- Scholieren.com

advertisement
Werkstuk ordening
Gemaakt door: Jonathan Scholten van den Belt
Klas: A1B
1
Inhoudsopgave





Domeinen
Planten
Ongewervelde dieren
Gewervelde dieren
Speciaal organisme
blz.4
blz.6
blz.8
blz.9
blz.11
2
Inleiding
In dit werkstuk ga ik vertellen over de ordening van het leven. Ordening
betekent hoe het leven in het elkaar zit en de verdeling van allerlei soorten. Dit
noemen we de taxonomische indelingen. Er gebeurt namelijk veel meer om
ons heen dan we denken en ik ga daar wat over vertellen. Ook behandel ik
één speciaal organisme, door mij gekozen.
3
Domeinen
Er zijn drie verschillende soorten domeinen:
 Archaea, een soort bacteriën die in extreme omstandigheden leeft.
 Bacteria, dit zijn de bacteriën zoals wij ze kennen
 Eukaryoten, de organismen met een echte kern
Archaea
De archaea is een soort bacterie dat in extreme
omstandigheden leeft, ook wel de oerbacterie. Sommige
Archaea leven in een geiser, meestal hoger dan 100°c.
Dat betekent dat deze Archaea een hyperthermofilie is.
dat betekent dat het een voorkeur heeft voor warme
omstandigheden. De Archaea leeft ook in zure
omstandigheden. Zoals in je maag – darmstelsel. hier is een voorbeeld:
De Halobacteriaceae is een familie in het domein van de Archaea. Deze
familie is te vinden in verzadigd water en bijna zout water.
Bacteria
De Bacteria is een eencellig organisme en kan
schadelijk zijn voor de mens, maar de meeste
bacteriën zijn juist nuttig in plaats van
ongezond. In de waterzuivering gebruiken ze
ook bacteriën. Deze bacteriën eten de vieze
delen op. Naast deze nuttige bacteriën zijn er
ook schadelijke bacteriën. Van deze bacteriën word je ziek We spreken dan
van een infectie. Hiervoor heb je antibiotica nodig. De antibiotica zorgt ervoor
dat de Bacteriën sterven. Alleen de bacteriën kunnen zich sterker bestrijden
tegen onze antibiotica.
Eukaryoten
Dit domein bestaat uit 3 rijken:




planten
schimmels
eencellige (protisten)
dieren, waaronder de mens
4
deze organismen hebben allemaal een echte kern. De plant bestaat uit de
rijken: wieren, sporenplanten, zaadplanten. Hierover vertel ik later. De
protisten zijn eencellig maar zijn niet zo als bacteriën want ze kunnen niemand
infecteren. Denk hierbij aan het pantoffeldiertje of het waterbeertje.
5
planten
er zijn 3 verschillende stammen binnen het rijk van de planten:
 Wieren (algen)
 Sporenplanten
 Zaadplanten
wieren
Wieren zijn eencellig en meercellig. De wieren leven in
het water of op het land. maar de meeste wieren
leven in het water en hebben daardoor geen wortel,
stengels of bladeren nodig. Op de boom leven
boomalgen en je kunt ze gewoon zien in Nederland.
Ook hebben algen dingen nodig om te leven: zout of brak water en voldoende
zonlicht Omdat algen tot het rijk van de planten behoren, vindt er fotosynthese
plaats. Daarom hebben de meeste algen een groene kleur. Denk maar aan een meer.
Daar zie je soms van die groene, vieze delen. Dat noemt men algenbloei.
sporenplanten
sporenplanten planten zich voor door sporen. Maar het zijn
geen schimmels. Ze hebben wortels, stengels, maar geen
bloemen. Er zijn ook een aantal afdelingen in de stam
sporenplanten: mossen, paardenstaarten en varens.
Zaadplanten
Zaadplanten hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen.
Ook is een kenmerk dat de zaadplanten zich voortplanten door zaden. Dat noemen
we bestuiving. We verdelen de stam zaadplanten in 2 klassen:
 Naaktzadige planten
 Bedektzadige planten
Naaktzadige planten hebben de zaden onbedekt liggen. Zoals dennen en sparren.
Meestal zijn de bladeren van de naaktzadigen naaldvormig. Ook behoren alle
naaldbomen tot de naakt zadigen.
6
Bij bedektzadige zitten de zaden in vruchten. Denk hierbij aan de appels. Je ziet dat
bij appels de zaden in de vrucht zitten. Soms zijn de zaden heel onopvallend zoals bij
een eikel. Er zit dan een hele dunne bedekking. Je zou dan bijna kunnen zeggen dan
de eikel bij de naaktzadige planten hoort maar er zit toch een bedekking waardoor
het bij de bedektzadigen hoort.
7
Ongewervelde dieren
ongewervelde dieren hebben geen wervelkolom of ruggengraat, in
tegenstelling tot de gewervelden. Maar voor de rest zijn de verschillen in deze
‘groep’ groot. De gewervelden hebben zich ontwikkeld uit de ongewervelden
en zijn daarmee sterk in de minderheid. Ongeveer 98% van alle diersoorten
bestaat uit ongewervelden. Ook zijn (de meeste) ongewervelde dieren kleiner
dan gewervelde dieren. Maar denk niet dat alle ongewervelden dieren kleiner
zijn dan de gewervelden, want er bestaan ook nog grote dieren zoals de
reuzeninktvis( dit dier behoort tot de weekdieren).
Binnen de ongewervelden zeker 30 verschillende groepen onderscheiden,
waarvan één de geleedpotigen, waaronder de insecten en kreeften, met meer
dan alle ander diergroepen bij elkaar. Andere diersoorten zijn de
weekdieren(waaronder slakken en inktvissen), de neteldieren(waaronder
kwallen) en enkele langwerpige dieren die in de volksmond worden
uitgesproken als ‘wormen’.
Verder zijn er ook nog ongewervelde dieren in de zee te vinden, zoals de
stekelhuidigen (waaronder zeesterren en zee-egels).
Een voorbeeld:
Neteldieren
De stam neteldieren bestaat uit:




