)
Globale opwarming roeit amfibieën uit ?
12 januari 2006
De opwarming van de Aarde helpt erg goed mee aan de uitroeiing van honderden soorten kikkers
en andere amfibieën. Dat heeft de Britse krant The Independent op gezag van het
wetenschappelijke vakblad Nature gemeld.
In 1990 was voor het eerst een dramatische terugloop vastgesteld van de zowat zesduizend
amfibiesoorten.
De verklaring was de verspreiding van een vernietigende huidinfectie tengevolge van een
schimmel. Een team onder leiding van Arturo Sanchez-Azofeifa van de Universiteit van Alberta
legde nu een verband tussen de verspreiding van de schimmel en een stijging van tropische
temperaturen die te maken heeft met de opwarming van onze planeet.
Het snelle verdwijnen van de soorten kikkers en andere amfibieën heeft ervoor gezorgd dat zowat
een derde van de zesduidend species - 1.856 soorten - als bedreigd is bestempeld. Honderden
andere soorten riskeren helemaal te verdwijnen. De wetenschappers denken dat nu voor het eerst
een duidelijk bewijs is geleverd dat globale opwarming tot grootschalige uitroeing van
levensvormen kan leiden. (Bron: HLN.be)
Save me? (Photo: Erik S. Lesser/The New York Times)
Een derde van de 6,000 kikker species op deze planeet met uitsterven bedreigd
Een schimmel nekt de kikkers wereldwijd 170 species zijn al uitgestorven in het laatste decennium en
nog eens 1,900 staan op het punt dat ook te doen ( door de schimmel en/of door andere oorzaken
waaronder pollutie , habitat vernietiging , klimaat veranderingen )
.Gevaarlijk, want dat kan het hele ecosysteem beinvloeden.
Wetenschappers roepen dierentuinen en instituten op soorten te adopteren totdat wetenschappers
iets hebben gevonden tegen de schimmel.
De killer is de chytrid fungus
Het betreft Batrachochytrium dendrobatidis, die naar de naam lijkt te zeggen in de eerste plaats
kikkers treft.
De schimmel slaat in alle werelddelen tegelijk toe en bedreigt alle amfibieën. Dit zou de eerste ziekte
van wilde dieren zijn die over de gehele wereld toeslaat op een gehele klasse gewervelde dieren en
die massasterfte, achteruitgang in aantallen en uitsterven van soorten tot gevolg heeft.
De fungus is een parasiet die het de kikkers moeilijk maakt hun porieen te gebruiken ; dat veroorzaakt
de dood door uitdroging Het is al voldoende gecorreleerd met de uitsterving van kikkersoorten op
costa Rica.en australie
Ook in Japan werden deze kikkerdoders al gesignaleerd
Santo Domingo 's " bergkip" kikker , beschouwd als een plaatselijke lekkernij is bijna volledig
uitgeroeid ... Ze komen voor op Montserrat en Dominica, Men vindt ze een lekkernij en ze worden
steeds zeldzamer. Ze worden evenwel vooral bedreigd door een schimmelinfectie.
* http://www.timesonline.co.uk/tol/news/environment/article3118736.ece
In het Yosemite National Park in California, staat de geelpotige bergkikker dicht bij zijn volledig
uitsterven . De aangroeiende stilte rond de meren in het park is een bewijs dat vele kikkers afsterven
...
http://thelede.blogs.nytimes.com/2007/02/20/a-fungus-brings-dinosaurs-fate-to-frogs/
Dat het niet zeker is wat voor de wereldwijde teruggang van de kikkers zorgt ?
Inderdaad / men is nog steeds zoekend __ laat staan dat er al een remedie is gevonden ....
Er is al gesuggereerd dat het een heel complex van verschillende gezamelijk ingrijpende oorzaken
kan zijn
( onder meer de schimmelgroei bevorderende omstandigheden en een mogelijke verzwakking van de
natuurlijke afweer bij de amfibieen door de voortdurende concentrerende opbouw van giftstoffen of
diverse allergenen of beiden, in het individuele amfibielichaam - Natuurlijke vijanden van de schimmel
en huidsymbionten van kikkers ( bacterieen bijvoorbeeld ) kunnen ook vernietigd zijn of
achteruitgegaan ) ....
Maar er worden ook al een paar decennia enorm veel misvormde amfibieeen gevonden ... er is dus
,nog meer aan de hand ....
(en dat zou wel eens alles kunnen te maken hebben met vervuiling en het vrijkomen en lozen van
mutagene en oncogene stoffen / waaronder een combinatie van parasieten en langzaam afbrekende
pesticiden -concentratie erg verdacht is )en dit tot grote ongerustheid bij de wetenschappers want de
kikkers zijn onze bio-indicators.
A series of deformed American toads, Bufo americanus .
http://www.clearwisdom.net/emh/articles/2002/7/12/24048p.html
deformed frog
Eigenlijk is het natuurlijke selectie in volle actie en op grote schaal .... (?)
