Beste leerlingen van 5 VWO, In het PTA heb je gezien dat je dit jaar

advertisement
Beste leerlingen van 5 VWO,
In het PTA heb je gezien dat je dit jaar geen schriftelijke toets hoeft te maken maar een
praktijkopdracht hebt. De “5VWO praktijkopdracht , domein bewegen en regelen”. Dit onderdeel van
je LO programma heeft als doel de betrokkenheid bij de LO lessen te vergroten, het ervaren voor een
groep te staan en leren handelend op te treden. Je hoeft je niet aan voorgeschreven lessen te
houden, waardoor er ruimte voor eigen inbreng is, binnen de mogelijkheden van de les.
Praktisch gezien houdt dit in dat je in een groep van 2 of 3 leerlingen een les LO geeft aan je eigen
klas. Het cijfer, dat je hiervoor krijgt telt voor 12,5% mee voor het totale cijfer van LO. Omdat het een
PTA praktijkopdracht betreft mag je deze niet herkansen. Het “hoe en wat”over deze opdracht kun
je lezen op de volgende pagina’s. Maak er wat moois van!
Succes,
De sectie LO
Waar moet een les LO uit bestaan?
De les die je gaat geven bestaat altijd uit de volgende onderdelen
 Een warming-up
 Een aanlerend/oefenend gedeelte
 Een afsluiting/spel
De bedoeling is dat je per 2- of 3-tal een les voorbereid die voldoet aan bovenstaande planning. Een
les op het KKC duurt altijd 90 minuten. Hiervan mag je 20 minuten afhalen voor het omkleden. De
resterende 70 minuten gebruik je dus voor je les. De les die je geeft mag binnen of buiten gegeven
worden en gaat altijd door. Als er iemand uit je groep ziek is moet hij/zij het lesgeven later inhalen
met andere inhalers. Wanneer je als reserve staat ingepland moet je voorbereid zijn op het geven
van je les.
Lesvoorbereiding:
Op de laatste pagina vind je het lesvoorbereidingsformulier (lvf). Dit formulier bestaat uit 3
kolommen.
1. Leerstof : hier schrijf je wat je wilt gaan doen, de opdracht
2. Organisatie: hier schrijf je hoe je het wilt gaan doen, waar staan of zitten de leerlingen,
waar staat het materiaal, waar sta je zelf, etc.
3. Opmerkingen: Welke aanwijzingen geef je, waar let je op, is het veilig?
Dit LVF lever je TWEE weken voor je de les moet geven per e- mail in bij je docent LO. Zo hebben zij
de tijd jullie les te bekijken en waar nodig aan te passen. Het bespreken gebeurt 1 week van te voren.
Ook zorg je dat de onderlinge verdeling zo is dat iedereen een gelijk aandeel heeft in de
praktijkopdracht. De voorafgaande week kun je dan nog overleggen met je docent waar eventuele
knelpunten liggen. Het initiatief om te overleggen moet natuurlijk van het drietal uitgaan, dus zoek je
docent op met vragen. Bij het te laat inleveren van je LVF gaat er per leerling een heel punt af!
Planningsformulier:
Hier vul je de namen in en zet je kruisjes bij je taak. Onder het kopje “tijd” schrijf je de tijdsduur die
je eraan hebt besteed. Dit stuur je mee met het LVF.
Beoordeling:
Aan het eind van de les wordt de les kort nabesproken met de klas. De uiteindelijke beoordeling
wordt gegeven door de docent. Je krijgt individueel een cijfer voor de gegeven les.
Aandachtspunten voor het geven van een les LO
Waar moet je op letten?
Bij het voorbereiden moet er met een aantal zaken rekening gehouden worden:
1. Je opstelling voor de groep.
2. Het gebruik van je stem.
3. De opstelling van de leerlingen en het materiaal.
4. Je voorbeeld, het voordoen.
5. Controle op de uitvoering en correctie.
6. Zorg voor afwisseling van de stof.
7. Zorg voor aandacht en concentratie bij de groep.
8. Eventueel uitdelen en ophalen van materiaal.
9. Het genoeg bewegen van alle leerlingen.
10.En last but not least!: De aandacht voor de veiligheid.
Waar haal je de oefenstof vandaan





Vraag je docent LO
Bibliotheek
DVD
Internet
Je eigen sporttrainer of coach
Waar word je op beoordeeld:
1. Hoe zag de les er in grote lijnen uit?
2. Hoe is de verzorging op papier? (is er aandacht aan besteed)
3. Hoe is de opstelling van de lesgever ten aanzien van de groep?
4. Hoe worden de medeleerlingen opgesteld?
5. Hoe is het stemgebruik van de lesgever?
6. Wordt er een eigen voorbeeld gegeven?
7. Controle en correctie.
8. Organisatie.
9. Afwisseling van de stof.
10.Zijn de leerlingen “bij de les”? En wordt dit gecontroleerd?
11.Gebruik van materialen.
12.Is er aandacht voor de veiligheid?
13.Originaliteit!!
14.Was het niveau van de oefenstof goed gekozen? Te moeilijk, te makkelijk?
Ps. Er wordt natuurlijk niet verwacht dat je een perfecte lesgever of leider bent, maar als je je aan
bovenstaande punten houdt, komt het vanzelf al een heel eind in de goede richting!
De eigen reader uit 4V geeft ook veel informatie
Namen vd lesgevers:
Klas:
Materiaal:
Leerstof
Tijdsduur:
Tijdsduur:
Tijdsduur:
lesgeefdatum:
Aantal leerlingen:
Sport:
Organisatie
Opmerkingen
Planningsformulier
Naam:
Onderwerp
LVF
Materiaal
Warming-up
Aanlerend/oefenend
Afsluiting/spel
Lesdoel (wat wil je de
leerlingen aanleren,
wat moeten ze kunnen
aan het eind van de
les)
Tijd:
Tijd:
Tijd:
Download