Fosfaat - Albert Schweitzer ziekenhuis

advertisement
Fosfaat
Informatie voor patiënten met
nierschade
Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo.
Advies bestemd voor:
………………………………………………………………..
Datum: ……………………..…
Heeft u vragen over deze folder of het dieetvoorschrift, neem dan
gerust contact op met uw diëtist.
Sticker
1
Inleiding
De termen fosfaat en fosfor worden vaak door elkaar gebruikt. We
spreken van fosfor als het in de voeding voorkomt en van fosfaat als
het in het lichaam zit. In deze folder spreken we telkens over fosfaat.
Fosfaat is een mineraal. Samen met calcium (= kalk) geeft het
stevigheid aan ons skelet. Als de nieren niet goed werken wordt er
te weinig fosfaat uitgeplast. Het fosfaat hoopt zich dan op in het
bloed. Ophoping van fosfaat kan botproblemen veroorzaken en
bloedvatverkalking versnellen. Ook kan fosfaat zich ophopen onder
de huid en tot jeuk leiden.
In onze voeding is het fosfaat meestal gebonden aan eiwit: eiwitrijke
producten zijn dus meestal ook fosfaatrijk.
Door minder eiwit te eten beperkt u automatisch de hoeveelheid
fosfaat in het lichaam. U heeft het eiwit echter nodig, dus het is niet
de bedoeling minder eiwit te gaan gebruiken dan in uw dieetadvies
staat.
Fosfaatbinders
Uw voeding bevat altijd fosfaat. Daarom zijn extra maatregelen
nodig en moeten veel nierpatiënten fosfaatbinders gebruiken. Dit
zijn medicijnen die er voor zorgen dat het fosfaat uit uw voeding niet
in uw bloed opgenomen wordt. De fosfaatbinders hechten zich in het
maag-darmkanaal aan het fosfaat uit uw voeding en verlaten samen
met de ontlasting uw lichaam.
Als bijwerking van deze medicijnen kunt u darmklachten krijgen.
Probeer daarom in ieder geval dagelijks voldoende voedingsvezels
te eten: gebruik één portie groente, stukje fruit en bruin- of
volkorenbrood in plaats van wit brood. De diëtist bespreekt met u op
welk moment van de dag u de fosfaatbinders het bete kunt innemen.
Dit hangt af van uw eetgewoonten.
2
De hoeveelheid fosfaat per dag
Er is geen minimum hoeveelheid fosfaat aan te geven die een
gezond persoon per dag nodig heeft. Het fosfaatgehalte van
voeding is gekoppeld aan de eiwitinname.
Er wordt geadviseerd de hoeveelheid fosfaat in de voeding te
beperken tot 1000-1200 mg per dag. Uw diëtist adviseert u hoeveel
fosfaat ú per dag kunt gebruiken en bespreekt met u de juiste
inname van de fosfaatbindende medicijnen.
Fosfaat in voeding
Alle voedingsmiddelen waarin eiwit zit, bevatten ook fosfaat.
Veel fosfaat zit in melk- en melkproducten, vlees, kip, vis, eieren,
kaas, smeerkaas, peulvruchten zoals bruine/witte bonen,
kapucijners en linzen, noten, pinda’s, marsepein, amandelspijs
(gevulde koek, gevulde speculaas, amandelbroodje), chocolade en
frisdrank (vooral de ‘light’ dranken).
Weinig fosfaat zit in vers fruit, groenten, suiker, boter en olie.
Voedingsmiddelen met toegevoegde fosfaat
Aan veel (kant-en-klaar)producten worden stoffen toegevoegd.
We noemen dit additieven. Dit zijn stoffen met een bepaalde
werking, zoals een kleurstof, voedingszuur, antiklontermiddel, bakverbeteraar, rijsmiddel of verdikkingsmiddel.
Veel van deze additieven bevatten fosfaat. Dit komt bovenop de
hoeveelheid van 800-1500 mg per dag die u met uw voeding al
binnenkrijgt. Kunstmatig toegevoegd fosfaat wordt door het lichaam
100% opgenomen, van fosfaat uit natuurlijke bronnen wordt 60%
opgenomen.
In de tabel worden voedingsmiddelen genoemd waaraan deze
additieven toegevoegd zijn.
3
E nummer
E 101ii
E 338
E 339
E 340
E 341
E 343
Voorkomen
Sladressings, soep, toetjes,
vermicelli
Bakproducten, frisdranken,
jam, sportdranken, vlees
E 442
Chocoladeproducten
E 450
E 451
E 452
E 541
E 1410
E 1412
E 1413
E 1442
Bakproducten, kaas, sauzen,
toetjes, vlees
Bakproducten
Dressings, instant pudding,
margarine, sauzen, toetjes
Functie
Kleurstof
Vit B12
Buffer
Stabilisator
Voedingszuur,
Antiklontermiddel
Bakverbeteraar
Aroma
Synthetische
emulgator
Verdikkingsmiddel
Zouten van
fosforzuur
Voedingszuur
Rijsmiddel
Verdikkingsmiddel
Fosfaat in kaas
Smeerkaas en korstloze kaas bevatten meer fosfaat dan gewone
kaas. Dit komt door de smeltzouten die er in verwekt zijn. Een aantal
(Franse) kaassoorten bevatten in verhouding minder fosfaat: brie,
camembert, Hüttenkäse, mozzarella, Boursin, MonChou en
Paturain.
Witbrood of bruinbrood
Witbrood bevat minder fosfaat dan bruinbrood. Toch kunt u beter
bruinbrood eten. Het fosfaat in bruinbrood zit voor een groot deel
‘verpakt’ in de vezels van het brood. De enzymen die in de darmen
voorkomen, kunnen dit maar moeilijk vrijmaken. Daardoor wordt er
maar weinig fosfaat uit het bruine brood in het bloed opgenomen.
Bruinbrood bevat bovendien meer voedingsvezels dan witbrood en
dit is belangrijk voor een goede darmfunctie.
4
Innemen van de fosfaatbinders







