P R O E F S C H R I F T B E S P R E K I N G Intra-arteriële behandeling van primaire leverkanker en levermetastasen Auteurs M.A.M. Buijs en J.A. Vossen Trefwoorden 3-bromopyruvaat, contrast-MR-beeldvorming, diffusiegewogen MR-beeldvorming, glycolyse, levertumor, proton-MR-spectroscopie, transarteriële chemo-embolisatie, tumorrespons Samenvatting Op 10 juni 2009 promoveerden mw. drs. M.A.M. Buijs en mw. drs. J.A. Vossen aan de Universiteit Utrecht op het promotieonderzoek ‘Intra-arterial treatment of primary and metastatic liver tumours’. Zij deden dit onderzoek onder begeleiding van de promotoren dhr. prof. dr. P.J. van Diest, afdeling Pathologie van het Universitair Medisch Centrum Utrecht, mw. prof. dr. E. van der Wall, afdeling Interne Geneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Utrecht, en dhr. prof. dr. J.F.H. Geschwind, en copromotor dhr. dr. M. Vali, beiden van de afdeling Interventieradiologie van het Johns Hopkins Hospital. Het doel van het onderzoek was om de bij- werkingen van transarteriële chemo-embolisatie voor levertumoren te onderzoeken en het gebruik van MR-beeldvorming te evalueren voor het karakteriseren van de tumorrespons na deze locoregionale therapie. Verder werden de resultaten van de intra-arteriële behandeling van levertumoren met 3-bromopyruvaat, een nieuw potentieel antikankermedicijn, in een diermodel onderzocht. Ten slotte werd de waarde van nieuwe MR-beeldvormingtechnieken voor de karakterisering van levertumoren bestudeerd. Hieronder zijn de belangrijkste bevindingen van het onderzoek weergegeven. Inleiding lever te behandelen, omdat de levertumoren worden gevasculariseerd door de leverslagader, terwijl het gezonde leverweefsel door de poortader van bloed wordt voorzien. Door selectief chemotherapie gevolgd door embolisatiemateriaal in de slagader te injecteren, wordt in theorie alleen de tumor beschadigd en niet het gezonde leverweefsel. De meest voorkomende vorm van primaire leverkanker, het hepatocellulair carcinoom (HCC) is de vijfde meest voorkomende maligniteit wereldwijd en staat derde op de lijst van meest voorkomende oorzaken van kankergerelateerde mortaliteit. Metastasen zijn de meest voorkomende vorm van leverkanker. Hoewel dikkedarmkanker verantwoordelijk is voor de meeste gevallen van levermetastasen, zijn er ook andere primaire tumoren die uitzaaien naar de lever, waaronder borstkanker, oogmelanoom en longkanker. Levertransplantatie en partiële resectie zijn de enige curatieve opties voor patiënten met kanker in de lever. Helaas geeft leverkanker meestal pas symptomen wanneer de ziekte al een vergevorderd stadium heeft bereikt, waardoor volledige verwijdering van de tumor vaak niet mogelijk is. Regionale en lokaal ablatieve therapieën zijn geaccepteerde alternatieve behandelingen bij patiënten met niet-reseceerbare kanker in de lever. Transarteriële chemo-embolisatie (TACE) wordt met name gebruikt om tumoren in de 372 V O L . 6 N R . 8 - 2 0 0 9 (Ned Tijdschr Oncol 2009;6:372-4) Bijwerkingen van transarteriële chemoembolisatie Een van de grootste bezwaren omtrent systemische chemotherapie voor de behandeling van leverkanker is het optreden van bijwerkingen zoals pijn, misselijkheid, beenmergsuppressie, kaalheid en harttoxiciteit. Een belangrijk theoretisch voordeel van TACE in vergelijking met systemische chemotherapie is dat de chemotherapie bij TACE lokaal wordt geïnjecteerd en niet in de systemische circulatie. De subjectieve bijwerkingen van TACE zijn gering in vergelijking met die van systemische chemotherapie. De bijwerkingen van TACE 6 maanden en 1 jaar na de behandeling van N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E patiënten met HCC werden geanalyseerd met behulp van een gestandaardiseerd oncologisch systeem.1 De geobserveerde bijwerkingen waren aanzienlijk minder dan de bijwerkingen die werden gezien na conventionele chemotherapie zoals bekend in de literatuur. Deze studie toonde aan dat TACE een gering bijwerkingenpatroon vertoont bij patiënten met HCC. MR-beeldvorming na transarteriële chemoembolisatie Het evalueren van de tumorrespons na TACE is belangrijk voor het bepalen van het succes van de gekozen behandeling en het opstellen van een verder behandelplan. MR-beeldvorming speelt een belangrijke rol bij de evaluatie van de tumorrespons na TACE. De conventionele en algemeen geaccepteerde criteria voor het