Matt.5-7 De Bergrede, grondwet van Gods koninkrijk

advertisement
De Bergrede: de grondwet van Gods koninkrijk – deel 2.
Matt.5:1-2 Toen Hij de mensenmassa zag, ging Hij de berg op. Daar ging Hij zitten met
Zijn leerlingen om Zich heen. Hij nam het woord en onderrichtte hen.
A: Introductie op de basiswaarden van Gods koninkrijk.
Matt.5:3 Gelukkig wie arm van de geest zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
Matt.5:4 Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden.
Matt.5:5 Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten.
Matt.5:6 Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd
worden.
Matt.5:7 Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
Matt.5:8 Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien.
Matt.5:9 Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Matt.5:10 Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het
koninkrijk van de hemel.
Deze basiswaarden worden omschreven als normen die ons optimaal gelukkig kunnen
maken, wanneer wij deze waarden in ons menselijk bestaan uitleven; deze waarden spreken
van superieure Goddelijke vreugden en zegeningen. Zij spreken van superieure Goddelijke
karaktereigenschappen in het koninkrijk van God; deze acht verklaringen van geluk vormen
de gemeenschappelijke kwaliteiten van het volk van God, waardoor wij intense verlossing
ervaren op persoonlijk niveau en in de intermenselijke relaties. Jezus verklaart deze waarden
van het koninkrijk van God als normen die gecultiveerd moeten worden in onze inwendige
hartsgesteldheid maar ook in onze uitwendige goede daden. Jezus presenteert hiermee de
blauwdruk voor het karakter van de beelddragers van God om daarmee een verlangen in het
menselijke hart te creëren, dat alleen maar verzadigd kan worden door het ontvangen van
Goddelijke genade.
Wij worden uitgenodigd om deel te krijgen aan de persoonlijkheid van Jezus, en dat is een
gezegende, optimaal gelukkige en met superieure vreugde gevulde persoonlijkheid; het is een
uitnodiging tot de schoonheid van Zijn Goddelijke karakter. Jezus legt het ware fundament
neer voor echte deugd en waardigheid, en Hij vertelt ons daarmee wat de werkelijke vreugde
is; echte vreugde ervaren wij, wanneer wij versierd zijn met het karakter van God. Daarmee
verklaart Jezus dat de schepping van de mens bedoeld is voor het licht en de glorie en de
deugd van God Zelf; God wil ons vullen met Zichzelf en ons bekleden met Zijn deugden en
waarden en karaktereigenschappen.
2Petr.1:3-4 Zijn Goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom
leven, door de kennis van Hem die ons geroepen heeft door Zijn majesteit en wonderbaarlijke
kracht. Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het
verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan
de Goddelijke natuur.
God is nederig, Hij huilt met hen die verdriet hebben, Hij is zachtmoedig, Hij gebruikt Zijn
macht niet om te overheersen en te manipuleren, Hij wint ons door Zijn liefde, Hij hongert en
dorst naar gerechtigheid. Hij haat zonde en slechtheid en Hij heeft gerechtigheid lief, er is
niets verkeerds aan Hem, Hij schenkt genade aan zondaars en geeft vrede aan degenen die
op Hem vertrouwen. Zijn schoonheid zal over de hele aarde verspreid worden (Jes.11:9-10).
Jezus openbaarde deze acht verklaringen van geluk als acht vormen van hartsgesteldheid
waardoor Gods zegen in ons leven wordt vrijgezet; gezegend zijn betekent overvloedig leven
ervaren en gelukkig zijn, grootsheid ervaren en vrijheid beleven in alles waarvoor God ons
heeft geschapen. Jezus is als God-Mens naar de aarde gekomen opdat wij het leven in al zijn
volheid zouden kunnen ontvangen (Joh.10:10).
Wij hebben de openbaring nodig dat wij alleen in deze acht basiswaarden het overvloedige
leven van geluk en zegen kunnen ervaren, maar ons natuurlijke verstand kan dit niet echt
begrijpen zonder de inspiratie van de Heilige Geest. Het natuurlijke gedachtepatroon is dat wij
geluk het beste kunnen vinden in gunstige omstandigheden op het gebied van geld, respect,
1
invloed en bekwaamheid, etc. Maar door de openbaring van de Heilige Geest ontdekken wij
dat de levensstijl van de Bergrede niet alleen de beste manier is om overvloedig leven te
kunnen ervaren in de vorm van geluk, grootsheid en vrijheid, maar dat deze levensstijl ook de
enige manier is.
De eerste vier van deze geluksverklaringen zijn basiswaarden die door de wereld als zeer
negatieve kwaliteiten worden gezien, want we zijn arm van geest (5:3) in plaats van trots op
onze geestelijke ervaring met God. We treuren om meer (5:4) in plaats van tevredenheid in
onze relatie met God. We zijn zachtmoedig (5:5) in plaats van zelfgericht, en we zijn hongerig
en dorstig (5:6) in plaats van zelfvoldaan. De tweede vier verklaringen zijn basiswaarden die
door de wereld als positieve kwaliteiten worden gezien. Want we zijn barmhartig ten opzichte
van de zonden en zwakheden van anderen (5:7). We hebben zuiverheid in ons hart in plaats
van corruptie en valse motieven (5:8), en we stichten vrede op plaatsen waar conflicten zijn
(5:9). En we verdragen vervolging zonder te klagen of te beschuldigen (5:10), want we weten
voor wie wij dit allemaal ondergaan en wat onze beloning zal zijn (5:11-12).
B: Gelukkig zijn zij die arm van de geest zijn.
Matt.5:3 Gelukkig wie arm van de geest zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
De N.B.V-vertaling spreekt over mensen die nederig van hart zijn, maar dat is een onjuiste
vertaling van de oorspronkelijke Griekse tekst; daarom volg ik de NBG’51-vertaling die terecht
spreekt over mensen die arm van geest zijn. Deze eerste basiswaarde van de Bergrede zal
de meeste aandacht vragen, omdat met deze waarde het fundament gelegd wordt voor heel
het verdere onderwijs van de Bergrede. Wanneer wij deze basiswaarde op een juiste manier
begrijpen en in ons leven toepassen, hebben we al heel veel terrein veroverd. Wel hebben we
telkens weer openbaring van God nodig over de diepte van deze waarheid.
