LOCO-MOTION - Belevingstheater

advertisement
LOCO-MOTION - Belevingstheater
Belevingstheater
Belevingstheater is een theater voor mensen met een (zeer) ernstige verstandelijke
beperking. Het programma duurt tussen 45 minuten en 1 uur. Het is een theater
waarin voor ieder wat te beleven is.
We kiezen voor een eenvoudig thema of verhaallijn.
Doelen van belevingstheater
-
Iemand een plezierige bijzondere ervaring bieden
-
Iemand te ontroeren , te raken, te verbazen, te prikkelen op een bijzondere
manier
-
Iemand te laten ervaren dat op zijn initiatieven “ertoe doen”, beantwoord
worden
Geschiedenis van Loco-Motion belevingstheater
De stichting Loco-Motion voor belevingstheater is opgericht in 1989 door drie
professionals die waren verbonden aan het kinderdagcentrum Omega in Amsterdam.
Dit is een dagcentrum voor kinderen met ernstige meervoudige beperkingen. Omega
was indertijd een van de zeven dagcentra in Nederland die zich richtten op de
dagbesteding uitsluitend voor kinderen met een meervoudig complexe handicap.
In 1987 speelde op Omega de groep “Magical Experiences” uit Londen met een
theaterprogramma voor mensen die functioneerden op laag verstandelijk niveau. Met
theater, dans en muziek maakten zij op een bijzondere wijze contact met de
kinderen. De voorstelling werd als zeer inspirerend ervaren en het theater bracht
ons nieuwe ideeën die we in ons werk met de kinderen konden gebruiken.Wij
maakten, als vervolg op “Magical Experiences” een programma voor de kinderen van
ongeveer een uur onder de titel “Belevingen”. Hierin werd als thema een reis
gekozen waarin je tegenstellingen tegen kwam: koud en warm; dichtbij en ver; groot
en klein. Er kwamen daarop verzoeken van instellingen om de voorstelling op locatie
te spelen.
In 1989 is de stichting Loco-Motion opgericht. Er is gekozen voor deze naam omdat
“loco” staat voor “aan plaats gebonden zijn”, wat vaak het geval is bij mensen met
ernstige meervoudige beperkingen. “Motion” staat voor beweging. Via theater wilden
we mensen uitnodigen met ons mee te gaan, mee te bewegen , ieder op zijn op
eigen wijze.Op dit moment spelen we de voorstelling “Sunari” geïnspireerd op een
reis door andere culturen.
We kunnen deze voorstelling zo aanpassen dat deze ook geschikt is voor mensen
met autisme, maar ook voor mensen die functioneren op een hoger niveau.
1. Kenmerken van belevingstheater
o Opbouw en afronding.
Bedenk dat belevingstheater indrukwekkend is. Deelnemers moeten tijd krijgen te
wennen aan de sfeer, aan de ruimte, met de mensen wie ze zijn. Neem die tijd ook.
Geef jezelf ook de tijd te wennen aan de sfeer.
Per theateronderdeel is het goed na te denken over de opbouw en de afronding. Bij
een onderdeel als trommelen kun je bijv. zacht beginnen, toewerken naar een climax
en vervolgens afbouwen.
Een voorstelling kun je bijv. afronden met een slotliedje, waarin je persoonlijk
afscheid neemt van elke deelnemer. Neem persoonlijk afscheid door de naam van
elke deelnemer te noemen.
o Afwisseling, ritme, tempo.
Zorg ervoor dat er voor ieder wat wils is in een voorstelling. Binnen elk onderdeel van
je activiteit ligt het accent vaak anders. Bij het ene onderdeel is dit kijken en voelen;
bij het andere onderdeel op luisteren.
Variëren in tempo en intensiteit wordt vaak als prettig spannend ervaren als je er
maar voor zorgt dat de deelnemers je kunnen volgen. Ritme breng je aan door
materialen in een vast tempo te bewegen; door aan te kondigen met tellen: 1,2,3….!;
door ritmisch geluiden te maken. Deelnemers genieten van de herhaling. Neem
hiervoor veel tijd.
o Afstemming, toestemming, grens.
Afstemming begint bij de spelers onderling. Weet van elkaar wat je doet. Let op
elkaar en spreek af hoe je met elkaar communiceert. Blijf kijken naar de deelnemers
en bepaal bijvoorbeeld of je allebei actief spelend bezig bent of dat de actie van een
speler voldoende is; de ander wacht en observeert. Durf “ niets te doen” c.q. weg te
laten.
Afstemming naar de deelnemer betekent vooral kijken, vragen naar de beleving van
de deelnemer en hoe je aansluit. De deelnemer bepaalt zelf hoe ver jij mag komen.
Het is een kwestie van samen proberen met de deelnemer.
o Uitnodigen tot samenwerking, samenspel, gezamenlijke beleving.
Uitnodiging betekent in de eerste plaats uitnodigend zijn. Samen-beleven is er niet
vanzelf, dat verkrijg je samen. Sluit aan bij hun initiatieven. Enkele voorbeelden van
actieve deelname van deelnemers:
- volgen door “alleen” kijken
- grijpen van, en mee bewegen met materialen
- geluiden van deelnemers verwerken in muziek en tekst
- meedansen/meebewegen
- afwenden of toewenden met het lichaam
- ogen of oren sluiten om voorstelling op eigen wijze te beleven (als je b.v. je
ogen sluit kan je beter luisteren…)
- eigen afstand en nabijheid bepalen
o Nabijheid, afstand.
Belevingstheater wordt niet uitgevoerd op een podium met publiek in de zaal.
Daarmee zou de afstand om de deelnemers te bereiken te groot zijn; het publiek
wordt niet bereikt. Belevingstheater vindt bij voorkeur plaats in een vaste herkenbare
ruimte.
De spelers bevinden zich in de directe nabijheid van de deelnemers.De spelers
kiezen hun positie naast, voor of achter een deelnemer afhankelijk van de beleving
van een deelnemer. Er zijn deelnemers die de voorstelling het best beleven letterlijk
“op afstand”, bijv. buiten het decor. Er zijn deelnemers die een frontale benadering
bedreigend vinden; kies dan een positie naast iemand. Verrassend is telkens weer
dat binnen een tijdsbestek van uur er een grote verandering kan zijn hoe dichtbij je
mag komen..of hoe ver je moet blijven.
o Beleven op unieke eigen manier.
Er is geen voorgeschreven recept hoe je een activiteit optimaal beleeft. Voorwaarden
zijn dat de deelnemer goed zit of ligt; geen lichamelijk ongemak heeft of psychisch
niet zeer onrustig is. Iedereen reageert verschillend op een voorstelling. Dat maakt
elke voorstelling zo dynamisch en per definitie uniek.
2. Presentatie: Acties en interventies:
o Observeren en volgen
o Herkennen
o Voorspellen
o Initiatief nemen
o Uitnodigen, beinvloeden, uitdagen
o Afronden, afscheid nemen.
3. Observatie:
o Opbouw, voortgang en afronding
o Houding en interactie
o Samenwerking
o Volgen, initiatief en sturen.
o Tempo, positie
Renske van Ebbenhorst / Bas de Bie
St. Loco-motion / www.loco-motion.nl
Download