Maar de achteruitgang in biodiversiteit van deze groep ( uitstervende soorten ) is al goed
gedocumenteerd ... Uiteraard vallen daaronder niet meteen de plaatselijke
kikkerpopulatie in uw of mijn tuin ... Mijn tuin zit vol met padden ... en gelukkig is hier ook een blauwe
jaap die af en toe eens een "graantje " komt meepikken ( of een vuilniszak openscheuren )
Overigens is het " uitsterven" nog lang niet zeker ...
Enkele jaren terug ging de huismus bijna teloor ...
Maar ondertussen is blijkbaar de een of andere vermoede epidemie uitgewoed ( of zijn de
tegenwoordige mussen grotendeels immuum geworden door mutaties en NSelektie ? ) , en komt de
passer domesticus langzaam terug ...
Er schijnt echter wel een grote rol toegekend te moeten worden aan de chytrid schimmel
http://www.nationalparks.nsw.gov.au/npws.nsf/Content/Frog+Chytrid+fungus
Chytrid fungus, Batrachochytrium dendrobatidis.
http://microbiologybytes.wordpress.com/2006/09/12/chytrid-fungus/
Ontwatering, verzuring van de grond en allerlei virussen en schimmels bedreigen wereldwijd het
kikkerleven. Ecologisten en wetenschappers die de ecosystemen van de aarde bestuderen zijn zeer
geïnteresseerd in kikkers en andere amfibieën omdat deze dieren beschouwd worden als bioindicators.
Dit betekent dat de gezondheid van de kikkerbevolking de weerspiegeling is van de gezondheid van
ons ecosysteem in zijn geheel. Heden ten dage heeft men ongeveer 6.000 soorten van kikkers
kunnen identificeren en er worden er nog nieuwe ontdekt bij het onderzoeken van het Regenwoud en
andere delen van de wereld. Soms worden ze ontdekt en zijn een paar maanden nadien al
uitgestorven ( omdat ze bijvoorbeeld als soort in tropische wouden erg plaatselijk zijn ( net als
cichliden in meertjes ) en hun areaal erg kwetsbaar is ( plaatselijke houtkap bijvoorbeeld kan al
volstaan ) ....Wat wordt verwacht is het verdwijnen van 1/3 van de reeds bekende kikkers ... Er zullen
er ook wel verdwijnen die nooit zijn ontdekt ...
Rond de 80-tiger jaren stelde men een daling in de kikkerbevolking ( zowel in aantallen als soorten __
voor zover bekend ) vast over de hele aarde.
Het zijn trouwens alle amfibieeen ( salamanders , kikkers , paden etc ) die bedreigd schijnen te
zijn , en niet alleen maar de kwakers ....
Steeds meer kikkers verdwijnen van het wereldtoneel
Wereldwijd zijn de 6190 soorten kikkers, padden, salamanders en wormsalamanders (amfibieën) in een
gevaarlijk neergaande spiraal terechtgekomen.
Al in de jaren negentig leek hun dunne huid extra gevoelig voor ultraviolette straling die door het gat in
de ozonlaag kwam. Ook verlies van leefgebied en verontreiniging doen een aanslag op de kikker.
Bovendien staan de kikkers bloot aan de dodelijke schimmelziekte chytridiomycosis
De helft van all eerdergenoemde soorten neemt in aantal af, niet minder dan eenderde wordt met
uitsterven bedreigd en 120 soorten zijn al uitgestorven,
Dendrobatus azurens
Eugène Bruins / Artis " Wetenschap legt voor het eerst verband tussen uitsterven amfibieën en
klimaatverandering "
door Sybille Decoo
Al jaren breken instanties voor natuurbehoud zich het hoofd over de redenen achter de mysterieuze
verdwijning van hele populaties tropische kikkers in Midden- en Zuid-Amerika. Wetenschappers hebben
nu voor het eerst het verband aangetoond met de opwarming van de aarde. De hogere temperaturen zijn
een broeihaard voor een schadelijke schimmel die de kleurrijke kikkers van Costa Rica tot Peru de das
omdoet. De woekerende schimmel is mogelijk ook wereldwijd de oorzaak van de dramatische sterfte
onder amfibieën.
Zoals met veel planten- en diersoorten gaat het ook met de amfibieën al een hele poos slecht. Toen hun
aantal in 2004 voor het eerst wereldwijd in kaart werd gebracht, bleek dat naar schatting een derde van
de 5.743 bekende ambifiesoorten met uitroeiing bedreigd is. Vermoed wordt dat 167 soorten al verdwenen
zijn. Nog eens 113 soorten zijn al jaren niet meer opgemerkt.
Alleen al in Midden- en Centraal-Amerika, waar het onderzoek heeft plaatsgevonden, verdwenen in de
jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw twee derden van de populatie 'harlequin frogs' (=
pijlgifkikkers )die deze tropische contreien bevolkt.
http://www.natureserve.org/aboutUs/amp_extinctions.jsp
Harlequin Frog - Poison Dart Frog
Ondanks het feit dat ze kikkers worden genoemd, zijn de kleurrijke dieren eigenlijk padden, van de
Atelopus-familie.
Habitatverlies, ziektes, pesticiden en veranderende temperaturen en regenpatronen werden in studies als
oorzaken naar voren geschoven. Maar nooit kon men de vinger leggen op de precieze oorzaak.