bepalen van de tumorrespons, de ‘response evaluation criteria in solid tumours’ (RECIST) en de ‘European Association for the Study of the Liver’ (EASL)-criteria, zijn gebaseerd op een afname van de tumorgrootte en het verminderd aankleuren van de tumor. Een recentere methode van evaluatie is de diffusiemap, ofwel de ‘apparent diffusion coefficient’ (ADC) die wordt gemeten met diffusiegewogen MR-beeldvorming. Diffusiegewogen MR-beeldvorming en ADC-waarden meten de temperatuurafhankelijke beweeglijkheid van watermoleculen in weefsels en geven daarbij inzicht in de micro-omgeving van de tumor. Het gebruik van diffusiegewogen MR-beeldvorming in het evalueren van de tumorrespons na TACE, werd geanalyseerd en vergeleken met de tumorrespons zoals werd bepaald met behulp van traditionele beeldvorming aan de hand van verandering van de tumorgrootte en verminderde oplichting van de tumor.2-5 De studies lieten zien dat, al waren de veranderingen in tumorgrootte na behandeling met TACE bij patiënten met levermetastasen klein, contrast-MR-beeldvorming en diffusiegewogen MRbeeldvorming in staat waren significante veranderingen waar te nemen kort na de behandeling met TACE. Deze veranderingen waren een afname in het aankleuren van de tumor en een toename in de ADC-waarde van de tumor. Beide suggereren een toename in necrose en het afsterven van tumorcellen en kunnen daarom gebruikt worden voor het evalueren van de tumorrespons na TACE. Intra-arteriële behandeling met 3-bromopyruvaat Hoewel regionale en lokaal ablatieve therapieën geaccepteerde alternatieve behandelingen zijn bij N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R patiënten met niet-reseceerbare kanker in de lever, zijn er slechts een paar studies die positieve langetermijn-resultaten laten zien. Het is daarom belangrijk om nieuwe behandelingen te ontwikkelen voor patiënten met leverkanker. 3-BrPA, een synthetisch gebromineerd derivaat van pyruvaatzuur, zorgt voor een onomkeerbare remming van de glycolyse en is een veelbelovende kandidaat voor de intra-arteriële behandeling van leverkanker. In een van de studies werd het effect van partiële leverresectie, intra-arteriële behandeling met 3-BrPA en TACE op het ontstaan van metastasen op afstand in een diermodel voor leverkanker geëvalueerd.6 De resultaten lieten zien dat intra-arteriële therapie met 3-BrPA resulteerde in het ontstaan van minder metastasen op afstand dan een resectie of TACE. Tevens werden de biodistributie, de tumorselectiviteit en de invloed op de overleving van intra-arterieel toegediend 3-BrPA bepaald in hetzelfde diermodel.7 Deze studie liet zien dat intra-arterieel toegediend 3-BrPA een gunstig biodistributiepatroon heeft, dat resulteert in een hoge opname door de tumor terwijl gezonde weefsels gespaard blijven. De lokale controle van de levertumor door intra-arterieel toegediend 3BrPA leidt tot een significant grotere overlevingskans. Nieuwe ontwikkelingen in de beeldvorming van levertumoren Diagnostische beeldvorming speelt een grote rol bij beslissingen omtrent behandelingsstrategieën voor patiënten met leverkanker. De accuratesse van diffusiegewogen-MR-beeldvorming in het onderscheiden van hemangiomen van andere veel voorkomende hypervasculaire levertumoren, zoals focale nodulaire hyperplasie (FNH), hepatocellulair carcinoom (HCC) en hypervasculaire levermetastasen, werd onderzocht.8 Een statistisch significant verschil werd gezien in ADC-waarden van hemangiomen in vergelijking met ADC-waarden van FNH, HCC en metastasen. Deze resultaten ondersteunen de hypothese dat diffusiegewogen MR-beeldvorming snelle, accurate en kwantificeerbare informatie kan geven en zo een onderscheid kan maken tussen hemangiomen en andere hypervasculaire levertumoren. Een andere toepassing voor het karakteriseren van levertumoren is het gebruik van weefselspecifieke paramagnetische contrastvloeistoffen gedurende MRbeeldvorming. De rol van de contrastvloeistof gadolinium-ethoxybenzyl-diëthyleentriamine pentaacetaat (Gd-EOB-DTPA) in het karakteriseren van levertumoren werd geëvalueerd.9 Deze studie toonde aan dat de contrastvloeistof Gd-EOB-DTPA van O N C O L O G I E VOL. 6 NR. 8 - 2009 373 P R O E F S C H R I F T B E S P R E K I N G toegevoegde waarde kan zijn bij het weergeven van de tumoromlijning op MR-beeldvorming. Ten slotte is proton-MR-spectroscopie een beeldvormende techniek die gebruikt