Verslag Community of Practice: Samenwerking met Energie

advertisement
Utrecht
22 april 2015
Verslag Community of Practice:
Samenwerking met Energie tussen de woningcorporatie en coöperatie
Datum: 5 maart 2015
Locatie: Utrecht, kantoor Atrivé
Aanwezigen:
Bindert Kloosterman (Us Kooperaasje/namens Accolade), Bas Meijboom (Woningstichting St Joseph), Jeroen Knoop (Ons Huis Apeldoorn), Maartje Swuste (Woonstichting De Key), Petra Lettink (
WBVG), Sijtze Brandsma (Coöperatie Energie Dongen)
Annemarieke Schwencke (spreker/Asi-search), Michael Bodekke (Spreker/ deA) Ronald Franken
(Atrivé), Mirjam Pronk (Atrivé), Mieke Hanemaaijer (EMCEO/Atrivé),
Bijdrage/betrokkenheid:
Meino Nijhof (Nijestee), Ronald van Lith (Openbaar Belang), Jan Slager (Accolade), Jan Leistra
(Wold & Waard), Steven Volkerts (Grunnigerpower), Sybrand Frietema de Vries (Us Kooperaasje),
Martin de Jong (Eigenhaard), Luiten Plekker (Portaal), Perry van Happen/Monique Winkel (Alleewonen).
Inleiding: Nieuwe samenwerking met energie
Energie-coöperaties en initiatieven zorgen letterlijk en figuurlijk voor nieuwe energie in de praktijk
van de energie-transitie. Ook voor woningcorporaties zijn er mogelijkheden om deel te nemen aan
deze bottom-up energie initiatieven uit de buurt. Steeds meer corporaties zijn met deze initiatieven
hierover in gesprek. Voorbeelden zijn op het terrein van bewonerscommunicatie en voorlichting,
uitrol van zonnepanelen, business cases maken voor renovatie en gemengde VvE’s verduurzamen.
Veel gesprekken zijn nog in een aftastende fase en leiden niet altijd perse tot concrete projecten.
Op 5 maart 2015 nodigde Atrivé bovenstaande corporaties en coöperaties uit voor een werksessie
met als doel om de status van de samenwerkingsmogelijkheden te versnellen. We hebben visies,
plannen en ervaringen gedeeld om te onderzoeken of er een gezamenlijk beeld te creëren is. We
hebben elkaar in het algemeen vragen gesteld zoals:

Waar zit de meerwaarde in samenwerking op energiegebied?

Welke varianten zijn er te bedenken en waar moeten we voor opletten?

Wat werkt en wat niet?

Hoe creëren we een antenne om initiatieven uit de omgeving op te pikken?

Waar wel en waar niet?

Verhouding tot andere coöperatieve initiatieven?