Het ervaren van armoede in onze geest is het startpunt van het koninkrijk van God in ons
leven op aarde, maar er wordt ook in de Bijbel gezegd dat ontzag voor God het begin van alle
wijsheid is (Spr.1:7, 9:10). Het is het ontzag voor de Heer dat ons in staat stelt om samen met
David te zeggen, dat de Heer ons enige geluk op aarde is en dat niemand Hem te boven gaat
(Ps.16:2+5, Num.18:20). Armoede in de geest is de oprechte erkenning van ons faillissement
voor God; wij zijn totaal van Hem afhankelijk, en wij bezitten uit onszelf geen gerechtigheid.
Het spreekt van een houding van bekering wanneer wij samen met Paulus constateren dat er
niemand rechtvaardig is, dat wij allemaal gezondigd hebben en tekortschieten in de glorie van
God (Rom.3:10+23). Wij erkennen onze geestelijke armoede en wij weten dat wij Hem vanuit
onszelf niets te bieden hebben waardoor wij Zijn gunst zouden kunnen verdienen.
Welke mensen zijn nu eigenlijk arm van geest? Dat zijn zonder twijfel zij die nederig zijn en
zichzelf kennen, zij die overtuigd zijn van zonde in hun leven en beseffen dat God hen de
genade gegeven heeft om tot bekering te komen voorafgaand aan het geloof in Christus. Zulk
een persoon zegt niet van zichzelf dat hij rijk is en alles heeft wat hij wil, en dat hij niets meer
nodig heeft; integendeel, hij beseft dat hij uit zichzelf armzalig, berooid, blind en naakt is
(Openb.3:17). Hij is beroofd van elke vorm van zelfvertrouwen, maar dat baant juist de weg tot
het ervaren van werkelijk geluk doordat hij leert om volledig op God te vertrouwen; want het is
God die in alles voorziet waarin de arme van geest zichzelf niet meer kan voorzien. Zo’n mens
was de tollenaar uit Luc.18:9-14.
Iemand is arm van geest wanneer hij op het niveau van zijn geest een bedelaar is geworden,
maar dat heeft niets te maken met financiële of sociale armoede; ook heeft het niets te maken
met maatschappelijk achtergesteld zijn of iemand die meelijwekkend is. De meest krachtige
persoonlijkheid kan arm van geest zijn, zoals we dergelijke personen regelmatig in de Bijbel
tegenkomen. Abraham was financieel gezien een zeer rijk iemand (Gen.24:1), maar toch was
hij arm van geest. Mozes was een dermate krachtige persoonlijkheid dat hij een volk van
duizenden mensen door de woestijn kon leiden, maar toch was hij arm van geest. Een arme
van geest is iemand die volledig bereid is zijn eigen geestelijke faillissement te onderkennen
en vandaaruit volledig bereid te zijn zich over te geven aan het onderwijs van Christus; zo
iemand is zeer geschikt om beslag te leggen op de geestelijke rijkdommen van het koninkrijk
van de hemel.
Arm van geest zijn heeft te maken met het bewustzijn dat we in grote nood verkeren op het
2
gebied van geestelijke groei in ons hart, in onze bediening, in onze gemeente, en in de hele
maatschappij. Deze waarheid is een van de meest verkeerd begrepen en daarom verkeerd
toegepaste waarheden in de genade van God. Dat blijkt onder andere uit het feit dat deze
tekst in de NBV ten onrechte verkeerd vertaald is vanwege onbegrip bij de vertaler. De
uitdrukking “gelukkig” in de tekst heeft niets te maken met somberheid in de geest, maar het
hebben van een vitale geest waarin wij een Goddelijk perspectief hebben op onze werkelijke
situatie. Arm van geest zijn heeft te maken met het vermogen onszelf te zien als geestelijk
arm in plaats van geestelijk rijk, maar dan in termen van ons onvermogen om geestelijk leven
te ervaren en uit te delen zonder de Heilige Geest. Het betekent dat wij onze diepe behoefte
zien om door God geholpen te worden in het licht van wat God ons overvloedig wil geven. Het
heeft te maken met het zien van onze door armoede getroffen situatie in geestelijke zaken, en
dus bewust zijn van onze geestelijke tekortkomingen en hulpbehoevendheid.
Deze geestelijke deugd begint met het besef van onze hulpbehoevendheid om genade van
God te ontvangen, en deze deugd blijft altijd aanwezig in onze geestelijke ontwikkeling. Het is
een diep besef van onze geestelijke noden en tekortkomingen, vooral met betrekking tot de
roeping om volmaakt te zijn (Matt.5:48). Arm van geest zijn betekent dat we ons bewust zijn
van onze geestelijke tekortkoming in gehoorzaamheid en liefde; we beseffen dat we een groot
gebrek hebben in het ontwikkelen van liefde. Arm van geest zijn betekent hoe wij onszelf zien,
en treurend zijn betekent hoe wij onszelf daarover voelen. Arm van geest en zachtmoedigheid
zijn sterk met elkaar verbonden, maar zijn niet precies dezelfde deugd. Arm van geest erkent
ons gebrek voor God en ons onvermogen om uit onszelf geestelijk leven voort te brengen. En
zachtmoedigheid is dat wij ons bewust zijn van ons gebrek tegenover mensen; dit omvat ook
het gebruik van onze hulpbronnen om hen te dienen.
