serene spiraal ngc 2841 is een spiraalstelsel op 46 miljoen mexicaans zijaanzicht De Sombreronevel (m104) in het sterrenbeeld Maagd lichtjaar afstand in het sterrenbeeld Grote Beer. zien we van opzij; het stelsel dankt zijn naam aan de donkere stofband. Kijktip Gebruik een grote, lichtsterke verrekijker of een lichtsterke telescoop met een vrij lage vergroting om sterrenstelsels waar te nemen. het heelal 216 deel 6 Kijken naar sterrenstelsels H et Andromedastelsel en de Magelhaense Wolken (zie pag. 206) zijn de enige drie sterrenstelsels die met het blote oog zichtbaar zijn, hoewel het onder ideale waarnemingsomstandigheden ook mogelijk is om m33 (het Driehoekstelsel) net met het blote oog te zien. Helaas staan de Magelhaense Wolken voor waarnemers in Europa altijd onder de horizon. Met een lichtsterke verrekijker of een kleine amateurtelescoop zijn enkele tientallen sterrenstelsels waarneembaar. Gebruik bij voorkeur een lichtsterke telescoop, dus met een relatief korte brandpuntsafstand: sterrenstelsels zijn geen puntbronnen zoals sterren en hun oppervlaktehelderheid is vaak laag. Overigens zien de meeste sterrenstelsels er in een kleine telescoop uit als onbeduidende, wazige lichtvlekjes; van een eventuele spiraalstructuur is niets te zien. Het Andromedastelsel met zijn twee elliptische begeleiders (waarvan m110 al met een kleine telescoop zichtbaar is) en het Driehoekstelsel zijn beide in het najaar het best waarneembaar. Voor het waarnemen van andere sterrenstelsels is het voorjaar het seizoen bij uitstek. De Melkweg ligt dan laag boven de horizon. In de richting van het zenit kijken we daardoor vrijwel loodrecht op het Melkwegvlak het heelal in, zodat het zicht op ver verwijderde sterrenstelsels niet wordt belemmerd. Bovendien kijken we dan in de richting van de Virgocluster, een gigantische verzameling van sterrenstelsels op enkele tientallen miljoenen lichtjaren afstand. Spiralen, draaikolken en sombrero’s Het helderste sterrenstelsel aan de voorjaarshemel is m81 in het sterrenbeeld Grote Beer, rechtsboven de pan van de bekende Steelpan. Het is een reusachtig spiraalstelsel op een afstand van 12 miljoen lichtjaar. Vlak ten noorden ervan staat het onregelmatige stelsel m82, dat een stuk zwakker is maar interessant vanwege de enorme stervormingsactiviteit in de kern. Ten oosten van de ster Mizar bevindt zich ook een helder spiraalstelsel, m101. Vlak bij de ster Benetnasch (Èta Ursae Majoris), net over de grens met het sterrenbeeld Jachthonden, ligt het beroemde Draaikolkstelsel (m51), een spiraalstelsel in bovenaanzicht. De afstand bedraagt 37 miljoen lichtjaar. Iets helderder is het compacte stelsel m94, vlak bij de ster Cor Caroli (Alfa Canum Venaticorum). Verder naar het zuiden, in het grensgebied van de sterrenbeelden Haar van Berenice en Maagd, zijn met een krachtige telescoop vele tientallen sterrenstelsels te vinden, die allemaal deel uitmaken van de Virgocluster. De helderste exemplaren zijn het spiraalstelsel m64 en de elliptische stelsels m49, m87 en m86. Op de grens van de sterrenbeelden Maagd + + + Het Draaikolkstelsel (m51) in het sterrenbeeld Jachthonden was de eerste nevel waarin William Parsons in 1845 een hfdst 17 sterrenstelsels en Raaf, enkele graden ten westen van de heldere ster