kan worden bij het kwantificeren van biochemische concentraties van metabolieten. De metabole (absolute kwantificering van de cholineconcentratie) MR-beeldvorming werd vergeleken met de gevonden hoeveelheid necrose tijdens pathologisch onderzoek in een diermodel.10 De cholineconcentratie in de tumor liet een sterke correlatie zien met de hoeveelheid necrose. Hieruit kan geconcludeerd worden dat proton-MR-spectroscopie mogelijk nuttig is voor het bepalen van de tumornecrose. Conclusie Leverkanker is een van de meest voorkomende maligniteiten wereldwijd. Uit het onderzoek is gebleken dat TACE een veilige lokale therapie is voor patiënten met leverkanker, met een gering bijwerkingenpatroon. Verder bleek dat diffusiegewogen MRbeeldvorming van toegevoegde waarde kan zijn bij het evalueren van de tumorrespons, met name kort na de behandeling met TACE. Ook werd met behulp van een diermodel aangetoond dat intra-arteriële behandeling van leverkanker met 3-BrPA resulteert in een significant grotere overlevingskans. Ten slotte liet het onderzoek zien dat nieuwe technieken in MRbeeldvorming, bestaande uit diffusiegewogen MRbeeldvorming, de paramagnetische contrastvloeistof Gd-EOB-DTPA en proton-MR-spectroscopie van nut kunnen zijn bij het karakteriseren van levertumoren. 374 et al. Role of functional magnetic resonance imaging in assessing metastatic leiomyosarcoma response to chemoembolization. J Comput Assist Tomogr 2008;32:347-52. 6. Vossen JA, Buijs M, Syed L, Kutiyanwala F, Kutiyanwala M, Geschwind JF, et al. Development of a new orthotopic animal model of metastatic liver cancer in the rabbit VX2 model: effect on metastases after partial hepatectomy, intra-arterial treatment with 3-bromopyruvate and chemoembolization. Clin Exp Metastasis 2008;25:811-7. 7. Vali M, Vossen JA, Buijs M, Engles JM, Liapi E, Ventura VP, et al. Targeting of VX2 rabbit liver tumor by selective delivery of 3-bromopyruvate: a biodistribution and survival study. J Pharmacol Exp Ther 2008;327:32-7. 8. Vossen JA, Buijs M, Liapi E, Eng J, Bluemke DA, Kamel IR. Receiver operating characteristic analysis of diffusionweighted magnetic resonance imaging in differentiating hepatic hemangioma from other hypervascular liver lesions. J Comput Assist Tomogr 2008;32:750-6. 9. Vossen JA, Buijs M, Geschwind JF, Liapi E, Prieto Ventura V, Lee KH, et al. Diffusion-weighted and Gd-EOB-DTPA-contrastenhanced magnetic resonance imaging for characterization of tumor necrosis in an animal model. J Comput Assist Tomogr 2009;33:626-30. 10. Buijs M, Vossen JA, Geschwind JF, Salibi N, Pan L, et al. Quantitative proton MR spectroscopy as a biomarker of tumor necrosis in the rabbit VX2 liver tumor. J Vasc Interv Radiol 2009 submitted. Ontvangen 31 augustus 2009, geaccepteerd 24 september 2009. Correspondentieadres Referenties Mw. dr. M.A.M. Buijs, postdoctoral research fellow 1. Buijs M, Vossen JA, Frangakis C, Hong K, Georgiades CS, Chen Y, et al. Nonresectable hepatocellular carcinoma: long-term toxicity in patients treated with transarterial chemoembolization--single-center experience. Radiology 2008;249:346-54. 2. Buijs M, Kamel IR, Vossen JA, Georgiades CS, Hong K, Geschwind JF. Assessment of metastatic breast cancer response to chemoembolization with contrast agent enhanced and diffusionweighted MR imaging. J Vasc Interv Radiol 2007;18:957-63. 3. Buijs M, Vossen JA, Hong K, Georgiades CS, Geschwind JF, Kamel IR. Chemoembolization of hepatic metastases from ocular melanoma: assessment of response with contrast-enhanced and diffusion-weighted MRI. AJR Am J Roentgenol 2008;191:285-9. 4. Liapi E, Geschwind JF, Vossen JA, Buijs M, Georgiades CS, Bluemke DA, et al. Functional MRI evaluation of tumor response in patients with neuroendocrine hepatic metastasis treated with transcatheter arterial chemoembolization. AJR Am J Roentgenol 2008;190:67-73. 5. Vossen JA, Kamel IR, Buijs M, Liapi E, Georgiades CS, Hong K, Johns Hopkins University Department of Radiology 601 N Wolfe Street, Blalock 545 Baltimore, MD 21287 Verenigde Staten Tel.: (+1) 410 614 3924 E-mailadres: [email protected] V O L . 6 N R . 8 - 2 0 0 9 Mw. dr. J.A. Vossen, first year resident Lennox Hill Hospital Department of Surgery 130 E 77th St, 13th Fl New York, NY 10024 Verenigde Staten Correspondentie graag richten aan de eerste auteur. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E