EU Ecolabel INFORMATIE VOOR AANVRAGERS Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Leefmilieudiensten - Productbeleid Juli 2015 INLEIDING Het milieukeursysteem van de EU werd opgezet met het oog op de toekenning van een label aan producten die, vergeleken met andere producten uit dezelfde productengroep, een gereduceerde invloed op het milieu hebben gedurende hun volledige levenscyclus. Het beoogt ook informatie te verschaffen aan de consumenten met betrekking tot milieubewuste aankopen. Het gaat om een vrijwillig systeem, fabrikanten kunnen zelf beslissen of ze wel of niet een aanvraag voor de toekenning van een milieukeur indienen. Deze brochure verklaart de achtergrond van het systeem, en beantwoordt een aantal vragen die kunnen rijzen bij firma's die overwegen een aanvraag in te dienen voor de toekenning van een milieukeurmerk voor hun producten. Indien u een aanvraagdossier wenst in te dienen, dan raden wij u aan vooraf contact op te nemen met: Mevrouw Kathelijne De Ridder (NL) 02 524 95 86 [email protected] Mevrouw Hannelore Schorpion (NL) 02 524 96 08 [email protected] Mevrouw Fabienne Godin (FR) 02 524 95 50 [email protected] - 1 - Wat is de wettelijke basis voor het systeem? Het systeem is gebaseerd op Verordening (EEG) Nr. 880/92 van de Raad van 23 maart 1992. Deze Verordening werd laatst herzien door Verordening 66/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009. Welke producten komen voor in het EU-milieukeursysteem? Het systeem staat open voor alle goederen en diensten die worden geleverd ten behoeve van distributie, consumptie of gebruik op de communautaire markt, tegen betaling dan wel kosteloos. Uitzondering hierop zijn geneesmiddelen voor menselijk of diergeneeskundig gebruik en medische hulpmiddelen. Het milieukeurmerk wordt ook niet toegekend aan stoffen, preparaten of mengsels die beantwoorden aan de criteria voor classificatie als giftig, gevaarlijk voor het milieu, kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting, noch aan stoffen waarnaar verwezen wordt in artikel 57 van de REACH Verordening (namelijk stoffen die kunnen opgenomen worden in de lijst van autorisatieplichtige stoffen). De toekenning van het milieukeurmerk aan afzonderlijke producten is evenwel gebaseerd op de bepaling van productgroepen en de daaraan verbonden milieucriteria. Het Europees milieukeurmerk wordt immers toegekend aan de producten met de laagste milieu-impact binnen een bepaalde productengroep. De productgroepen worden zodanig omschreven dat alle producten die voor een gelijkaardig gebruik bestemd zijn in dezelfde groep worden ondergebracht. Voor elk van deze productgroepen worden specifieke criteria ontwikkeld, die zodanig worden opgesteld dat 10 tot 20 % van de producten die op dat ogenblik op de markt zijn aan de eisen kunnen voldoen. Producten waarvoor nog geen criteria zijn ontwikkeld kunnen bijgevolg nog geen milieukeurmerk aanvragen. Voor criteria kunnen ontwikkeld worden voor voedings- en voederproducten dient Europese Commissie eerst een haalbaarheidsstudie uit te voeren. In augustus 1993 werden de eerste milieucriteria gepubliceerd in het Europese Publicatieblad, het betrof criteria voor was- en vaatwasmachines. Momenteel zijn er criteria uitgewerkt voor: Televisietoestellen Warmtepompen Verwarmingstoestelen (op basis van water) Personal computers Notebooks Beeldverwerkingsapparatuur (zoals printers, kopieerapparaten) Alles- en sanitairreinigers (zoals WC-gels en ruitenreinigers) Machineafwasmiddelen Afwasmiddelen Wasmiddelen - 2 - Uitspoelbare cosmetische producten (zoals zeep, douchegel, scheerschuim) Professionele vaatwasmiddelen Professionele wasmiddelen Absorberende hygiëneproducten (zoals luiers, maandverband, tampons, borstkompressen) Kopieerpapier en grafisch papier Tissuepapier Krantenpapier Bedrukt papier Verwerkt papier zoals enveloppen en papieren kantoormateriaal Textiel voor kleding, bedlinnen en interieurtextiel Schoenen Groeimedia Bodemverbeteraars Harde vloerbedekking (zoals tegels) Houten vloerbedekking Verven en vernissen voor gebruik binnenshuis Verven en vernissen voor gebruik buitenshuis Matrassen Houten meubels Kranen en douchekoppen Toiletten en urinoirs Smeermiddelen en voor twee diensten: kampeerterreinen, toeristische accommodatie. Welke bijkomende productgroepen zullen in het systeem worden opgenomen? Er worden op dit ogenblik milieukeurcriteria ontwikkeld voor: - Buildings - Cleaning services Wie kan een aanvraag indienen? Aanvragen voor het Europese milieukeurmerk kunnen worden ingediend door producenten, fabrikanten, importeurs, dienstverleners, groothandelaars en detailhandelaars. De aanvraag kan betrekking hebben op een