Spica, is het heldere Sombrerostelsel te vinden (m104), een spiraalstelsel in zijaanzicht dat bekend is vanwege de donkere centrale stofband. Om die te zien is overigens een grote telescoop nodig. Ook het lentesterrenbeeld Leeuw bevat enkele sterrenstelsels die met een kleine telescoop al waarneembaar zijn. Het mooist is het trio m65, m66 en ngc 3628, tussen de sterren Thèta en Iota Leonis. Iets verder naar het westen bevindt zich een ander trio: m95, m96 en m105. De twee groepen bevinden zich op afstanden van respectievelijk 35 en 38 miljoen lichtjaar. 217 Enkele heldere sterrenstelsels Sterrenstelsel m31 (Andromedastelsel) m33 (Driehoekstelsel) m49 m51 (Draaikolkstelsel) m64 (Black Eye-stelsel) Sterrenbeeld Helderheid Schijnbare afmetingen Afstand in lichtjaar Driehoek 5,7m 73’ x 45’ 3,0 miljoen Maagd 8,4m 9’ x 7,5’ 53 miljoen Jachthonden 8,4m 11’ x 7’ 23 miljoen Haar van Berenice 8,5m 9,3’ x 5,4’ 24 miljoen m Andromeda 3,4m 178’ x 63’ 2,5 miljoen m65 Leeuw 9,3 8’ x 1,5’ 35 miljoen m66 Leeuw 8,9m 8’ x 2,5’ 36 miljoen m81 Grote Beer 6,9m 21’ x 10’ 12 miljoen m82 Grote Beer 8,4m 9’ x 4’ 12 miljoen m86 Maagd 8,9m 7,5’ x 5,5’ 56 miljoen m m87 Maagd 8,6 7’ x 7’ 52 miljoen m94 Jachthonden 8,2m 7’ x 3’ 16 miljoen m95 Leeuw 9,7m 4,4’ x 3,3’ 38 miljoen m96 Leeuw 9,2m 6’ x 4’ 34 miljoen m101 (Pinwheel-stelsel) Grote Beer 7,9m 22’ x 22’ 27 miljoen m104 (Sombrerostelsel) Maagd 8,0m 9’ x 4’ 32 miljoen m105 Leeuw 9,3 2’ x 2’ 35 miljoen m110 Andromeda 8,5m 17’ x 10’ 2,7 miljoen Leeuw 9,5m 14’ x 3,6’ 35 miljoen ngc 3628 m nabije reus m81 in het sterrenbeeld Grote Beer is een relatief nabijgelegen spiraalstelsel. spiraalstructuur ontdekte. + + + Sterrenstelsels zijn het best zichtbaar met lichtsterke spiegeltelescopen. + + + er zij licht Bij de vorming van de eerste sterrenstelsels, hier op een artist’s impression, ontstonden heldere sterren en kolossale sterrenhopen. priemende bundels Illustratie van een in stofwolken gehulde quasar die smalle bundels heet gas de ruimte in schiet. het heelal 218 deel 6 hfdst 17 sterrenstelsels 219 Ontstaan en evolutie Actieve sterrenstelsels en quasars ver het ontstaan van sterrenstelsels is veel minder bekend dan over het ontstaan van sterren. Overal in het Melkwegstelsel worden nog steeds grote aantallen nieuwe sterren geboren (zie pag. 182). De verschillende stadia van het stervormingsproces kunnen dan ook in detail bestudeerd worden. Maar de meeste sterrenstelsels zijn miljarden jaren geleden al ontstaan, in de prille jeugd van het heelal. Om daar getuige van te zijn moeten sterrenkundigen terugkijken in de tijd, door objecten op miljarden lichtjaren afstand waar te nemen (zie pag. 224). Eén ding staat vast: sterrenstelsels zijn ontstaan uit gigantische materiewolken, die onder invloed van de eigen zwaartekracht samentrokken en daarbij steeds sneller ronddraaiden. Die samentrekkende wolken bestonden voor het overgrote deel uit donkere materie (zie pag. 208), maar ze bevatten ook veel waterstof- en heliumgas, waaruit al vrij snel de eerste sterren ontstonden. Mogelijkerwijs vond de geboorte van spiraalvormige sterrenstelsels in verschillende fasen plaats. Als eerste ontstonden de centrale verdikkingen en de bolvormige sterrenhopen; die bevatten de alleroudste sterren. Ook de uitgestrekte