- 1 Welke comparant zijn uiterste wil vooraf zakelijk aan mij, notaris, heeft opgegeven en welke uiterste wil in de navolgende bewoordingen is neergeschreven. HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1. BEGRIPSBEPALING a. In dit testament wordt onder mijn echtgenote verstaan: @ b. Schulden van de nalatenschap zijn die schulden bedoeld in artikel 4:7 onder a tot en met i Burgerlijk Wetboek. c. Met ‘de hoofdgerechtigde’ wordt bedoeld de eigenaar van of rechthebbende tot de goederen waarop het vruchtgebruik rust. Als er meer hoofdgerechtigden zijn, worden zij samen aangeduid als de hoofdgerechtigde. 2. RECHTSKEUZE Ik kies voor de vererving en, voor zover mogelijk, de afwikkeling van mijn nalatenschap voor toepassing van het Nederlandse recht. 3. HERROEPING Ik herroep alle voor vandaag door mij gemaakte testamenten en codicillen. HOOFDSTUK 2. OVERLIJDEN MET ECHTGENOTE EN KINDEREN - ERFSTELLING EN WETTELIJKE VERDELING I. ERFSTELLING 1. ERFSTELLING Als ik overlijd met achterlating van mijn echtgenote en/of afstammelingen verklaar ik op de vererving van mijn nalatenschap het versterferfrecht van toepassing. 2. AFVULLEGAAT Voor zover met de rente als hierna is bepaald nog geen sprake is van een (ideale) successierechtelijke spreiding, waarbij gelijke marginale tarieven gelden voor mijn echtgenote en mijn kinderen, legateer ik aanvullend aan mijn echtgenote een zodanig bedrag dat deze spreiding alsnog bereikt wordt. Dit bedrag zal, zo bepaal ik, verrekend worden met de vorderingen van mijn kinderen in het kader van de verdeling en heeft derhalve tot effect dat de vorderingen van mijn kinderen in het kader van de verdeling dienovereenkomstig verminderd worden. Het geldlegaat heeft uit de aard geen invloed op de omvang van de erfdelen als zodanig. Mijn echtgenote is bevoegd om het op basis van het bovenstaande vastgestelde legaat (bedrag) niet of slechts gedeeltelijk te aanvaarden. 3. LEGAAT KLEINKINDEREN 1 Voor het geval ik vóór mijn echtgenote overlijd, legateer ik aan ieder van mijn kleinkinderen, opeisbaar bij het overlijden van de ouder (mijn kind), zonder bijberekening van rente: een bedrag waarvan de contante waarde - gelet op de latere opeisbaarheid en de renteloosheid - gelijk is aan het bedrag dat ten tijde van mijn overlijden is vrijgesteld van successierecht. 2 Voor het geval ik tegelijk met of na mijn echtgenote overlijd, legateer ik aan ieder van mijn kleinkinderen, opeisbaar bij het overlijden van de ouder (mijn kind), zonder bijberekening van rente: een bedrag waarvan de contante waarde - gelet op de latere - 2 opeisbaarheid en de renteloosheid - gelijk is aan het bedrag dat ten tijde van mijn overlijden is vrijgesteld van successierecht. 3 Ik bepaal dat al hetgeen de ouder (mijn kind) van het desbetreffende kleinkind, ingevolge het bepaalde van dit testament verkrijgt, dienovereenkomstig wordt verminderd. 4.Het onder "Belastingen" bepaalde omtrent het betalen van belastingen is van overeenkomstige toepassing op de door mijn kleinkinderen eventueel verschuldigde belastingen (waaronder begrepen successierecht en inkomstenbelasting). 