Daar is nu verandering in gekomen. Een team van het tropisch onderzoekscentrum verbonden aan het
Monteverde Cloud Forestnatuurreservaat in Costa Rica onderzocht of het verlies van zo'n zeventig
soorten harlequin frogs te wijten was aan een schimmelziekte die in de hand werd gewerkt door de
klimaatverandering.
Veel van die soorten verdwijnen van de aardbol ondanks het feit dat ze in beschermde natuurgebieden
leven.
Beschermde bossen helpen kikkers niet
Kikkerpopulaties gaan wereldwijd achteruit, zelfs in beschermde natuurgebieden. Maar dat ligt
niet aan schimmelinfecties, zoals vaak wordt gedacht. Dat rapporteren Amerikaanse
onderzoekers in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences van 16 april.
Steven M. Whitfield
De aardbeikikker (Oophaga pumilio) is een van de amfibiesoorten die sterk in aantal zijn teruggelopen in
het tropisch regenwoud van Costa Rica.
Aardbeikikker uit Costa Rica
De wetenschappers onderzochten in een beschermd tropisch regenwoud in Costa Rica (La Selva) of het
klopt dat schimmelinfecties verantwoordelijk zijn voor de achteruitgang van de kikkers. Kikkers zijn als
amfibie챘n erg kwetsbaar voor huidaandoeningen. Om de hypothese te testen, konden de onderzoekers
beschikken over populatiegegevens van de kikkers van La Selva over 35 jaar.
Om het effect van de schimmel uit te sluiten, vergeleken ze de veranderingen in de kikkerpopulaties met
die van hagedissen, dieren die hetzelfde habitat bevolken maar niet vatbaar zijn voor huidschimmels.
Zowel de kikkers als de hagedissen in La Selva bleken in 35 jaar even hard achteruit te zijn gegaan,
namelijk met 75 procent. Het ligt dus niet aan schimmels, concluderen de onderzoekers in de PNAS.
De auteurs suggereren dat een achteruitgang van de hoeveelheid afgevallen bladeren op de bodem van het
regenwoud een rol speelt bij de ineenstorting van de populaties. Zowel de kikkers als de hagedissen zijn
afhankelijk van het blad, onder meer om zich onder te kunnen verstoppen tegen roofdieren.
*Amfibieën zijn door hun vochtige, ademende huid ook erg kwetsbaar voor wijzigende
klimaatomstandigheden.
Het team van het Monteverde Cloud Forestnatuurreservaat in Costa Rica , vergeleek het tijdstip waarop
de amfibieën de jongste decennia verdwenen met de veranderingen in temperatuur van het zeewater en
de lucht en kwam tot de vaststelling dat de verdwijning van de padden gelijke tred hield met de
klimaatverandering. Hoe dat precies in zijn werk ging, was eerst niet duidelijk. De betrokken schimmel is
namelijk dodelijker bij koudere temperaturen, terwijl de aarde net aan het opwarmen is.
Bij nader inzien bleek echter dat op de vijftig onderzochte sites van Costa Rica tot Peru, de padden er het
slechtst aan toe waren in streken waar het 's nachts warmer werd maar de temperaturen overdag kouder
zijn, ideale omstandigheden voor de betrokken schimmel (Batrachochytrium dendrobatidis).
Het meest aannemelijke verband is volgens de onderzoekers dat de grootschalige opwarming van de
aarde de vorming van wolken in de hand werkt. Dat creëert gunstiger omstandigheden voor de schimmel,
maar betekent slecht nieuws voor kikkers en co.
"Ziekte is de kogel die de kikkers doodt, maar de klimaatverandering heeft de vinger op de trekker", besluit
teamleider Alan Pounds. Het onderzoek verscheen in het gezaghebbende wetenschappelijke tijdschrift
Nature.
De onderzoekers waarschuwen nu dat de schimmel, die zich op de huid van de dieren nestelt, wel eens
wereldwijd een rol kan spelen bij de verdwijning van amfibieën. Het is nog onduidelijk in welke mate hun
bevindingen het afsterven van amfibieën over de hele wereld verklaren, maar aangezien de schimmel in
vele delen van de wereld voorkomt, ook in Europa en Noord-Amerika, vreest Pounds "dat het wellicht een
sleutelelement is op globaal niveau".
Volgens Camilla Parmesan, milieuexperte van de universiteit van Texas en medeauteur van de rapporten
van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), is het de eerste keer dat een studie aantoont
dat een hele groep van een milieugevoelige soort verdwijnt door de klimaatverandering op grote schaal.
Ook de Canadese professor Arturo Sanchez-Azofeifa, die meewerkte aan de studie, is overtuigd van de
centrale rol die de klimaatverandering speelt bij de sterfte van amfibieën.
"Er is een absoluut verband tussen de klimaatverandering en de schimmelziekte. Ze gaan hand in hand."
Alan Pounds besloot dat de concentratie van het broeikasgas CO2, dat voor de klimaatverandering
verantwoordelijk is,
"heel snel naar beneden moet, willen we een massaal verlies aan biodiversiteit vermijden"
Publicatiedatum : 13-01-2006(De Morgen )
Ook in Vlaanderen slinkt het kikkerbestand door Sybille Decoo
Uit een zopas afgeronde telling van het amfibieënbestand in West-Vlaanderen blijkt dat ook in
onze contreien de populaties kikkers, padden en salamanders verminderen. Hier is de
achteruitgang vooral te wijten aan het verdwijnen van poelen in bossen en weiden en de
achteruitgang van de biotoopkwaliteit door de intensieve landbouw.
