AWBZ tes 2015 man

advertisement
- 1 Welke comparant zijn uiterste wil vooraf zakelijk aan mij, notaris,
heeft opgegeven en welke uiterste wil in de navolgende bewoordingen
is neergeschreven.
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
1. BEGRIPSBEPALING
a. In dit testament wordt onder mijn echtgenote verstaan: @
b. Schulden van de nalatenschap zijn die schulden bedoeld in
artikel 4:7 onder a tot en met i Burgerlijk Wetboek.
c. Met ‘de hoofdgerechtigde’ wordt bedoeld de eigenaar van of
rechthebbende tot de goederen waarop het vruchtgebruik rust. Als
er meer hoofdgerechtigden zijn, worden zij samen aangeduid als
de hoofdgerechtigde.
2. RECHTSKEUZE
Ik kies voor de vererving en, voor zover mogelijk, de afwikkeling
van mijn nalatenschap voor toepassing van het Nederlandse recht.
3. HERROEPING
Ik herroep alle voor vandaag door mij gemaakte testamenten en
codicillen.
HOOFDSTUK 2. OVERLIJDEN MET ECHTGENOTE EN KINDEREN - ERFSTELLING EN
WETTELIJKE VERDELING
I. ERFSTELLING
1. ERFSTELLING
Als ik overlijd met achterlating van mijn echtgenote en/of
afstammelingen verklaar ik op de vererving van mijn nalatenschap het
versterferfrecht van toepassing.
2. AFVULLEGAAT
Voor zover met de rente als hierna is bepaald nog geen sprake is van
een (ideale) successierechtelijke spreiding, waarbij gelijke
marginale tarieven gelden voor mijn echtgenote en mijn kinderen,
legateer ik aanvullend aan mijn echtgenote een zodanig bedrag dat
deze spreiding alsnog bereikt wordt. Dit bedrag zal, zo bepaal ik,
verrekend worden met de vorderingen van mijn kinderen in het kader
van de verdeling en heeft derhalve tot effect dat de vorderingen van
mijn kinderen in het kader van de verdeling dienovereenkomstig
verminderd worden. Het geldlegaat heeft uit de aard geen invloed op
de omvang van de erfdelen als zodanig.
Mijn echtgenote is bevoegd om het op basis van het bovenstaande
vastgestelde legaat (bedrag) niet of slechts gedeeltelijk te
aanvaarden.
3.
LEGAAT KLEINKINDEREN
1 Voor het geval ik vóór mijn echtgenote overlijd, legateer ik aan
ieder van mijn kleinkinderen, opeisbaar bij het overlijden van de
ouder (mijn kind), zonder bijberekening van rente: een bedrag
waarvan de contante waarde - gelet op de latere opeisbaarheid en de
renteloosheid - gelijk is aan het bedrag dat ten tijde van mijn
overlijden is vrijgesteld van successierecht.
2 Voor het geval ik tegelijk met of na mijn echtgenote overlijd,
legateer ik aan ieder van mijn kleinkinderen, opeisbaar bij het
overlijden van de ouder (mijn kind), zonder bijberekening van rente:
een bedrag waarvan de contante waarde - gelet op de latere
- 2 opeisbaarheid en de renteloosheid - gelijk is aan het bedrag dat ten
tijde van mijn overlijden is vrijgesteld van successierecht.
3 Ik bepaal dat al hetgeen de ouder (mijn kind) van het
desbetreffende kleinkind, ingevolge het bepaalde van dit testament
verkrijgt, dienovereenkomstig wordt verminderd.
4.Het onder "Belastingen" bepaalde omtrent het betalen van
belastingen is van overeenkomstige toepassing op de door mijn
kleinkinderen eventueel verschuldigde belastingen (waaronder
begrepen successierecht en inkomstenbelasting).
5. PLAATSVERVULLING EN AANWAS
Ik verklaar de regels van plaatsvervulling van toepassing behalve
bij het vervallen van het erfrecht of onwaardigheid van een
erfgenaam. Als een erfgenaam verwerpt en aanspraak op zijn legitieme
vordering maakt, vindt geen plaatsvervulling plaats voor de
afstammelingen van die erfgenaam.