Wij worden arm van geest door inzicht te ontvangen in de hoge doelstellingen van God voor
Zijn volk; we zien hoe God er naar verlangt om grote dingen in en door ons heen te doen. We
zijn geroepen om in liefde te wandelen voor Jezus en voor de mensen, en daarna anderen te
inspireren tot deze levenstijl, zoals die gedefinieerd wordt in de Bergrede. Dit omvat ook het
hebben van een vitale geest en honger naar het woord van God, een geest van gebed, en
naar de vrijzetting van de kracht van de Heilige Geest door onze woorden (getuigenis), onze
handen (bidden voor de zieken) en onze daden (werken van gerechtigheid). Of met andere
woorden gezegd, God wil Zijn manifeste tegenwoordigheid in onze levens demonstreren en
ons zalven om andere mensen te inspireren tot het uitleven van de levenstijl van de Bergrede,
zie Matt.5:19.
Wij groeien in deze deugd door te lezen wat het woord van God zegt over hoeveel God in en
door ons heen wil doen, door biografieën te lezen over wat God door anderen heen gedaan
heeft, of door onderwijs te ontvangen dat onze visie bekrachtigt tot het uitleven van de volheid
van de Heilige Geest in onze liefde, gehoorzaamheid, kracht en wijsheid. Het is daarom goed
om onszelf veelvuldig bloot te stellen aan onderwijs, boeken en geschriften, zang en muziek,
en relaties met medegelovigen, waarin de volheid van God benadrukt wordt. Elke generatie
ontvangt een verschillende mate van de kracht van de Heilige Geest in overeenstemming met
Gods doelstellingen. We weten niet precies welke mate van doorbraak de Heilige Geest aan
ieder van ons persoonlijk of collectief in onze generatie wil geven. Vele gelovigen verlagen
hun verwachtingen en accepteren kleinere doelstellingen, nadat ze jarenlang niet de volheid
hebben ontvangen die de Bijbel beschrijft voor de gemeente van Christus.
Naarmate ons inzicht groeit, krijgen we steeds meer oog voor de enorme kloof die er is tussen
wat God in en door ons heen wil doen en wat wij zelf ervaren. We zien ook dat wij zelf niet in
staat zijn om de kloof te dichten zonder de hulp van de Heilige Geest, die ons helpen wil als
antwoord op ons zoeken. We zijn niet in staat om meer van Zijn volheid te ontvangen zonder
Zijn hulp, dus richten wij ons hart erop om te leven op een manier die ons positioneert om
alles te ontvangen wat Hij voor ons heeft (Matt.6:1-18). We zijn geraakt door de realiteit dat de
dingen niet zo zijn als ze bedoeld zijn, en dat wij niet de macht in onszelf hebben om dingen
te veranderen zonder een drastische interventie van de Heilige Geest. Daarom richten we ons
hart er op om onszelf uit te strekken naar de volheid van Zijn doelstellingen voor ons en voor
anderen. Dit kan een kwetsende boodschap zijn, omdat mensen zich hierdoor oncomfortabel
kunnen voelen, wanneer ze zich realiseren dat ze een groot geestelijk gebrek hebben, en dat
3
ze op specifieke manieren moeten reageren. Want velen zullen in principe wel instemmen met
de boodschap, maar ze raken verontrust wanneer het henzelf op een specifieke manier zeer
persoonlijk raakt.
Jezus ontmaskerde dit als het echte probleem in de gemeente van Laodicea (Openb.3:14-21).
Wanneer een persoonlijke of collectieve bediening van een organisatie of gemeente rijk begint
te worden in financiën, populariteit en invloed, is men geneigd tot geestelijke passiviteit.
Openb.3:16-17 Maar nu u lauw bent in plaats van warm of koud, zal Ik u uitspuwen. U zegt
dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets nodig hebt. U beseft niet hoe ongelukkig u
bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt.
Elke bediening die geen nederigheid voortbrengt, maar hoogmoedig en daardoor ook passief
wordt, is een bediening die zichzelf begint uit te sluiten van de autoriteit van Gods koninkrijk.
Want de belofte voor de arme van geest is dat het koninkrijk van de hemel voor hem is, let
wel dat dit in de tegenwoordige tijd staat en niet in de toekomende tijd. Jezus belooft dat
iedereen die leeft als een arme van geest, de realiteiten van het koninkrijk zal ervaren. Dit
omvat het hebben van een vitale geest, Gods tegenwoordigheid voelen, en een instrument
van Gods tegenwoordigheid voor anderen zijn. Velen ervaren een gebrek in hun beleving van
Gods koninkrijk, echter zonder ooit een verbinding te leggen met armoede in de geest. Het
koninkrijk van God behoort ons nu al toe; dit spreekt van het meer ervaren van het koninkrijk
op een persoonlijke manier.
Luc.12:32 (HSV) Wees niet bevreesd, kleine kudde, want het heeft uw Vader behaagd u het
koninkrijk te geven.
De uitdrukking “arm van geest” kan gelovigen ertoe verleiden om zichzelf een onbijbelse valse
vorm van nederigheid aan te meten (Kol.2:18), waarbij zij alle nadruk leggen op hun eigen
geestelijke armoede zonder zich uit te strekken naar de volheid van Christus. Ze zullen dan
grote nadruk leggen op de ervaring van Paulus de apostel, zoals hij die beschreef in Rom.7,
waarin hij zijn eigen natuurlijke zwakheid beschreef. Dit was een belangrijke ontdekking van
Paulus, want als Saulus de farizeeër was hij zich totaal niet bewust van zijn grote geestelijke
armoede (Gal.1:13-14, Fil.3:5-6). Maar hoewel de ontdekking van onze natuurlijke zwakheid
van groot belang is in verband met onze geestelijke armoede, is de eerste basisvoorwaarde
voor het koninkrijk van God juist bedoeld om ons te stimuleren vurig op zoek te gaan naar de
volheid van Christus. Wij zijn weliswaar arm van geest, maar Jezus is zeer rijk van geest met
de bedoeling ons geestelijk zeer rijk te maken ten behoeve van onszelf en anderen!!!
2Kor.8:9 Tenslotte kent u de liefde die onze Heer Jezus Christus heeft gegeven: Hij was rijk,
maar is omwille van u arm geworden opdat u door Zijn armoede rijk zou worden.