5. PLAATSVERVULLING EN AANWAS Ik verklaar de regels van plaatsvervulling van toepassing behalve bij het vervallen van het erfrecht of onwaardigheid van een erfgenaam. Als een erfgenaam verwerpt en aanspraak op zijn legitieme vordering maakt, vindt geen plaatsvervulling plaats voor de afstammelingen van die erfgenaam. II. WETTELIJKE VERDELING Op mijn nalatenschap is van toepassing de afdeling 4.3.1. Burgerlijk Wetboek. Over deze wettelijke verdeling bepaal ik het volgende: 1. OPEISBAARHEID De geldvorderingen op mijn echtgenote en de eventuele verhoging of rente daarover zijn onmiddellijk opeisbaar: a. bij haar overlijden; b. als zij in staat van faillissement is verklaard; c. als haar surséance van betaling is verleend; d. als ten aanzien van haar de Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard. De geldvorderingen met verhoging of rente zijn verder opeisbaar als mijn echtgenote: e. onder curatele wordt gesteld of haar vermogen onder bewind wordt gesteld; f. de verplichting tot voldoening van de schulden van de nalatenschap niet nakomt; g. hertrouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat, tenzij daarbij huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden worden gemaakt en in stand gehouden, welke voorwaarden ten minste moeten inhouden de uitsluiting van elke gemeenschap van goederen zonder toevoeging van enig verrekenbeding, met uitzondering van het beding dat leidt tot verrekening van onverteerd inkomen; h. een samenlevingscontract sluit met daarin een finaal verrekenbeding; i. in aanmerking komt voor financiële steun of een voorziening van overheidswege omdat haar inkomsten niet (meer) toereikend zijn voor de voorziening in de kosten van levensonderhoud en zij, voordat zij aanspraak kan maken op deze steun of voorziening, moet gaan interen op haar vermogen of indien mijn echtgenote een beroep doet op een regeling waarbij haar eigen vermogen of inkomen in aanmerking wordt genomen voor het bepalen van het recht op of de hoogte van de desbetreffende uitkering, indien althans het uitkeren van de vordering leidt tot het toekennen van een (hogere) uitkering of een hogere aanspraak op een voorziening - 3 of een lagere eigen bijdrage in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Wet Langdurige Zorg of soortgelijke regeling. In de in sub e tot en met i genoemde gevallen kan mijn echtgenote het opeisbaar worden van de geldvorderingen voorkomen door het stellen van zekerheid. 2. RENTE De vorderingen ten laste van mijn echtgenote zullen een enkelvoudige rente dragen van zes procent (6,00%) per jaar. De erfgenamen zijn bevoegd binnen acht maanden na mijn overlijden een andere verhoging overeen te komen, zulks overeenkomstig artikel 4:13 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek. Deze rente is verschuldigd vanaf de dag van mijn overlijden. 3. WILSRECHTEN Ten aanzien van de wilsrechten wijk ik niet af van de wettelijke regeling, maar mijn echtgenote is alleen dan, op verzoek van een kind, verplicht tot overdracht van goederen als bedoeld in artikel 4:19 Burgerlijk Wetboek, in de hierboven sub II.1.a tot en met II.1.i genoemde gevallen. 4. CONSTATERING VERDELING Het is mijn uitdrukkelijke wens dat zo spoedig mogelijk na mijn overlijden bij notariële akte deze wettelijke verdeling zal worden geconstateerd en de omvang van de geldvorderingen van de andere erfgenamen zal worden vastgesteld. III. ONGEDAANMAKING, VERWERPING, LEGATEN Als mijn echtgenote met gebruikmaking van artikel 4:18 Burgerlijk Wetboek, binnen drie maanden na mijn overlijden, de wettelijke verdeling ongedaan maakt, of als zij mijn nalatenschap verwerpt, beschik ik als volgt: 1. KEUZELEGAAT GOEDEREN AAN ECHTGENOTE TEGEN VERGOEDING VAN DE WAARDE AAN DE ERFGENAMEN Ik legateer aan mijn echtgenote: a. de bij mij en mijn echtgenote in gezamenlijk gebruik zijnde inboedel in de zin van artikel 3:5 Burgerlijk Wetboek en eventuele gezinsauto's, voor zover ik daarin gerechtigd ben; b. die vermogensbestanddelen van mijn nalatenschap die zij kiest, onder de verplichting de waarde van de gekozen goederen te vergoeden aan mijn erfgenamen. De vergoeding van de waarde van de gekozen goederen is pas opeisbaar op de momenten als bedoeld in II.1 (“Opeisbaarheid”). 