II. WETTELIJKE VERDELING
Op mijn nalatenschap is van toepassing de afdeling 4.3.1. Burgerlijk
Wetboek. Over deze wettelijke verdeling bepaal ik het volgende:
1. OPEISBAARHEID
De geldvorderingen op mijn echtgenote en de eventuele verhoging of
rente daarover zijn onmiddellijk opeisbaar:
a. bij haar overlijden;
b. als zij in staat van faillissement is verklaard;
c. als haar surséance van betaling is verleend;
d. als ten aanzien van haar de Schuldsaneringsregeling natuurlijke
personen van toepassing is verklaard.
De geldvorderingen met verhoging of rente zijn verder opeisbaar als
mijn echtgenote:
e. onder curatele wordt gesteld of haar vermogen onder bewind wordt
gesteld;
f. de verplichting tot voldoening van de schulden van de
nalatenschap niet nakomt;
g. hertrouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat, tenzij
daarbij huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden worden gemaakt en
in stand gehouden, welke voorwaarden ten minste moeten inhouden
de uitsluiting van elke gemeenschap van goederen zonder
toevoeging van enig verrekenbeding, met uitzondering van het
beding dat leidt tot verrekening van onverteerd inkomen;
h. een samenlevingscontract sluit met daarin een finaal
verrekenbeding;
i. in aanmerking komt voor financiële steun of een voorziening van
overheidswege omdat haar inkomsten niet (meer) toereikend zijn
voor de voorziening in de kosten van levensonderhoud en zij,
voordat zij aanspraak kan maken op deze steun of voorziening,
moet gaan interen op haar vermogen of indien mijn echtgenote een
beroep doet op een regeling waarbij haar eigen vermogen of
inkomen in aanmerking wordt genomen voor het bepalen van het
recht op of de hoogte van de desbetreffende uitkering, indien
althans het uitkeren van de vordering leidt tot het toekennen van
een (hogere) uitkering of een hogere aanspraak op een voorziening
- 3 of een lagere eigen bijdrage in het kader van de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning, de Wet Langdurige Zorg of
soortgelijke regeling.
In de in sub e tot en met i genoemde gevallen kan mijn echtgenote
het opeisbaar worden van de geldvorderingen voorkomen door het
stellen van zekerheid.
2. RENTE
De vorderingen ten laste van mijn echtgenote zullen een enkelvoudige
rente dragen van zes procent (6,00%) per jaar.
De erfgenamen zijn bevoegd binnen acht maanden na mijn overlijden
een andere verhoging overeen te komen, zulks overeenkomstig artikel
4:13 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek.
Deze rente is verschuldigd vanaf de dag van mijn overlijden.
3. WILSRECHTEN
Ten aanzien van de wilsrechten wijk ik niet af van de wettelijke
regeling, maar mijn echtgenote is alleen dan, op verzoek van een
kind, verplicht tot overdracht van goederen als bedoeld in artikel
4:19 Burgerlijk Wetboek, in de hierboven sub II.1.a tot en met
II.1.i genoemde gevallen.
4. CONSTATERING VERDELING
Het is mijn uitdrukkelijke wens dat zo spoedig mogelijk na mijn
overlijden bij notariële akte deze wettelijke verdeling zal worden
geconstateerd en de omvang van de geldvorderingen van de andere
erfgenamen zal worden vastgesteld.
III. ONGEDAANMAKING, VERWERPING, LEGATEN
Als mijn echtgenote met gebruikmaking van artikel 4:18 Burgerlijk
Wetboek, binnen drie maanden na mijn overlijden, de wettelijke
verdeling ongedaan maakt, of als zij mijn nalatenschap verwerpt,
beschik ik als volgt:
1. KEUZELEGAAT GOEDEREN AAN ECHTGENOTE TEGEN VERGOEDING VAN DE
WAARDE AAN DE ERFGENAMEN
Ik legateer aan mijn echtgenote:
a. de bij mij en mijn echtgenote in gezamenlijk gebruik zijnde
inboedel in de zin van artikel 3:5 Burgerlijk Wetboek en
eventuele gezinsauto's, voor zover ik daarin gerechtigd ben;
b. die vermogensbestanddelen van mijn nalatenschap die zij kiest,
onder de verplichting de waarde van de gekozen goederen te
vergoeden aan mijn erfgenamen.
