1. Titel EPA 1e jaar Zaal Patiënt- en familiegesprekken voeren 2. Specificaties en beperkingen Het voeren van gesprekken met patiënten (en verwanten) met als doel informatieoverdracht en zo nodig toestemmingsvereiste (informed consent) over onderzoek, therapie, prognose, levensstijl etc. Inclusief shared decision making. 3. Vereiste Kennis, Vaardigheden, houding en Gedrag om deze EPA uit te voeren Medisch inhoudelijke informatie overbrengen • beschikt over voldoende medisch inhoudelijke kennis om patiënt adequaat te informeren (M) • kan in begrijpelijke taal medisch inhoudelijke informatie overbrengen (C) Gemeenschappelijke besluitvorming • betrekt patiënten in gemeenschappelijke besluitvorming in ongecompliceerde situaties (C) • aios is bekend met de inhoud van de WGBO (Ma) Interactie met patiënt en familie • staat open voor en reageert op noden en zorgen van patiënt, familie en zorgverleners met als doel veilige en effectieve zorg (C) • is respectvol in interactie met patiënt, familie en zorgverleners (C) • houdt rekening met de privacy en/of autonomie van de patiënt tijdens alle interacties (C) • aios heeft begrip voor de situatie van de patiënt en diens sociale achtergrond (Ma) Non-verbale communicatie • is respectvol in interactie met patiënt, familie en zorgverleners (C) • houdt rekening met de privacy en/of autonomie van de patiënt tijdens alle interacties (C) Resultaat gesprek • de boodschap (slecht nieuws, end of life beslissingen) van het gesprek was helder voor alle betrokkenen (C) • de sfeer waarin het gesprek heeft plaatsgevonden was gepast voor alle betrokkenen (C) Reflectie op gesprek • zie * Bijkomende overwegingen 4. Toolbox: Informatiebronnen/ assessmentinstrumenten incl. criteria Minimale set: • Introductie – tussengesprek – eindgesprek • KPB Slecht nieuws gesprek (directe observatie of video) • KPB Ontslaggesprek (directe observatie of video) • KPB End of life gesprek (directe observatie of video) • Aantoonbaar gevolgde scholing WGBO • KPB door verpleging bij observatie gesprek Optimale set: • Referaat over WGBO gerelateerd onderwerp • Communicatie over donatie cursus (NTS) • Overige gecertificeerde communicatie scholing Bekwaamverklaring • Opleidingsgroep (stagehouder en betrokken supervisoren) geeft bekwaamheidsverklaring af aan einde van stage op basis van bovenstaande minimale set waarin alle benoemde onderdelen minimaal als voldoende zijn beoordeeld. 5. Verwacht bekwaamheidsniveau Halverwege eerste jaar zaal Einde eerste jaar zaal Einde opleiding NB. Toelichting bekwaamheidsniveaus: Niveau: 1 de aios observeert (voert niet zelf uit) 2 de aios voert een activiteit uit onder directe, proactieve supervisie 3 de aios voert een activiteit uit onder indirecte, reactieve supervisie 4 de aios voert een activiteit geheel zelfstandig uit 5 de aios geeft zelf supervisie aan collega aios Niveau 1: Eerste weken Niveau 2: Maand 2-3 Niveau 3: Gedurende jaar 1 Niveau 4 Niveau 5 Toelichting Geen toestemming tot handelen: aanwezig zijn en observeren Algemeen: Op initiatief van de opleider/supervisor worden afspraken gemaakt over de wijze en frequentie van supervisie. Supervisor is aanwezig in ziekenhuis (al of niet in dezelfde ruimte). Specifiek voor deze EPA: Aios voert gesprek in aanwezigheid van supervisor. Algemeen: Op initiatief van aios vindt supervisie plaats o.b.v. generieke afspraken. Supervisor is snel beschikbaar d.w.z. snel aanwezig in ziekenhuis. Specifiek voor deze EPA: Aios spreekt ieder gesprek voor met supervisor m.b.t. vorm en inhoud. Algemeen: Zonder direct beschikbare supervisie (indirect), maar met post-hoc verslag of supervisie op afstand. Specifiek voor deze EPA: AIOS bereidt gesprek zelfstandig voor en voert zelf het gesprek. Supervisor is beschikbaar voor vragen. * Bijkomende overwegingen om bekwaam te verklaren door gebruik te maken van de mijlpalen Reflectie • vraagt actief om feedback van alle teamleden en patiënten • nodigt uit tot ongevraagd advies • vertaalt feedback direct in gedrag • doet routinematig een stap terug om een probleem te bezien en na te gaan of er nieuwe informatie (nodig) is die een ander beeld geeft • reflecteert regelmatig over eigen handelen en toetst dit aan derden om gedrag en praktijkvoering te verbeteren • herkent suboptimaal handelen en gedrag van zichzelf en ziet dit als kans tot verbetering • bewust wanneer hulp van derden is aangewezen • vraagt om hulp indien aangewezen • toont empathie, compassie en respect naar patiënt en familie onder alle omstandigheden • streeft actief om noden en zorgen van patiënt en familie te adresseren • plaatst de noden van de patiënt boven zijn eigen belang • neemt voortouw om ethische dilemma's en conflict of interest te bediscussiëren • herkent onprofessioneel gedrag en maakt dit bespreekbaar • ondersteunt anderen om zich te houden aan professionele verantwoordelijkheden en gedragscodes • is bereid verantwoordelijkheid te dragen in elke situatie