Kol.2:9-10 Want in Hem is de Goddelijke volheid lichamelijk aanwezig, en omdat u één bent
met Hem, het Hoofd van alle machten en krachten, bent ook u van die volheid vervuld.
Arm van geest zijn helpt ons om onszelf op de juiste manier te zien, vooral met betrekking tot
onze natuurlijke bekwaamheden en onze toewijding aan God, vanuit het oogpunt dat wij zelf
niet in staat zijn om geestelijk leven voort te brengen. Geestelijke armoede is een openbaring
van Gods genade, die doorgroeit in ons hart en daarna in onze dienstbaarheid aan anderen.
Armoede in de geest is bedoeld om een sterk verlangen in ons wakker te maken voor het
ervaren van het leven van de Geest om dit aan anderen uit te delen; we voelen de urgentie
om met vurige inzet God te zoeken voor een grote doorbraak in ons eigen hart en bediening,
in de gemeente en in de maatschappij. Vaak worden er grote vergissingen gemaakt in het
toepassen van deze waarheid, want we moeten geen genoegen nemen met uiterlijkheden in
onze zoektocht naar een diepe geestelijke doorbraak. Ik denk daarbij aan grote menigten, een
groeiende populariteit, menselijk enthousiasme in samenkomsten, lichamelijke manifestaties
en groeiende financiële inkomsten. Er is op zich niks mis met deze dingen, maar we mogen
ze niet verwarren met het toedelen van echt geestelijk leven dat mensen aanspoort om op
zoek te gaan naar de levenstijl van de Bergrede.
Wij mogen God zoeken in het vertrouwen dat Hij echt van ons geniet, en dat onze zwakke
pogingen en beperkte invloed kostbaar zijn voor Hem en Zijn hartverwarmend. We mogen de
kleine omvang van ons werk en geestelijke invloed niet minachtend, evenmin als de groei en
populariteit van onze bediening. Maar we mogen er ook nooit tevreden mee zijn, omdat God
altijd meer voor ons heeft dan wij durven te verwachten. Velen voelen zich minderwaardig ten
4
opzichte van anderen, wanneer zij hun gaven, talenten, toewijding en successen vergelijken
met die van anderen, maar dat is in geen enkel opzicht hetzelfde als arm van geest zijn. Veel
gelovigen voelen zich ook vaak veroordeeld in hun relatie met God, omdat zij die baseren op
hun eigen toewijding en vruchtbaarheid (of het gebrek daaraan), maar ook dat is zeker niet
hetzelfde als arm van geest zijn. Gods liefde voor ons, Zijn vreugde over ons, Zijn waardering
voor wat wij doen, zijn niet van ons afhankelijk maar geheel van Zijn liefdevolle Vaderhart. En
juist dit mag ons aansporen voor een grotere doorbraak in ons hart en bediening, wetend dat
Hij oneindig veel meer voor ons heeft. Arm van geest zijn heeft diepe wortels in de volheid
van de almacht, de alwetendheid en de alomtegenwoordigheid van God.
Efez.3:20-21 Aan Hem die door de kracht die in ons werkt bij machte is oneindig veel meer
te doen dan wij vragen of denken, aan Hem komt de eer toe, in de kerk en in Christus
Jezus, tot in alle generaties, tot in alle eeuwigheid. Amen.
Wij mogen ons zeker voelen in de liefde van God en genieten van Zijn waardering voor onze
kleine resultaten, maar zonder zelfvoldaan te zijn over de mate van de kracht van de Heilige
Geest waarin wij leven en die wij aan anderen toedelen. Laat daarom zelfvoldaanheid onze
grote vijand zijn en geestelijke armoede de sleutel van David in de deur naar de volheid van
Christus voor onszelf en voor anderen.
Openb.3:7-8 Dit zegt Hij die heilig en betrouwbaar is, die de sleutel van David heeft,
wanneer Hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer Hij sluit, kan niemand openen: Ik weet
wat u doet. Ik heb ervoor gezorgd dat de deur voor u openstaat, zonder dat iemand hem kan
sluiten. Want ook al hebt u weinig invloed, u bent trouw gebleven aan wat Ik heb gezegd en
hebt Mijn naam niet verloochend.
Jezus spoort ons aan om zorgvuldig te zijn in hoe wij horen (Marc.4:23), maar ook wat wij
horen (Marc.4:24). Het is belangrijk om te onderscheiden wat wij als waarheid uit het woord
van God aanvaarden, en we moeten niet tevreden zijn met allerlei uiterlijke reacties op onze
bediening, maar vurig op zoek zijn naar inwendige verandering bij onszelf en bij hen die naar
ons luisteren, een verandering zoals die beschreven wordt in de Bergrede. Want onze ware
autoriteit wordt gemeten naar de mate van blijvende verandering in onze toehoorders, want
Jezus heeft ons opgeroepen om blijvende vrucht te dragen, en armoede in de geest is de
eerste voorwaarde om aan deze oproep van Jezus te kunnen beantwoorden.
Joh.15:7-8 Als jullie in Mij blijven en Mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal
gebeuren. De grootheid van Mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vrucht
dragen en Mijn leerlingen zijn.
Joh.15:16 Jullie hebben niet Mij uitgekozen, maar Ik jullie, en Ik heb jullie opgedragen om op
weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Wat je de Vader in Mijn naam vraagt, zal
Hij je geven.
C: Gelukkig zijn zij die treuren.
Matt.5:4 Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden.
Deze vorm van treuren heeft twee aspecten; in de eerste plaats spreekt het over een treuren
over onze eigen persoonlijke zonden en in de tweede plaats spreekt het over een treuren over
de zonden van de mensheid. Dit treuren spreekt niet van een verdriet zoals de wereld ervaart,
want verdriet zonder God leidt alleen maar tot de dood.
2Kor.7:10 Verdriet dat God geeft leidt tot inkeer die men nooit berouwt en tot redding; verdriet
dat de wereld geeft leidt alleen maar tot de dood.
