Uit de juridische keuken tekst: Tine maes De roodgekleurde woorden verschenen NIET in het magazine Hier lees je elke maand een buitengewoon verhaal van hele normale personen. Tine Maes, expert in uit de hand gelopen huis-, tuin- en keukenproblematiek, luistert en adviseert. De dood hoort bij het leven. Toch zijn we er zo weinig op voorbereid. Ja, zelfs de wetgever heeft het er moeilijk mee. Of beter gezegd: de wetgever voorziet in vele mogelijkheden die in de praktijk helaas niet steeds even duidelijk, bekend of haalbaar zijn. Verhuuder Yves en mama Lieve getuigen. Lieve: mijn ex-man Karel en ik gingen een drietal jaar geleden uit elkaar. Hij had psychische en medische problemen waarvoor ik niet de nodige hulp kon bieden die hij wel van mij verwachtte. We konden alles in der minne regelen en bleven vrienden. Ons zoontje van vier ging regelmatig bij zijn papa op bezoek, in het appartementje dat hij huurde. Het bericht dat Karel onverwacht overleden was, sloeg in als een bom. Los van het emotionele, rezen er een pak administratieve vragen: wat moest ik nu doen? Moest ik iets doen? En ons zoontje? En eventuele schulden? En de huur? En de autolening? Tine: veel tijd om emotioneel te bekomen heb je helaas niet. Er wegen als ouder immers enkele verplichtingen op je schouders. Kinderen zijn de eerste erfgenamen. Als je denkt dat er schulden zijn, dan kunnen zij beter de nalatenschap verwerpen, of minstens aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. En dat is helaas niet van vandaag op morgen geregeld met een eenvoudig briefje. Geen eenvoudig briefje? Maar hoe verwerp je dan wel een nalatenschap met schulden? Als ouder sta je in voor het goed beheer van de goederen van je kinderen. Je bent hiervoor met twee. Valt er een ouder weg, dan kan de achtergebleven ouder dat nu gerust alleen. Al gaat de wetgever ervan uit dat een nalatenschap iets opbrengt. Wil je als ouder namens je kind verwerpen, dan heb je hiervoor de toestemming nodig van de vrederechter. Die zal oordelen of de verwerping in het belang is van je kind(eren). Je betaalt dan rolrecht (reken op zo'n 35 €) en je legt de vrederechter - samen met je vraag tot verwerping - een attest van overlijden van de andere ouder voor, alsook enkele documenten waaruit de schulden blijken. Bovendien kun je best ook bewijzen dat je als ouder niet uit het ouderlijk gezag ontzet bent (hoewel dit nog slechts uitzonderlijk gebeurt). Ben je niet zeker van wat de overledene zoal achterlaat, dan vraag je aan de vrederechter best een machtiging om de nalatenschap te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. De procedure voor de vrederechter is dezelfde; je vraagt alleen je beslissing tot aanvaarding nog even uit te stellen tot je weet wat er allemaal in de nalatenschap zit. Je vraagt ook aan een notaris om hiervan een lijstje (boedelbeschrijving) te maken. Als blijkt dat er te veel schulden zijn, dan kan je verwerpen. In beide gevallen zal de vrederechter je uitnodigen om je vraag toe te lichten, en zal hij een machtiging uitspreken. Maar opgelet, het verhaal is daarmee nog niet afgelopen! Je moet nog overgaan tot de verwerping of aanvaarding onder voorrecht! Hiervoor moet je naar de rechtbank van eerste aanleg. Neem je vonnis mee! Een verwerping kost je niets; een aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving dan weer wel. Het overlijden moet in dat geval immers in het Belgisch Staatsblad verschijnen, zodat schuldeisers zich kunnen melden. Bovendien heeft de notaris ook een provisie (zeg maar voorschot) nodig om de boedelbeschrijving op te maken (reken op zo'n 300 € ). Een goed beheer van de goederen kan dus betekenen dat je zelf eerst de nodige kosten moet maken! Nog een belangrijke waarschuwing: als je, vanuit goede bedoelingen, de woning toch zou gaan leegmaken, let er dan bijzonder goed op dat je geen ‘daden van aanvaarding’ stelt. Als je een leuke stoel bij jou in huis zet, of de inboedel laat opkopen, kan je moeilijk nog beweren dat je de nalatenschap verwerpt. Dan komen alle schulden sowieso bij jou (of beter je kinderen) terecht. ‘Daden van aanvaarding’ kan je wel stellen, maar wees je ervan bewust dat de grens tussen aanvaarden en bewaren dun is! Yves (verhuurder van het appartementje): Karel was een aangename kerel. Hij had zo zijn problemen, maar was vlot in de omgang. Zijn plotse vertrek was dan ook een harde klap. Wat moet ik nu doen als verhuurder? Wie maakt het appartementje leeg? Moet er nog een opzeg gebeuren? Moet ik die dan geven? Wat met de meubeltjes? En de huurwaarborg? Mag die vrijgegeven worden? Kan ik eventueel naar de vrederechter? Maar wie moet ik dan dagvaarden? Tine: het klinkt misschien wat onlogisch, maar de huur (op de privé-markt) eindigt niet bij het overlijden van de huurder! De erfgenamen nemen zijn huurdersverplichtingen over, en zullen de huur moeten stopzetten door per aangetekende brief de huur op te zeggen. In langdurige contracten is er dan vaak een opzegperiode van drie maanden. Bij een sociale huurwoning stopt de huurovereenkomst met het overlijden van de huurder. Dit is niet zo op de privémarkt. Als verhuurder rest er je dan niets anders dan te wachten tot je de opzegbrief ontvangt. Voor die periode heb je natuurlijk wel recht op huurgelden. De situatie wordt evenwel wat gecompliceerder als de erfgenamen de nalatenschap verwerpen. Wie doet dan wat? De erfgenamen mogen geen daden van aanvaarding stellen, maar ondertussen geraakt je eigendom niet leeggemaakt en kan je niet verder verhuren. De wetgever heeft in dit geval gezorgd voor een procedure met een bewindvoerder van een onbeheerde nalatenschap. Een procedure die jammer genoeg veel tijd, administratie en centen kost. Want ook hier moeten schuldeisers (banken, verhuurder, verzekeraars, nutsvoorzieningen, belastingen... ) de kans krijgen hun schuldvordering kenbaar te maken. Het is dan de bewindvoerder die de goederen zal verkopen en de opbrengst verdeelt. Pas daarna kan je als verhuurder je eigendom verder verhuren. Laat ook hier je gezond verstand primeren: ga voor een pragmatische maar correcte oplossing!