Pincode (5e editie) Hoofdstuk 1 Waar blijft je geld? (Consumptie) 1.1 Waar kies je voor? 1. Behoeften: primaire --- nodig om in leven te blijven secundaire --- luxe 2. Middelen zijn schaars, onvoldoende om in alle behoeften te voorzien, daarom prioriteiten stellen, keuzes maken 3. Vrije goederen: vrij te gebruiken, niet betalen; lucht, strand, zon etc 4. Zelfvoorziening: zelf in je behoeften voorzien; zelf produceren van melk, brood,kleding Filmpje: Economie in Beeld: aflevering 7 Marketing en reclame http://www.schooltv.nl/video/economie-voor-het-vmbo-afl7marketing-en-reclame/#q=marketing 5. Marktonderzoek als middel om consumentengedrag in beeld te krijgen 6. Doelgroep: groep waarvoor je produceert ( je klanten waarvoor jij werkt) 7. Marketing: alles wat een bedrijf doet om zijn goederen/diensten te verkopen 8. Marketinginstrumenten: 4P’s - Productbeleid – alles over het product - Prijsbeleid – alles wat de prijs bepaalt - Plaatsbeleid – waar te koop/plaats in het schap - Promotiebeleid – reclame maken 9.Reclame: commerciële reclame – om te verkopen en winst te maken ( informatieve reclame / merkreclame) ideële reclame – om gedrag te veranderen ( roken, milieu etc) 10. Misleidende reclame: klacht indienen bij de Reclame Code Commissie Huiswerk: par. 1.1 opdracht 1 tm 14 maken 1.2 Sta je samen sterker? filmpje: Economie voor het VMBO: aflevering 12 Consumenten informatie http://www.schooltv.nl/video/economie-voor-het-vmboconsumenteninformatie/#q=trefwoord%3A%22consument%22 1. Consumentenorganisaties: ANWB, Rover, Ver. Eigen Huis - komen op voor de belangen van de consumenten, hulp bij problemen met bedrijven - informatie over producten ( vergelijkend warenonderzoek) - advies over rechten en plichten van de consument 2. Consumer Power: als groep producenten dwingen rekening te houden met wensen van de consumenten Filmpje: 1. Radar - aansprakelijkheid verkoper 2. Radar – recht koper 1. https://www.youtube.com/watch?v=FaBC7pyH8YE 2. https://www.youtube.com/watch?v=9sk8COxt5aA Filmpje: consumentenrecht. Powerpoint met uitleg https://www.youtube.com/watch?v=cgJgAK8-mhU 3. Consumentenrecht: - Wet consumentenkoop; recht op een goed product - Colportagewet: kopen aan de deur/party/bus- en bootreis - aankoop binnen 8 dagen ongedaan maken bij minimaal bedrag van € 34,- Wet koop op afstand: aankoop via internet, telefoon, bestelbon catalogus - 7 werkdagen bedenktijd (reizen en bederfelijke producten uitgezonderd) - Wet productaansprakelijkheid: schade aan zaken of personen door slecht product voor rekening van fabrikant. - Warenwet: geen verkopen die gevaar opleveren voor de gezondheid of veiligheid (cosmetica, kinderspeelgoed, etc.) 4. Keurmerk: geeft de consument zekerheid dat het product of de fabrikant aan bepaalde eisen voldoet. http://www.google.nl/search?hl=nl&site=imghp&tbm=isch&source =hp&biw=1034&bih=875&q=keurmerken+nederland&oq=keurmer ken&gs_l=img.1.8.0l7j0i24l3.1308.3105.0.7843.10.6.0.4.4.0.62.316 .6.6.0....0...1ac.1.26.img..0.10.330.-S5_lMn8wLg 5. Geschillencommissie: klachten voorleggen, uitspraak is bindend voor beide partijen. 1.3 Kun je genoeg kopen? 1. Inflatie:algemene prijsstijging van goederen en diensten Deflatie: prijsdaling van goederen en diensten. 