Inspiratielijst voor reflectiedocumenten rond sociale vaardigheden Om de leraren te helpen bij het opmaken van reflectiedocumenten hebben we deze lijst van sociale vaardigheden opgesteld. Er is vanuit verschillend bronnenmateriaal geput om in leerlinggerichte taal gedragingen te formuleren. Deze lijst kan nog aangevuld en verfijnd worden maar vormt een basis van allerlei sociale vaardigheden. Leraren moeten bij gebruik nog wel deze zinnen in je-zinnen omzetten. In de tabel staat links uiterst negatief gedrag en rechts uiterst positief gedrag opgesomd. Leraren kunnen op basis van al deze opsommingen kiezen afh. van de doelen van de resp. les over welk gedrag ze de leerlingen willen laten nadenken en reflecteren. Bij sociale vaardigheden en sociorelationele competenties zijn er 4 tot 5 gradaties mogelijk: zie hieronder de waardeschaal die met nummers of met woorden kan aangeduid worden. We voorzien bij de beoordeling: 1, 2, 3, 4, 5 of slecht – onvoldoende – matig – goed – uitstekend - 1: geen bewustwording – beseft het belang van de sociale vaardigheid niet en streeft ze dus ook niet na = Slecht (S) of Zwak (Z) - 2: bewustwording – beseft het belang van de competentie maar streeft ze niet echt na = Onvoldoende (O) - 3: partieel succes – heeft regelmatig ondersteuning nodig van derden om het gewenste gedrag te stellen = Matig (M) - 4: synthese/integratie – stelt het gewenste gedrag op eigen initiatief in normale omstandigheden = Goed (G) - 5: volledige integratie - wijst anderen op het niet stellen van het gewenste gedrag en stimuleert anderen, stelt voorbeeldgedrag = Uitstekend (U) In leerlingentaal kan dit geformuleerd worden als volgt: 5 “Ik slaag daar in alle omstandigheden goed in.” 4 “Ik slaag daar meestal goed in.” 3 “Ik slaag daar af en toe goed in.” 2 “Ik heb daar veel moeite mee: het lukt me meer niet dan wel.” 1 “Ik slaag daar niet of nauwelijks in.” Naar aanleiding van de nieuwe regelgeving rond VOET per 1/9/2010 hebben we deze lijst gekaderd binnen de sleutelcompetenties van de gemeenschappelijke stam. Op zich wordt deze info niet specifiek opgenomen in het reflectiedocument van de leerling. Ingrid Molein versie 2010 1 van 8 persoonlijk voorkomen en non-verbaal gedrag Valt onder sleutelcompetenties: zelfbeeld en communicatief vermogen Context 1: lichamelijke gezondheid en veiligheid 1.1(hygiëne) en 1.4 (ergonomie) Context 2: mentale gezondheid: 2.2 (gevoelens uiten) Context 3: sociorelationele ontwikkeling: 3.1 (relatie opbouwen) S O M G U Ziet er niet fris en Ziet er schoon en verzorgd uit verzorgd uit Draagt geen Draagt consequent de vooropgestelde verwachte (werk)kledij (werk)kledij Zit/staat niet rechtop Zit/staat mooi rechtop Gespannen Ontspannen lichaamshouding lichaamshouding Bedenkelijke Positieve uitstraling en gezichtsuitdrukking gezichtsuitdrukking Geen oogcontact Geeft oogcontact Straalt geen Straalt enthousiasme en betrokkenheid uit interesse uit Komt ruim te laat en/of Komt op tijd en begint komt traag op gang tijdig contactuele vaardigheden Valt onder sleutelcompetentie: communicatief vermogen Context 3: sociorelationele ontwikkeling: 3.1 (relatie opbouwen), 3.2 (gezagsverhoudingen) S O M G U Begroet niet of niet Begroet vriendelijk vriendelijk Stelt zich niet voor Stelt zich voor en kijkt de ander aan Geen gepaste taal: jeGebruikt gepaste taal: vorm (tegen externen) u-vorm (tegen externen) Neemt geen of niet Neemt vriendelijk vriendelijk afscheid afscheid luistervaardigheid Valt onder