Daniël en vrienden: Uitdragen van je geloof In het bijbelboek Daniël moeten zowel Daniël als zijn drie vrienden de 'ultimate choice' maken tussen gehoorzaamheid aan God of gelijkvormigheid aan de wereld. We willen kijken naar de achtergrond van Daniël en zijn vrienden. Daniël, Chananja, Misaël en Azarja waren van koninklijke en voorname afkomst. Het waren jongemannen, ze hadden geen lichamelijke gebreken en waren aantrekkelijk om te zien, ze waren rijk aan kennis, ontwikkeld en met een scherp verstand. Dit was de reden dat ze in ballingschap moesten, ze werden geschikt geacht om aan het hof te dienen. Voor het Babylonische hof natuurlijk prachtig; de beste jongemannen uit onderworpen landen gebruiken om te dienen aan het hof. De vier mannen krijgen een andere naam. Een naam is uiterst belangrijk voor de mensen van die tijd, verweven met hun identiteit en Babel pakt hun identiteit af. Voortaan heten ze Beltesassar, Sadrach, Mesach en Abednego. Drie van deze namen verwijzen mogelijk naar Babylonische goden (schat, eigendom en dienaar van respectievelijk Bel, Nego en Sheshach). Hun nieuwe identiteit was verweven met nieuwe goden. In die tijd was het heel gewoon om goden te koppelen aan grondgebieden. Ze waren in een nieuw land; het was heel gewoon om de goden van dat land aan te nemen en te aanbidden. Maar de vrienden wisten dat JAHWEH anders was, Hij is niet verbonden aan een grondgebied, Hij is (veel) meer dan de goden van andere landen. Ook in het verre Babel was JAHWEH bij hen en ook daar was Hij God. Het doel van dit Bijbelboek is: 1. te laten zien dat God de almachtige is; ook van buitenlandse en wereldlijke heersers en hun goden en 2. te laten zien dat God een bedoeling heeft met de geschiedenis en boven de geschiedenis staat en uitstijgt. Het begint klein in Daniël 1:8. Daniël is vastbesloten zich aan de reinheidsvoorschriften te houden. Daniël en vrienden krijgen toestemming om niet het eten van het hof te eten, maar zich te houden aan de reinigingsvoorschriften wat betreft hun eten. In hun namen is hun joodse identiteit aangetast, maar in hun eten behouden ze die identiteit. Zo begint het verhaal van Daniël en de vrienden in het verre Babel, later zullen ze in het groot op de proef worden gesteld. Later moeten ze levensbeslissende keuzes maken of ze trouw zijn aan hun God of aan hun nieuwe koning. Hier maken ze in het klein een eerste keuze van gehoorzaamheid. Voorbereiding op wat komen gaat. Blijkbaar is dit een goed begin in het vreemde Babel, vastbesloten zijn in gehoorzaamheid. We bladeren door naar hoofdstuk 3. Daniël zelf komt in dit hoofdstuk niet voor, waar hij is weten we niet. Lees Daniël 3 (in ieder geval vers13-18) Een aantal aandachtspunten in dit hoofdstuk: Ze moeten een afgod aanbidden Ze aanbidden het afgodsbeeld niet Dit is niet gelijk duidelijk zichtbaar, een aantal Chaldeeën brengt het onder de aandacht van Nebukadnessar Nebukadnessar vraagt of het echt zo is en geeft hun een tweede 'kans' Vragen: Welke afgoden in deze tijd, die door iedereen aanbeden worden, kun je noemen? Aanbidden wij deze afgoden? Is het zichtbaar dat wij deze afgoden niet dienen? De vrienden zoeken niet naar excuses. Wij vaak wel. In ons hoofd, excuses om niet te laten zien dat we christen zijn, excuses om onze meningen voor ons te houden. Denk aan een situatie waarin je wordt/werd uitgedaagd om je christen zijn zichtbaar uit te dragen door iets te doen of zeggen. Welke excuses draag jij aan om jezelf te 'verbergen'? Wat doe je in zo'n situatie (als je wordt uitgedaagd je christenzijn te laten zien). Welke twee kanten van het geloof laten de vrienden zien in vers 17 en 18? Hoe functioneren deze twee kanten van het geloof in je leven? You will not be able to go through life without being discovered: a lighted candle cannot be hid. There is a feeling among some good people that it will be wise to be very reticent, and hide their light under a bushel. They intend to lie low all the war time, and come out when the palms are being distributed. They hope to travel to heaven by the back lanes, and skulk into glory in disguise. (Spurgeon) Reageer op deze tekst Wij worstelen vaak tussen wat God kan doen en wat Hij doet. In sommige kerken wordt beweerd dat wanneer je niet genezen wordt op gebed, je niet genoeg gelooft. En in de bijbel lezen we hier ook over (dat iemand niet werd bevrijd omdat de discipelen te weinig geloof hadden, dat Jezus niet geneest in Nazareth omdat daar weinig geloof werd gevonden, Mat. 17:20, het geloof van een mosterdzaadje, Marcus 11:22-25, alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen). Zou Dan. 3:17-18 hierin het ei van Columbus kunnen zijn? Hoe denk jij hierover? Hoe kunnen jullie als kring elkaar dit jaar ondersteunen in geloven en in het uitdragen van je geloof? Maak hier evt. afspraken over.