Islam Islam is een monotheïstische godsdienst zoals christendom en Jodendom. Dit betekent dat islamieten, christenen en joden geloven in één Schepper. Een volgeling van de Islam staat bekend als een Moslim. Het woord Islam betekent "vrede aangaan" en ook "onderwerping aan God". Moslim betekent daarom iemand die vrede heeft gesloten, zowel met God als met de mens, door onderwerping aan God. Deze namen zijn te vinden in de Heilige Koran, het heilige boek van de Moslims. Islam is ontstaan in 610. Profeet Mohammed is de boodschapper van de islam. Op veertigjarige leeftijd verklaart hij Openbaringen van Allah via de engel Gabriël te hebben ontvangen. De religie van de islam bestaat uit geloof (al Iman) en praktijk (al Amel). De vijf zuilen van de islam is de verzamelterm die gebruikt wordt voor de vijf meest fundamentele religieuze verplichtingen van elke moslim onder de heilige wetten van de islam. Elke vrome moslim onderhoudt voor zover mogelijk trouw deze verplichtingen, omdat ze essentieel worden geacht om Allah te behagen. De vijf zuilen zijn de volgende: 1. De geloofsbelijdenis (shahada) uitspreken: ”Er is maar één God en Mohammed is Zijn profeet.” 2. De vijf dagelijkse gebeden bidden op de vastgelegde tijden (salaat). De plaats van het gebed en de biddende moeten ritueel rein zijn. Men bidt richting Mekka. 3. Eén maand per jaar vasten (ramadan). In de negende maand van de maankalender wordt er van de dageraad tot zonsondergang gevast. Daarna volgt een feestelijke maaltijd. De Ramadan eindigt met het Suikerfeest. 4. Jaarlijks een deel van je inkomen afgeven aan armen (zakat). 5. Als het kan, eenmaal deelnemen aan de bedevaart naar Mekka (hadj). De hadj vindt jaarlijks plaats in de twaalfde maanmaand en wordt afgesloten met het Offerfeest. De dood is in de Islam geen eindpunt. Alles is in de handen van God: zowel de tijd, de plaats als de manier waarop iemand sterft. Na de dood gaat de ziel naar een tussenwereld waar ze wacht. Dan komt het grote oordeel dat de beloning of straf van het lichaam en de ziel zal bepalen. Iedereen zal krijgen wat hij of zij verdient, naargelang van de handelingen die hier op aarde verricht werden. Het kan pijn of angst zijn of een voorsmaak van het eeuwige leven. Op een dag zal de aarde vergaan en die eindtijd noemt men in de Islam de "Dag des Oordeels". Op die dag zullen de zielen terugkeren naar het lichaam in het graf. En op die dag zal Allah iedereen verhoren en beslissen wie Hij naar de hemel of de hel zal zenden. Dus de dood heeft voor de moslims veel te betekenen: ze is dan eigenlijk het begin van een nieuw leven. Jaïnisme Het jaïnisme is een van de wat kleinere wereldreligies met wereldwijd zo'n 8 tot 10 miljoen aanhangers. Het jaïnisme kenmerkt zich door strengheid. Het doel van een jaïn is het bereiken van bevrijding door het bevrijden van de zuivere ziel. Dit gebeurt niet door de aanbidding van een uiterlijke God maar door het praktiseren van onder andere ascese en zelfkastijding. Soms ook met de dood als gevolg wanneer men de weg van rituele uithongering bewandelt om het ultieme doel te bereiken. Door het volgen van het 'jaïn-pad', zal men uiteindelijk de perfecte kennis en alwetendheid vergaren, wordt de ziel bevrijd en zal verlichting optreden. Het jaïnisme is geen geloofsleer waarbij 1 God centraal staat. Ze ziet haar 24 zogenaamde 'tirthankara's' als haar historische profeten en leermeesters. De tirthankara's zijn historische figuren die afhankelijk van de 'tijdcyclus' waarin het universum zich bevindt, zowel de gedaante van een reus als die van een mens konden aannemen. De reuzen onder de tirthankara's hadden een lange levensduur en konden meer dan 500 jaar oud worden. Mahavira wordt binnen het jaïnisme gezien als de voorlopig laatste van de 24 zogenaamde 'tirthankara's' die het jaïnisme kent. Overzicht van de leer Eerbied voor het leven Het jaïnisme leert dat elk levend wezen een individuele en eeuwige ziel is die van zijn eigen acties de oorzaak is. Jaïnisten zien hun geloof als het onderwijzen om te denken en te handelen op een manier die de geestelijke aard van elk leven eerbiedigt. Jaïnisten hebben respect voor alle levende wezens. Daarom vegen ze het pad waarop ze lopen van tevoren schoon met een bezem om de kans dat ze een dier vertrappen te minimaliseren. Voedingswetten Als deel van haar houding tegen geweld, gaat het jaïnisme verder dan vegetarisme in die zin dat het jaïnistisch dieet ook de meeste wortelgroenten uitsluit (omdat je hiermee belemmert dat de plant verder groeit) en bepaald ander voedsel dat wordt verondersteld onnodig nadelig te zijn voor levende wezens. Jaïnisten eten, drinken en reizen niet na zonsondergang. Geen Schepper Jaïnisten zien God als een onveranderlijk teken van de zuivere ziel. Dit teken is oneindige Kennis (Ananta Gnana), Waarneming (Darshan), Bewustzijn (Chaitanya) en Geluk (Sukh). Vandaar dat men zegt dat het jaïnisme een religieuze stroming is die geen concept van een schepper-God omvat. Het heelal zelf is eeuwig, zonder begin en ook zonder einde.