Verslag: slikproblemen na coma

advertisement
Verslag: slikproblemen na coma
Datum:
Door:
21.01.2003
Johan Lambert – logopedist
Verslag bestaat uit een overzicht van de slides met toelichtingen over aspecten die hierop niet
vermeld waren.
Wanneer eten een last wordt
 een multidisciplinaire benadering
Veel ex-comapatiënten hebben het moeilijk met eten. Overleg hierover met professionelen is dan ook
noodzakelijk. Met multidisciplinaire benadering wordt echter niet alleen bedoeld dat professionelen de
ex-comapatiënt moeten ondersteunen maar wordt ook op de betrokkenheid van familie en omgeving
gewezen.
S1: Slikken
Normale voeding veronderstelt heel veel activiteiten van het slikmechanisme.
S2: gezonde voeding
S3: Slikken = een normale slikbeweging kan worden onderverdeeld in 4 fasen
S4: presentatie 4 fasen
S5: orale fase = binnennemen van het voedsel
 Wangen worden aangespannen
 Harde consistentie wordt gekauwd
 Voedsel wordt naar achteren getransporteerd via de tong
 Slikreflex wordt uitgelokt
De voedselbolus wordt gevormd door bewegingen van de kaak, tong, lippen, spanning van de
wangen, toevoegen van speeksel,…
De luchtweg is open en er kan door de neus geademd worden: als controle over de bolus
wordt verloren in deze fase kan een deel hiervan in de luchtpijp terecht komen omdat de orale
slikbeweging nog niet op gang is gekomen. Deze fase van het slikproces is willekeurig te
beïnvloeden.
S6: transporfase = de tong verplaatst het voedsel naar achter (bolus wordt naar achter
getransporteerd)
S7 + 8: de pharyngeale fase = in keel
De pharyngeale slikbeweging wordt hier opgewekt vanaf het moment dat het voedsel zich op
het achterste 2/3e deel van de tong bevindt en het commando tot slikken gegeven is. Er vindt
een heffing van het velum plaats zodat de neusholte afgesloten wordt. Er kan zo geen
voedsel of drank in de neus terecht komen; ademen kan ook even niet. De luchtpijp wordt
afgesloten doordat het tongbeen en het strottehoofd geheven worden en naar voren bewegen.
De slokdarm wordt geopend.
S9: oesophageale fase = in slokdarm
De fase waarbij het voedsel zich in de slokdarm bevindt en naar de maag gaat.
Opmerking:
De slikvideo is belangrijk bij de diagnose = bij problemen achter in de keel is dit zeker noodzakelijk
aangezien problemen niet direct zichtbaar zijn.
S10: tekenen en symptomen van een mogelijke slikstoornis
LT/word/slikproblemen na coma
1
20/07/17
S11+12: hoe worden slikstoornissen gediagnosticeerd?
Slikinstructies zijn erg belangrijk en zouden niet alleen bekend moeten zijn aan professionelen
maar ook aan de directe omgeving van de persoon met de stoornis.
S13: Slikstoornissen in de orale fase
Slikreflex is nog niet op gang gekomen – het strottenklepje is nog niet dicht over de luchtpijp.
Vloeibare voeding is makkelijker dan vaste voeding;
In het eerste stuk van het slikproces kan worden ingegrepen: de orale fase gebeurt bewust en
kan dus beïnvloed worden.
Mentaal gehandicapten zijn hier vaak niet bewust mee bezig waardoor er moeilijk sliktherapie
kan gegeven worden.
Er is geen regel mbt de vraag of ex-comapatiënten bewust of onbewust slikken. Dit moet
worden nagegaan. Vaak slikken zij echter geautomatiseerd, ze weten nog hoe het moet.
S14: Slikstoornissen in de faryngeale fase
S15: Slikstoornissen in de oesofageale fase
S16: aspiratie
Aspiratie = voedsel of drank vloeit door naar de luchtpijp ipv in de slokdarm.
Wanneer dit niet gevoeld wordt, kan er een slikpneunomie veroorzaken (= ontsteken van de
longen)
Merk op dat aspiratie niet mag gelijk gesteld worden aan aspireren (= aanzuigen tijdens de
inademing of het opzuigen mbv spuit of pomp = wegzuigen van voeding)
Vele oude mensen hebben een slikpneumonie en voelen dit niet = het wordt ‘stille dood’
genoemd.
Door een maagsonde kan er bijkomend reflux optreden = voedsel uit de maag komt terug
naar boven. Reflux kan ook in de luchtpijp terechtkomen en zorgen voor een slikpneumonie.
Dit probleem is zichtbaar op een slikvideo.
S17: neurologische slikstoornissen
Hierbij is dun vloeibaar voedsel een probleem.
Schema: van vloeibaar naar vast voedsel
S18: gevolgen van slikstoornissen
S19: een multidisciplinaire benadering
Een multidisciplinaire benadering is complex. Er worden niet alleen professionele
hulpverleners bedoeld met multidisciplinair maar ook:
 Persoon zelf
 Naaste omgeving
 Hulpverleners
Samen is er een gezamenlijk belang voor een goede aanpak.
Opmerking:
Medicatie kan de slijmvliezen beïnvloeden en sluimvliezen beïnvloeden op hun beurt het slikproces.
Er bestaat een lijst met vermeldingen van welke medicatie, welk effect heeft op het slikken.
