WORKSHOP 9 BELEVINGSTHEATER MET ALS THEMA: ‘OP STAP MET PIRATEN’ 1 DEFINITIE Belevingstheater is een dagbestedingsactiviteit voor personen met een ernstige meervoudige beperking. Het is een vorm van theater waarbij de beleving centraal staat. Via sensomotorische prikkeling ontdekken, verkennen en vergroten de deelnemers hun belevingswereld. Het belevingstheater richt zich op zintuigstimulering. Het zicht, gehoor, tast, reuk en smaak wordt aangeboden op het specifieke belevingsniveau van deze personen. Belevingstheater is geen voorstelling op een podium voor een publiek op afstand, maar de voorstelling speelt zich af rond en tussen de deelnemers. Het belevingstheater wordt doorgaans uitgevoerd door professionele hulpverleners of een theatergezelschap. In onze voorziening zijn het de ergotherapeuten die hiervoor instaan. 2 HISTORIEK In welke periode het belevingstheater juist ontstaan is, is niet duidelijk. Het belevingstheater kent zijn oorsprong vanuit het muziektheater en is tevens voortgevloeid vanuit verschillende methodieken zoals snoezelen en basale stimulatie. Indien je googlet op het woord ‘belevingstheater’, kom je vast uit bij de Nederlandse stichting ‘Loco-motion’. Zij zijn op hun beurt geïnspireerd door de Londense groep ‘Magical experiences’. Respectievelijk worden er de jaartallen 1987 en 1990 opgeplakt. In Nederland is ook het Dot belevingstheater actief. Deze theatergezelschappen richtten zich initieel op personen met een ernstig verstandelijke beperking. Met theater, dans en muziek werd er op een bijzondere manier contact gemaakt met de toeschouwers. Ondertussen is de term belevingstheater verspreid geraakt in verschillende voorzieningen en is het stilaan een bekend concept geworden. IN ONZE VOORZIENING ZIJN WE GESTART MET BELEVINGSTHEATER IN 2003. 3 DOELGROEP Het belevingstheater wordt voornamelijk aangeboden aan personen met een ernstig meervoudige beperking. Deze personen hebben vaak een beperking in beweging, waarneming en communicatie en zijn soms niet in staat zichzelf prikkels toe te dienen. Onze deelnemers hebben vaak lichamelijke nabijheid nodig om andere mensen te kunnen waarnemen. Het zijn personen die anderen nodig hebben die hen verstaan, ook zonder woorden. Het is essentieel om de personen de mogelijkheid te bieden tot actie en reactie. Onze deelnemers bevinden zich in de lichaamsgebonden of associatieve ervaringsfase. Het belevingstheater wordt hier voor een aantal deelnemers aangeboden binnen hun vast weekprogramma. Anderzijds wordt het soms gebruikt tijdens een vakantieactiviteit. Zo kunnen we meer en ook andere bewoners laten meegenieten. Belevingstheater wordt ook gebruikt bij de begeleiding van personen met dementie, personen met het autisme spectrum stoornis en binnen de psychiatrie. 4 DOELSTELLINGEN Aangename dagbestedingsactiviteit aanbieden die de ervaringswereld van de deelnemer verruimt en waaraan hij/zij plezier beleeft. Iemand ontroeren, raken, verbazen, prikkelen op een bijzondere manier. Iemand laten ervaren dat zijn initiatieven ‘ertoe’ doen, beantwoord worden. De mogelijkheid geven tot sociale interactie. 5 DE DEELNEMERS Deelnemers worden geselecteerd op basis van hun interesses. De deelnemers moeten prikkels kunnen verdragen, kunnen best tegen wat drukte en mogen niet te storend zijn. Of het belevingstheater geschikt is voor een deelnemer, weet je vaak niet na een eerste keer want belevingstheater kan een onverwacht effect op de deelnemer hebben. De spelers moeten op de hoogte zijn van eventuele zintuiglijke beperkingen, medische complicaties of specifieke benaderingen. Nog een belangrijk punt is de houding van de deelnemers. Laten we ze in de stoel zitten of leggen we ze op de grond? Op welke manier geven we de deelnemers een plek zodat ze alles goed zien? Zijn er deelnemers die alles liever vanuit een hoek/van op afstand beleven? Volgens Loco-motion is er een maximum van 8 deelnemers om het theater goed te kunnen beleven. Want bij een te grote groep kan het te druk worden, en is