Neem de medicijnen tijdens de maaltijd in, afhankelijk van de
soort. Ze komen dan samen met het voedsel in uw darmen;
alleen op die manier kan het meeste fosfaat gebonden worden.
Verdeel de fosfaatbinders op zo’n manier over de dag, dat u bij
eiwitrijke (dus fosfaatrijke) maaltijden meer medicijnen slikt dan
bij eiwitarme maaltijden.
Denk hierbij ook aan de eiwitrijke (dus fosfaatrijke) tussendoortjes, zoals een beker melk voor het slapen gaan, een
cracker met kaas in de loop van de ochtend of een soft- of
roomijsje tussendoor.
Neem fosfaatbinders nooit na de maaltijd: ze werken dan
onvoldoende.
Zorg dat u altijd een paar fosfaatbinders bij u heeft voor
onverwachte tussendoortjes!
Als u niet eet, bijvoorbeeld tijdens ziekte, zijn fosfaatbinders niet
nodig.
Een bijwerking van fosfaatbinders is dat ze darmklachten
kunnen veroorzaken. Bespreek dit met uw arts. Mogelijk dat een
ander soort medicijn voorgeschreven kan worden.
Fosfaatbinders
Hieronder leest u van een aantal tabletten aangegeven hoe ze
gebruikt moeten worden. Gebruik de medicijnen tijdens uw maaltijd.
Gebruik de tabletten altijd bij eiwitrijke maaltijden.
 Renagel (Sevelamer): heel doorslikken.
 Renvela tabletten (Sevelamer carbonaat): tablet heel
doorslikken.
 Renvela poeder (Sevelamer carbonaat): poeder oplossen in
60 ml water of innemen met vla, yoghurt of appelmoes.
 Calcichew (calciumcarbonaat): kwartier voor uw maaltijd!!
Goed kauwen en dan doorslikken.
 Alucol (Algedraat): goed kauwen, dan doorslikken.
5


Fosrenol (Lanthanum carbonate): goed kauwen en dan
doorslikken.
PhosLo (calciumacetaat): heel doorslikken.
Meer informatie over fosfaat in voedingsmiddelen zijn te vinden in
het boek ‘Eten met plezier’ of op de website www.mijnnierinzicht.nl.
U kunt zich gratis voor deze website aanmelden.
Tot slot
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Belt u dan gerust
uw diëtist, het telefoonnummer staat op de sticker op de eerste
pagina.
Uitsluitend voor het maken of wijzigen van poliklinische afspraken
belt u naar tel. (078) 652 33 97 (op maandagochtend, dinsdag en
donderdag).
6
Albert Schweitzer ziekenhuis
mei 2017
pavo 0999
Download