Door God geïnspireerd verdriet is het kreunen van een gebroken hart over de zwakheid van
het menselijke bestaan met betrekking tot zonde en de ongelukkige toestand van menselijke
ervaringen. Deze vorm van verdriet geeft ons ook een goede basis voor voorbede, want David
sprak over beken van tranen die uit zijn ogen vloeiden, omdat mensen de wet van God niet
onderhielden (Ps.119:136). Zo sprak de profeet Jeremia het verlangen uit of zijn hoofd een
waterval mocht zijn en zijn oog een bron van tranen, zodat hij dag en nacht zou kunnen huilen
over de doden van zijn volk (Jer.8:23). In Ezech.9:4 lezen wij over mensen die in Jeruzalem
jammerden en klaagden over de gruwelijke dingen die in de stad gebeurden, en de profeet
Daniël was drie weken lang in volle rouw terwijl hij vastte vanwege de situatie waarin het volk
Israël verkeerde (Dan.10:2-3).
5
De profeet Joël roept ons op om te rouwen, te schreeuwen en te klagen, en te vasten voor het
aangezicht van de Heer om zo Zijn genade te kunnen afsmeken (Joël 1:13-14, 2:12-14+17).
De wetgeleerde Ezra bad en beleed de schuld van het volk en wierp zich daarbij huilend neer
voor Gods tempel, waar een grote menigte mannen en vrouwen om hem heen kwam staan en
met hem mee huilde (Ezra 10:1). Paulus moest met tranen in zijn ogen erkennen dat vele
gelovigen in Filippi als vijanden van het kruis van Christus leefden, hun ondergang tegemoet
(Fil.3:18). En hij was bang dat hij bij zijn volgende bezoek aan de gemeente te Korinte
opnieuw veel verdriet zou hebben vanwege al die broeders en zusters die nog steeds in
zonde leefden en zich niet afkeerden van hun ontucht en losbandigheid (2Kor.12:21). En
Jacobus roept de zondaars in de gemeente op om met tranen in de ogen en gebroken harten
voor Gods troon te verschijnen in nederigheid, zodat Hij hen kan herstellen van de gevolgen
van hun zonden (Jac.4:8-10).
Dit door God geïnspireerde verdriet is ook het resultaat van ons besef dat wij niet de kracht
hebben om de hoogten te bereiken waartoe God ons bestemd heeft, nadat wij Zijn vergeving
ontvangen hebben. Zoals de armoede in onze geest ons op weg geleid heeft naar eeuwige
redding en rechtvaardiging door genade, zo brengt geestelijk verdriet ons bij heiligmakende
genade waarbij de gelovige volledig op God vertrouwt voor een levensstijl in de basiswaarden
die hierna nog volgen. En zo ontvangt degene die treurt door de inspiratie van God een troost
die hem superieure vreugde en geluk verschaft.
Arm van geest zijn spreekt over hoe wij onszelf zien; geestelijk treuren spreekt over hoe wij
ons voelen, nadat wij onszelf gezien hebben in onze geestelijke armoede. Want wanneer wij
anders leren zien, zullen we ons ook anders voelen. Het resultaat van ons inzicht in onze
grote nood is dat wij pijn voelen wanneer we treuren om meer ervaring van Gods manifeste
tegenwoordigheid in ons leven. Dit is geen treuren over moeilijke omstandigheden maar een
zoeken naar geestelijke doorbraak. Goddelijk verdriet is een bovennatuurlijk werk van de
Heilige Geest, die ons wil brengen naar redding en bevrijding van een gevoelloze geest en
een krachteloze bediening. Dit treuren is Gods genade voor ons, ons verlangen naar God is
Zijn gave aan ons. Deze gave van geestelijk treuren is zeldzaam, kostbaar en krachtig, en kan
niet gekocht worden met goud of zilver. Daarom moeten we weigeren om getroost te worden
door iets anders dan alleen door een doorbraak van de volheid, die de Heer ons beloofd in
Zijn woord.
2Kor.7:11 Zie nu zelf waartoe uw verdriet dat God gegeven heeft, uiteindelijk heeft geleid.
Hoe groot is uw inzet niet geworden; meer nog, hoe fel hebt u zich niet verdedigd, en hoe
verontwaardigd was u niet.
Wij treuren omdat we zien hoeveel God ons wil geven in ons leven, in onze bediening, in onze
gemeente en in de naties. Het spreekt van de pijn die we voelen, wanneer we de kloof zien
tussen wat God voor ons bedoeld heeft en wat we daadwerkelijk ervaren. De profeet Jesaja
was totaal ontdaan, toen hij de geestelijke situatie van zijn eigen leven en die van het volk
Israël zag.
Jes.6:5 Ik schreeuwde het uit: Wee mij! Ik moet zwijgen, want ik ben een mens met onreine
lippen, en ik leef te midden van een volk dat onreine lippen heeft. En nu heb ik met eigen
ogen de Koning, de HEER van de hemelse machten, gezien.
We treuren over onze tweeslachtigheid, onze tekortkomingen en ons gebrek aan volharding in
geestelijke zaken. We moeten daarbij voortdurend het verschil zien tussen wie wij zijn in onze
positie in Christus en wat wij daadwerkelijk in God ervaren, hoewel we tegelijkertijd groeien in
ons bewustzijn van hoeveel er van Godswege nog meer is om in ontvangst te nemen. We
ervaren een bepaalde mate van vreugde met dankbaarheid voor wat Hij ons gegeven heeft,
terwijl we op hetzelfde moment treuren vanwege het gebrek aan ervaring van zoveel meer. Dit
treuren miskent niet ons vertrouwen in het feit dat God echt van ons geniet en onze zwakke
pogingen om Hem te dienen waardeert. We zijn dankbaar voor alles wat we in Gods genade
ervaren, maar we mogen nooit tevreden zijn op een manier waarop we niet meer volharden in
het zoeken naar Gods volheid.