het moeilijk om voldoende aandacht te geven aan elke gast. 6 HOE KOMT EEN VOORSTELLING TOT STAND? Met enkele mensen van de dienst ergo gaan we samen zitten om een thema en een verhaallijn te bepalen. Dan wordt er rond dit thema gebrainstormd. Welke materialen kunnen we gebruiken? Welke werkvormen passen we toe? Welk lokaal gebruiken we? (vast, ruim,weinig storingsinvloeden, verduisteren). Een vast lokaal geeft herkenning, structuur en veiligheid. Hoe moet het decor eruit zien? Welke kleding gaan we dragen? Hier gaat een tijdje overheen, want vaak moet er nog geknutseld worden, materialen moeten bij elkaar gezocht … Belevingstheater doet vooral beroep op de zintuigen. Sommige materialen kunnen meerdere zintuigen prikkelen. We sommen enkele losse elementen op: - Het gehoor: gebruik van muziek, verschillende genres, zachte achtergrondmuziek, opzwepende muziek, geluiden, cd’s, zelf zingen, zelf muziek spelen, ritmes voelen, stemgebruik, namen gebruiken, vreemde klanken, geluidmakende materialen, stilte - Het zien: kleuren, felle kleuren, verkleden en schminken, licht versus donker, doeken, linten, spiegels, bewegingen, lichtjes … - Het voelen: verschillende materialen, hard, zacht, ruw, glad, warm en koud, wind, beweging voelen, natuurmaterialen ... - Het ruiken: gedoseerd gebruiken, frisse geuren, wapperen met geurige sjaaltjes, inwrijven met geurige olie ... Het smaken: we voorzien op het einde van de voorstelling altijd een smaakmoment (vieruurtje). Na het brainstormen gaan we met al deze losse elementen aan de slag om te komen tot een goede opbouw van de voorstelling. Hierbij stellen we volgende vragen ... - Welke verschillende onderdelen gaan we gebruiken? - Hoe zorgen we voor een goede afwisseling tussen rust en actie? - Hoe bieden we de prikkels optimaal aan een deelnemer aan? - Hoe gaan we om met herhaling? Eenzelfde voorstelling wordt momenteel één werkjaar opgevoerd. Op die manier kan er herkenning optreden bij de bewoners. Herkenning is soms nodig om bepaalde reacties te kunnen uitlokken. Een deelnemer met een ernstig meervoudige beperking doet er veel langer over om prikkels te verwerken en te ervaren. Ook bij de spelers werkt deze vertrouwdheid positief. Ze raken meer vertrouwd met de voorstelling en raken meer afgestemd op elkaar. Zo komt er meer energie vrij om in contact te treden met de individuele deelnemer. 7 OPVOERING VAN EEN VOORSTELLING BELEVINGSTHEATER Als voorbereiding stellen we het decor op, leggen materiaal klaar, verkleden ons, overlopen eventueel het programma en de rolverdeling en halen de deelnemers op uit de leefgroep. De deelnemers worden in een comfortabele en veilige manier gepositioneerd. De spelers moeten vooraf even de begeleiders informeren over hetgeen van hun verwacht wordt. Ze moeten vooral de deelnemers gerust stellen, ze observeren, eventueel specifieke info doorgeven aan de spelers. Het is niet de bedoeling dat de begeleiders meespelen in de voorstelling. Voor het starten zorgen we voor een rustige sfeer, wat stilte. Dan kan de voorstelling beginnen. De uitvoering gebeurt door twee à drie spelers en duurt een veertigtal minuten De prikkels worden afwisselend overkoepelend en individueel aangeboden. Steeds op een rustig tempo. Dichtbij en ver weg, naargelang de behoefte van de bewoner. De spanningsmomenten tijdens de voorstelling moeten zachtjes opgebouwd worden. De spelers beginnen steeds rustig en werken naar een climax om te eindigen in rust, hierdoor krijgt men een duidelijke spanningsboog bij de uitvoering. De voorstelling wordt afgerond en dan volgt er nog een smaakmoment. De deelnemers krijgen een hapje en drankje in het thema aangeboden … Even met de begeleiders napraten over hun observatie en interpretatie werkt verruimend voor beide partijen. Een optimale, doorleefde voorstelling krijg je niet na 1 opvoering. Na de eerste keren is een nabespreking zeker zinvol. Er kan dan een bijsturing volgen. Van de verschillende belevingstheaters wordt er ook telkens een video opname gemaakt.