sleutelcompetenties: communicatief vermogen en empathie Context 2: mentale gezondheid: 2.3 (hulp vragen en bieden) Context 3: sociorelationele ontwikkeling: 3.1 (relatie opbouwen) S O M G U Zit achterover en Zit in een afgewend geïnteresseerde luisterhouding Geeft geen oogcontact Geeft ruime mate oogcontact Ingrid Molein versie 2010 2 van 8 Vraagt niet om verduidelijking Neemt passief deel aan het gesprek Laat de ander niet uitpraten Begrijpt de boodschap niet en laat desinteresse blijken Vraagt om verduidelijking Neemt actief deel aan het gesprek Laat de ander uitpraten Vat de boodschap samen en laat blijken dat de boodschap begrepen is Laat zich niet afleiden door mogelijke stoorzenders Is ondertussen met andere zaken bezig verbale communicatieve vaardigheden Valt onder sleutelcompetentie: communicatief vermogen Context 3: sociorelationele ontwikkeling: 3.8 (constructief uiten) S O M G U Maakt onduidelijke, onvolledige zinnen Hapert veelvuldig Spreekt op dezelfde toon Verwoordt slecht, spreekt nauwelijks Spreekt te vlug of te traag Is moeilijk te verstaan, spreekt te stil Stelt geen of zinloze vragen, dwaalt af Ongepaste woordenschat Maakt volledige en duidelijke zinnen Spreekt vloeiend met aangename intonatie Brengt duidelijk over wat bedoeld wordt heeft een aangepast gesprekstempo Spreekt duidelijk met verzorgde articulatie en voldoende luid Stelt zinvolle vragen en blijft bij het onderwerp Passend taalgebruik betrouwbaar waarnemen van sociale situaties Valt onder sleutelcompetentie: open en constructieve houding Context 3: sociorelationele ontwikkeling: 3.3 (respect), 3.5 (discretie), 3.9 (conflicten) 1 2 3 4 5 S O M G U Geeft onnauwkeurige Geeft nauwkeurige en omschrijving van volledige omschrijving gebeurtenissen/situaties van gebeurtenissen/situaties Geeft onjuiste Geeft juiste interpretatie interpretatie Kan essentie niet Heeft essentie duidelijk weergeven weer Ingrid Molein versie 2010 3 van 8 overleggen en samenwerken Valt onder sleutelcompetenties: samenwerken en verantwoordelijkheid Context 2: mentale gezondheid: 2.1 ( 2.3 (hulp vragen en bieden), 2.6 (weerbaarheid) Context 3: sociorelationele ontwikkeling: 3.8 (constructief uiten), 3.3 (omgaan met verschillen), 3.5 (discretie), 3.9 (conflicthantering) S O M G U Levert enkel een Spontane bereidheid tot beperkte bijdrage tot samenwerken ongeacht samenwerking de groepsleden afhankelijk van de groepsleden Luistert niet naar Luistert naar inbreng inbreng van anderen van anderen en reageert op een positieve manier Kan eigen mening niet Kan eigen mening of ongepast gepast verwoorden verwoorden Neemt geen initiatief Neemt initiatief tot tot overleg overleg Kan geen afspraken Maakt afspraken, komt maken of respecteert tot een compromis en de afspraken niet, respecteert dit stuurt niet aan op een compromis Kan zich niet Kan zich neerleggen neerleggen bij bij beslissingen in het beslissingen ook niet belang van het doel en om doel en groep de groep vooruit te helpen Brengt negatieve sfeer Levert bijdrage tot in de groep positieve teamgeest assertief zijn Valt onder sleutelcompetenties: communicatief vermogen, flexibiliteit en kritisch denken Context 2: mentale gezondheid: 2.2 (gevoelens uiten), 2.6 (weerbaarheid) Context 3: sociorelationele ontwikkeling: 3.8 (constructief uiten) S O M G U Kan geen neen zeggen, Kan beleefd iets laat zich door anderen weigeren beïnvloeden Kan een weigering niet Kan standpunt van argumenteren weigering gepast argumenteren Kan eigen