2. KEUZELEGAAT VRUCHTGEBRUIK AAN ECHTGENOTE Ik legateer verder aan mijn echtgenote het vruchtgebruik van mijn zuivere nalatenschap. Onder zuivere nalatenschap dient te worden verstaan de nalatenschap, nadat daaruit zijn voldaan alle opeisbare schulden die tot mijn nalatenschap zullen blijken te behoren alsmede de kosten van begrafenis of crematie. IV. VRUCHTGEBRUIKBEPALINGEN Met betrekking tot het recht van vruchtgebruik gelden de volgende bepalingen: - 4 A. VESTIGING VAN HET VRUCHTGEBRUIK Het vruchtgebruik moet zo spoedig mogelijk na de dag van mijn overlijden worden gevestigd. B. BESCHRIJVING De vruchtgebruikster is verplicht op verzoek van de hoofdgerechtigde zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk bij de vestiging van het vruchtgebruik, overeenkomstig de wettelijke voorschriften een beschrijving op te maken. C. BETALING VAN KOSTEN EN OPEISBARE SCHULDEN De vruchtgebruikster is verplicht op het eerste verzoek van de hoofdgerechtigde zoveel vermogensbestanddelen van de nalatenschap, naar haar keuze, te gelde te maken als nodig is voor de betaling van de kosten en opeisbare schulden die ten laste van mijn nalatenschap komen, tenzij de vruchtgebruikster daartoe de gelden uit eigen middelen renteloos voorschiet. D. JAARLIJKSE OPGAVE De vruchtgebruikster is verplicht jaarlijks aan de hoofdgerechtigde een ondertekende, nauwkeurige opgave te zenden van de goederen die niet meer aanwezig zijn, van de goederen die daarvoor in de plaats zijn gekomen, en van de voordelen die de goederen hebben opgeleverd en die geen vruchten zijn. De kosten van deze opgave zijn voor rekening van de hoofdgerechtigde. E. VOORKOMING VERMENGING De vruchtgebruikster is verplicht goederen die slechts naar hun soort zijn aangeduid, afgescheiden van haar overig vermogen te houden. F. GEBRUIK EN VRUCHTGENOT De vruchtgebruikster heeft het recht om de goederen, waarop het vruchtgebruik rust, te gebruiken en daarvan de vruchten te genieten zoals hierna is bepaald. De vruchtgebruikster komen alle vruchten toe die tijdens het vruchtgebruik afgescheiden of opeisbaar worden. Als vruchten worden beschouwd de goederen die als zodanig zijn omschreven in artikel 3:9 Burgerlijk Wetboek. Met vruchten van aandelen en certificaten van aandelen in naamloze en besloten vennootschappen worden alleen bedoeld de uitkeringen die ten laste van de na mijn overlijden gerealiseerde winst of winstreserve worden gedaan. Als de wet of de statuten van de betrokken vennootschap rechtstreekse uitkering van die vruchten aan de vruchtgebruikster verhinderen, zal de hoofdgerechtigde de waarde van de ontvangen uitkering aan de vruchtgebruikster vergoeden. Het vruchtgebruik zal dan ook op die vergoeding komen te rusten. De vruchtgebruikster is verplicht de rente van schulden die betrekking hebben op de goederen waarop het vruchtgebruik rust, voor haar rekening te nemen. G. ZEKERHEIDSTELLING De vruchtgebruikster is vrijgesteld van de verplichting tot zekerheidstelling. H. BEHEER - 5 - I. J. K. L. M. N. O. De vruchtgebruikster is bevoegd tot alle handelingen die tot een goed beheer van de met het vruchtgebruik belaste goederen dienstig kunnen zijn. Voor zover hierna niet anders aangegeven, zijn de vruchtgebruikster en de hoofdgerechtigde slechts samen bevoegd. De vruchtgebruikster is ten opzichte van de hoofdgerechtigde verplicht ten