product dat onder één of meerdere merknamen op de markt wordt gebracht. - 3 - Aan wie moeten de aanvragen tot toekenning van het Europese milieukeurmerk worden gericht? Elke lidstaat heeft een bevoegd organisme dat verantwoordelijk is voor de Europese milieukeur. De volgende regels gelden bij de keuze van het bevoegd organisme: - voor een product afkomstig uit één lidstaat wordt de aanvraag ingediend in die lidstaat, - voor een product in dezelfde vorm afkomstig uit verscheidene lidstaten wordt de aanvraag in één van deze lidstaten ingediend, - voor een product afkomstig van buiten de Gemeenschap wordt de aanvraag ingediend in één van de lidstaten waar het product in de handel is of wordt gebracht. Een lijst van bevoegde organismen kan u vinden op de website van de Europese Commissie, http://ec.europa.eu./ecolabel, in de rubriek “Contacts – Competent Bodies”. Kan een milieukeurmerk dat door een bevoegd organisme is toegekend, in alle andere lidstaten van de EU worden gebruikt? Ja, dit is juist één van de voordelen van het Europese milieukeurmerk. Eens een product het milieukeurmerk bekomen heeft kan het worden verkocht in de 27 lidstaten, en in de landen die behoren tot de Europese Economische Ruimte (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein). Hoe lang duurt het om het milieukeurmerk te bekomen? Uiterlijk twee maanden na ontvangst van een aanvraag verifieert de betrokken bevoegde instantie of de documentatie volledig is en stelt de aanvrager hiervan in kennis. Dit is nog geen uitspraak over de correctheid van de verschafte documentatie. De uiteindelijke duur wisselt bijgevolg van geval tot geval, de kwaliteit van de ingediende documentatie speelt hierin een belangrijke rol. Eens een aanvraagdossier officieel is ingediend duurt het in België minimum 10 dagen voor de beslissing van het Belgisch Comité voor het toekennen van het Europese milieukeurmerk kan worden meegedeeld aan de aanvrager. Welke inlichtingen moeten in een aanvraag worden verstrekt? - 4 - Aanvragers moeten zich tot de bevoegde organismen richten om te weten welke informatie in elk geval afzonderlijk is vereist. Het milieukeurmerk heeft immers voor elke productgroep eigen milieucriteria, en de informatie die wordt vereist om de naleving ervan aan te tonen zal afhangen van die criteria. De bevoegde organismen lichten potentiële aanvragers in over de testresultaten die moeten worden verschaft, en hoe de testen moeten worden uitgevoerd. (Zie ook “Procedurerichtlijnen voor toetsing van de criteria bij aanvragen: gebruik van testlaboratoria” in bijlage achteraan deze brochure.) Hoe zal het gebruik van het milieukeurmerk worden gecontroleerd? De bevoegde organismen sluiten met elke aanvaarde aanvrager een contract af, dat de voorwaarden voor het gebruik van de milieukeur omvat. Hiertoe is, overeenkomstig de Verordening, een standaardcontract opgemaakt; de bevoegde organismen kunnen aan potentiële aanvragers kopieën hiervan verstrekken. Het bevoegde organisme kan van de houder van de milieukeur de nodige documentatie vragen om te controleren of het product voldoet aan de overeenkomstige milieukeurcriteria en of het contract wordt nageleefd. Bedrijfsbezoeken behoren hierbij tot de mogelijkheden. Wat is de geldigheidsduur van het milieukeurmerk? Die is afhankelijk van de geldigheidsduur van de milieucriteria van de betrokken productgroep. Doorgaans bedraagt die periode drie tot vijf jaar vanaf de datum waarop de criteria zijn aanvaard. De einddatum van elk specifiek contract stemt overeen met de einddatum van die periode. Hoe later tijdens de geldigheidsperiode van de criteria een contract is afgesloten, hoe korter de duur ervan zal zijn. De criteria worden herbekeken voor hun geldigheidsduur verstrijkt en kunnen herzien worden. Als de criteria worden verlengd worden de contracten automatisch verlengd volgens die nieuwe geldigheidsduur. Wordt er een vergoeding gevraagd voor het gebruik van de keur? De aanvraagvergoeding bedraagt 200 €. Dit bedrag wordt verminderd met 30% voor aanvragers die in het kader van EMAS zijn geregistreerd en met 15% voor aanvragers die overeenkomstig de ISO 14001-norm zijn gecertificeerd. Deze korting geldt op voorwaarde dat de aanvrager zich in zijn milieubeleid - 5 - uitdrukkelijk ertoe verbindt te waarborgen dat zijn producten met de milieukeur volledig beantwoorden aan de EU-milieukeurcriteria gedurende de geldigheidsperiode van de overeenkomst en dat deze toezegging op adequate wijze is vertaald in de gedetailleerde milieudoelstellingen. Er wordt geen jaarlijkse gebruiksvergoeding gevraagd. Waar kunt u verdere informatie over het systeem bekomen? De website www.ecolabel.be biedt algemene