Grappig, interactief moralisme van Max. leunt op saai verhaal Stem ook! Theaterliefhebbers geven deze voorstelling een: staande ovatie (10) / open doekje (3) / applaus (0) /beleefd applausje (1) / geen applaus (0) of gooien met rotte tomaten (4). Recensie door Cisly Burcksen ‘Een moralistisch sprookje zonder mening’, luidt de ondertitel. Een eenduidige boodschap is inderdaad niet af te leiden uit de nieuwste productie voor kinderen van tien jaar en ouder van Theatergroep Max. De voorstelling meandert tussen meligheid, moralisme en filosofie. Of je ‘Het geheven vingertje’ nu mooi en ontroerend vindt of niet, het maakt in elk geval wat los. Max. zet verschillende vervreemdingselementen in en zaait daarmee op z’n minst lichte verwarring in de koppies van het jonge publiek. In de zaal is de sfeer nog melig, maar na afloop in de foyer voeren jonge pubers verhitte discussies met een docent. De voorstelling start met het op reporter-achtige wijze verslag doen van verstoringen van toneelvoorstellingen: data, locaties, titels en uitvoerende gezelschappen worden opgesomd. En natuurlijk de betreffende ‘misdrijven’: kletsen, expres hoesten, ongeloofwaardig veel toiletgang. De jonge toeschouwers worden er lacherig van. Dit kun je toch niet serieus nemen? En worden we als publiek eigenlijk wel serieus genomen? Vervolgens gaan de spelers ‘even wat klaarzetten’ om echt met de voorstelling te kunnen beginnen. De speeltoestellen en de omheining daarvan, die op het podium staan, worden vakkundig gesloopt en in elkaar getrapt: een energiek en komisch schouwspel. Timide betreden twee jonge moeders de speeltuinruïne, één van de twee slaakt pathetische kreten bij het zien van de vernielingen. Nadat ze haar beklag heeft gedaan, loopt ze het podium af om haar kind, Bart, te roepen. Heel komisch hoe de vrouw het hele theater rond lijkt te hollen, op zoek naar het onvindbare zoontje. Het is een voorbeeld van de spottende blik waarmee er in het stuk naar volwassenen gekeken wordt. Een beetje vergelijkbaar met de manier waarop Annie M.G. Schmidt in bijvoorbeeld ‘Pluk van de Petteflet’ haar volwassen personages neerzet. Alleen dan in een ernstig afgezwakte vorm. De voorstelling bestaat uit meerdere ‘hoofdstukken’, met oubollige titels die letterlijk omschrijven wat erin zal gaan gebeuren. In het tweede hoofdstuk, ‘Waarin we elkaar beter leren kennen’, maken we dan ook kennis met enkele andere personages, waaronder de vader van Bart. Terwijl moeder nog steeds op zoek is naar hun zoon, heeft vader een intiem samenzijn met de andere vrouw op de speelplaats. Ook maakt hij een praatje met de betuttelende kleuterjuf, die haar klas even komt luchten. Een sterk neergezette rol, ze is naïef naar de kinderen toe (“Hee, er is iets veranderd!” bij de aanblik van de speeltoestellenravage) en een beetje sneu naar Barts vader, die een oud-klasgenoot van haar blijkt te zijn. De vader van Bart zit middenin een succesvolle carrière en brengt iedereen daar graag van op de hoogte. Geloofwaardig gespeeld, maar het gebluf is saai en niet overtrokken genoeg om grappig te zijn. Net wanneer een gaapneiging niet meer te onderdrukken lijkt, komt er een balk naar beneden. Het is een lichtkrant, waarop het publiek niet alleen letterlijk en figuurlijk ‘over de hoofden van de spelers heen’ wordt aangesproken, maar ook wordt uitgedaagd in de voorstelling in te breken door het roepen van ontmoedigende teksten richting podium. Over verstoorde voorstellingen gesproken... Na half in slaap gezakt te zijn, is het voor de kinderen kostelijk om dit te mogen doen. De interactieve vondsten zijn de krenten in de pap bij dit nergens heen gaande verhaal, dat verder amper boeit of raakt. De karakters blijven vaag. Het lijkt niet de bedoeling dat het publiek zich in hen inleeft. Blijkbaar wil Max. iets zeggen over moreel en over theater. Dat brengt dat je deze voorstelling op meerdere lagen kunt interpreteren: qua verhaal is het saai en gevoelloos, maar door de vervreemdende interactie is het cabaretesk en maakt het vragen los als: is dit nu goed theater? Waarom (niet)? Wat wil de regisseur hiermee zeggen? Kinderen aan wie dit allemaal voorbij gaat, kunnen altijd nog genieten van het diverse scala aan – vaak absurde - grapjes. Dat maakt ‘Het geheven vingertje’ geschikt voor een uiteenlopend publiek van pré-pubers. Naarmate ze meer of minder toneelkijkervaring of een kritische blik hebben, is het een vermakelijk stukje toneel of aanleiding tot nadenken over uiteenlopende zaken. Gezien: ‘Het geheven vingertje’, Theatergroep Max. 22 februari (perspremière), Leidse Schouwburg, Leiden Voor de volledige speellijst zie http://www.tgmax.nl/ Foto: Joep Lennarts