INFORMATIE Incidentie/prevalentie Cervicogene hoofdpijn is waarschijnlijk frequent aanwezig, maar exacte getallen ontbreken. Daarnaast is gebleken dat 2/3 van de hoofdpijnpatiënten vrouwen zijn en 1/3 mannen 1, 2, 3, 4. Cervicogene hoofdpijn treedt op bij jongvolwassenen of bij volwassenen van middelbare leeftijd 5. Pöllmann et al. (1997) geven in het onderzoek aan dat de incidentie en de prevalentie van cervicogene hoofdpijn echter nog vastgesteld moeten worden3. Cervicogene hoofdpijn: 20e t/m 50e jaar Clusterhoofdpijn: 18e t/m 40e jaar (M>V 7:1) Spanningshoofdpijn: 8e t/m 30e jaar 1 Antonaci F, Ghirmai S, Bono G, Sandrini G, Nappi G. Cervicogenic headache: evaluation of the original diagnostic criteria. Cephalalgia 2001,21:573-583. 2 Nilsson N. The prevalence of cervicogenic headache in a random population sample of 20-59 year olds. Spine 1995;20:1884-1888. 3 Pöllmann W, Keidel M, Pfaffenrath V. Headache and the cervical spine: a critical review. Cephalalgia 1997;17:801-816. 4 Sjaastad O, Joubert J, Elsås T, Bovim G, Vincent M. Hemicrania continua and cervicogenic headache. Separate headaches or two faces of the same headache? Functional Neurology 1993;8:79-83. 5 Merskey H, Bogduk N. Classification of chronic pain, discriptions of chronic pain syndromes and definitions of pain terms. Seattle; IASP Press 1994 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------Operante definitie: Cervicale hoofdpijn: Een vorm van hoofdpijn (Cervicogene hoofdpijn) waarvan de oorzaak in de nek is gelokaliseerd. Cervicogene hoofdpijn In de literatuur werd cervicogene hoofdpijn voorheen omschreven als hoofdzakelijk een “sidelocked”, unilaterale hoofdpijn 1, 4, 6, 9, 11, 13, 19-21 of een unilaterale hoofdpijn met mogelijke uitbreiding naar de andere zijde 11, 13. Desondanks blijkt dat de oorzaak van cervicale hoofdpijn ook bilateraal kan zijn 4, 11,13. Kenmerkend is dat de pijn in de nek begint. Deze kan uitstralen naar het oculo-fronto-temporale gebied 6, 17, 19, 21, waar de pijnpiek uiteindelijk is gelokaliseerd 21. Er kan sprake zijn van een voorafgaand nektrauma 9, 13, 21, of de hoofdpijn kan geassocieerd worden met gewrichtsdegeneratie 9. Cervicogene hoofdpijn geeft vaak een constante, diepe, afstompende 9, niet dreunende 4, 9, en dragelijke pijn 9. Het is variërend in intensiteit 6, 9, 19 en wordt gekenmerkt door aanvallen van steeds erger wordende pijn 19. Pijnepisoden variëren enorm in duur, van uren tot zelfs in sommige gevallen weken 9, 19. De normale duur is één tot enkele dagen 9. Deze variatie in duur van de aanvallen is een kenmerk van deze hoofdpijn. De interval tussen pijnepisoden bedraagt enkele dagen tot weken 9. De pijn kan geprovoceerd worden door bewegingen van de nek, langdurig aangehouden van niet praktische hoofd posities 1, 6, 9, 14, 15, 17, 19, 21 en/ of door externe druk op de n. occipitalis major 1,9, 21. In de latere fase is er een karakteristieke langdurige of continue pijn met daarbij het optreden van exacerbaties 9. Patiënten met cervicogene hoofdpijn hebben een significant hogere frequentie van hoofdpijn episodes dan andere hoofdpijnpatiënten (17 dagen versus 7 dagen in een maand) 15. Cervicogene hoofdpijn komt voor in de leeftijdsgroep van 20 tot 50 jaar en komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen 4. Symptomen/ kenmerken die refereren naar de nek zijn van belang, zoals een verminderde “range of motion” in de cervicale wervelkolom 1, 9, 16, 18, 20, 21 ipsilaterale schouder/ arm pijn 9, 12, 19, 20, 21, en het mechanisch opwekken van