1. Titel EPA Post-initiële en langdurige zorg aan volwassen IC

1. Titel EPA
Post-initiële en langdurige zorg aan volwassen IC patiënt
2. Specificaties en
beperkingen
De EPA omvat in interdisciplinair verband medisch specialistische
zorg verlenen aan een volwassen IC patiënt. Deze zorg is gericht op
het monitoren en ondersteunen/vervangen van de vitale functies.
Hiervoor wordt gebruik gemaakt van specifieke technologie en
specifieke medicatie. Naast korte termijn interventies aandacht voor
diagnostiek en behandeling, ontwenning, revalidatie en het
voorkomen van lange termijn IC complicaties. Tevens postoperatieve
zorg voor patiënten totdat ze naar de afdeling overgeplaatst kunnen
worden en zorg voor de patiënt met (multi-)orgaanfalen waarbij er een
stabiele situatie is ontstaan en naar ontslag gewerkt kan worden.
3. Vereiste Kennis,
Vaardigheden, houding en
Gedrag om deze EPA uit te
voeren
Medisch handelen:
• Kennis van pathofysiologie van circulatie, respiratie, infectie en
bewustzijn.
• Kennis van (preventie van) complicaties van langdurige IC
behandeling.
• Kennis betreffende prognostische factoren behorend bij
specifieke groepen (b.v. immunologisch gecompromitteerde
patiënten, (hoog)bejaarde patiënten, multimorbide patiënten).
• Herkennen van veranderingen in de klinische situatie van de
patiënt.
• Gebruiken van monitoring en ondersteunende/functievervangende apparatuur op juiste wijze en op juiste indicatie.
• Monitoren van voedingstoestand en juiste indicatie stellen ten
aanzien van sondevoeding en TPV.
• Gebruiken van sedatie op juiste wijze en op juiste indicatie.
• Gebruiken van inotropica op juiste wijze en op juiste indicatie.
• Het uitvoeren van invasieve procedures behorend bij de IC
behandeling (de lijst met verplichte vaardigheden is nog in
behandeling bij het Concilium. Kies voor deze pilot de
vaardigheden die u met de aios in het introductiegesprek
bespreekt)
Communicatie:
• Presenteren van een patiënt in een multidisciplinair overleg.
• Voeren van familiegesprek, o.a. over beëindiging van
behandeling, donatieprocedure.
• Adequate communicatie met en in interdisciplinair team,
aangepast aan (stress) situatie.
Samenwerking:
• Samenwerken in een multidisciplinair team.
• Overdragen van de behandeling aan o.a. de verpleegafdeling met
aandacht voor continuïteit.
• Maken van juiste afweging uit adviezen van consulenten.
Maatschappelijk handelen:
• Kennis over de financieel-economische aspecten van IC
behandeling.
• Kennis ten aanzien van specifiek infectieproblematiek op de IC.
• Oriëntatie ten aanzien van medisch-ethisch en medisch-juridische
dilemma’s rond beëindigen van een behandeling en donatieprocedures
Organisatie:
• Beheerst timemanagement door patiëntcontacten binnen
voorgeschreven tijd af te ronden, handelt patiëntzorgtaken en
administratie tijdig af.
• Prioriteren en efficiënt verdelen van taken binnen het
multidisciplinaire team.
Reflectie:
• Zie *Bijkomende overwegingen
Voorwaardelijke Cursussen:
• Fundamental Critical Care Support (FCCS) cursus of
vergelijkbare cursus
Andere voorwaarden gekoppeld aan deze EPA:
• Als minimum eis geldt dat het eerste jaar gehaald dient te zijn.
Hieronder valt ook de EPA Vaardigheden
4. Toolbox:
Informatiebronnen/
assessmentinstrumenten
incl. criteria
Minimale set:
• Introductie – tussengesprek – eindgesprek
• Succesvol doorlopen van introductieproramma op IC
• KPB Gesprek met patiënt (en/of familie) over behandeling (of
beperking hiervan)
• KPB Presenteren in multidisciplinaire bespreking
• KPB Medisch handelen/visite lopen op IC (directe patiëntenzorg)
• OSATS Basisvaardigheid
• Met goed gevolg cursus FCCS doorlopen
• 360° feedback
Optimale set:
• Cursus echografie (indien niet al eerder gevolgd)
• OSATS Specifieke procedures
• Positief resultaat toets regionale opleidingsdagen Intensive Care
en Acute geneeskunde
Bekwaamheidsverklaring:
• Opleidingsgroep (stagehouder en betrokken supervisoren) geeft
bekwaamheidsverklaring af aan einde van stage op basis van
(o.a.) bovenstaande minimale set waarin alle benoemde
onderdelen minimaal als voldoende zijn beoordeeld.
5. Verwacht
bekwaamheidsniveau
Halverwege stage
Einde stage
Einde opleiding
NB. Toelichting bekwaamheidsniveaus:
Niveau:
1 de aios observeert (voert niet zelf uit)
2 de aios voert een activiteit uit onder directe,
proactieve supervisie
3
de aios voert een activiteit uit onder indirecte,
reactieve supervisie
4
de aios voert een activiteit geheel zelfstandig uit
5
de aios geeft zelf supervisie aan collega aios
2 groeit naar 3
3
3 (AIG)
4 (fellow)
Toelichting
Geen toestemming tot handelen: aanwezig zijn en observeren
Op initiatief van de opleider/supervisor worden afspraken gemaakt
over de wijze en frequentie van supervisie. De afspraken zijn
afhankelijk van de situatie en de activiteit (belang/risico). De aios krijgt
ruimte en neemt verantwoordelijkheid om eigen grenzen aan te
geven.
Supervisor is aanwezig op of in de directe nabijheid van de afdeling.
Op initiatief van aios vindt supervisie plaats o.b.v. generieke
afspraken. De afspraken zijn afhankelijk van de situatie en de activiteit
(belang/risico).
Supervisor is snel beschikbaar d.w.z. binnen 30 min. aanwezig in
ziekenhuis.
Zonder direct beschikbare supervisie (indirect), maar met post-hoc
verslag of supervisie op afstand.
* Bijkomende overwegingen om bekwaam te verklaren door gebruik te maken van de mijlpalen
Reflectie
•
vraagt actief om feedback van alle teamleden en patiënten
•
nodigt uit tot ongevraagd advies
•
vertaalt feedback direct in gedrag
•
doet routinematig een stap terug om een probleem te bezien en na te gaan of er nieuwe informatie
(nodig) is die een ander beeld geeft
•
reflecteert regelmatig over eigen handelen en toetst dit aan derden om gedrag en praktijkvoering te
verbeteren
•
herkent suboptimaal handelen en gedrag van zichzelf en ziet dit als kans tot verbetering
•
bewust wanneer hulp van derden is aangewezen
•
vraagt om hulp indien aangewezen
•
toont empathie, compassie en respect naar patiënt en familie onder alle omstandigheden
•
streeft actief om noden en zorgen van patiënt en familie te adresseren
•
plaatst de noden van de patiënt boven zijn eigen belang
•
neemt voortouw om ethische dilemma's en conflict of interest te bediscussiëren
•
herkent onprofessioneel gedrag en maakt dit bespreekbaar
•
ondersteunt anderen om zich te houden aan professionele verantwoordelijkheden en gedragscodes
•
is bereid verantwoordelijkheid te dragen in elke situatie