Ab Goutbeek Vlinders afbeelden Atalanta Inleiding In de afgelopen 50 jaar is er, dank zij de verbeterde druk- en digitale technieken, een overweldigende hoeveelheid aan afbeeldingen van vlinders verschenen. Een voorbeeld hiervan zijn de zojuist verschenen delen van de Zweedse Nationalnycklen serie. Daarin treffen we uitzonderlijk fraaie afbeeldingen van vlinders aan. Ook de microvlinders van enkele millimeters staan er tot in detail als foto of als aquarel in afgebeeld. Caloptilia alchimella. Phyllonorycter rajellus Nationalnyckeln R. Johansson 2008 Vijftig jaar geleden waren er enkele simpele Nederlandse boekjes of we moesten het doen met de aquarellen uit de Duitse Forster-Wohlfahrt uit 1954. Ook waren de Engelse deeltjes van South uit 1961 voor velen een vraagbaak. Voor een groot deel viel men toen toch terug op de voor de oorlog verschenen uitgaven van b. v. D. ter Haar, M. Sand 1867 In alle gevallen gaat het hier om steendrukken, waar men voor elke kleur met verschillende stenen de kleur van de vlinder bij benadering trachtte weer te geven. Ook de micro’s werden zo goed als dat mogelijk was in kleur afgedrukt. Daarvoor was men aangewezen op zwart-wit litho’s of kopergravures die met een penseeltje ingekleurd werden. Veel soorten waren dan ook door de kleine verschillen onmogelijk herkenbaar weer te geven. Het waren dan alleen de tabellen van Snellen die dan tot een juiste determinatie konden leiden. In de periode daarvoor van 1775-1900 zijn wel diverse prachtige vlinderboeken gemaakt. Met name in Frankrijk, Engeland en Duitsland zijn veel schitterende plaatwerken van de grotere vlinders verschenen. Denk aan Seitz en vele anderen. A. Seitz 1912 Daarvoor heeft Maria Sibylla Merian in 1705 de Surinaamse Insecten uitgegeven met daarin ingekleurde kopergravures. Zij heeft ook tijdens haar verblijf in het klooster te Wieuwert bij Leeuwarden Nederlandse vlinders geaquarelleerd op perkament, die echter nooit in boek zijn uitgegeven. Haar stiefbroer Matthias Merian heeft in 1660 wel alle toen bekende 2859 gefantaseerde en werkelijke dieren van het aardrijk in koper in zwart-wit in een boek weergegeven. Enkele soorten vlinders zijn hier bij benadering te herkennen. Maria Sibylla Merian 1679 Voor 1660 is het stil. Begrijpelijk, want in die periode kwam vanaf 1500 langzaam de boekdrukkunst en de boeken in een bepaalde oplage op gang. Wel zijn er voor 1500 boeken gemaakt, maar dan alleen met de hand geschreven en geïllustreerd. Een voorbeeld zijn de vele gebeden- en getijdenboeken in de periode van 1350 - 1500. Te denken valt hier aan de boeken van Katharina van Kleef, de hertog van Berry, Viscounti, Grimani en Cerruti. Dit zijn eenmalige boeken gemaakt voor een belangrijke en een financieel vermogende persoon. Per pagina staan er naast de Bijbelse voorstelling, ook heel fijn, voorwerpen en werkzaamheden uit die jaren in afgebeeld. Deze afbeeldingen zijn in de randen rijkelijk gedecoreerd met bloemen, vogels, edelstenen, schelpen en insecten. Met name in het brevarium van Grimani en Katharina van Kleef staan nogal wat vlinders, rupsen en andere insecten afgebeeld. Het is Gerard Horenbout die in 1510 - 1520 de verluchtiging in het brevarium van Grimani heeft aangebracht. Duidelijk heeft hij enkele natuurlijke vlinders en bloemen hiervoor als voorbeeld gebruikt. Het zijn met name het koolwitje en het bruine zandoogje, waardoor hij zich heeft laten inspireren. Bij één vlinder heeft zelfs duidelijk de argusvlinder als voorbeeld gediend. Niet dat hij deze exact heeft afgebeeld, want we zien ook dat hij zijn fantasie heeft gebruikt om tot een vrolijke invulling van de rand te komen. Grimani - Gerard Horenbout 1510-1520 Grimani - Gerard Horenbout 1510-1520 Bij één