Jac.4:8-10 Nader tot God, dan zal Hij tot u naderen. Reinig uw handen …… ; zuiver uw hart,
weifelaars. Weeklaag, wees treurig en laat uw tranen vloeien. Laat uw lachen veranderen in
droefheid en uw vreugde in somberheid. Verneder u voor de Heer, dan zal Hij u verheffen.
6
Het voelen van de pijn van deze door God geïnspireerde wanhoop en heilige ontevredenheid
helpt ons om radicaal te zijn in het op orde brengen van ons leven met betrekking tot het
gebruik van onze kracht, tijd en geld om God te zoeken voor alles wat Hij ons wil geven. Onze
roep om meer kan niet beantwoord worden door een menselijke oplossing, want onze cultuur
heeft zoveel waardering voor welvaart en gemak, dat we de neiging hebben om naar een
verkeerd soort troost te zoeken. We moeten weigeren om door iets anders getroost te worden
dan door het allerhoogste wat God ons wil geven, we moeten weigeren om gerustgesteld te
worden door valse gemakzucht die geworteld is in menselijk sentiment. Daarom moeten we
ook oppassen voor goedbedoelende gelovigen die met gemakkelijke antwoorden komen en
onze visie verduisteren om meer te ervaren van alles wat Jezus ons wil geven. Gelovigen die
nog nooit gepijnigd zijn geweest door hun geestelijke gebrek, zullen ongelooflijk veel moeten
missen in wat God voor hen heeft klaarliggen. Ze zitten vast in onvruchtbaarheid zonder dat
zij zich daarvan bewust zijn, en vanuit hun gebrek aan honger naar meer zullen ze ook ons op
het verkeerde been zetten en goedbedoelend afhouden van deze tweede basisvoorwaarde,
die noodzakelijk is voor verdere geestelijke groei.
Kol.2:18 (HSV) Laat u niet de prijs ontzeggen door iemand die behagen schept in (valse)
nederigheid.
D: Gelukkig zijn de zachtmoedigen.
Matt.5:5 Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde bezitten.
Zachtmoedigheid is een primaire deugd van het koninkrijk waar wij met ons hele hart naar
moeten zoeken; zachtmoedigheid wordt geassocieerd met vriendelijkheid en nederigheid,
maar zachtmoedigheid wordt het beste omschreven als kracht die onder controle staat. Want
wanneer wij zachtmoedig zijn, beperken wij onze kracht ten behoeve van een hoger principe;
dit moeten wij niet verwarren met zwakheid, want zwakheid is de afwezigheid van macht en
kracht. Zachtmoedigheid is het hebben van macht, maar toch deze macht beperken in het
gebruik terwille van verlossende doeleinden; we moeten dit ook niet verwarren met bepaalde
persoonlijke trekjes. Een introverte persoonlijkheid is niet hetzelfde als zachtmoedigheid, want
een timide persoonlijkheid is geworteld in angst voor mensen en een laag zelfbeeld; er is dan
sprake van minderwaardigheidsgevoelens ten opzichte van anderen.
Zachtmoedigheid is ontwikkeling van een dienstbare geest waarvan Jezus het meest ultieme
voorbeeld is (Matt.11:29). Zachtmoedigheid is niet alleen het beperken van macht terwille van
een hoger doel, maar ook de bereidheid in God om schande en smaad te verdragen terwille
van de liefde. In zachtmoedigheid ontwikkelen wij een dienstbare geest waarin wij anderen
hoger achten dan onszelf (Fil.2:3-5); daarom spreekt zachtmoedigheid meer over de kracht
om te dienen dan over de kracht om te heersen, te controleren en te beschermen. De belofte
is dan ook dat de zachtmoedigen de aarde (niet alleen maar het land) zullen bezitten; dit is
een bijzonder vreemde gedachte voor de wereld, want in de wereld wordt macht gebruikt om
heerschappij te vestigen en het eigen bezit te beschermen. Maar Jezus’ belofte voor het
bezitten van de aarde is gebaseerd op Ps.37.
Ps.37:7-11 Blijf kalm en wacht op de HEER, erger je niet aan wie slaagt in het leven, aan wie
met listen te werk gaat. Wind je niet op, laat je woede varen, erger je niet, dat brengt maar
onheil. Slechte mensen worden verdelgd, wie hopen op de HEER, zullen het land bezitten.
Nog even, en verdwenen is de zondaar, je kijkt waar hij is, maar vindt hem niet. Wie nederig
zijn, zullen het land (of: aarde) bezitten en gelukkig leven in overvloed en vrede.
Jacobus vertelt ons dat de belangrijkste weg om genade van God te ontvangen bestaat uit het
omarmen van nederigheid en zachtmoedigheid (Jac.4:6), en de meest nederige daad die wij
kunnen doen is te kijken naar de zachtmoedigheid van Jezus. Het hele leven van Jezus op
aarde was geordend rond deze karaktereigenschap, en dit zocht Hij het meest; vanaf het
moment dat Jezus geboren werd, aanschouwde God de Vader Zijn eigen nederigheid in de
persoon van de God-Mens Jezus. De liefde van God werd steeds openlijker gedemonstreerd
naar de mate dat Jezus Zichzelf steeds dieper vernederde (Fil.2:6-8); en degene die oprecht
naar de God-Mens Jezus Christus en Zijn zachtmoedigheid kijkt, zal het besef hebben dat hij
naar een groot mysterie kijkt. Hoe kan Iemand zoveel macht bezitten en zo sterk zijn, en toch
tegelijkertijd zo diep afdalen? Het zien en aanschouwen van de zachtmoedigheid van Jezus is
7
het beste medicijn tot heiliging in gebieden als trots en boosheid in het menselijke hart; het
veroorzaakt heilige tranen van verlangen om aan Hem gelijk te zijn, en deze tranen reinigen
ons hart van het trauma van macht en geweld en nodigen de genade van God uit om ons
nederig te maken.
Matt.11:29-30 Neem Mijn juk op je en leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van
hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.
