BEWEGEND SCHILDERIJ. Lesdoelen Materiaal Leeftijdsgroep Lesduur Leerplan De leerlingen luisteren naar een muziekfragment en ondervinden de typische elementen ervan. De leerlingen zetten hun indrukken om naar bewegingen. De leerlingen luisteren naar dagdagelijkse geluiden en zetten deze om in een beweging. De leerlingen maken een eigen patroon door zich voort te bewegen op de verschillende geluiden. De leerlingen bekijken elkaar en tekenen het patroon dat ze zien. De leerlingen doorlopen het patroon van een andere leerling. De leerlingen vormen hun patroon om tot een geluidenschilderij. Muziek, CD-speler, geluidenreeks, tekenpapier, potloden 3de graad (lager onderwijs) 1 lesuur VVKBaO: Muzische vorming: domein muziek - 10.1 Klankverschillen en muzikale tegenstellingen via beweging herkennen er ervaren. - 10.2 Kenmerken van klank en muziek in tijd en ruimte via bewegingen ervaren. - 10.3 Kenmerken van klank en muziek in bewegingen omzetten. - 10.4 De eigen beweging afstemmen op klank, op muziek of op andere bewegingen. - Muzische vorming: domein beeldopvoeding - 11 Het beeldaspect lijn ervaren en toepassen. - 12 Het beeldaspect vorm ervaren en toepassen. OVSG: Muzische vorming: domein muziek - 1.2 De kinderen ontleden en onderzoeken muziekfragmenten via actief gericht luisteren. - 1.3 * De kinderen kunnen met begeleidende opdrachten gedurende een bepaalde tijd zonder onderbreking naar een kort muziekfragment luisteren. * De kinderen kunnen na het beluisteren van een muziekfragment hun indrukken verwoorden. - 2.1 Geluiden herkennen, benoemen en erop reageren. - 2.2 Klankkleuren onderscheiden. - 3 Inzicht brengen in de vorm en klanktaal van de muziek. Muzische vorming: domein bewegingsopvoeding - 4.2.2 De kinderen nemen verschillende soorten muziek waar en reageren er spontaan op. - 4.3.6 * De kinderen kunnen samen met een ander kind een eenvoudige bewegingsopdracht uitvoeren. * De kinderen kunnen volgend en/of reagerend op elkaar werken. * De kinderen kunnen samen met anderen improviseren en ideeën uitwisselen. Muzische vorming: domein beeldopvoeding 2.3 Kinderen experimenteren met beeldelementen. Ze onderzoeken de mogelijkheden van vorm, contrast, compositie, ... 3.6 Kinderen vinden plezier en voldoening in het beelden vormgeven. GO: Muzische vorming: domein muziek 2.1 Muziek beluisteren en ervaren, muzikale impressies opdoen uit de geluidsomgeving met aandacht voor enkele kenmerken van de muziek: * Klankeigenschap * Functie/gebruikssituatie Muzische vorming: domein beweging 4.1 Genieten van lichaamstaal, beweging en dans. 4.2 Een eenvoudig bewegingsverhaal opbouwen met als vertrekpunt iets wat gehoord, gezien, gelezen, gevoeld of meegemaakt wordt. 4.3 Samenwerken met anderen: * om al improviserend te reageren op elkaars bewegingen. 4.5 Nieuwe dansen ontwerpen met eenvoudige passen en figuren. Muzische vorming: domein beeldopvoeding 1.3 De beeldinformatie herkennen, begrijpen, interpreteren en er kritisch tegenover staan. Lesverloop 1 - - 2 - 3 - De leerlingen staan kriskras door elkaar in de turnzaal. Ze sluiten hun ogen en luisteren naar de muziek. Ze gaan na hoe die muziek is: hard/zacht, hoog/laag, scherp, … Aan de hand van die indrukken gaan ze zich voortbewegen door de zaal. Ze mogen hierbij bewegingen maken met heel hun lichaam. De leerlingen die het hiermee nog moeilijk hebben, tonen deze indrukken al wandelend. (Bv.: snelle, hoge, scherpe muziek: Zich snel voortbewegen, hoekige bewegingen (zigzag), op de toppen van de tenen, … Deze werkwijze wordt nog eens herhaald op een ander muziekfragment. De leerlingen bespreken hun bewegingen: Wat deed ik? Waarom deed ik dat? Waarop baseerde ik mij? Wat deden de anderen? L. laat de leerlingen een geluidenreeks horen. De leerlingen sluiten de ogen, luisteren en doen indrukken op. De leerlingen bewegen zich opnieuw voort doorheen de zaal (net zoals bij het muziekstuk) en baseren zich daarbij op de kenmerken/toonhoogte/… van de geluiden. De leerlingen gaan per 2 staan. Van elk duo gaat er 1 leerling aan de kant zitten. De andere leerlingen staan verspreid in de - 4 - 5 - 6 - zaal. Zodra L het muziekfragment terug opzet, bewegen ze door de zaal en laten ze zien wat ze daarnet allemaal bedacht hebben. Ondertussen tekenen de leerlingen aan de kant het patroon dat de bewegende leerlingen uitvoeren. Dit doen ze aan de hand van lijnen, stippen, vlakke figuren, … Nadien worden de rollen omgedraaid. De leerlingen nemen het patroon (tekenblad) van een andere leerling en proberen deze te lopen/dansen. Deze zal sowieso bij elke leerling verschillend zijn, aangezien elke leerling andere indrukken heeft bij geluiden. De leerlingen tonen hun nieuw ontdekt patroon en voeren deze uit op een ander lied. Vakoverschrijdend: Beeld De leerlingen nemen hun eigen patroon en herwerken dit tot een geluidenschilderij. Ze mogen hiervoor dingen toevoegen en kleuren aanbrengen met verf: inkleuren, ...