vlinder heeft zelfs duidelijk de argusvlinder als voorbeeld gediend. Niet dat hij deze exact heeft afgebeeld, want we zien ook dat hij zijn fantasie heeft gebruikt om tot een vrolijke invulling van de rand te komen. Het ging ook niet om een biologisch verantwoorde afbeelding, de vlinder werd alleen gebruikt als voorbeeld voor zijn attributen die hij bij elkaar zocht de rand te vullen. Wel merken we dat hij degelijk kennis had van de ontwikkeling van de vlinder. Steeds zijn de randen afwisselend ingevuld met bloemen, vlinders en rupsen en zelfs een pop. In de rand waar ook koolwitjes staan afgebeeld zien we duidelijk de pop van het koolwitje weergegeven. Eén blad is alleen maar rupsen en vlinders in de marge rijk. Het is Maria Sibylla Merian die de gedaanteverwisseling van vlinders onderzocht en afgebeeld heeft, en zo de metamorfose bekendheid heeft gegeven, maar toch heeft Gerard Horenbout, zonder dat hij er zich van bewust was, de eerste bewijzen hiervan vast gelegd. Hij moet welhaast gekweekt hebben met rupsen om zo poppen, maar met name vlinders te verkrijgen. Een vlinder stond wel centraal als model voor de wederopstanding en herrijzenis na de dood. Mogelijk heeft hij met die achterliggende gedachte steeds zoveel rupsen en vlinders naast elkaar gebruikt in zijn randen. Naast de vlinders en rupsen komen ook de bijen, een sprinkhaan en libellen uit zijn penseel vloeien. Grimani - Gerard Horenbout 1510-1520 Ongelofelijk mooi heeft hij een grote libel aan het perkament toevertrouwd, zo zelfs dat deze los komt van het oppervlak. Door onder de doorschijnende vleugels nog de bloemetjes van viooltjes en het knopje van een blaassilene te schilderen geeft dat een sublieme diepte werking. Ja zelfs geeft hij de schaduwen weer, zodat het steeltje van het blaassilene knopje los komt van de ondergrond. De vlinders krijgen ook alle een schaduwvlek om een fladderend en levendig beeld te verkrijgen. Door met koperen knopspelden met losse knop de bloemen weer te geven lijkt het of deze echt op de stof vast gestoken zijn, terwijl er een groene sprinkhaan over heen kruipt. Bruinzandoogje-Koolwitje- rups en pop Grimani - Gerard Horenbout 1510-1520 Ongeveer tachtig jaar eerder, in ca. 1440, zijn er door de Meester van Katharina van Kleef, een onbekend kunstenaar, ook ongekend mooie afbeeldingen van vlinders gemaakt. De atalanta, het koolwitje en het bruine zandoogje zijn toen al op een ongelofelijke fijne manier vast gelegd. Het bruine zandoogje met haar ringpatronen, de kleurstelling, sprieten en de pootjes zijn hier subliem weergegeven. Helemaal bijzonder is dat men toen al een koolwitje aan front heeft vast gelegd. Een weergave die ons vreemd overkomt omdat wij de vlinders altijd afbeelden van boven, opzij of van onderen. Daardoor komt de prent ons als heel hedendaags over. Koolwitje. Meester Katharina van Kleef ca. 1440 Evenals de kleurstelling van de Kleine Vos en de Atalanta. De vlekken zijn natuurgetrouw neergezet, met name het vlekken patroon van de Atalanta. Het is de vraag of het bewust is gebeurd of dat het een speling der natuur is, maar het geeft met enige fantasie een menselijk gezicht weer. Ook in de kleurvlakken is het of een hedendaagse schilder met een losse hand zijn penseel heeft gebruikt en de speelsheid van de patronen ons wil laten mee beleven. Dit zijn echter wel beelden die 250 jaar eerder gemaakt zijn, dan de afbeeldingen die Maria Sibylla Merian van deze insecten aan het perkament heeft toevertrouwd. Kleine Vos. Katharina van Kleef ca. 1440 Argusvlinder. Katharina van Kleef ca. 1440 Kleine Vos. Katharina van Kleef ca. 1440 Argusvlinder. Katharina van Kleef ca. 1440 Ab Goutbeek 4 november 2014 Meer vlinders op www.sectieterhaar/anderemededelingen.nl