Waar zitten elkanders belangen en sluiten die aan op de behoeftes?
Dit document vat de sessie samen in een aantal onderwerpen die ter discussie kwamen. We proberen een gezamenlijke en gedeelde conclusie te trekken.
Australiëlaan 5 3526 AB Utrecht
T 030 693 60 00 - E [email protected] - I www.atrive.nl - KvK 31042832
Let op: De visies, inzichten, verbanden en gedeelde conclusies die we trekken zijn die van de aanwezige kleine groep (koplopers) binnen de corporatiesector. We willen daarom de volgende opmerking maken: In de praktijk zijn er grote verschillen in signatuur van de corporaties (type, grootte).
Zo ook bij de energie-initiatieven/coöperaties. Wij zijn er van bewust dat de visies, verbanden en
conclusies die de aanwezigen trekken niet altijd 1 op 1 te kopiëren zijn in het brede veld. Ons doel
van deze resultaten is om anderen te motiveren tot nadenken aan te zetten over wat mogelijk
goed aansluit in de eigen situatie.
Onderwerpen
1. Welke categorie energie coöperaties zijn interessant voor woningcorporaties om
de samenwerking aan te gaan?
Het speelveld van energie-initiatieven groeit snel. Momenteel zijn er +/- 500 initiatieven op de radar (Hieropgewekt) en meer dan 160 energie-coöperaties. De coöperaties zijn er van klein ( 10tallen leden) tot groot (>1000 leden). Activiteiten worden ontplooid van vrijwillige wijkacties en informatievoorziening tot betaald advies en van inkoop van zonnepanelen tot grootschalige
(wind)project ontwikkeling of levering van elektriciteit. Daarnaast zie je momenteel met de groei
van het aantal en de grote van de initiatieven en coöperatie inactieven een gelaagdheid ontstaan
en samenwerkingsverbanden tussen verschillende coöperaties (o.a. koepelorganisaties op provinciaal/landelijk niveau). De vragen zijn: Welke variant energie coöperatie sluit het beste aan op de
behoefte van de corporatie, wat werkt wel en wat niet, waar wel en waar niet?
Figuur 1: Van vrijwillig burgerinitiatief tot professionele coöperatieve onderneming
(plaatje Anne-Marieke Schwencke AsiSearch)
Australiëlaan 5 3526 AB Utrecht
T 030 693 60 00 - E [email protected] - I www.atrive.nl - KvK 31042832
Conclusies:
De grote of type coöperatie maakt eigenlijk niet uit. Het hangt voornamelijk af van het type activiteiten waar de corporatie op wil samenwerken.
De woningcorporaties vinden het belangrijk om de volgende zaken af te wegen in de samenwerking:
Betaalbaarheid van de huurder.
Initiatief bij de huurders zelf, dan wel lokale feeling en voelsprieten in de wijken.
Helpt de samenwerking dus de huurder vooruit?
aantrekkelijke activiteiten die passen in bovengenoemde lijnen:
Collectieve inkoop en/of plaatsen en/of beheren van zonnepanelen
Bewonerscommunicatie en informatievoorziening energiebesparing
De nieuwste initiatieven: op gebied van het leveren van lokale stroom en/of warmte
2. Is de betaalde professionaliteit van de energiecoöperatie een plus of een min voor
samenwerking?
Zoals weergegeven in Figuur 1 wordt met het groter worden van een vrijwillig initiatief de professionaliteit meer van belang. Daarmee gaat geld en het betalen voor het afnemen van diensten een
belangrijkere rol spelen in de bedrijfsvoering van de energie coöperatie. De basis van een coöperatie is dat de leden (die geld inleggen) zeggenschap hebben. Er zijn grote verschillen tussen een
goed gefundeerde coöperatie, een ideëel “hippie” inzamel-initiatief en een “hipster” crowdfunding
platform. Steeds meer overkoepelende organisaties en commerciële partijen, die samenwerken
met één of meerdere (kleinere) initiatieven leveren ondersteunende betaalde diensten. In dit kader is specifiek de vraag gesteld of en hoe professionaliteit een plus of een min is voor een samenwerking.
Conclusies:
Zoals in de vorige conclusies aangegeven worden de woningcorporaties enthousiast van eigen bewonersinitiatieven of initiatieven waarbij eigen huurders betrokken worden en een voordeel kunnen
behalen. De lokale binding en betrokkenheid wordt gezien als meerwaarde. Er wordt ook aangegeven dat een enkele corporatie een grens kunnen toepassen en betaalde/commerciële activiteiten
