Definitie studeerbaarheid

advertisement
Plenaire sessie 1.1
Studietijd en studeerbaarheid
in tijden van flexibilisering
Hilde Schrooten
m.m.v. An Severeyns
Projectmedewerkers
Kwaliteitszorg
» Indicatoren formuleren en instrumenten
ontwikkelen om check uit te voeren,
verbeteracties uitwerken
Onderwijsplanning
Onderwijsontwikkeling
P
Onderwijsuitvoering
A
D
Onderwijsevaluatie
C
Decreet en
Accreditatiekader, facet 2.4
1. Studieomvang begroten via
studiepunten
2. De werkelijke studietijd toetsen
(Overeenstemming tussen reële en
begrote studietijd nagaan, verdeling)
3. Aantonen dat opleiding studeerbaar
is doordat factoren (..) die de
studievoortgang belemmeren zoveel
mogelijk worden weggenomen
Van studietijd naar
studeerbaarheid
»
»
»
»
»
»
»
»
Studietijd
Studieomvang
Studielast
Studiebelemmerende
factoren
Studeerbaarheid
Studie-efficiëntie
Studierendement
Studievoortgang
» Normstudent
» Specifieke
studentengroepen
Conceptuele
definitie
Operationele
definitie
Indicatoren
Studieomvang
Decreet 1991/94:
» Invoering studiepuntenstelsel
Accreditatiekader: Facet 4.2
» Beoordelingscriterium: de opleiding
voldoet aan de formele eisen met
betrekking tot de studieomvang
(veelvoud van 60)
Studieomvang
Definitie studieomvang:
» ‘het aantal studiepunten toegekend
aan een opleiding,
opleidingsonderdeel of aan een
opleiding’
Definitie studiepunt:
» ‘… internationale eenheid die
overeenstemt met min. 25 en max. 30
uren …’
Studieomvang
Decreet 1991/94:
60 studiepunten per jaar
» = 1500-1800 uur/jaar
» = ± 38 uur/week
»
»
Totale studietijd onder controle
houden
Variatie in Europa: van 1200 u in
Groot-Brittanië tot 1887 u in Tsjechië
Studietijd
»
»
»
»
Structuurdecreet 2003:
BaMa-structuur
Studentenmobiliteit vergemakkelijken
ECTS: ‘onderwijseuro’s’
»
»
»
Flexibiliseringsdecreet 2004:
Flexibel jaarprogramma samenstellen
Studieomvang van opleidingsjaar =
54-66 stptn
Studietijd
» Beoordelingscriterium :
‘De werkelijke studietijd wordt
getoetst en sluit aan bij de normen
vastgesteld krachtens decreet’
31
30
29
28
27
26
25
24
23
22
Minimum
begrote
Gemeten
Maximum
begrote
Studietijd
Studietijd
Definitie studietijd:
» ‘De in uren weergegeven tijd die van de
normstudent wordt gevergd om de
voorgeschreven onderwijs-, studie- en
toetsactiviteiten van een opleidingsonderdeel, opleidingsprogramma, een
studiejaar of een opleiding af te ronden’
(Structuurdecreet, art. 3)
Studietijd
Operationalisering studietijd:
» Opvragen op niveau van de
onderwijsactiviteit (herkenbaar)
» Opsplitsen in activiteitencategorieën:
contacttijd, verplichte opdrachten,
leerstof persoonlijk verwerken
» Effectief gevolgde uren registreren
» Ook tijd voor tweede examenkans
» Netto studietijd (niet verplaatsing en
pauzes) – wel forfait (1 uur/stp)
Studietijd
Operationalisering studietijd:
» Gemiddelde studietijd
» Spreiding
» Betrouwbaarheidsinterval
» Mediaan
» Boxplot
Doelstelling 3:
bijkomende
maten
genereren
Normstudent
Definitie normstudent:
» ‘Het begrip dat het geheel van afspraken
omvat over de student, die alle kenmerken
inzake voorkennis, begaafdheid, motivatie en
studiehabitus vertoont van de doelgroep
waarop de programmering van een opleiding
is gericht’ (Structuurdecreet, art. 3)
» ‘De student die geschikt geacht wordt voor de
betreffende studie en die, mits een redelijk
geachte inspanning, in staat is met succes
het betreffende programma te doorlopen’ (De
Groot, 1979-80)
» (niet meer in Flexibiliseringsdecreet)
Normstudent
Operationalisering normstudent:
Voor flexibiliseringsdecreet:
» Student die geslaagd is voor een
opleidingsjaar na twee zittijden
» Enkel wie volledig jaarprogramma volgt – niet bisstud.
Na flexibiliseringsdecreet:
» Student die credit verwerft voor
opleidingsonderdeel na twee examenkansen
» Geen rekening houden met 1e/ne inschrijving OO
Studietijd
» Formulieren op maat, met eventueel
onderwijsactiviteiten uit
geïndividualiseerd studietraject
» Normstudent bepalen op niveau van
het opleidingsonderdeel
» Verwerking op niveau van het
opleidingsonderdeel
» Traject: som van studietijden per
opleidingsonderdeel
Specifieke
studentengroepen
» Flexibilisering: toename van niettraditionele studenten, trajecten
» Bv. zij-instromers, werkstudenten
» Financieringsdecreet 2008: gelijke
kansen- en diversiteitsdenken:
» Drie prioritaire ‘kansen’groepen:
» Werkstudent, allochtone student en student
met functiebeperking
Doelstelling 2:
Gegevens genereren per specifieke studentengroep
Specifieke
studentengroepen
» Aanmoedigingsfonds: acties ter bevordering
van instroom, doorstroom en uitstroom van
kansengroepen
» Registreren – Actie – Resultaatsindicatoren
» Definities en indicatoren voor registratie
ontwikkeld in werkgroep Beleidsindicatoren
van Stuurgroep Diversiteit
» Diende mede als basis voor Advies over registratie van kansengroepen van VLOR (2008)
» Basis voor items vragenlijst studentkenmerken
Studietijd: vragen
» Hoeveel tijd besteedt de normstudent
gemiddeld (…) aan een
opleidingsonderdeel/traject?