informatie in het Nederlands, het Frans en het Duits. Gedetailleerde en technische informatie zowel over het Europese milieukeurmerk in het algemeen als over de criteria waaraan de producten moeten voldoen is te vinden op de Engelstalige website van de Europese Commissie: http://ec.europa.eu/ecolabel. De Europese site www.eco-label.com geeft lijsten van alle producten die de Europese milieukeur bekomen hebben. ___________________ - 6 - BIJLAGE Procedurerichtlijnen voor toetsing van de criteria bij aanvragen: gebruik van testlaboratoria Goedgekeurd tijdens de interne vergadering van de Europese Competent Bodies van 8 december 2009 Paragraaf 3 van de “Eisen inzake beoordeling en controle” van onze criteriadocumenten luidt: “De tests worden zo mogelijk uitgevoerd door laboratoria die aan de algemene eisen van EN ISO 17025 of aan gelijkwaardige eisen voldoen.” Er is nood aan een gemeenschappelijke procedure hoe dit moet worden geïnterpreteerd, en dit document beschrijft een hiërarchie van situaties en voorwaarden voor het aanvaarden van een laboratorium. De situatie in paragraaf 1 geniet de voorkeur, indien dit niet mogelijk is dan is paragraaf 2 van toepassing, enz. Het nationaal bevoegd organisme of ecolabelcomité moet de aanvragen individueel in overweging nemen, hierbij rekening houdend met de volgende aanpak en een beslissing nemend in functie van de concrete situatie, zonder afbreuk te doen aan de geloofwaardigheid van het Europees ecolabelsysteem. 1) Laboratoriumtests moeten worden uitgevoerd door laboratoria die zijn geaccrediteerd voor de vernoemde testmethode, volgens ISO 17025 of GLP, indien mogelijk. De bevoegde organismen aanvaarden geaccrediteerde laboratoria in alle Lidstaten van de EU/EER en in landen die de wederzijdse erkenningsovereenkomst hebben afgesloten overeenkomstig ILAC, de internationale accrediteringsorganisatie. Indien er in de Lidstaat waar de aanvrager zijn dossier indient of waar het bedrijf of de betrokken productiesite of dienst is gevestigd, één of meerdere laboratoria zijn geaccrediteerd volgens ISO 17025 of GLP, dan moeten de aanvragers een dergelijk laboratorium gebruiken, ofwel in die Lidstaat, ofwel in een andere. 2) Laboratoria met een accreditatie voor andere tests dan die vereist door de criteria kunnen worden aanvaard indien zij een verklaring voorleggen dat de testen worden gedaan volgens dezelfde procedures voor kwaliteitsmanagement als de testen waarvoor zij een accreditatie hebben gekregen. Bij twijfel zal het bevoegd organisme of het nationaal comité het laboratorium dat de testen uitvoert inspecteren, of kiest het een geaccrediteerde auditeur die hiermee zal worden belast. 3) Indien noch punt 1 noch punt 2 mogelijk zijn, moeten de aanvragers een beroep doen op een niet-geaccrediteerd onafhankelijk laboratorium dat is erkend of goedgekeurd door een - 7 - Ministerie of een ander overheidsorgaan in een Lidstaat. Bij twijfel zal het bevoegd organisme of het nationaal comité het laboratorium dat de testen uitvoert inspecteren, of kiest het een geaccrediteerde auditeur die hiermee zal worden belast. 4) Indien geen enkele van de punten 1 tot 3 mogelijk zijn, dan mogen aanvragers de testen laten doen door een onafhankelijk laboratorium dat niet is geaccrediteerd of goedgekeurd door overheden bedoeld in punt 3. De voorkeur wordt gegeven aan laboratoria met een systeem voor kwaliteitsmanagement. Een laboratorium gevestigd in een organisatie die houder is van een ISO 9001- certificaat, kan worden aanvaard indien die certificatie eveneens gaat over dat laboratorium. Het bevoegd organisme of het nationaal comité zal de bekwaamheid van het laboratorium dat de testen uitvoert nagaan, of een geaccrediteerde auditeur kiezen die hiermee wordt belast. 5) Indien aan geen enkele van de voornoemde punten kan worden voldaan, dan mag de aanvrager de testen laten uitvoeren in een bedrijfslaboratorium (dat geen ISO 17025 of GLP accreditatie heeft aangezien dit zou vallen onder punt 1). Het bevoegd organisme of het nationaal comité zal garanderen dat de testen naar behoren worden uitgevoerd, of kiest een geaccrediteerd auditeur die hiermee wordt belast. In dit geval moet het laboratorium beschikken over een systeem voor kwaliteitsmanagement. Een laboratorium gevestigd in een organisatie die houder is van een ISO 9001- certificaat, wordt aanvaard als zijnde onder degelijk kwaliteitsmanagement, indien die certificatie eveneens gaat over dat laboratorium. Deze optie kan ook worden toegepast voor de continue opvolging van de productie, met inbegrip van lozingen en emissies, en voor het testen van de gebruiksgeschiktheid wanneer er geen standaardtestmethoden bestaan. - 8 -