aanvallen 1, 9, 13, 20.Bij cervicogene hoofdpijn kan er sprake zijn van pijnlijk hoog cervicaal gewrichtsdisfunctioneren 6. Er kunnen veranderingen in de spiercontouren, tonus, respons op actieve en passieve rek, contractie en een abnormale spiergevoeligheid voorkomen 16. Ook kan er een anteropositie van het hoofd aanwezig zijn en kunnen de cervicale nekflexoren verzwakt zijn en/ of een verminderd uithoudingsvermogen hebben 6.Typische migraine symptomen 1, 21 zoals misselijkheid, braken, fotofobie, fonofobie 1, 4, 6, 9, 19-21, duizeligheid, wazig zien en moeilijkheden met slikken 9,19, kunnen voorkomen, maar zijn minder frequent en in mindere mate aanwezig dan bij migraine 21. Incidenteel treedt ook oedeem en roodheid van het oog op 9. Deze symptomen zijn ipsilateraal 4, 9. 1. Sjaastad O, Fredriksen TA, Pfaffenrath V. Cervicogenic headache: diagnostic criteria. Headache 1998;38:442-445. 2. Smith KL, Horn C. Cervicogenic headache part 1: an anatomic and clinical overview. South African Journal of Physiotherapy 1998;54:12-21. 3. Solomon S. Diagnosis of primary headaches disorders: validity of the international headache society criteria in clinical practice. Neurologic Clinics 1997;15:15-25. 4. Vanagaite J, Vingen. Photophobia and phonophobia in tension-type headache and cervicogenic headache. Cephalalgia 1998;18:313-318. 5. Vincent MB, Luna RA. Cervicogenic headache: a comparison with migraine and tension-type headache. Cephalalgia 1999;19:11-16. 6. Watson DH, Trott PH. Cervical headache: an investigation of natural head posture and upper cervical flexor muscle performance. Cephalalgia 1993;13:272-282. 7. Cranial Neuralgies and Facial Pain. Diagnostic criteria. Classification and diagnostic criteria for headache disorders. 1988;8. 8. Hijdra A. Neurologie. Maarssen; Elzevier/Bunge 1994 9. Merskey H, Bogduk N. Classification of chronic pain, discriptions of chronic pain syndromes and definitions of pain terms. Seattle; IASP Press 1994 10. Oosterhuis HJGH. Klinische neurologie. Houten/ Antwerpen; Bohn Stafleu van Lochem 1992. 11. Bansevicius D, Pareja JA. The ‘‘skin roll’’ test: a diagnostic test for cervicogenic headache? Functional Neurology 1998;13:125-133. 12. Antonaci F, Ghirmai S, Bono G, Sandrini G, Nappi G. Cervicogenic headache: evaluation of the original diagnostic criteria. Cephalalgia 2001,21:573-583. 13. Jull G, Barett C, Magee R, Ho P. Further clinical clarification of the muscle dysfunction in cervical headache. Cephalalgia 1999;19:179-185. 14. Leone M, D’Amico D, Grazzi L, Attanasio A, Bussone G. Cervicogenic headache: a critical review of the current diagnostic criteria. Pain 1999;78:1-5. 15. Nilsson N. The prevalence of cervicogenic headache in a random population sample of 20-59 year olds. Spine 1995;20:1884-1888. 16. Pearce JMS. Are the international headache society criteria for headache useful? Cephalalgia 1996;16:289-296. 17. Persson LCG, Carlsson JY. Headache in patients with neck-shoulder-arm pain of cervical radicular origin. Headache 1999;39:218-224. 18. Pfaffenrath V, Dandekar R, Mayer ETH, Hermann G, Pöllmann W. Cervicogenic headache: results of computer-based measurements of cervical spine mobility in 15 patients. Cephalalgia 1988;8:45-48. 19. Pöllmann W, Keidel M, Pfaffenrath V. Headache and the cervical spine: a critical review. Cephalalgia 1997;17:801-816. 20. Sjaastad O, Bovim G, Stovner LJ. Laterality of pain and other migraine criteria in common migraine. A comparison with cervicogenic headache. Functional Neurology 1992;7:289-294. 