Kijkwijzer THEATER 0 Algemene gegevens. Naam leerling: 1 Verzamel relevante gegevens zoals: 0 titel voorstelling: 0 naam auteur: 0 naam regisseur: 0 naam gezelschap/ artiest: 0 namen hoofdrolspelers: klas: datum: 0 plaats en datum van de voorstelling: 2 Hoe begint het toneelstuk? 0 doek gaat op. 0 geen doek, spelers komen op. 0 geen doek spelers staan al op het toneel. 0…………………………………………………………………….. 3 Hoe karakteriseer je decor, kostuums en rekwisieten? 0 realistisch of museaal ; indien strijdig met oorspronkelijke tijdsbeeld, waarom? 0 deels realistisch, deels vrije interpretatie: omschrijf die interpretatie. 0 vrije interpretatie: beschrijf de kenmerken. 0……………………………………………………………………………………. 4 Welke rol speelt de belichting? 0 speelt een belangrijke eigen rol: Hoe? 0 ondersteunt de stemming op het toneel. Hoe? 0 sobere neutrale rol 5 Waar wordt gespeeld? 0 op podium. 0 op bijzondere locatie. Beschrijf de locatie z.o.z. 6 Welke speelstijl overheerst? 0 (melo-) dramatisch 0 naturalistisch 0 karikaturaal, typetjes. 0 …………………….. 7 Richten de spelers zich rechtstreeks tot het publiek? 0 nooit 0 een enkele keer 0 vaak. Wat is het effect?………………………………… 8 Hoe heeft de regisseur de bestaande tekst verwerkt? 0 getrouwe navolging of speciaal geschreven voor de voorstelling. 0 hier en daar aangepaste versie. 0 vrije interpretatie van de originele tekst. 0…………………………………………………………….. 9 Tot welk genre reken je de voorstelling? 0 komedie/ blijspel. 0 niet klassiek genre. 0 tragedie 0………………….. 10 Wat is de betekenis van de voorstelling? (kies een of meer opties) 0 vermaak 0 provocatie 0 morele boodschap (leerzaam) 0 maatschappelijk/ politiek 0 autobiografie 0 emotie 0 menselijke karakters en relaties centraal 0 spektakel 0 roept op tot eigen neutrale interpretatie. 11 Beschrijf op een ½ A4 je ervaringen en je eigen mening. Probeer het hier bovenstaande mee te nemen in je betoog.