mening niet Kan mening beleefd naar anderen verdedigen tegenover overbrengen anderen Reageert Gedraagt zich rustig en ongemakkelijk, kalm ook in moeilijke Ingrid Molein versie 2010 4 van 8 onrustig en/of agressief situaties (taakbelasting, tijdsdruk, groepsdruk) Gelooft in zichzelf en durft voor zichzelf opkomen op een hoffelijke manier Straalt geen zelfvertrouwen uit stressbestendigheid en omgaan met kritiek/tegenslag Valt onder sleutelcompetenties: kritisch denken en doorzettingsvermogen Context 2: mentale gezondheid: 2.1 (taakbelasting), 2.2 (gevoelens uiten) Context 3: sociorelationele ontwikkeling: 3.3 (zorgzame relatie), 3.4 (verontschuldigen), 3.8 (constructief uiten) S O M G U Kan niet luisteren naar Reageert rustig op kritiek kritiek/tegenslag Kan geen kritiek Kan kritiek accepteren accepteren en gepast weerleggen Laat teleurstelling en Kan omgaan met boosheid blijken gevoelens van teleurstelling en boosheid Kan geen kritiek geven Kan zelf kritiek geven op rustige manier op rustige manier Kan geen argumenten Kan zinvolle aangeven waarop argumenten aangeven kritiek is gebaseerd Wil na kritiek niet Kan en wil na kritiek doorwerken doorwerken Kan na tegenslag niet Kan na tegenslag doorwerken doorwerken Staat niet open voor Helpt anderen bij anderen tijdens stresssituaties stresssituaties zelfinzicht hebben Valt onder sleutelcompetenties: zelfbeeld en zelfredzaamheid Context 2: mentale gezondheid: 2.1 (taakbelasting), 2.2 (gevoelens uiten), 2.3 (hulp vragen en bieden) S O M G U Kan geen talenten en Kan talenten en aandachtspunten werkpunten benoemen benoemen Weigert taken uit te Neemt alle taken ter voeren die hij/zij niet harte kan Wordt boos bij Aanvaardt feedback opmerkingen over over positieve en negatieve negatieve eigenschappen eigenschappen en gaat Ingrid Molein versie 2010 5 van 8 er bewust mee om Probeert voorstellen/hulp van anderen om mindere eigenschappen bij te sturen Gaat actief op zoek naar nieuwe uitdagingen om uit te leren Weigert advies van anderen op te volgen om mindere eigenschappen te verbeteren Staat niet open voor nieuwe dingen en uitdagingen verantwoordelijkheidszin hebben Valt onder sleutelcompetenties: verantwoordelijkheid en zorgvuldigheid Context 1: lichamelijke gezondheid en veiligheid: 1.11 (veiligheidsvoorschriften) Context 3: sociorelationele ontwikkeling: 3.2 (gezagsverhoudingen), 3.3 (zorgzame relatie), 3.5 (discretie) Context 4: omgeving en duurzame ontwikkeling (4.3 zelf duurzaam handelen) S O M G U Volgt de (leef)regels Respecteert de (leef) niet op regels en weet waarom ze gelden Aanvaard de gevolgen Aanvaard de gevolgen niet van het niet bij het niet naleven van naleven van de de (leef)regels (leef)regels Stoort zich niet aan Moedigt anderen aan ongepast gedrag van de regels te volgen of anderen en grijpt niet reageert op ongepast in gedrag van anderen Heeft voortdurend Biedt anderen anderen nodig om oplossingen aan bij eigen taken tot een moeilijkheden goed einde te brengen initiatief nemen Valt onder sleutelcompetenties: initiatief en exploreren Context 2: mentale gezondheid: 2.1 (taakbelasting), 2.3 (hulp vragen en bieden) S O M G U Laat non-verbaal Deelt beleefd mee dat blijken dat taak taak beëindigd is beëindigd is Vraagt niet spontaan Stelt spontaan naar volgende taak volgende taak voor Stelt gangbare Doet suggestie ter werkwijze niet in vraag verbetering van de uitvoeringswijze en motiveert de meerwaarde Laat na hulp te vragen Weet wanneer hulp te Ingrid Molein