Speluitleg Dierenavontuur Alles wat je nodig hebt voor Dierenavontuur, zit in het doosje met de kaarten. Het spel Dierenavontuur werkt als volgt: •Speel het Dierenavontuur bij voorkeur op een natuurlijk begroeid terrein en spreek heel duidelijk af wat de grenzen van het terrein zijn. •Lees het verhaal voor op de bijgevoegde Verhalenkaart. •Verdeel de spelers in twee ongeveer even grote groepen. •Geef één groep de rode kaarten mee en de andere groep de blauwe kaarten. •Laat de groepen naar een plek binnen het afgesproken terrein lopen. Het is mooi als deze twee plekken ver uit elkaar liggen. •Eerst bepalen beide groepen wie de oase­ kaart ontvangt. Deze speler gaat zich met de kaart verstoppen op het aangegeven terrein. Daarna ontvangen de overige spelers een dierenkaart. Zorg ervoor dat de verhouding van meespelende dieren goed is. •Als de oases van beide groepen zijn verstopt, kan het spel beginnen. De spelers met de dierenkaarten gaan op zoek naar de oase van de andere groep. •Het doel is om de oase van de andere groep te vinden en te veroveren. Dit doe je door als speler met een dierenkaart de speler met de oasekaart te tikken. •Tijdens de zoektocht kom je natuurlijk spelers met dierenkaarten van de tegen­ partij tegen (herkenbaar aan de andere kleur kaart). Als twee spelers van de ­verschillende groepen elkaar tikken, laten zij elkaar de dierenkaart zien. •Degene met de dierenkaart die sterker is dan de andere dierenkaart (het dier staat hoger op het kaartje weergegeven en/of heeft een hoger nummer) wint van de zwakkere. De speler met de zwakkere dierenkaart geeft de dierenkaart af aan de sterkere speler en gaat een nieuwe dieren­ kaart halen bij het verzamelpunt, waar iemand van de spelleiding staat. Bij twee dezelfde dieren gaat ieder zijn eigen weg en worden er geen kaarten ingenomen. •De speler die nu de zwakkere kaart heeft ontvangen van de tegenpartij, mag deze inleveren bij de spelleiding, maar mag ook doorspelen. Er mogen maximaal twee veroverde dierenkaarten meegenomen worden, daarna moeten ze worden in­ geleverd. •Zijn de kaarten op bij de spelleider, dan kan deze niets meer uitdelen. De kinderen die geen kaart meer hebben, zijn dan mensen in de woestijn. Deze mensen mogen in het spel niet tikken. Zij mogen wel zoeken naar de oase, maar als ze deze gevonden hebben mogen ze ’m niet tikken. Dit mogen alleen de teamgenoten met een dierenkaart. •Let op: de oase zit op een vast punt en loopt niet rond. In elke groep is maar één speler de oase. Wordt de oase gevonden en getikt, dan wordt de oasekaart meegenomen naar de spelleiding en dan wordt het spel beëindigd. Tips Dierenavontuur •Laat een sterk dier met een zwakkere samen lopen. • Laat een sterk dier de oase bewaken. •Als je weet wie van de tegenstander een sterk dier is; vertel het door aan de andere dieren. •De olifant is het sterkste dier en kan bijna alle dieren verslaan, behalve de muis. De muis is de zwakste van allemaal, maar wint van de olifant. • Speel tactisch en bewaak de oase goed! Variaties Dierenavontuur Je kunt het Dierenavontuur ook op andere manieren spelen. Verschillende varianten zijn: 1.Laat de oase rondlopen, in plaats van zich verstoppen op één plek. 2.Speel het spel zonder oases en op tijd. Kijk welk team zoveel mogelijk dieren van de tegenpartij kan veroveren. 3.Jagers: nadat het spel begonnen is, geen kaarten meer uitdelen. Wanneer iemand dan zijn dierenkaart heeft moeten afstaan, is hij/zij een jager geworden. Als jager mag je niet tikken, maar wel getikt worden. Tikt iemand jou, dan zeg je ‘knal-boem’ en dan mag je de kaart van de tegenstander innemen. Let wel: je blijft in het spel jager. De persoon waarvan jij de kaart nu hebt ingenomen, wordt ook automatisch jager. Jagers kunnen zoeken naar de oase, maar mogen deze niet aantikken. Dit moet worden overgelaten aan de dieren. 4.Oasekaart verstoppen: speel het spel op een plaats waar het lastig is om te verstoppen of waar de ruimte beperkt is. De spelleider verstopt de oasekaart dan zelf in plaats van de persoon met de oasekaart. Zo wordt het zoeken moeilijker.