onder de (huurders)initiatieven niet zo maar toe staan. Het geld moet ten bate komen van de gemeenschap. Niettemin is dit een grijs gebied en per corporatie verschillend. Hier is ook weer het
type project/activiteit van belang.
De woningcorporaties geven via hun wensen en verwachtingen van samenwerking met een initiatief echter ook zaken aan waar enige/behoorlijke mate van kwaliteit/professionaliteit voor nodig is.
De woningcorporaties hebben de volgende “professionele” verwachtingen in de samenwerking:
Continuïteit, lange termijn en een onderbouwd meerjarenplan.
Ontzorging van de corporatie (zelfbeheer, zelfoprichting, ledenwerven, innen betalingen)
Geld ten bate van gemeenschap: de initiatieven/coöperaties waarbij serieuze geldstromen
op gang komen en betaalde diensten gevraagd worden, zullen transparant moeten uitleggen waar en hoe mogelijke winsten uitgekeerd worden, hoe de zeggenschap hierover is afgestemd, wat de verschillen zijn tussen leden en klanten en de voordelen voor huurders.
Blad 3
-
Vaste basis- betrouwbaarheid: “als de eerste interne ruzies over zijn” en “de tweede ruzies” voorbij zijn.
3. De rol van de huurder in de samenwerking?
Het belang van lokale binding in de wijk werd door meerdere partijen tijdens verschillende discussies meerdere keren belicht. Waarom is een rol voor de huurder van belang en hoe belangrijk vindt
de corporatie deze rol?
Conclusies
De verschillende signaturen van de corporaties spelen hierin een belangrijke rol; woningstichtingen
met of zonder actieve huurdersverenigingen dan wel woningbouwverenigingen waarbij de actieve
huurders inspraak verankerd is, gaan anders om met een “wens”-rol voor de huurder.
De corporaties zien de samenwerking met een initiatief of coöperatie als wenselijk middel om meer
betrokkenheid van de huurders te creëren. Een project kan vanuit de corporatie worden aangejaagd maar idealiter komt het initiatief voor een project uit een eigen huurderskoepel. Dit kan zowel het initiatief van samenwerking zijn als het initiatief om vanuit de koepel zelf een coöperatie op
te zetten. Een woningbouwvereniging laat zich per definitie leiden door de huurders. Een zeer grote
actieve betrokkenheid van de huurders is daarbij gewenst. Zo ook in de uitvoering van de projecten. Het initiatief en belang ligt in dit geval sterker bij dezelfde partijen. Collectiviteit is dus
makkelijker te organiseren.
Het volgende wordt nog opgemerkt:
Niet alleen huurders zijn van belang. Ook VvE’s die in beheer/eigendom zijn bij de corporatie.
De belevingswereld van de huurder sluit niet altijd direct aan op het hebben van een lidmaatschap en actieve inspraak bij een energie coöperatie. Een lidmaatschap is ook niet altijd nodig. De coöperaties kunnen huurders ook als klant benaderen. In het laatste geval
merken we op dat voor een huurder het onderscheid tussen een coöperatief initiatief en
een commerciële aanbieder niet altijd duidelijk is..
De rollen binnen een coöperatie die huurders kunnen oppakken zijn:
o Participant (co-financier / bv. kopen zon-delen)
o Actief lid (zichzelf actief opstellen in medezeggenschap)
o Alleen klant (bv. afnemen stroom en/of dak te beschikking stellen)
Initiatieven waarbij zowel het initiatief als de belangen sterk bij de huurders liggen, hebben
een sterke relatie tot de wooncoöperatie. Vanuit die gedachte ligt het voor de hand om een
energie-initiatief/project te benaderen als integraal onderdeel van het vastgoed. “maak van
het geheel een vastgoedvraagstuk” zonder direct een Wooncoöperatie op te richten.
4. Voorkeur van coöperatie boven een eigen leverancier/commerciële “ontzorger”.
Waarom kies je als corporatie voor een samenwerking met een lokale energiecoöperatie voor bijvoorbeeld het uitrollen van zonnepanelen onder de huurders. Dit soort projecten zijn ook goed zelf
Blad 4
uit te voeren dan wel bij gebrek aan eigen investeringskracht uit te laten voeren door commerciële
partij. Wat zijn de verschillen en waar zit een meerwaarde bij de energiecoöperatie?:
conclusies