21. Sjaastad O, Joubert J, Elsås T, Bovim G, Vincent M. Hemicrania continua and cervicogenic headache. Separate headaches or two faces of the same headache? Functional Neurology 1993;8:79-83. ONDERZOEK Lijst van testen: Flexion-Rotation Test Neck flexor muscle endurance test Vragenlijst/Anamnese Lichamelijk Onderzoek Pressure-pain threshold” (PPT) Manueel Onderzoek Flexion-Rotation Test 1. De patiënt ligt op zijn of haar rug. De therapeut staat bij het hoofdeinde van de patient. Rust symptomen worden geassest. 2. De patiënt flecteert actief zijn of haar nek zover als hij of zij kan. 3. Vervolgens geeft de therapeut een volledige rotatie naar beide zijde van het hoofd, met de flexie(passief!). Symptomen worden weer geassest aan beide zijden. 4. De test is zowel een pijn provocatie test als zowel een range of motion test. Als er een verlies van 10 graden wordt gemeten door de therapeut, is deze test positief gevonden. Neck flexor muscle endurance test 1. De patiënt ligt op zijn of haar rug. 2. De therapeut positioneert de patiënt zo dat het hoofd actief kan worden gestabiliseerd met 2.5 cm boven de bank.(therapeut plaatst zijn of haar handen onder het hoofd zodat de patiënt de positie weet.) visueel gezien is er een onderkin te zien anterior lateraal van de nek. 3. De patiënt wordt geïnstrueerd om deze positie vast te houden. Als de patiënt de hand van de therapeut aanraakt of de onderkin niet kan vasthouden wordt de patiënt opnieuw geïnstrueerd. 4. Een positieve test is nog ongedefinieerd maar de test is afgelopen als de patiënt de positie niet langer dan een seconde kan volhouden. EBP Quadas: Quality Assesment of Diagnostic Accuracy Studies De Quadas helpt de lezer om duidelijkheid te krijgen over wat de BIAS in een studie voor invloed heeft gehad. Wanneer de Quadas score laag is, moet er kritisch gekeken worden naar de waarde van de studie. De Quadas bestaat uit een scoringssysteem van 14 punten die worden getoetst. Utility scores: 1. Evidence strongly supports the use of this test. 2. Evidence moderately supports the use of this test 3. Evidence minimally supports or does not support the use of this test 4. ? The Test has not been researched sufficiently so we are unsure of its value Testen voor cervicogene hoofdpijn: Flexion-Rotation Test Utility 1 Study (instab/dysf.) Sensitiviteit (aantonen) Specificiteit (uitsluiten) QUADAS Score 0-14 Hall & Robinson1 86 100 12 Commentaar: Het design van Hall & Robinson7 was redelijk goed en gebruikte gestandariseerde criteria voor cervicogene hoofdpijn. De test isoleert mogelijk C1-C2 en test mogelijk geen andere niveaus waar cervicogene hoofdpijn ook voor kan komen. Neck flexor muscle endurance test Utility ? Study (instab/dysf.) Sensitiviteit (aantonen) Specificiteit (uitsluiten) QUADAS Score 0-14 Harris et al.2 NT NT NA Harris et al.2 NT NT NA 3 Olsen et al. NT NT NA Commentaar: Deze test zou veel baad hebben bij een validiteitsonderzoek voor cervicogene hoofdpijn. Het is waarschijnlijk dat deze test de lagere cervicale flexoren test op kracht, en niet de bovenste. 1. Hall T, Robinson K. The flexion-rotation test and active cervical mobility – a comparative measurement study in cerviogenic headache. Man Ther. 2004;9(4):197-202. 2. Harris KD, Heer DM, Roy TC, Santos DM, Whitman JM, Wainner RS. Reliability of neck flexor muscle endurance. Phys Ther. 2005;85(12):1349-1355 3. Olsen L, Millar L, Dunker J, Hicks J, Glanz D. Reliability of a clinical test for deep cervical flexor endurance. J Manipulative Physiol Therapeutics. 2006;29:134-138