aanzien van de goederen waarop het vruchtgebruik rust en het beheer daarover de zorg van een goede vruchtgebruikster in acht te nemen. BELEGGING VAN GELDEN De vruchtgebruikster is geheel vrij in de wijze van belegging van de gelden die tot het vruchtgebruik behoren, maar moet bij die belegging het vruchtgebruik wel aantekenen. VERVREEMDING EN BEZWARING De vruchtgebruikster is bevoegd de goederen waarop het vruchtgebruik rust te vervreemden (daaronder begrepen bezwaren) op de wijze als bedoeld in artikel 3:215 van het Burgerlijk Wetboek. ZAAKSVERVANGING EN VERTERINGSBEVOEGDHEID Op de goederen die in de plaats treden van de goederen waarover de vruchtgebruikster bevoegdelijk heeft beschikt, komt het vruchtgebruik ook te rusten. De vruchtgebruikster heeft het recht de goederen waarop het vruchtgebruik rust en de goederen die daarvoor in de plaats zijn gekomen te verteren. Mijn echtgenote kan als vruchtgebruikster van de verteringsbevoegdheid gebruik maken nadat eerst haar uitgaven ten laste van haar privé goederen zijn voldaan. VERHURING EN VERPACHTING De vruchtgebruikster is bevoegd de goederen waarop het vruchtgebruik rust te verhuren of te verpachten. STEMRECHT Onverminderd de toepassing van art. 2:88 en 2:197 Burgerlijk Wetboek blijft het stemrecht op aandelen toekomen aan de vruchtgebruikster. De vruchtgebruikster is zelfstandig bevoegd het stemrecht uit te oefenen verbonden aan een lidmaatschapsrecht of appartementsrecht. VERZEKERINGSPLICHT De vruchtgebruikster is verplicht goederen waarop het vruchtgebruik rust, ten behoeve van de hoofdgerechtigde te verzekeren tegen gevaren, waartegen het gebruikelijk is een verzekering te sluiten. Voor zover de vruchtgebruikster niet voldoet aan deze verplichting, is de hoofdgerechtigde bevoegd om ook namens de vruchtgebruikster de zaken te verzekeren. De vruchtgebruikster is verplicht de kosten daarvan te vergoeden aan de hoofdgerechtigde. Als de hoofdgerechtigde dat wenst zal de vruchtgebruikster de premiekwitanties aan hem moeten tonen. ONDERHOUD, GEWONE LASTEN EN HERSTELLINGEN De vruchtgebruikster is verplicht de goederen waarop het vruchtgebruik rust als goed vruchtgebruikster in goede staat te - 6 onderhouden en ten aanzien van het overige vruchtgebruikvermogen de zorg van een goed vruchtgebruikster in acht te nemen. De vruchtgebruikster is verplicht alle herstellingen te verrichten en alle lasten voor haar rekening te nemen. P. DUUR VAN HET VRUCHTGEBRUIK Het vruchtgebruik eindigt op dezelfde momenten als de geldvordering bedoeld in II.1 (“Opeisbaarheid”) opeisbaar is. Behalve in de gevallen van haar overlijden, faillissement, surséance van betaling, of indien op haar de Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing wordt, kan de vruchtgebruikster het eindigen van het vruchtgebruik voorkomen door het stellen van zekerheid. Q. AFGIFTE GOEDEREN Na het eindigen van het recht van vruchtgebruik rust op de vruchtgebruikster of haar rechtverkrijgende de verplichting de goederen waarop het vruchtgebruik rust, dan wel hetgeen daarvoor in de plaats is gekomen, ter beschikking van de hoofdgerechtigde te stellen, voor zover de vruchtgebruikster of haar rechtverkrijgende niet bewijst dat die goederen verteerd of door toeval teniet gegaan zijn. R. WEGNEMINGSRECHT De vruchtgebruikster is bevoegd de tijdens de duur van het vruchtgebruik door haar aangebrachte veranderingen en toevoegingen weg te nemen als zij maar de zaak in de oude toestand terugbrengt. S. BELASTINGEN MET BETREKKING TOT HET VRUCHTGEBRUIK Het eigenaarsgedeelte van de verschuldigde