2. Koopkracht: hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen. Als prijzen stijgen en je inkomen blijft hetzelfde, dan daalt je koopkracht; je kan minder kopen met je geld. PPT: you-tube Thijs Lemmens https://www.youtube.com/watch?v=ACUjlBMRy_0 https://www.youtube.com/watch?v=8ISc-SdBwnU https://www.youtube.com/watch?v=6QgVLgP3xQ0 CPI 1 CPI 2 CPI 3 3. Consumentenprijsindexcijfer (cpi) berekend door het CBS. cpi laat de prijsontwikkeling zien van goederen en diensten in Nederland. Alle uitgaven hebben een gewicht gekregen en tellen voor een bepaald % mee. 4. Indexcijfer: getal dat aangeeft hoeveel iets in een bepaalde periode verandert ten opzichte van een afgesproken tijdstip, basisjaar. = 100 ( 100%) 5. Nominaal inkomen: inkomen in euro’s 6. Reëel inkomen: inkomen is de koopkracht van je inkomen Stijging nominaal inkomen + 5% Prijsstijging (inflatie) - 3% Stijging koopkracht (reëel inkomen) + 2% extra koopkracht 7. Prijscompensatie: loonstijging even groot als prijsstijging voor handhaving koopkracht. Europese Centrale Bank moet zorgen voor een laag inflatie%. Huiswerk: 1.3 opdr 28 tm 39 notebook.galleryitem opdr 32 1.4 Spaar jij het milieu? 1. Milieuschade: alle negatieve gevolgen voor het milieu door toename van consumptie door; - meer inwoners - meer inkomen - verandering in koopgedrag 2. Oorzaken milieuschade: - vervuiling van lucht, water, bodem - verbruik van energiebronnen - verbruik van grondstoffen - ontstaan van afval 3. Milieubewustgedrag: - kiezen voor milieu- en diervriendelijke producten - minder consumeren - vaker openbaar vervoer of de fiets - afval scheiden om te recyclen 4. Milieuorganisaties: aandacht voor natuur en milieu, invloed in de politiek: bv Greenpeace, WNF, Natuurmonumenten 5. Milieukeurmerk: geeft zekerheid dat het product beter is voor het milieu, getest etc. Waar staat Milieukeur voor? Milieukeur op producten betekent dat deze minder milieubelastend zijn dan soortgelijke producten. Milieukeur kan aan veel producten worden toegekend (zowel voedings als niet-voedingsmiddelen). Milieukeur let ook op het productieproces: wordt er zuinig omgesprongen met water en energie? En wat gebeurt er met het afval? Milieukeur een erkenning voor de producent op het gebied van milieu. Diverse producten kunnen het Milieukeur krijgen, zoals meubels en toiletpapier. Europees milieukeurmerk? De Europese Unie heeft een Europees milieukeurmerk: het Europees Ecolabel. Dit wordt toegekend aan producten met een lagere milieubelasting. De eisen zijn op Europees niveau tot stand gekomen. FSC: FSC is een keurmerk voor duurzaam geproduceerd hout. De criteria zijn opgesteld door de Forest Stewardship Council (FSC). FSC is een non-profit organisatie waar o.a. houthandelaren, milieuorganisaties en certificeerders in vertegenwoordigd zijn. Dit geeft zekerheid dat het papier is verkregen uit duurzaam hout. Het keurmerk garandeert dat regenwouden met rust worden gelaten. Voor elke gekapte boom wordt een nieuwe aangeplant. EKO-keurmerk: betrouwbaar biologisch Als een product het EKO-keurmerk heeft, betekent dit dat het product biologisch is en door Stichting Skal is gecontroleerd. De producten met het EKO-keurmerk voldoen aan de wettelijke eisen en mogen dus biologisch heten. Aan de biologische productie mogen geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest te pas komen. Ook is dierenwelzijn gewaarborgd, onder andere omdat de dieren naar buiten mogen, niet preventief antibiotica krijgen en er meer dan voldoende stro in de stal aanwezig is. EU-logo voor biologische producten, geteeld zonder chemische meststoffen en bestrijdingsmiddelen. Huiswerk: 1.4 opdr 40 tm 48