Een kleine tweehonderd vrijwilligers sloofden zich in de periode 2000-2005 uit om in ruim 1.300
poelen in de provincie West-Vlaanderen de amfibieën te tellen. Ze kregen daarbij de
medewerking van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek en het provinciebestuur.
In vergelijking met 25 jaar geleden blijkt daaruit dat alle soorten een 'lichte tot sterke
achteruitgang kennen', zo meldt een mededeling van het provinciebestuur.
Enkel de gewone pad en de vinpootsalamander bleven constant in aantal.
De achteruitgang is het sterkst in intensieve landbouwgebieden van de zand- en leemstreek.
Ook blijkt dat de achteruitgang in West-Vlaanderen sterker is dan in de andere provincies.In 25
jaar tijd is een kwart van de poelen verdwenen, maar dat verklaart maar een deel van de
achteruitgang. Veel schade wordt ook aangericht door de dalende kwaliteit van het water in de
poelen. De grootste bedreiging voor de amfibieën zijn de vis, de mest en het dichtgroeien van
poelen. De vissen eten de eieren en larven op, de mest die van de akkers spoelt bevordert de
algenbloei die het leven in de poelen verstikt en troebel maakt. Salamanders hebben echter
helder water nodig om op kleine waterdieren te jagen.
West-Vlaanderen kent veertien soorten amfibieën. Eén soort, de vuursalamander, is
uitgestorven en drie zijn erg zeldzaam of met uitsterven bedreigd: = de boomkikker, de
poelkikker en de rugstreeppad. (SD)
http://www.corante.com/loom/archives/2006/01/11/a_complicated_death.php
http://noorderlicht.vpro.nl/noorderlog/archief/januari2006/
Voorlopige conclusie is meer mensen en minder amfibieën
kennislink
DNA-onderzoek onthult hoe amfibieën prehistorische natuurrampen
overleefden
Een team evolutiebiologen heeft op basis van DNA-onderzoek achterhaald hoe de voorouders van de
moderne amfibieën prehistorische natuurrampen
(vulkaanuitbarstingen, komeetinslagen en broeikaseffecten) hebben overleefd.
Het team, onder leiding van Kim Roelants en Franky Bossuyt van de Vrije Universiteit Brussel,
ontdekte op basis van DNA-onderzoek van 171 soorten dat de drie moderne
amfibiegroepen (kikkers en padden, salamanders en wormsalamanders) hun eerste bloei
meemaakten in het Trias, kort na de ergste biodiversiteitscrisis die landdieren
ooit meemaakten.
Bovendien tonen de wetenschappers aan dat 50% van alle huidige amfibiesoorten afstammen van
één enkele voorouderlijke soort, die onmiddellijk na de
Krijt-Tertiair grens (65 miljoen geleden) begon te diversifiëren tot een groot aantal zeer verschillende
kikkerfamilies.
Hiertoe behoren de boomkikkers, gravende kikkers, padden en kleurrijke pijlgifkikkers.
De massa-extinctie aan de Krijt-Tertiair grens is voornamelijk bekend omwille van het uitsterven van
de dinosauriërs, maar tal van andere diergroepen ondergingen een gelijkaardig lot.
Dit onderzoek bewijst dat amfibieën niet alleen zeer gevoelig zijn aan snel veranderende
omgevingsfactoren, maar dat ze ook in staat zijn tot spectaculaire evolutieve ‘explosies’ na
milieucrisissen. (punctated equilibrum )
De resultaten van de wetenschappers staan deze week te lezen in het wetenschappelijk
tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS).
Recent hebben wetenschappers de 6000ste amfibiesoort ontdekt, maar tegelijkertijd worden
wereldwijd honderden andere kikker- en salamandersoorten met uitsterven bedreigd. Deze
massale uitsterving werd voor het eerst opgemerkt in de jaren tachtig en hoofdschuldigen zijn de
snelle verdwijning en vervuiling van hun leefgebied, de wereldwijde klimaatsopwarming en
het plotse opduiken van vreemde schimmelinfecties.
Een aantal van deze factoren worden grotendeels veroorzaakt door de mens, maar dramatische
milieuveranderingen hebben zich reeds in de prehistorie voorgedaan, o.a. als gevolg van
vulkaanuitbarstingen, komeetinslagen en broeikaseffecten.
De wetenschappers schatten dat het gemiddeld risico op uitsterven bij amfibieën gedurende
hun volledige evolutieve geschiedenis al zeer hoog is, maar dat de huidige uitstervingsgolf dit
gemiddelde echter zeer sterk blijkt te overtreffen.
Meer informatie:
Vakgroep Biologie, Vrije Universiteit Brussel
amfibieen evolutie en geologie<
Kuur voor kikkers
http://noorderlicht.vpro.nl/noorderlog/
De schimmelziekte die wereldwijd kikkers en padden bedreigt, is effectief te bestrijden met een
goedkoop medicijn, ontdekten Nieuw-Zeelandse onderzoekers.