onroerendezaakbelastingen en alle andere zakelijke eigenaarslasten komen voor rekening van de vruchtgebruikster. Eventuele inkomstenbelasting die de hoofdgerechtigde verschuldigd mocht worden doordat de vruchtgebruikster gebruik maakt van haar bevoegdheid tot vervreemding, is voor rekening van de vruchtgebruikster. De vruchtgebruikster zal het betreffende bedrag op de eerste vordering van de hoofdgerechtigde voldoen, op een door de hoofdgerechtigde aan te geven wijze. V. OVERIGE BESCHIKKINGEN 1. OPEISBAARHEID VORDERING LEGITIMARISSEN Ik bepaal dat de legitieme porties van mijn afstammelingen met de daarover verschuldigde rente pas opeisbaar zullen zijn op de momenten als bedoeld in II.1 (“Opeisbaarheid”). 2. WAARDERING De goederen van mijn nalatenschap worden in onderling overleg gewaardeerd. Als geen overeenstemming kan worden bereikt of als niet alle erfgenamen het vrije beheer over hun vermogen hebben, moet de waardering plaatsvinden op de wijze als door de wet is voorgeschreven. In aanvulling daarop bepaal ik dat de waardering van de eventueel onder het legaat vallende echtelijke woning zal geschieden in vrij te aanvaarden staat. 3. INBRENG - 7 Mijn afstammelingen zijn verplicht tot inbreng van giften in mijn nalatenschap, tenzij bij de gift anders is bepaald. 4. ECHTSCHEIDING/SCHEIDING VAN TAFEL EN BED De hiervoor ten behoeve van mijn echtgenote gemaakte beschikkingen gelden niet wanneer ten tijde van mijn overlijden een echtscheidingsprocedure loopt, of een procedure strekkend tot scheiding van tafel en bed loopt of heeft geleid tot een zodanige scheiding. In dat geval sluit ik mijn echtgenote uit als erfgenaam en als legataris in mijn nalatenschap. 5. EXECUTEURSBENOEMING Ik benoem tot executeur mijn echtgenote en bij haar ontstentenis of belet: @ Taken De executeur heeft tot taak de goederen van de nalatenschap te beheren en de schulden van de nalatenschap te voldoen, die tijdens haar beheer uit die goederen behoren te worden voldaan. De executeur is daarom, voor zover van toepassing, onder meer bevoegd de legaten af te geven, de successierechten te betalen en de schulden van de nalatenschap te voldoen. De executeur is bevoegd voordat zij de legaten afgeeft, de over geldlegaten verschuldigde successierechten of rechten van overgang in te houden. Bij afgifte van legaten van een bepaald goed is zij bevoegd de afgifte van het legaat op te schorten totdat de legataris de verschuldigde successierechten of rechten van overgang heeft gestort op de boedelrekening. Vertegenwoordiging Gedurende haar beheer vertegenwoordigt de executeur bij de vervulling van haar taak de erfgenamen. De executeur kan ook als wederpartij van zichzelf optreden. Beschikkingsonbevoegdheid De erfgenamen kunnen niet zonder medewerking van de executeur of machtiging van de kantonrechter over (hun aandeel in) goederen van de nalatenschap beschikken voordat haar bevoegdheid tot beheer is geëindigd. Te gelde maken goederen De executeur is bevoegd de door haar beheerde goederen te gelde te maken, voor zover dit nodig is voor de tot haar taak behorende voldoening van schulden van de nalatenschap en ter betaling van successierecht. De executeur treedt omtrent de keuze van de te gelde te maken goederen en de wijze van tegeldemaking niet in overleg met de erfgenamen. De executeur heeft voor de tegeldemaking van een goed geen toestemming van de erfgenamen nodig. Het hierboven ten aanzien van de erfgenamen bepaalde geldt ook ten aanzien van hen aan wie het vruchtgebruik van de nalatenschap of van een aandeel daarin is vermaakt. Afwikkelingsbewind