versie 2010 6 van 8 vragen plannen en organiseren Valt onder sleutelcompetenties: zorgvuldigheid en initiatief Context 2: mentale gezondheid: 2.1 (taakbelasting), 2.3 (hulp vragen en bieden) Context 6: socio-economische samenleving: 6.3 (inzetten verbetering welzijn-welvaart), 6.7 (budget en administratie) S O M G U Negeert de gekregen Neemt gekregen planning planning grondig door Planning wordt niet Voert de aangereikte uitgevoerd, ook niet planning uit en binnen binnen het gegeven de tijd/budget tijdsbestek/budget Kan geen eigen Kan zonder hulp van planning opstellen en anderen een planning negeert hierbij het voor zichzelf opmaken advies van anderen met inschatting van tijd en taken Kan geen realistische Kan een realistische planning voor zichzelf planning maken voor en de anderen opmaken zichzelf en de anderen en die bijsturen om einddoel alsnog te bereiken flexibel zijn Valt onder sleutelcompetenties: flexibiliteit en initiatief Context 7: socioculturele samenleving: 7.1 (dynamiek leef-en omgangsvormen) S O M G U Verandert enkel na Past spontaan uitdrukkelijke vraag en handeling aan, meermaals aandringen motiveert dit ook en vraagt goedkeuring Verandert enkel onder Past zonder morren voortdurend toezicht handeling aan bij van de begeleider onverwachte wijzigingen of na instructie kwaliteitsbewust werken Valt onder sleutelcompetenties: zorgvuldigheid en kritisch denken Context 1: lichamelijke gezondheid en veiligheid: 1.11 (veiligheidsvoorschriften) Context 4: omgeving en duurzame ontwikkeling (4.3 zelf duurzaam handelen), 4.4 (duurzame oplossingen leefomgeving) Context 5: socio-economische samenleving: (6.4 prijs-kwaliteit en consumentenrechten) S O M G U Is zich niet bewust van Streeft kwaliteitsnormen en nauwkeurigheid, Ingrid Molein versie 2010 7 van 8 behaalt een laag rendement zorgvuldigheid, kwaliteit en rendement na tot in de kleinste details Signaleert en voorkomt verspilling Voorkomt geen verspilling van middelen en materialen Regels van veiligheid en hygiëne worden zwaar overtreden Stelt eigen handelen niet in vraag Nazorg en opbergen verlopen chaotisch of wanordelijk Regels van veiligheid en hygiëne worden strikt nageleefd Controleert eigen werkzaamheden Nazorg en opbergen van gereedschappen en materialen gebeurt ordelijk en op de juiste plaats Corrigeert waar nodig om tijds- en kwaliteitsnorm te halen Tijds- en kwaliteitsnormen worden niet ernstig genomen Technisch inzicht en concentratie ontbreken overduidelijk Heeft technisch inzicht en werkt geconcentreerd Bronnen: Competentiewoordenboek ‘NAPOLEON revised’ is een project van RESOC Kempen en haar partners: VOKA Kamer van Koophandel Kempen, Katholieke Hogeschool Kempen, IPV, ABVV, ACV, Cirkant vzw, Kempense Centra voor Deeltijds Onderwijs (Balen, Geel, Herentals en Noorderkempen). Met de financiële steun van: ESF, Hefboomkrediet en IPV ESF: bijdrage tot de ontwikkeling van de werkgelegenheid door het bevorderen van inzetbaarheid, ondernemerschap, aanpasbaarheid en gelijke kansen, en door het investeren in menselijke hulpbronnen. Opleidingsadviseur van de voedingsindustrie Stage Assessment center voor de Praktijkschool en VMBO Y.S. Jansen-Heijtmajer, R. de Pauw & N. Beemster Uitgeverij Garant Antwerpen-Apeldoorn 2004 GOK steunpunt Gelijke Onderwijskansen Observatie-instrument 2de en 3de graad TSO/BSO VOET@2010 Vlaams Ministerie van Onderwijs en vorming Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en vorming Ingrid Molein versie 2010 8 van 8