Een bad waarin de stof chloramphenicol is opgelost, verlost zelfs kikkers die op sterven na dood zijn
van hun infectie.
Het is eigenlijk een middel tegen bacteriën. Daarom is het nogal verbazend dat het zo goed werkt
tegen Batrachochytrium dendrobatidis, de schimmel die verantwoordelijk wordt gehouden voor
een belangrijk deel van de achteruitgang van amfibie챘n in de hele wereld. Veel soorten staan
nu op het randje van de afgrond, en de kans bestaat dat de schimmel ze er overheen duwt.
Dat geldt ook voor Archey's oerkikker, een soort die alleen op Nieuw-Zeeland voorkomt.
Hochstetters oerkikker, ook een unieke Nieuw-Zeelandse kikkersoort die dreigt te bezwijken onder de
schimmel.
http://www.otago.ac.nz/zoology/research/bishop/frogs/images.html
Phil Bishop en zijn collega's gingen daarom fanatiek op zoek naar een middel om de schimmelziekte
te bestrijden. Als proefdieren gebruikten ze Australische kikkers, die nu ook in Nieuw-Zeeland
voorkomen.
Chloramphenicol bleek uitstekend te werken. Het geneest zelfs doodzieke kikkers, en die zijn
vervolgens ook nog minder vatbaar voor de ziekte.
Dit onderzoeksresultaat is nog niet gepubliceerd in de wetenschappelijke literatuur. De NieuwZeelanders wilden het echter zo snel mogelijk bekendmaken, omdat een middel tegen de ziekte heel
hard nodig is. Chloramphenicol is voor dierentuinen een uitkomst, maar voor gebruik in het wild is het
niet zomaar geschikt
Elmar veenman
http://news.bbc.co.uk/2/hi/science/nature/7067613.stm
http://noorderlicht.vpro.nl/noorderlog/bericht/26743999/
Zwangerschapstest nekt amfibieën?
19 09 2005
http://noorderlicht.vpro.nl/noorderlog/bericht/24149054/
Een zwangerschapstest die populair was in de jaren dertig lijkt schuldig aan een wereldwijde
uitstervingsgolf onder amfibieën.
Van de zesduizend soorten kikkers, padden en salamanders die er op de wereld rondkruipen dreigt
eenderde voorgoed te verdwijnen. Ze sterven massaal aan een schimmelinfectie, die zich dankzij een
zwangerschapstest uit 1930 heeft kunnen verspreiden. Dat opperen Australische onderzoeker op een
groot congres over de dramatische achteruitgang van amfibie챘n.
Voor zwangerschapstests werd vroeger veel gebruik gemaakt van de Afrikaanse klauwkikker. De
vrouwtjeskikkers gaan namelijk eieren leggen als je de urine van een zwangere vrouw onder hun huid
injecteert. Omdat de test betrouwbaar was, werden de beesten in de jaren dertig en veertig massaal
vanuit Zuid-Afrika ge챘xporteerd. Dat lijkt nu funeste gevolgen te hebben.
Australische onderzoekers denken dat ontsnapte klauwkikkers een agressieve schimmelziekte
wereldwijd hebben verspreid onder de amfibie챘n. En ze hebben daar een goede reden voor:
Afrikaanse klauwkikkers die sinds de jaren dertig op sterk water staan, dragen de schimmel al bij zich,
terwijl die toen nog nergens anders voorkwam. Waarschijnlijk hebben de klauwkikkers in de loop van
hun evolutie met deze schimmel leren leven. Maar andere amfibie챘n zijn dus weerloos.
De klauwkikker kan er ook niets aan doen.
http://news.bbc.co.uk/2/hi/science/nature/4257232.stm
http://lifesciences.asu.edu/irceb/amphibians/
http://www.naturalhistorymag.com/master.html?http://www.naturalhistorymag.com/0604/0604_feature.
html
Vroedmeesterpad bedreigd
http://environment.newscientist.com/channel/earth/dn10369-global-warming-fuels-fungaltoadkiller.html
Amfibieeen zijn "evolutionaire " overlevers ...
http://environment.newscientist.com/channel/earth/dn10910-amphibians--the-comeback-kings-ofevolution-.html
UPDATE
Veel van de 216 kikkersoorten in Australië worden met uitsterven bedreigd.
Oorzaak: hitte en extreme droogte.
En waar kikkers verdwijnen, stijgt het aantal insecten explosief
> Veranderend klimaat: kikkersterfte
Belangrijke drager dodelijke amfibieënziekte geïdentificeerd
12 maart 2012
– Van een ziekte die al 200 kikkersoorten de das om heeft gedaan is nu een belangrijke drager
gevonden. Dragers zijn dieren die een ziekte kunnen overbrengen zonder zelf ziek te worden
Foto: NU.nl/René Vencken
De in West-Amerika zeer algemene Pacifische boomkikker (Pseudoacris regilla) blijkt vrijwel
ongevoelig voor de ziekte, chytridiomycosis of chytrid, terwijl hij hem wel door kan geven. Dit
schrijven Amerikaanse biologen maandag in PLoS ONE.