Nog een ander aspect van zachtmoedigheid is het ontvangen van verkeerde behandeling en
lichamelijk en emotioneel lijden alsof het uit de hand van de liefhebbende Vader komt en een
groot werk van heiliging teweegbrengt. Verkeerd behandeld worden is een ultieme test voor
zachtmoedigheid, en deze test baant de weg voor verandering. De verkeerde behandeling en
onderdrukking door anderen brengt de zwakke patronen van ons hart onder de oppervlakte
aan het licht en raakt gebieden van trots aan, die anders niet opgemerkt zouden worden in
onze gecontroleerde levensstijl. Wanneer wij op een goede manier reageren, kan elke vorm
van tegenstand zachtmoedigheid in ons hart bewerken. Wanneer wij begrijpen hoe wij moeten
groeien in zachtmoedigheid temidden van tegenstand, creëren wij ruimte voor afhankelijkheid,
geloof en vertrouwen.
Wanneer wij de Goddelijke wisselkoers leren begrijpen en datgene wat op ons wacht in de
toekomende eeuw, wanneer wij zachtmoedigheid omarmen temidden van beproeving, zullen
wij het niet wagen een goede gelegenheid te verspillen om correctie vanuit de hand van de
Heer te ontvangen; we zullen daarna ook vergeving en goede behandeling schenken aan hen
die ons verkeerd behandeld hebben. Er is iets dat beter is dan alleen maar gelijk te hebben in
dit leven, en dat is bevrijd te worden van trots in onze inwendige mens! Wandelen in deze
zachtmoedigheid betekent ook het omarmen van een levensstijl van soberheid en vasten
ofwel een dienstbare geest ontwikkelen in het gebruik van onze natuurlijke mogelijkheden
zoals tijd, geld, energie, reputatie, autoriteit enzovoort. Nederigheid en zachtmoedigheid
spreken van het gebruik van onze mogelijkheden met een dienstbare geest, waarbij wij onze
persoonlijke rechten afleggen in het dienen van anderen zonder daarbij aandacht te schenken
aan de beloning van mensen.
Arm van geest zijn en zachtmoedigheid zijn sterk met elkaar verbonden, maar er is ook een
duidelijk onderscheid. Armoede in de geest begint met het besef van ons geestelijk gebrek
voor God en onze grote behoefte aan Zijn hulpbronnen. Zachtmoedigheid heeft te maken met
een besef van onze tekortkoming ten opzichte van mensen en de verantwoording die wij aan
God schuldig zijn voor Zijn hulpbronnen en Zijn eigendomsrechten op Zijn gaven aan ons. Dit
verandert de manier waarop wij gebruik maken van wat God ons geeft. Van nature zijn we
geneigd om onze hulpbronnen zoals talenten, geld, positie en invloed te zien als dingen die
ons eigendom zijn en het resultaat zijn van onze toewijding en ons harde werken. Van nature
denken we dat we goed behandeld moeten worden door God en mensen met betrekking tot
onze omstandigheden, maar zachtmoedigheid is controle hebben over onze zelfzucht. De
essentiële vraag is wie er centraal staat in ons leven.
De zachtmoedige mens wordt in beslag genomen door Jezus als de bron van het leven en de
eigenaar van alles wat wij bezitten. Daarom zijn zachtmoedige mensen dankbaar voor alles
wie ze zijn en wat ze hebben, en ze maken er gebruik van met een dienstbare geest door
ruimschoots uit te delen aan anderen. Want wanneer wij alles wat we hebben ontvangen als
een genadegave zien, zullen we niet trots zijn op wat we bezitten en op wie we zijn. Maar we
reageren in trots wanneer we klagen over de kleine omvang van onze zegen of wanneer we
onze talenten, positie, geld en gaven gebruiken alsof het ons eigen bezit is. We vergeten dan
dat alles wat we bezitten het gevolg is van de genade van God, en daarom is er geen enkele
reden voor trots in ons leven.
1Kor.3:21-23 Niemand van u moet zich daarom laten voorstaan op een ander mens, want
alles is van u; of het nu Paulus, Apollos of Kefas is, wereld, leven of dood, heden of toekomst,
alles is van u. Maar u bent van Christus en Christus is van God.
1Kor.4:7 Wie denkt u dat u bent? Bezit u ook maar iets dat u niet geschonken is? Alles is u
geschonken, dus waarom schept u dan op alsof u het zelf verworven hebt?
Vanwege een verkeerd perspectief op gaven en talenten of juist gebrek daaraan, rijkdom of
juist gebrek aan rijkdom, positie of juist gebrek aan positie, succes of juist gebrek aan succes
8
schieten we snel tekort in dankbaarheid, en zullen we ons snel beledigd voelen wanneer er
geen aandacht aan ons geschonken wordt. De zachtmoedige mens weet dat hij de discipline
van God veel meer verdiend heeft dan enige mate van kleine of grote zegen, die God aan
hem gegeven heeft ten behoeve van andere mensen. De zachtmoedige mens omarmt dan
belangrijke en onbelangrijke taken met dankbaarheid, omdat hij weet dat hij veel meer krijgt
dan hij heeft verdiend. De zachtmoedige mens weigert te manipuleren of druk op mensen uit
te oefenen om promotie af te dwingen. De aan zachtmoedigheid gekoppelde belofte van het
bezitten van de aarde spreekt van het hebben van invloed, maar deze belofte wordt slechts
ten dele in dit leven vervuld en pas volledig vervuld in de eeuwigheid (Openb.3:21, 20:4-6).
Tot aan die tijd moeten we de volgende woorden van Jezus indringend ter harte nemen.
Luc.17:7-10 Als iemand van jullie een knecht zou hebben die ploegt of de kudden weidt, dan
zal hij, wanneer die thuiskomt van het land, toch niet tegen hem zeggen: Ga maar meteen
aan tafel? Zal hij niet veel eerder tegen hem zeggen: Maak iets te eten voor me klaar, doe je
gordel om en bedien me terwijl ik eet en drink, en daarna kun je zelf eten en drinken? Hij
bedankt de knecht toch niet omdat die gedaan heeft wat hem is opgedragen? Hetzelfde geldt
voor jullie; wanneer jullie alles gedaan hebben wat jullie is opgedragen, zeg dan: Wij zijn
maar knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan.