De vergoeding van de waarde van de gekozen goederen is pas opeisbaar
op de momenten als bedoeld in II.1 (“Opeisbaarheid”).
2. KEUZELEGAAT VRUCHTGEBRUIK AAN ECHTGENOTE
Ik legateer verder aan mijn echtgenote het vruchtgebruik van mijn
zuivere nalatenschap.
Onder zuivere nalatenschap dient te worden verstaan de nalatenschap,
nadat daaruit zijn voldaan alle opeisbare schulden die tot mijn
nalatenschap zullen blijken te behoren alsmede de kosten van
begrafenis of crematie.
IV. VRUCHTGEBRUIKBEPALINGEN
Met betrekking tot het recht van vruchtgebruik gelden de volgende
bepalingen:
- 4 A. VESTIGING VAN HET VRUCHTGEBRUIK
Het vruchtgebruik moet zo spoedig mogelijk na de dag van mijn
overlijden worden gevestigd.
B. BESCHRIJVING
De vruchtgebruikster is verplicht op verzoek van de
hoofdgerechtigde zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk bij de
vestiging van het vruchtgebruik, overeenkomstig de wettelijke
voorschriften een beschrijving op te maken.
C. BETALING VAN KOSTEN EN OPEISBARE SCHULDEN
De vruchtgebruikster is verplicht op het eerste verzoek van de
hoofdgerechtigde zoveel vermogensbestanddelen van de
nalatenschap, naar haar keuze, te gelde te maken als nodig is
voor de betaling van de kosten en opeisbare schulden die ten
laste van mijn nalatenschap komen, tenzij de vruchtgebruikster
daartoe de gelden uit eigen middelen renteloos voorschiet.
D. JAARLIJKSE OPGAVE
De vruchtgebruikster is verplicht jaarlijks aan de
hoofdgerechtigde een ondertekende, nauwkeurige opgave te zenden
van de goederen die niet meer aanwezig zijn, van de goederen die
daarvoor in de plaats zijn gekomen, en van de voordelen die de
goederen hebben opgeleverd en die geen vruchten zijn. De kosten
van deze opgave zijn voor rekening van de hoofdgerechtigde.
E. VOORKOMING VERMENGING
De vruchtgebruikster is verplicht goederen die slechts naar hun
soort zijn aangeduid, afgescheiden van haar overig vermogen te
houden.
F. GEBRUIK EN VRUCHTGENOT
De vruchtgebruikster heeft het recht om de goederen, waarop het
vruchtgebruik rust, te gebruiken en daarvan de vruchten te
genieten zoals hierna is bepaald.
De vruchtgebruikster komen alle vruchten toe die tijdens het
vruchtgebruik afgescheiden of opeisbaar worden.
Als vruchten worden beschouwd de goederen die als zodanig zijn
omschreven in artikel 3:9 Burgerlijk Wetboek.
Met vruchten van aandelen en certificaten van aandelen in
naamloze en besloten vennootschappen worden alleen bedoeld de
uitkeringen die ten laste van de na mijn overlijden gerealiseerde
winst of winstreserve worden gedaan. Als de wet of de statuten
van de betrokken vennootschap rechtstreekse uitkering van die
vruchten aan de vruchtgebruikster verhinderen, zal de
hoofdgerechtigde de waarde van de ontvangen uitkering aan de
vruchtgebruikster vergoeden. Het vruchtgebruik zal dan ook op die
vergoeding komen te rusten.
De vruchtgebruikster is verplicht de rente van schulden die
betrekking hebben op de goederen waarop het vruchtgebruik rust,
voor haar rekening te nemen.
G. ZEKERHEIDSTELLING
De vruchtgebruikster is vrijgesteld van de verplichting tot
zekerheidstelling.
H. BEHEER
- 5 -
I.
J.
K.
L.
M.
N.
O.
De vruchtgebruikster is bevoegd tot alle handelingen die tot een
goed beheer van de met het vruchtgebruik belaste goederen
dienstig kunnen zijn.
Voor zover hierna niet anders aangegeven, zijn de
vruchtgebruikster en de hoofdgerechtigde slechts samen bevoegd.