Chytrid is de grootste bedreiging van diversiteit onder gewervelde dieren die er op dit moment is. Het
wordt veroorzaakt door een schimmel die zich alleen in water kan verspreiden, Batrachochytrium
dendrobatidis.
Omdat de schimmel alleen in water verspreidt, verwachtten de onderzoekers dat alle besmettingen
stroomafwaarts zouden plaatsvinden. De ziekte verspreidde zich echter ook de andere kant op.
Symptomen
Tijdens het onderzoek bleek dat de Pacifische boomkikker vaak besmet is met de ziekte, maar bijna
nooit symptomen vertoont. Ook klimt deze kikker vaak omhoog richting drogere gebieden, wat de
verspreiding tegen de stroming in verklaart.
Symptomen van de ziekte zijn onder andere een veel dikkere huid, wat de opname van zuurstof en
zouten uit het water bemoeilijkt. De Pacifische boomkikkers hadden hier wel wat last van, maar
hielden genoeg functionele huid over om te blijven leven.
De wetenschappers vermoeden dat gunstige bacteriën de boomkikker helpen bij het beschermen van
de huid, en gaan dat nu onderzoeken in de hoop dat ook andere amfibieënsoorten ermee beschermd
kunnen worden.
Niet alleen de kikkers
Ook reptiel bedreigd in regenwoud
19 april. - Niet alleen kikkers en salamanders, maar ook reptielen kampen in het laaglandregenwoud
van Costa Rica met een raadselachtige, maar razendsnelle achteruitgang.
Vergelijkbare reducties zijn voor amfibieën eerder gevonden in de hogergelegen tropische bossen
van Centraal-Amerika en Zuid-Amerika.
Maar de achteruitgang van de reptielen komt als een verrassing. Dat concluderen Amerikaanse
biologen uit een inventarisatie van de dichtheid van deze diersoorten in een ongerept deel van het
plaatselijke oerwoud.
In het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences schrijven
Steven Whitfield van Florida International University in Miami en zijn collega’s dat het aantal
amfibieën en reptielen dat in het gebied op de grond leeft tussen 1970 en 2005 met 75 procent is
afgenomen.
Volgens de auteurs is het onwaarschijnlijk dat, zoals eerdere publicaties stelden, een schimmel het
reptielenprobleem geheel kan verklaren. Reptielen hebben van die schimmel (Batrachochytrium
dendrobatidis) geen last. Een andere mogelijkheid is dat de dichtheid van gevallen bladeren is
afgenomen. Die bladeren bieden reptielen en amfibieën voedsel en een schuilplaats.
De onderzoekers geloven dat de hoeveelheid afgevallen bladeren van bomen zou kunnen
teruglopen door een warmer en natter klimaat.
In cacaoplantages nam het aantal amfibieën en reptielen per vierkante kilometer sinds 1970 juist toe
met respectievelijk 4 en 2,7 procent.
Onder de bomen van cacaoplantages ligt vaak een stevig dek van dode bladeren.
De auteurs noemen de achteruitgang van amfibieën een van de belangrijkste problemen in het
mondiale natuurbehoud. Eenderde van alle 1856 bekende amfibiesoorten wordt bedreigd. Sinds 1980
zijn er waarschijnlijk 120 soorten uitgestorven. Naast klimaatverandering speelt ook het verlies
van leefgebieden en het daarin binnendringen van vreemde soorten een rol.
Onderzoekers schreven in januari in het wetenschappelijke tijdschrift Nature dat dit te verklaren zou
zijn uit het feit dat de leefomstandigheden voor de schadelijke schimmel optimaal zijn op een hoogte
tussen 1.000 en 2.400 meter.
In die redenering past niet dat Whitfield de sterke teruggang in aantallen nu ook heeft ontdekt
in laaglandregenwoud.
Berenblues ;
IJsbeerwelpjes sterven massaal door opwarming aarde
Door de opwarming van het klimaat hebben ijsbeerwelpjes in de Beaufortzee nabij Alaska het moeilijk.
Een studie toont aan dat hun kansen om het eerste levensjaar te overleven ferm gedaald zijn de laatste
vijf jaar.
Amper 43 procent van de welpen overleeft dat eerste cruciale jaar, vergeleken met 65 procent in de jaren
’80 en ’90. De overlevende welpen zijn sinds 1990 ook merkelijk kleiner dan voor 1990.
Voedsel
“Dramatisch”, noemen kenners deze evolutie. Schuldige is volgens de onderzoekers aan het Alaska
Wetenschappelijk Centrum de opwarming van de aarde.
“Hierdoor smelt er steeds meer ijs. Dit beperkt het voedselgebied van de ijsberen enorm. De hele populatie
staat onder voedselstress,”
legt een onderzoeker uit.
“We zijn wel niet honderd procent zeker dat dat de juiste verklaring is, maar we hebben geen idee wat het
anders zou kunnen zijn.”
Bedreigde diersoort
De wetenschappers menen dat de studie voldoende bewijs leverd om de ijsbeer op te nemen in het lijstje
van bedreigde diersoorten en om de ijsbeer extra bescherming te geven.