Zakelijk is er uiteindelijk geen verschil. In beide gevallen ligt een zakelijke overeenkomst
onder het project.

De energiecoöperatie kan meer maatwerk bieden. Vanuit een teamachtige samenwerking
worden de randvoorwaarden en afspraken over risico’s gemaakt. Bij een commerciële partij
wordt het gevoel geuit dat er nog wel eens addertjes onder het gras zijn en er voor sommige risico’s geen flexibiliteit is om deze te bediscussiëren (mutatie, incasso)

Coöperatie die lokaal acteert en bekend is, neemt wantrouwen weg bij huurders
5. Rollen van de coöperatie:
Verschillende rollen voor de coöperatie zijn besproken. De wenselijke rollen vanuit oogpunt corporatie en de aangeboden rollen vanuit mogelijkheden coöperatie. Een aantal van deze rollen die
specifiek genoemd zijn, zijn aangegeven in onderstaande tabel:
Wensen corporatie
Aanbod coöperatie
Betrekt huurders bij projecten
faciliteert tussen corporatie en huurder
Geef huurders flexibele mogelijkheden Loskoppeling tussen burgers als afneom in te stappen
mer/actief-lid/investeerder of allen.
Lokale binding en informatie/ communiFeeling, voelsprieten én ogen in de wijk
catie
Mobiliseren van mensen lokaal, organiseLokaal vertrouwen
ren draagvlak
Trekt mogelijk gemeente financiering aan,
Huurders moeten erop vooruit gaan
namens huurders
Kennis delen en ontwikkelen
Verbinder tussen gemeente en corporatie
Ontzorging en zelfbeheer
Kwaliteit en mogelijkheden afstemmen
6. Positionering van projecten
De aanwezigen woningcorporaties en coöperaties hebben via een werkvorm hun positie bepaald in
de huidige projecten.
Een aantal conclusies die we hieruit trekken:

Corporaties geven aan dat projecten zowel de combinatie van een financiële incentive moeten hebben als een maatschappelijk belang moeten dienen. Beiden uiten zich goed in een
Blad 5



financieel voordeel voor de huurder. Er worden geen projecten uitgevoerd waar geen financiële incentive voor is, ook niet als er een groot maatschappelijk voordeel is. Ook worden er geen projecten uitgevoerd die geen maatschappelijk belang dienen maar wel een
financieel voordeel.
De aanwezigen geven gemiddeld aan dat de meeste projecten geïnitieerd worden/zijn vanuit de coöperatie/burgers-initiatief. Dit sluit goed aan bij de eerder genoemde wensen/voordelen: voelsprieten in de wijk, lokale binding.
De aanwezigen geven gemiddeld aan dat projecten zowel met vrijwilligers als betaalde professionals worden uitgevoerd. Hieruit lijkt dat de corporaties geen vrees hebben om met
vrijwilligers te werken en projecten uit te voeren of hier zelfs wellicht een lichte voorkeur
voor hebben. Maar ook lijkt er realiteitszin te zijn in de zin dat projecten in uitvoering in de
praktijk zowel betaald als onbetaald werk meebrengen.
Corporaties geven aan de projecten binnen een kerntaak vallen. Daarbij worden de meeste
projecten wel eerder als innovatief beoordeeld.
7. SWOT- samenwerking met een energie-initiatief/coöperatie
De aanwezigen hebben hun visies gedeeld op de samenwerking tussen de woningcorporatie en de
energiecoöperatie(initiatief) in een top 3 van:
1) meerwaarde
2) risico’s
3) behoeftes en verwachtingen
In de bijlage van de rapportage is de top 3 gepresenteerd. We vatten de resultaten samen in onderstaande SWOT.
Blad 6
S
W
Doelgroep huurders benaderd van onderop/uit Verschillende prioriteiten in doelstellingen geven
de
wijk. mogelijk mis match
Initiatieven vanuit huurders
Goed in het organiseren draagvlak
Corporaties prioriteren dalende energielasten en
willen alleen projecten met financieel voordeel
voor de huurder
Lokale initiatieven wekken vertrouwen, zijn ge- Beginnende initiatieven hebben een lange voorbeloofwaardiger en betrokken. Er is lokale binding reiding nodig en professionaliteit moet nog worden geborgd.
De corporaties kan duurzame ambities waar- De werkwijze en mogelijkheden van een coöperamaken en haalt een energiecultuur met kennis tie met bijbehorende projecten begrijpelijk maken
in huis
aan de huurders
De corporaties worden ontzorgd via financiering en organisatietrajecten door non-profit organisaties
O
T
Open samenwerking, betrouwbare partnerschap en werken aan het delen van kennis en
kunde
Uitwerken van mogelijkheden in eigen beheer
en zelfredzaamheid initiatief met huurders
Werken aan voelsprieten uit en signalen uit de
buurt oppikken en beoordelen
Na zonnepanelen nieuwe samenwerking op
nieuwe onderwerpen ontwikkelen: besparing
en warmte
Oplossingen en proposities op vanaf start op
maat maken
Gezamenlijke belangen verder uitdiepen (Etransitie & sociaal)
Borging van continuïteit (professioneel & financieel)
Imago schade voor beide partijen bij slecht lopende projecten
Huurders enthousiasmeren (als de hoogte van de
huur van belang blijft)
(Gevoel van) verzakelijking van de corporatiewereld
Projecten gaan mogelijk niet in 1 keer goed
Blad 7
Download