De vruchtgebruikster is ten opzichte van de hoofdgerechtigde
verplicht ten aanzien van de goederen waarop het vruchtgebruik
rust en het beheer daarover de zorg van een goede
vruchtgebruikster in acht te nemen.
BELEGGING VAN GELDEN
De vruchtgebruikster is geheel vrij in de wijze van belegging van
de gelden die tot het vruchtgebruik behoren, maar moet bij die
belegging het vruchtgebruik wel aantekenen.
VERVREEMDING EN BEZWARING
De vruchtgebruikster is bevoegd de goederen waarop het
vruchtgebruik rust te vervreemden (daaronder begrepen bezwaren)
op de wijze als bedoeld in artikel 3:215 van het Burgerlijk
Wetboek.
ZAAKSVERVANGING EN VERTERINGSBEVOEGDHEID
Op de goederen die in de plaats treden van de goederen waarover
de vruchtgebruikster bevoegdelijk heeft beschikt, komt het
vruchtgebruik ook te rusten. De vruchtgebruikster heeft het recht
de goederen waarop het vruchtgebruik rust en de goederen die
daarvoor in de plaats zijn gekomen te verteren. Mijn echtgenote
kan als vruchtgebruikster van de verteringsbevoegdheid gebruik
maken nadat eerst haar uitgaven ten laste van haar privé goederen
zijn voldaan.
VERHURING EN VERPACHTING
De vruchtgebruikster is bevoegd de goederen waarop het
vruchtgebruik rust te verhuren of te verpachten.
STEMRECHT
Onverminderd de toepassing van art. 2:88 en 2:197 Burgerlijk
Wetboek blijft het stemrecht op aandelen toekomen aan de
vruchtgebruikster. De vruchtgebruikster is zelfstandig bevoegd
het stemrecht uit te oefenen verbonden aan een lidmaatschapsrecht
of appartementsrecht.
VERZEKERINGSPLICHT
De vruchtgebruikster is verplicht goederen waarop het
vruchtgebruik rust, ten behoeve van de hoofdgerechtigde te
verzekeren tegen gevaren, waartegen het gebruikelijk is een
verzekering te sluiten.
Voor zover de vruchtgebruikster niet voldoet aan deze
verplichting, is de hoofdgerechtigde bevoegd om ook namens de
vruchtgebruikster de zaken te verzekeren. De vruchtgebruikster is
verplicht de kosten daarvan te vergoeden aan de hoofdgerechtigde.
Als de hoofdgerechtigde dat wenst zal de vruchtgebruikster de
premiekwitanties aan hem moeten tonen.
ONDERHOUD, GEWONE LASTEN EN HERSTELLINGEN
De vruchtgebruikster is verplicht de goederen waarop het
vruchtgebruik rust als goed vruchtgebruikster in goede staat te
- 6 onderhouden en ten aanzien van het overige vruchtgebruikvermogen
de zorg van een goed vruchtgebruikster in acht te nemen.
De vruchtgebruikster is verplicht alle herstellingen te
verrichten en alle lasten voor haar rekening te nemen.
P. DUUR VAN HET VRUCHTGEBRUIK
Het vruchtgebruik eindigt op dezelfde momenten als de
geldvordering bedoeld in II.1 (“Opeisbaarheid”) opeisbaar is.
Behalve in de gevallen van haar overlijden, faillissement,
surséance van betaling, of indien op haar de
Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing
wordt, kan de vruchtgebruikster het eindigen van het
vruchtgebruik voorkomen door het stellen van zekerheid.
Q. AFGIFTE GOEDEREN
Na het eindigen van het recht van vruchtgebruik rust op de
vruchtgebruikster of haar rechtverkrijgende de verplichting de
goederen waarop het vruchtgebruik rust, dan wel hetgeen daarvoor
in de plaats is gekomen, ter beschikking van de hoofdgerechtigde
te stellen, voor zover de vruchtgebruikster of haar
rechtverkrijgende niet bewijst dat die goederen verteerd of door
toeval teniet gegaan zijn.
R. WEGNEMINGSRECHT
De vruchtgebruikster is bevoegd de tijdens de duur van het
vruchtgebruik door haar aangebrachte veranderingen en
toevoegingen weg te nemen als zij maar de zaak in de oude
toestand terugbrengt.