(reuters/hln)
IJsbeer krijgt status 'bedreigd'
29 december 2006
De witte bewoner van het Noordpoolgebied wordt door milieu-activisten al langer als bedreigde diersoort
gezien, maar nu hebben ook de Verenigde Staten voorgesteld om de ijsbeer op de lijst van bedreigde
soorten te zetten.
Volgens waarnemers is het de eerste keer dat de regering-Bush het broeikaseffect beschouwt
als de mogelijke stuwende kracht achter het uitsterven van een soort. Het Amerikaanse
ministerie van Binnenlandse Zaken erkent dat door stijgende temperaturen het ijs rond de
Noordpool verdwijnt, waardoor de ijsberen hun jachtgebied kwijtraken.
Duidelijk verband
Volgens een functionaris, die anoniem wilde blijven, stelde het ministerie niet eerder een
dergelijk duidelijk verband vast tussen klimaatverandering en de bedreiging van een diersoort.
Volgens schattingen leven er nog 20.000 tot 25.000 ijsberen op aarde, waarvan er zo'n 4.700 in
de Amerikaanse staat Alaska rondlopen. Experts berekenden dat het totale aantal ijsberen de
komende 45 jaar met zo'n 30 procent zal afnemen.
De Amerikaanse minister Dirk Kempthorne van Binnenlandse Zaken typeerde de ijsbeer als
'één van de ultieme overlevers van de natuur'. Tegelijkertijd is hij erg bezorgd over de
leefomgeving van dit dier, dat letterlijk weg lijkt te smelten. Kempthorne wilde echter niets
zeggen over eventuele gevolgen die dit zou kunnen hebben voor de uitstoot van
broeikasgassen in zijn land.
Buitengewoon treurig
Het Wereld Natuur Fonds reageerde verheugd op het nieuws, maar constateerde tegelijkertijd
'dat het buitengewoon treurig is dat de toekomst van steeds meer diersoorten zo onzeker is'.
Wel vindt de milieu-organisatie het terecht dat er erkenning komt voor de benarde positie
waarin de ijsbeer verkeert.
Het Amerikaanse voorstel luidt om de ijsbeer de status 'threatened' te geven. Dat is een stapje
lager dan de meest urgente status, 'endangered'. Toch beschouwen milieu-organisaties het
voorstel als 'een grote overwinning voor de ijsbeer en voor alle bedreigde dieren in het
algemeen'.
Overigens kan het nog wel een paar jaren duren voordat de ijsbeer ook daadwerkelijk een
beschermde status heeft gekregen. Daarvoor moet namelijk eerst de wetgeving in alle
Amerikaanse staten worden aangepast. Overheidsinstellingen mogen dan geen beslissingen
meer nemen die de ijsberen in gevaar zouden kunnen brengen
US accepts threat to polar bears
Warmte in Siberië verstoort winterslaap beren
Ursus arctos yenisensis, Oost-Siberische bruine beer. Oost-Sibirië, ten westen van de Jenisej,
Noord-Mongolië.
Siberië wordt geplaagd door slapeloze beren. De dieren moesten al aan hun winterslaap begonnen
zijn, maar het warme weer houdt hen tegen. In plaats daarvan lopen ze doelloos rond door de
Siberische bossen en jagen ze de lokale bevolking angst aan.
Winterslaap
Bruine beren ontsnappen aan de barre winters in het koudste gebied ter wereld door in de maanden
oktober-november weg te kruipen in hun hol en aan een winterslaap van bijna zes maand te
beginnen.
Deze holen zijn bij voorkeur een droge plaats afgeschermd met een dikke laag sneeuw. Natte winters
maken een winterslaap heel wat moeilijker
Bloei
Het gebied is tot op heden echter sneeuwloos en atypisch warm. Russische media rapporteerden al
over het fenomeen. In plaats van koud en sneeuw, komt er nieuw groen aan de bomen en bloeien de
planten voor een tweede keer.
“De beren voelen niet de nood om te gaan slapen”, legt experte Tatianan Laslova uit.
Vetlaag
De dwalende beren kunnen heel wat schade aanrichten. Om hun winterslaap heelhuids door te
komen moeten de beren een extra vetlaag aanleggen door in de voorgaande maanden alles te eten
wat ze tegenkomen.
Tatiana’s team heeft er dan ook de handen aan vol de roofdieren ervan te weerhouden boerderijen en
mensen aan te vallen.
“Op dit moment (2006) is er nog genoeg voedsel voor handen dus ze vormen nog geen echt
gevaar.”
Bruine beren mogen gedood worden in Siberië
Om de inwoners te beschermen tegen in het wilde levende bruine beren hebben de autoriteiten in het
zuiden van Siberië bij wijze van uitzondering de jacht geopend op de met uitsterven bedreigde dieren.
Man gedood
De beren waren onlangs bij hun zoektocht naar eten steeds verder in de dorpen van de Russische
deelstaat Chakassië gedrongen en hadden in September 2008 ook een man gedood.
"De hongerige dieren zijn voor mensen levensgevaarlijk", zei een woordvoerder van de overheid
dinsdag aan persagentschap RIA Novosti.