Dhr. Lambert bezorgt deze aan COMA Limburg
S20: taakverdeling binnen de multidisciplinaire benadering
Opmerking: niet te vlug overschakelen op een sonde wanneer iemand nog kan kauwen maar
wel risico’s in het oog houden. Eten heeft een sociaal aspect en dit moet steeds mee in
rekening gebracht worden. Balans maken tussen risico’s en voordelen van zelf eten en
sondevoeding. Steeds de keuze maken met het minste risico. De keuze kan ook uit beide
bestaan waarbij geoefend wordt van droog eten naar kleine hoeveelheden orale voeding.
LT/word/slikproblemen na coma
2
20/07/17
S21: taak logopedist
 Diagnosestelling samen met het ziekenhuis
 Voedselbeoordeling: consistentie,…
 Adviezen in aanpassingen
 Trainen van de spiergroepen
 Oefeningen ter verbetering ban de larynxheffing
 Compensatiestrategieën
 Hoofdhoudingen
 Leren adem vast te zetten (niet ademen tijdens het kauwen,…
S22: Taak Diëtiste
 Samenstelling voedsel wat betreft de voedingswaarde
 Bepalen van de consistentie en hoeveelheden die kunnen geslikt worden
 Consistentie aanpassingen
 Gebruik van verdikkingsmiddelen (verschillende soorten hebben verschillende
effecten op de smaak – hou hiermee rekening)
 1500 Kcal is de grens om over te gaan naar sondevoeding
 Tip: temperatuur kan veranderen – de slikreflex is meer gevoelig voor koude prikkels
dan warme o.a. ijswater, koude vla,…)
S23: taak verpleegkundige
S24: taak kinesist
S25: multidisciplinaire benadering van slikstoornissen (1)
 Slikrevalidatie
 Compensatoire therapie
S26: multidisciplinaire benadering van slikstoornissen (2)
 Diëtetische aanpassingen
 Er zijn verschillende soorten verdikkingsmiddel – ze smaken anders
S27: multidisciplinaire benadering van slikstoornissen (3)
Drip = bijvoeding naast sondevoeding
S28: voedselconsistentiematrix
= een lijst die de voeding/drank indeelt van dun vloeibaar tot erg vast (consistentie) en dit alles
nog eens indeelt in het aantal mm. Iemand kan groeien w.b. het aantal mm in dikte van
voedsel.
S29: schema of matrix
S30: tips voor gebruik van verdikkingsmiddelen
Aandachtspunten voor het gebruik van verdikkingsmiddelen:
 Voedsel kan te dik worden
 Oppassen voor klonteren
 Kan een negatief effect hebben op de smaak
 In drank is dit niet altijd dorstlessend
 De verschillende voedingsmiddelen worden best apart gehouden om smakelijk uitzicht
te behouden
S31: compensatorische strategie (voorbereiding)
S32 + 33: kleine dingen doen het ook bij het eten
S34: kleine dingen doen het ook bij het drinken
LT/word/slikproblemen na coma
3
20/07/17
Aandachtspunten voor de eetsituatie:
 Laat de persoon nooit alleen en zet hem/haar op een veilige plaats zodat je er
gemakkelijk bij kan indien er iets moet gebeuren
 Neus moet vrij zijn
 Correcte houding (benen – romp 90°, hoofd licht naar voren)
 Zorg dat de persoon zijn hoofd niet moet draaien
 Geen vragen stellen
 Stukken klein snijden
 Na de maaltijd de voedselresten verwijderen
 Veilige slik aanleren ( inademen – adem vasthouden – slikken – krachtig uitademen
 Weinig tegelijk geven
 Drinkbekers aanpassen
 Persoon niet liggend drinken geven
 Hoofd niet achterover
 Goede kaakcontrole
 Eventueel aanvullende voedingssupplementen geven
S35: kleine dingen doen het ook bij het kwijlen
Goede zithouding is belangrijk
Steun ter hoogte van de tongwortel is belangrijk
S36: kleine dingen doen het oog bij een goede mondhygiëne
 Tandbederf tegengaan
 Etensresten verwijderen
 Slechte adem verhelpen – dit zet een hypotheek op sociale relaties
S37: hoe reageer ik bij verslikken
S38 + 39: heimlich manoeuvre
S40: wat doe je zeker niet!
 Mond op mond beademing: eten kan zich verplaatsen naar de longen
 Op de rug kloppen: eten kan de verkeerde kant opgaan, ook bij spasme,
 Armen in de lucht steken: in deze houding wordt het hoofd naar achteren gehouden
zodat de voeding niet kan vrijkomen.
 Laten drinken
S41: sondevoeding
PEG = percutane endoscopische gastronomie
S42: sondevoeding
 Nadelen van een neus/maagsonde
 Prijs van een neus/maagsonde
 Voor- en nadelen van een PEG-sonde
Vragen:
Waar vinden we experten?
Vaak binnen een instelling. Interne scholing in een voorziening is belangrijk.
Stijn, v.z.w. is momenteel bezig met interne werkgroepen.
Kunnen er problemen ontstaan na intubatie?
Ja, aangezien er dan interne beschadigingen kunnen ontstaan. Onmiddellijk na de coma en zelfs
wanneer de persoon nog in coma is, is de logopedist belangrijk voor de behandeling.
Het team in het ziekenhuis moet beslissen welke disciplines betrokken worden: logopedist zou hierbij
moeten zijn. De logopedist moet de spieren trainen en de mondhygiëne onderhouden. Het
tandenpoetsen is noodzakelijk en hiervoor zijn verschillende technieken. Tanden poetsen met water
houdt een risico in en is dus niet het meest aangewezen.
LT/word/slikproblemen na coma
4
20/07/17
Download