S. BELASTINGEN MET BETREKKING TOT HET VRUCHTGEBRUIK
Het eigenaarsgedeelte van de verschuldigde
onroerendezaakbelastingen en alle andere zakelijke
eigenaarslasten komen voor rekening van de vruchtgebruikster.
Eventuele inkomstenbelasting die de hoofdgerechtigde verschuldigd
mocht worden doordat de vruchtgebruikster gebruik maakt van haar
bevoegdheid tot vervreemding, is voor rekening van de
vruchtgebruikster. De vruchtgebruikster zal het betreffende
bedrag op de eerste vordering van de hoofdgerechtigde voldoen, op
een door de hoofdgerechtigde aan te geven wijze.
V. OVERIGE BESCHIKKINGEN
1. OPEISBAARHEID VORDERING LEGITIMARISSEN
Ik bepaal dat de legitieme porties van mijn afstammelingen met de
daarover verschuldigde rente pas opeisbaar zullen zijn op de
momenten als bedoeld in II.1 (“Opeisbaarheid”).
2. WAARDERING
De goederen van mijn nalatenschap worden in onderling overleg
gewaardeerd. Als geen overeenstemming kan worden bereikt of als niet
alle erfgenamen het vrije beheer over hun vermogen hebben, moet de
waardering plaatsvinden op de wijze als door de wet is
voorgeschreven.
In aanvulling daarop bepaal ik dat de waardering van de eventueel
onder het legaat vallende echtelijke woning zal geschieden in vrij
te aanvaarden staat.
3. INBRENG
- 7 Mijn afstammelingen zijn verplicht tot inbreng van giften in mijn
nalatenschap, tenzij bij de gift anders is bepaald.
4. ECHTSCHEIDING/SCHEIDING VAN TAFEL EN BED
De hiervoor ten behoeve van mijn echtgenote gemaakte beschikkingen
gelden niet wanneer ten tijde van mijn overlijden een
echtscheidingsprocedure loopt, of een procedure strekkend tot
scheiding van tafel en bed loopt of heeft geleid tot een zodanige
scheiding.
In dat geval sluit ik mijn echtgenote uit als erfgenaam en als
legataris in mijn nalatenschap.
5. EXECUTEURSBENOEMING
Ik benoem tot executeur mijn echtgenote en bij haar ontstentenis of
belet: @
Taken
De executeur heeft tot taak de goederen van de nalatenschap te
beheren en de schulden van de nalatenschap te voldoen, die
tijdens haar beheer uit die goederen behoren te worden voldaan.
De executeur is daarom, voor zover van toepassing, onder meer
bevoegd de legaten af te geven, de successierechten te betalen en
de schulden van de nalatenschap te voldoen.
De executeur is bevoegd voordat zij de legaten afgeeft, de over
geldlegaten verschuldigde successierechten of rechten van
overgang in te houden. Bij afgifte van legaten van een bepaald
goed is zij bevoegd de afgifte van het legaat op te schorten
totdat de legataris de verschuldigde successierechten of rechten
van overgang heeft gestort op de boedelrekening.
Vertegenwoordiging
Gedurende haar beheer vertegenwoordigt de executeur bij de
vervulling van haar taak de erfgenamen.
De executeur kan ook als wederpartij van zichzelf optreden.
Beschikkingsonbevoegdheid
De erfgenamen kunnen niet zonder medewerking van de executeur of
machtiging van de kantonrechter over (hun aandeel in) goederen
van de nalatenschap beschikken voordat haar bevoegdheid tot
beheer is geëindigd.
Te gelde maken goederen
De executeur is bevoegd de door haar beheerde goederen te gelde
te maken, voor zover dit nodig is voor de tot haar taak behorende
voldoening van schulden van de nalatenschap en ter betaling van
successierecht.
De executeur treedt omtrent de keuze van de te gelde te maken
goederen en de wijze van tegeldemaking niet in overleg met de
erfgenamen.
De executeur heeft voor de tegeldemaking van een goed geen
toestemming van de erfgenamen nodig.