Beschermd
De dieren mogen daarom voortaan gedood worden in woongebieden. Bruine beren zijn normaal
beschermd.
Wereldwijd leven er nog 200.000 bruine beren, waaronder 120.000 in Rusland. (dpa/eb)
(14/10/08/ De Morgen )
Klimaatverandering bedreigt vissen in Noordzee
04/01/07
Het overleven van vissen in de Noordzee wordt bedreigd door de opwarming van het klimaat. De
klimaatverandering werkt immers een daling van de beschikbare hoeveelheid zuurstof in de hand, zo
tonen de Duitse vorsers Hans-Otto Pörtner en Rainer Knust aan in een artikel dat vrijdag in het
vakblad Science verscheen. Hun studie onderbouwt voor het eerst "een rechtstreeks verband" tussen
de stijging van de temperaturen en de overlevingskansen van de puitalen.
"Wanneer de temperaturen stijgen, verslechtert in de eerste plaats de zuurstofconsumptie", zo lichtte
het onderzoeksinstituut van de vorsers in het Noord-Duitse Bremershaven donderdag toe. Een
gebrek aan zuurstof als gevolg van de klimatologische omstandigheden is volgens het instituut de
"bepalende factor" voor het overleven van de soort.
Pörtner en Knust vergeleken het gedrag van puitalen in de Noordzee met dat van soortgenoten in
laboratoria. De Duitse onderzoekers stelden vast dat de mortaliteitscijfers sterk toenamen wanneer de
temperatuur van het water tot boven 17 graden celsius steeg. Bij temperaturen vanaf 21 graden
overleefden de vissen niet lang, zo stellen de onderzoekers.
De temperatuur van de Noordzee is naargelang de bron met 1 tot 2 procent gestegen in de voorbije
vier decennia. In oktober 2006 bedroeg de gemiddelde temperatuur van het water 14,2 graden.(GL)
Anders dan de naam doet vermoeden is puitaal geen familielid van de aal. Hoewel hij net als de
paling een slangachtig lichaam heeft, staat hij, als soort, dichter bij de kabeljauwachtigen. Soms word
hij door zijn kleur en tekening ook wel eens aangezien voor een botervisje, maar vooral door de
ligging van de ogen, die bij de puitaal meer boven op de kop liggen en een beetje uitsteken, is hij
duidelijk te onderscheiden van de botervis.
Puitaal
25 tot 30 cm(Zoarces viviparus)
Bij de puitaal begint de rugvin vlak achter de kop en loopt over de hele rug tot hij bijna overgaat in de
staartvin. Het zelfde geld voor de anaalvin. Deze loopt van de staart tot de buik. Omdat de puitaal
goed kan leven in brak water is hij vaak te vinden bij riviermondingen, de waddenzee en in grote
brakke wateren zoals Oostvoorne. In de winter gaat hij op zoek naar diepere wateren. De puitaal
voedt zich hoofdzakelijk met kreeftachtigen zoals vlokreeftjes en garnaaltjes die hij op de bodem bij
elkaar scharrelt, maar ook kleine weekdieren staan op zijn menu.
Vrij bijzonder
is het feit dat
de puitaal
levendbarend
is. De larven
groeien de
eerste 4 tot 6
maanden in
het lichaam
van het
vrouwtje, tot
de rond 100,
op dat moment
al 4.5 cm grote
jongen, in
verschillende
fases worden
geboren. Als je
in het najaar
tot nov/dec
zo'n zwangere
puitaal
tegenkomt is
dat heel duidelijk te zien. De normaal slanke gestroomlijnde vis heeft dan een echte uitpuilende buik
net als een zwanger zoogdier. Het dier lijkt er ook duidelijk last van te hebben en maakt een
uitgebluste indruk
OPWARMING BEDREIGD PLANTEN
Diverse plantensoorten zoals de dubbele kokosnoot, de witte prairieorchidee en zelfs de boshyacint
zijn in hun voortbestaan bedreigd door de klimaatwijziging. De biodiversiteit dreigt door de opwarming
een zware klap te krijgen omdat temperatuur en neerslag erg belangrijk zijn voor planten. Dit stelt de
Nationale Plantentuin van België.
Sommige soorten zullen door de opwarming niet meer kunnen bestaan omdat ze hun
verspreidingsgebied niet snel genoeg kunnen verleggen. Geïsoleerde populaties zoals arctische en
alpiene soorten worden bedreigd omdat ze nergens anders heen kunnen. Door de selectiedruk zal
ook de genetische variatie binnen een soort wijzigen. Invasieve planten zullen oprukken omdat zij in
een nieuwe omgeving snel kunnen uitbreiden.
Een plantensoort die reeds bedreigd is, is de dubbele kokosnoot, een bijzondere palm met de
allergrootste zaden (tot 30 kilo) in de plantenwereld, die enkel op de Seychellen voorkomt. Ook voor
de witte prairieorchidee, die enkel voorkomt in moerassen en venen van de Amerikaanse staat Illinois,
ziet de toekomst er niet goed uit omdat deze gebieden almaar droger worden. Ook de boshyacint, die
in bossen voor blauwe voorjaarstapijten zorgt, is op termijn bedreigd.
(belga/hln)
Download