schijfkwallen
kubuskwallen
hydroïdpoliepen
bloemdieren
alle neteldieren leven in het water. Waarvan de meeste in zee leven maar er
zijn ook groepen die in zoet water leven. Vaak wordt er holtedier gezegd in
plaats van neteldier. Maar dat raadt men af want dit wordt niet alleen woord
wordt niet alleen voor neteldieren gebruikt, maar ook voor ribkwallen en
vroeger zelfs voor sponzen.
8
Gewervelden
Een kenmerk van de gewervelden is dat ze een inwendig skelet hebben. In
tegenstelling tot de ongewervelde, want die hebben geen wervelkolom en
ruggengraat. De stam gewervelden is verdeeld in 5 afdelingen:





vissen
amfibieën
reptielen
vogels
zoogdieren
de kenmerken van gewervelden is de huid. De huid van gewervelden in
bedekt met slijm, schubben, veren of haren. Ook zijn gewervelden
koudbloedig of wambloedig. Koudbloedige dieren hebben de zelfde
temperatuur als het weer. Warmbloedige dieren hebben constant de zelfde
temperatuur, bij mensen is dat 37 graden Celsius. Gewervelden dieren
hebben ook verschillende ademhalingsorganen, kieuwen of longen. Kieuwen
voor het water en longen voor op het land. Ook worden gewervelde dieren
geboren door middel van eieren of het jong wordt geboren. Het milieu waarin
ze leven verschilt ook. Ze leven in de lucht op het land of in het water.
Vissen
Vissen zijn koudbloedig en huid bestaat uit schubben met slijm. ze halen adem
door kieuwen. Dus ze leven in het water. Ze leggen ok eieren zonder schaal.
Er wel één uitzondering want dolfijnen leven in water maar hebben longen dus
zijn het zoogdieren.
Amfibieën
Amfibieën zijn koudbloedig en leven op het land en in het water. Hun huid
bestaat uit slijm. Ze halen adem door kieuwen en longen. Als het jong is(zoals
een kikkervisje) haalt het adem door kieuwen, want dan leeft het in het water.
Als het ouder wordt leeft het op het land en krijgt het longen. Ook is bijzonder
dat ze ademen door de huid. Ook leggen amfibieën eieren zonder schaal.
9
Reptielen
Reptielen zijn koudbloedig en ademen door longen. Ze leggen eieren met
leerachtige schaal. En hun huid bestaat uit droge schubben.
Vogels
Vogels zijn warmbloedig en ademen door longen. Hun huid bestaat uit veren.
Dit is handig voor het vliegen want het is licht. Ook dienen de veren voor
warmte. Dat zie je vaak bij kleine jonge vogels. En Ze leggen eieren met
kalkschaal.
Zoogdieren
Zoogdieren hebben naam van het zogen. Zoogdieren zijn levendbarend, dat
wil zeggen dat ze de jongen zogen. Zoogdieren zijn warmbloedig. En de
ademen door longen. Hun huid bestaat uit haren. Je ziet dat bijna alles tipt aan
de mens. Alleen wij hebben geen haren. Door de jaren heen heeft de mens
zijn haren verloren. Dat betekent dat we een zoogdier zijn.
10
Speciaal organisme: witte haai
rijk
stam
klasse
Familie
dieren
gewervelden
kraakbeenvissen
haringvissen
De witte haai behoort tot de orde makreelhaaien. Deze hebben geen knipvlies
en een spiraalbek. Ook behoort de witte haai tot de kraakbeenvissen. In deze
klasse behoren alle haaien. Het is een van de grootste soorten, alleen de
walvishaai, de reuzenhaai en de Groenlandse haaien zijn groter. Soms hoor je
op de televisie dat de witte haai 11 meter lang is, maar in werkelijkheid is de
haai niet veel groter 5 meter.
De witte haai leeft vooral in de koude en gematigde oceanen. Zoals de
Atlantische en de Grote Oceaan. Hij leeft dus in zeestromingen met
zeeleeuwen. Ook in Europa komt het dier voor. Zoals de Middellandse zee of
aan de kust van Frankrijk. Maar niet aan de zee van Nederland. Het
leefgebied beperkt zich tot de kust, tot 1000 meter diep.
De witte haai is ook een beschermde diersoort, het staat namelijk op de rode
lijst van IUCN als kwetsbaar. Dit zal komen omdat de witte haai vaak wordt
gevangen door sportvissen. En het beest is erg schuw.
De witte haai is erg gevreesd bij de mensen omdat er al mensen zijn gebeten
door de witte haai. Maar een witte haai jaagt helemaal niet op mensen, maar
op vis, zeezoogdieren, zeevogels en inktvissen.
11
Bronnenlijst
Internet sites
Wikipedia; Archaea, bacteria
Wikipedia; wieren
Wikipedia; ongewervelden, neteldieren
Wikipedia; witte haai
WNF; ongewervelden, witte haai
Boeken
Bvj; sporenplanten, zaadplanten, gewervelden
Haaien, auteur: Miranda Macquitty
Weergaloze jagers haaien; auteur: Jen Green
12
Download