-1- VL/NB Brussel, 8 april 2009 EEN PREVENTIEF ACOHOL- EN DRUGSBELEID IN DE ONDERNEMING Wetgevende mededeling Op 1 april 2009 zijn de sociale partners het eens geworden om binnen de Nationale Arbeidsraad een CAO nr. 100 af te sluiten betreffende de invoering van een preventief alcohol- en drugsbeleid in de onderneming. De volledige tekst is beschikbaar op de website http://www.cnt-nar.be/ of het I-Portal http://iportal/cat.asp?souscategorie=1561 De ondernemingen die binnen het toepassingsgebied van deze overeenkomst vallen, moeten uiterlijk op 1 april 2010 een preventief alcohol- en drugsbeleid uitgewerkt hebben. Wat moeten we hiervan onthouden? Het gaat erom de werkgevers en de werknemers een verantwoordelijkheidsgevoel te geven om zo het gebruik van alcohol en drugs tijdens het werk of met weerslag op het werk te voorkomen. Om die reden moet elke werkgever een preventief beleid uitwerken, met duidelijke regels en procedures voor toepassing bij functiestoornissen of voor de uitvoering van opsporingstests. Dit beleid moet op regelmatige basis geëvalueerd en aangepast worden, in overleg met de leden van de hiërarchische lijn en de diensten voor preventie en bescherming op het werk. Hierna volgt een gedetailleerd overzicht, dat in belangrijke mate geïnspireerd is op het artikel “Les Partenaires sociaux souhaitent une politique préventive en matière d’alcool et de drogues” (de sociale partners willen een preventief alcohol- en drugsbeleid), verschenen in La Sécurité au Travail, nr. 20, 2008. Dr. V. LIBOTTE Verantwoordelijke Dienst Studie en Ontwikkeling BOONEN Nathalie Documentaliste -2- DOEL De werkgevers en de werknemers een verantwoordelijkheidsgevoel geven om zo het gebruik van alcohol en drugs tijdens het werk en met weerslag op het werk te voorkomen. MAATREGELEN Elke werkgever moet dus een preventief beleid uitwerken dat rekening houdt met: de grootte van de onderneming, de specifieke risico’s die verband houden met de uit te voeren activiteiten, de specifieke risico’s voor bepaalde groepen werknemers. Eerste fase: Beleids- of intentieverklaring door de werkgever. Tweede fase: De werkgever legt regels vast voor: het beschikbaar/niet-beschikbaar zijn van alcohol op het werk, het meebrengen van alcohol of drugs naar het werk, het gebruik van alcohol en drugs op de werkplaats (d.w.z.: tijdens de werkuren, onmiddellijk na de werkuren en op de weg naar het werk). Hij stelt ook procedures op voor de gevallen waarbij een functiestoornis wordt vastgesteld. Hij bepaalt de stappen die gevolgd moeten worden bij arbeidsongeschiktheid. Hij bepaalt eveneens de modaliteiten voor het afnemen van opsporingstests voor alcohol en drugs: Welke tests? Welke doelgroepen? Welke procedures voor het uitvoeren van de tests? Wat als de test positief is? Hij past in overeenstemming hiermee het arbeidsreglement aan. IMPLICATIE – INFORMATIE – EVALUATIE Het CPBW evenals de OR worden bij elke fase van de uitwerking en de evaluatie van het plan betrokken. De evaluatie gebeurt op regelmatige basis en de werkgever zal zijn beleid in functie van deze evaluatie aanpassen. -3De leden van de hiërarchische lijn en de werknemers moeten door de werkgever over alle genomen maatregelen geïnformeerd worden. De preventieraadgever die bij de uitvoering van het werk risico’s vaststelt en meent dat deze het gevolg zijn van het gebruik van alcohol of drugs: informeert de werknemer over de bijstandsmogelijkheden op het niveau van de onderneming, informeert de werknemer over de mogelijkheid om zich te wenden tot zijn behandelende geneesheer of tot gespecialiseerde diensten of instellingen, kan contact opnemen met een externe partij wanneer de werknemer zelf hiertoe niet in staat is en met toestemming van deze laatste. Noot: De werkgever moet ervoor zorgen dat de preventieraadgevers hun preventieve rol optimaal kunnen uitvoeren.