halo’s van donkere materie werden in dat beginstadium gevormd. Pas later volgden de sterk afgeplatte schijven, egin jaren zestig werden mysterieuze ‘radiosterren’ ontdekt waarvan niemand de ware aard kende. In 1963 ontdekte de Nederlands-Amerikaanse astronoom Maarten Schmidt dat het om ver verwijderde objecten gaat, op afstanden van honderden miljoenen lichtjaren. Aangezien de ‘radiosterren’ toch vrij helder zijn, moeten ze onvoorstelbaar veel energie uitstralen. Ze worden quasistellaire objecten of kortweg quasars genoemd. Quasars zijn de extreem heldere kernen van actieve sterrenstelsels. De enorme energieproductie wordt veroorzaakt door een superzwaar zwart gat in de kern van het stelsel. Het zwarte gat zendt zelf natuurlijk geen straling uit, maar het wordt omgeven door een rondwervelende schijf van extreem heet gas waaruit voortdurend materie naar binnen wordt gezogen. Dankzij de aanwezigheid van krachtige magnetische velden wordt een deel van dat gas bovendien met hoge snelheid de ruimte in geblazen, in twee tegenovergesteld gerichte bundels. Kijken we vanaf de aarde toevallig recht in een van die bundels, dan zien we een zeer lichtsterk object dat grote helderheidsvariaties vertoont: een blazar of bl Lac-object (genoemd naar het prototype bl Lacertae in het sterrenbeeld Hagedis). Kijken we schuin van boven op het actieve stelsel, dan zien we een quasar. Ongeveer tien procent van alle quasars zendt O waarin de meeste stervorming voorkomt. De meeste elliptische sterrenstelsels werden waarschijnlijk in een veel later stadium gevormd, bij de versmelting van twee spiraalstelsels (zie pag. 222). Overigens vertonen vrijwel alle grote sterrenstelsels sporen van kannibalisme: ook spiraalstelsels slokken kleine begeleiders op, waardoor ze in de loop van miljarden jaren groter en zwaarder worden. Om de evolutie van sterrenstelsels te bestuderen zijn sterrenkundigen vrijwel volledig aangewezen op computersimulaties (zie pag. 46). Zo is onder andere ontdekt dat spiraalstelsels tijdelijk een centrale balk kunnen ontwikkelen en gedurende enkele honderden miljoenen jaren als balkspiraalstelsel (zie pag. 215) door het leven kunnen gaan. B evolutionist De Amerikaanse Galex-kunstmaan (Galaxy Evolution Explorer) onderzoekt de evolutie van sterrenstelsels. + + + De allereerste sterren ontstonden waarschijnlijk al 200 miljoen jaar na de oerknal. + + + De dichtstbijzijnde quasar is radiostraling uit; afhankelijk van de oriëntatie is deze radiostraling afkomstig uit de kern of uit een van de twee bundels. Kijken we van opzij tegen het actieve stelsel aan, dan zien we vooral de radiostraling uit de twee bundels en spreken we van een radiosterrenstelsel. De meeste actieve sterrenstelsels en quasars bevinden zich op grote afstand van de aarde, waar we miljarden jaren terugkijken in de tijd (zie pag. 224). Dat betekent dat de stelsels vooral in de jeugd van het heelal actief waren. Kennelijk raakt de voedselvoorraad van de superzware zwarte gaten na verloop van tijd uitgeput. explosief stelsel Op deze montage van foto’s op verschillende golflengten is te zien dat het stelsel m82 wolken van heet gas uitblaast. 3c273 in het sterrenbeeld Maagd, op ruim twee miljard lichtjaar afstand. Hij heeft een helderheid van magnitude 13. + + +