» Komt deze bestede tijd overeen met de via
studiepunten begrote tijd?
» Hoe is de studietijd gespreid over de
betrokken periode? (piekmomenten)
» Welke is de gemiddelde studietijd per
activiteitencategorie? (vgl. visie)
» Zijn er verschillen tussen studentengroepen
(traditioneel-niet, kansengroepen, modeltraject/ISP, generatie/niet, vooropleiding)
Technieken
studietijdmeting
Per
opleidingsonderdeel
Per
activiteitencategorie
Per week
Per docent
Tijdschrijven
Absoluut
schatten
Relatief
schatten
KRONOS
METIS
METIS
Studeerbaarheid
Definitie studeerbaarheid:
» Het programma is studeerbaar wanneer
factoren die betrekking hebben op het
programma en die de studievoortgang
belemmeren zoveel mogelijk worden
weggenomen (Accreditatiekader, 2004)
» Het ontbreken van studiebelemmerende
factoren’ (Wijnen, 1992)
Doelstelling 1:
Perceptiemeting mogelijk maken voor kwalitatieve aspecten
Studeerbaarheid
Definitie studeerbaarheid:
» De efficiëntie van een studieprogramma naar
leerresultaat toe,
waarbij de tijdbesteding van de student
aansluit op de benodigde studietijd,
waarbij studentkenmerken aansluiten op wat
de opleiding verwacht van kandidaatstudenten en
waarbij klassieke elementen van een
onderwijsprogramma voldoen aan de
minimale eisen van kwaliteitsvol onderwijs’
(Vyt, 1999)
Studiebelemmerende
factoren
Bestede studietijd
Beschikbare
studietijd
(Vyt, 1999)
Benodigde
studietijd
Studiebelemmerende
factoren
Studietijdpiramide (Van Bunder, 1999)
ENG
RUIM
Studiebelemmerende
factoren
» Opleidingsgebonden factoren: belemmerend
voor alle studenten of voor specifieke
studentengroepen
Op niveau van het curriculum, bv.
» Piekmomenten studietijd door samenvallen deadlines
» Kloof tussen verwachte en reële begincompetenties
Op niveau van het opleidingsonderdeel, bv.
» Cursus niet tijdig beschikbaar
» Cursus niet bruikbaar voor afstandsonderwijs
In de context, bv.
» Onvoldoende plaatsen om zelfstandig in groep te werken
» Rolmodellen met dezelfde etnische achtergrond ontbreken
Studiebelemmerende
factoren
Studentgebonden factoren: nadruk op
factoren die beïnvloedbaar zijn
Bv.
» Voorkennis
» Motivatie, inzet
» Academisch zelfconcept
» Sociale en academische integratie
» Studievaardigheden
» Beschikbare studietijd
» Onvoorziene/familiale omstandigheden
Subjectieve studielast
Definitie subjectieve studielast:
» ‘De subjectieve druk of last die studenten
ervaren bij het vervullen van hun studietaken’
(Vandersmissen, 1997)
Operationalisering subjectieve studielast:
(cf. stressonderzoek)
» Mate van subjectief ervaren studielast
» Lichamelijke (bv. hartkloppingen) psychische
(bv. lusteloos) en/of gedragsmatige (bv. meer
roken) klachten
Studeerbaarheid:
vragen
» Welke studiebelemmerende factoren
ervaren studenten in het programma,
bij opleidingsonderdelen en in de
context?
» Welke studentgebonden
studiebelemmerende factoren ervaren
studenten?
» In welke mate ervaren studenten
studielast?
» Zijn er hierin verschillen tussen
studentengroepen?
Instrumenten
» Perceptiemeting
» Uitspraken beoordelen met
Lickertschaal
» + Open vragen
» Focusgroep- of individuele interviews
» Gestructureerd gesprek a.d.h.v.
topiclijst
Instrumenten
Evaluatie van
docenten en
opleidingsonderdelen
OPTICOM
(Curriculumevaluatie)
Vragenlijst
studeerbaarheid
Bevraging studie-en
studentenbegeleiding
Studeerbaarheid
Definitie studeerbaarheid:
» De mogelijkheid van een studie om
binnen een redelijke termijn afgerond te
kunnen worden (Van Dale, 2002)
» Relatie met studievoortgang
» Studie-efficiëntie: de verhouding tussen het aantal
studiepunten waarvoor men de facto creditbewijzen
behaalde en het aantal studiepunten waarvoor de
student zich tijdens zijn studieloopbaan in deze
opleiding één of meerdere keren heeft ingeschreven,
uitgedrukt in intervallen
» Studieduur: aantal jaren of semesters waarna het
diploma wordt behaald
Samenvattend
» Studietijd
» Studiebelemmerende factoren
» Subjectief ervaren studielast
» Voor normstudent
» Voor specifieke studentengroepen
» Relatie met studievoortgang
Download