E: Gelukkig zijn zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid.
Matt.5:6 Gelukkig wie hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd
worden.
Wanneer het menselijke hart eenmaal gebogen heeft in gebrokenheid voor God, geleerd heeft
om te treuren op Goddelijke wijze en nederig te wachten op God alleen, worden er in ons een
honger en dorst naar Gods gerechtigheid wakker gemaakt door de Heilige Geest. De wegen
van God zijn niet vanzelfsprekend voor een mens, maar ze werken wel verslavend voor een
hart dat rust gevonden heeft in God, want Zijn wegen zijn hoger. Zijn bijzonder rechtvaardige
waarheden zijn als machtige bergen die het menselijk verstand te boven gaan, maar die ook
het hart verslaafd maken aan het vinden van rust bij God. Zijn wegen zijn hoger en toren hoog
boven de kleine klompjes van menselijke wijsheid en slimheid uit, maar in de wegen van God
wordt het hongerige hart verzadigd en wordt de dorstige ziel gelest. Deze verzadiging van ons
hart zal ons geloof in de Heer ondersteunen wanneer wij Hem met ons hele hart zoeken in de
seizoenen van verandering in ons leven, in plaats van opgebrand te raken door teleurstelling
in God of door beledigingen van mensen.
Joh.7:37-38 Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en Hij
riep: Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken! Rivieren van levend water zullen stromen
uit het hart van wie in Mij gelooft, zo zegt de Schrift.
Jezus leerde ons niet alleen de noodzaak maar ook de glorie en de vrijheid van honger en
dorst naar meer van Gods genade. Jezus roept ons op om volhardend God te zoeken voor
het vrijzetten van Zijn gerechtigheid in ons persoonlijke leven, in andere mensenlevens en in
de maatschappij. Honger naar gerechtigheid heeft te maken met bij God aandringen om meer
van Hem te kunnen ervaren, we weigeren dan om genegeerd te worden in ons jagen naar de
volheid van Zijn beloften. Sommige gelovigen definiëren genade als de afwezigheid van deze
aandrang bij God, maar dat is een verwrongen kijk op genade, die helaas veel aanwezig is in
de kerk van deze tijd. Het zien van onze grote nood (5:3) bewerkt een geestelijk treuren (5:4)
voor een grote doorbraak; we zijn dan zo wanhopig dat we al onze kracht gebruiken om God
te zoeken en Zijn koninkrijk te dienen (5:5). Onze honger doet de genade van krachtige ijver
toenemen in het zoeken naar God voor lange tijd en niet voor een enkel seizoen (5:6). Paulus
is een groot voorbeeld van een gelovige die alles op alles zette om in de volheid van Gods
bestemming voor zijn leven te kunnen wandelen.
Fil.3:12-14 Niet dat ik al zover ben en mijn doel al heb bereikt. Maar ik houd vol in de hoop
eens dat te kunnen grijpen waarvoor Christus Jezus mij gegrepen heeft. Broeders en zusters,
ik beeld me niet in dat ik het al heb bereikt, maar één ding is zeker: ik vergeet wat achter me
ligt en richt mij op wat voor me ligt. Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God
mij door Christus Jezus roept.
Wanneer wij hongeren en dorsten naar gerechtigheid, zullen we alles omarmen wat nodig is
9
om meer van God te kunnen ervaren; een wezenlijk onderdeel van deze honger en dorst is
een sobere levensstijl inclusief een bepaalde mate van vasten. Wij jagen achter een Persoon
aan die in staat is om gerechtigheid in ons en door ons heen vrij te zetten, en Jezus is het
waard dat wij met volharding bij God aandringen (Hebr.4:16). We zoeken in de eerste plaats
een doorbraak van gerechtigheid in ons eigen hart, pas daarna in de levens van anderen en
in de situaties van de naties. We schenken dan grote aandacht aan gerechtigheid in de kleine
kwesties van ons hart en onze mond, want direct na deze acht basiswaarden sprak Jezus
over gerechtigheid in zes verschillende gebieden van het leven (5:21-48). Honger is een van
de meest duidelijke kenmerken van leven, want waar geen honger is, daar is geen sprake van
echt leven. Veel gelovigen leven zonder geestelijke honger naar gebed en het woord van
God, maar dat is abnormaal christendom. Honger naar God en de volheid van Zijn beloften
voor ons is kenmerkend voor de ware pelgrimsgeest, en de enige manier om veroverd gebied
te bewaren maar ook nieuw terrein te veroveren op de vijand. In het geestelijke leven geldt
ook de regel dat stilstand hetzelfde is als achteruitgang, ons hart wordt of warmer of kouder.
De Heilige Geest is zeer gewillig om iedereen geestelijk hongerig te maken, wanneer wij Hem
beginnen te zoeken voor deze honger. Aandringen bij God kan alleen succesvol zijn, wanneer
wij geworteld zijn in het vertrouwen dat Hij van ons geniet en onze zwakke pogingen om Hem
te dienen waardeert. De belofte van deze basiswaarde is dat wij verzadigd zullen worden, en
dat is een ervaring die we zeker niet willen missen!
F: Slotconclusie.
Deze eerste vier basiswaarden worden door de wereld als zeer negatieve kwaliteiten gezien,
want we zijn arm van geest (5:3) in plaats van trots op onze geestelijke ervaring met God. We
treuren om meer van God (5:4) in plaats van tevredenheid in onze relatie met God. We zijn
zachtmoedig (5:5) in plaats van zelfgericht, en we zijn hongerig en dorstig (5:6) in plaats van
zelfvoldaan. Met deze vier basiswaarden wordt een degelijk fundament gelegd, waarop we
met de volgende vier basiswaarden kunnen verder bouwen om te groeien naar de volmaakte
hartsgesteldheid, waartoe Jezus ons in de Bergrede oproept.
Matt.5:48 Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.
V.v.d.B. 
10
Download