Ik stel hierbij een afwikkelingsbewind in. Tot bewindvoerder - 8 benoem ik bovengenoemde executeur. De executeur is gerechtigd tot alle daden van beheer en beschikking om de nalatenschap in staat van verdeling te brengen en de nalatenschap geheel zelfstandig te verdelen tussen mijn erfgenamen zulks met inachtneming van ieders erfdeel in mijn nalatenschap en mijn erfgenamen daarin te vertegenwoordigen. Het afwikkelingsbewind is ingesteld voor een periode benodigd voor het afwikkelen en verdelen van mijn nalatenschap en gaat in op de dag van mijn overlijden. De afwikkelingsbewindvoerder is bevoegd registergoed(eren) uit mijn nalatenschap te verkopen, ongeacht of dit al dan niet nodig is om schulden van mijn nalatenschap te voldoen. Het loon De door de executeur in de uitoefening van haar taak gemaakte kosten komen voor rekening van mijn erfgenamen, naar rato van hun verkrijging. De executeur heeft voor haar werkzaamheden geen recht op loon. Toevoegen, in de plaats stellen, vervangen Ik ken de executeur de bevoegdheid toe een of meer andere executeurs aan zich toe te voegen of in haar plaats te stellen; indien een benoemde executeur komt te ontbreken, is de kantonrechter op verzoek van een belanghebbende bevoegd een vervanger te benoemen. Boedelbeschrijving De executeur moet binnen zes (6) maanden vanaf de dag dat de nalatenschap is opengevallen een boedelbeschrijving met inbegrip van een voorlopige staat van de schulden van de nalatenschap opmaken. Zij moet de haar bekende schuldeisers oproepen tot indiening van hun vorderingen bij de boedelnotaris of, als deze ontbreekt, bij (een van) de executeur(s). De aanmelding van een vordering stuit de verjaring. Boedelnotaris De executeur heeft het recht om een boedelnotaris en zo nodig taxateurs aan te wijzen. Informatieplicht, rekening en verantwoording De executeur moet aan een erfgenaam alle door deze gewenste inlichtingen over de uitoefening van haar taak geven. De executeur moet jaarlijks en bij het einde van haar werkzaamheden aan de erfgenamen of haar opvolger rekening en verantwoording doen van het beheer van de nalatenschap. Alle voor de belastingdienst van belang zijnde gegevens moet zij tijdig verschaffen. Einde executele en einde beheer De taak en het beheer van de executeur eindigen als bij de wet bepaald. 6. BELASTINGEN Als een erfgenaam of legataris naar aanleiding van mijn overlijden iets verkrijgt dat niet direct opeisbaar is of iets verkrijgt belast met een op grond van mijn overlijden te vestigen vruchtgebruik, dan geldt voor de periode van niet-opeisbaarheid dan wel de periode dat - 9 de verkrijging belast is met vruchtgebruik met betrekking tot te betalen belasting het volgende: Successierecht, inkomstenbelasting Degene die de beschikking heeft over het verkregene als hierboven bedoeld, is verplicht het verschuldigde successierecht en de verschuldigde inkomstenbelasting op verzoek renteloos voor te schieten. Overige belastingen Het bovenstaande is van overeenkomstige toepassing op iedere andere belasting die gedurende het bestaan van de situatie als hierboven bedoeld wordt geheven. HOOFDSTUK 3. UITSLUITINGSCLAUSULE Ik bepaal dat al wat uit mijn nalatenschap wordt verkregen, de opbrengsten daarvan en al wat door belegging daarvoor in de plaats komt, niet zullen vallen in enige gemeenschap van goederen die ontstaat of is ontstaan als gevolg van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap. Een en ander zal ook niet mogen worden betrokken in een verrekenbeding tussen echtgenoten, geregistreerde partners of samenwoners.