Het hierboven ten aanzien van de erfgenamen bepaalde geldt ook
ten aanzien van hen aan wie het vruchtgebruik van de nalatenschap
of van een aandeel daarin is vermaakt.
Afwikkelingsbewind
Ik stel hierbij een afwikkelingsbewind in. Tot bewindvoerder
- 8 benoem ik bovengenoemde executeur.
De executeur is gerechtigd tot alle daden van beheer en
beschikking om de nalatenschap in staat van verdeling te brengen
en de nalatenschap geheel zelfstandig te verdelen tussen mijn
erfgenamen zulks met inachtneming van ieders erfdeel in mijn
nalatenschap en mijn erfgenamen daarin te vertegenwoordigen.
Het afwikkelingsbewind is ingesteld voor een periode benodigd
voor het afwikkelen en verdelen van mijn nalatenschap en gaat in
op de dag van mijn overlijden.
De afwikkelingsbewindvoerder is bevoegd registergoed(eren) uit
mijn nalatenschap te verkopen, ongeacht of dit al dan niet nodig
is om schulden van mijn nalatenschap te voldoen.
Het loon
De door de executeur in de uitoefening van haar taak gemaakte
kosten komen voor rekening van mijn erfgenamen, naar rato van hun
verkrijging.
De executeur heeft voor haar werkzaamheden geen recht op loon.
Toevoegen, in de plaats stellen, vervangen
Ik ken de executeur de bevoegdheid toe een of meer andere
executeurs aan zich toe te voegen of in haar plaats te stellen;
indien een benoemde executeur komt te ontbreken, is de
kantonrechter op verzoek van een belanghebbende bevoegd een
vervanger te benoemen.
Boedelbeschrijving
De executeur moet binnen zes (6) maanden vanaf de dag dat de
nalatenschap is opengevallen een boedelbeschrijving met inbegrip
van een voorlopige staat van de schulden van de nalatenschap
opmaken. Zij moet de haar bekende schuldeisers oproepen tot
indiening van hun vorderingen bij de boedelnotaris of, als deze
ontbreekt, bij (een van) de executeur(s). De aanmelding van een
vordering stuit de verjaring.
Boedelnotaris
De executeur heeft het recht om een boedelnotaris en zo nodig
taxateurs aan te wijzen.
Informatieplicht, rekening en verantwoording
De executeur moet aan een erfgenaam alle door deze gewenste
inlichtingen over de uitoefening van haar taak geven. De
executeur moet jaarlijks en bij het einde van haar werkzaamheden
aan de erfgenamen of haar opvolger rekening en verantwoording
doen van het beheer van de nalatenschap. Alle voor de
belastingdienst van belang zijnde gegevens moet zij tijdig
verschaffen.
Einde executele en einde beheer
De taak en het beheer van de executeur eindigen als bij de wet
bepaald.
6. BELASTINGEN
Als een erfgenaam of legataris naar aanleiding van mijn overlijden
iets verkrijgt dat niet direct opeisbaar is of iets verkrijgt belast
met een op grond van mijn overlijden te vestigen vruchtgebruik, dan
geldt voor de periode van niet-opeisbaarheid dan wel de periode dat
- 9 de verkrijging belast is met vruchtgebruik met betrekking tot te
betalen belasting het volgende:
Successierecht, inkomstenbelasting
Degene die de beschikking heeft over het verkregene als hierboven
bedoeld, is verplicht het verschuldigde successierecht en de
verschuldigde inkomstenbelasting op verzoek renteloos voor te
schieten.
Overige belastingen
Het bovenstaande is van overeenkomstige toepassing op iedere
andere belasting die gedurende het bestaan van de situatie als
hierboven bedoeld wordt geheven.
HOOFDSTUK 3. UITSLUITINGSCLAUSULE
Ik bepaal dat al wat uit mijn nalatenschap wordt verkregen, de
opbrengsten daarvan en al wat door belegging daarvoor in de plaats
komt, niet zullen vallen in enige gemeenschap van goederen die
ontstaat of is ontstaan als gevolg van een huwelijk of een
geregistreerd partnerschap. Een en ander zal ook niet mogen worden
betrokken in een verrekenbeding tussen echtgenoten, geregistreerde
partners of samenwoners.
Download