Naar Rome liften Johan Kniep Ik studeerde bijna twee jaar rechten toen B. mij voorstelde samen naar Rome te liften. Ik lichtte mijn ouders in en zei ja. Ik koos voor mijn bagage een blauwe badtas die je bovenin afsloot met een wit koord en stopte 100 gulden in de portemonnee. B. had een oranje parasol waarop we met viltstift ROMA schilderden. Hoewel we in Utrecht op kamers woonden, leek het B. beter te beginnen bij een uitvalsweg in Amsterdam. Zo reisden we ’s ochtends vroeg per trein veertig kilometer in de verkeerde richting. Inderdaad lukte het vrij snel een lift te krijgen en passeerden we binnen een uur onze woonplaats. Bij Arnhem stapten we uit een personenwagen en kregen daarna twee plekken in de laadbak van een kleine vrachtwagen. De Duitse grens staken wij te voet over, nadat een douanier mij had gevraagd of ik genoeg geld had voor een reis van twee weken. De eerste lift in Duitsland leerde ons een belangrijke les: laat je nooit afzetten aan een afrit van de autobaan. Je bent te veel tijd kwijt met het vinden van de oprit. Rond elf uur ’s avonds waren we gevorderd tot een wegrestaurant net voorbij Karlsruhe. We vleiden onze hoofden op een tafel, klaar voor een nacht met hazenslaapjes. Naast ons op tafel een karton met het opschrift Roma. Binnen een half uur nam een man ons mee naar Zurich. We werden in het centrum afgezet voor een politiebureau. Omdat we het koud hadden, gingen we er naar binnen en kregen allebei een rechte stoel aangeboden, waarop we hingen tot de nacht voorbij was. We bedankten de agenten en liepen de stad uit. Het was begin mei en er viel natte sneeuw. De Zwitsers lieten ons staan. Er stopte een Siciliaanse gastarbeider uit Duitsland op weg naar zijn geboortegrond. Hij had moeite met het vinden van de route en deed graag zijn voordeel met twee doelgerichte reizigers. Op een autotrein gingen we door de St. Gotthardtunnel. De bergpas was door sneeuw nog gesloten voor autoverkeer. We daalden af naar het kleurrijke Italië en bereikten Milaan. De Siciliaan had er een logeerplek en liet ons uitstappen. Ik wilde op zoek naar een slaapplek, maar B. joeg ons voort. Op naar Bologna waar we door 1 een zwijgzame chauffeur van een zeer snelle sportauto om half acht werden afgezet. Hier kregen we twee bedden in een jeugdherberg. De volgende ochtend scheurde ik als souvenir een affiche voor een concert van de Rolling Stones in Bologna van een muur. ’s Middags al schreven we ons in bij de Romeinse jeugdherberg, gehuisvest in een modern gebouw. Het was gebouwd voor de Olympisch spelen van 1960. In Rome bleek B. geen behoefte meer te hebben aan mijn gezelschap. Hij had zijn eigen agenda en daar stond ook het Vaticaan op. Ik begon aan mijn dagenlange zwerftochten, langs de Tiber, het park van de Villa Borghese – die lagen dichtbij – en naar de overblijfselen uit de Romeinse tijd. ’s Avonds zochten we elkaar weer op en aten ergens een bord spaghetti Bolognese. B. kocht in barretjes sigaretten per stuk. Die gewoonte putte zijn budget sneller uit dan het mijne, zodat hij, om zijn verslaving te onderhouden later geld van me ging lenen. Hij had hier ook een correspondentievriendin, die hij graag wilde bezoeken, maar liever niet alleen. Ik vergezelde hem op een middag tijdens een onafzienbare voettocht langs een kaarsrechte weg naar een buitenwijk. Verhit bereikten we de flat waar het meisje – gechaperonneerd door haar moeder – op hem wachtte. We kregen stoelen aan de keukentafel, een glas lemonsoda. Het gesprek wilde niet erg vlotten. De Italiaanse leek verlegen met ons bezoek. Na een uur begonnen we aan de lange terugweg. B. had in Rome genoeg gezien en verraste me enorm met zijn voorstel om via Napels met de boot naar Sicilië te reizen. Uiteindelijk stemde ik in: liften in Italië was eenvoudig gebleken en het nieuwe reisdoel gaf onze reis een onverwacht exotisch karakter. Ik stelde me voor me op de boot serieus te verdiepen in mijn gebonden uitgave van de Corso pratico di lingua Italiana. Het boek met de warme, donkerrode omslag trok me even sterk aan als het me afstootte. Uiteindelijk stak ik er net voldoende kennis uit op om krantenberichten te begrijpen en de betekenis van gesproken zinnen te vermoeden. Zelf iets in het Italiaans zeggen deed ik alleen als het echt niet anders kon. Het tweede deel van onze reis was nog betoverender dan het eerste. In Palermo proefde ik een beetje Afrika, de noordkust van Sicilië was ruig. Geld voor de boot terug was er niet. We liftten mee met priesters en vakbondsbestuurders. We staken over naar de teen van Italië. Daarna bracht een vrachtwagen ons door 2 een in zacht avondlicht badend landschap naar Bari aan de Adriatische zee. We ontnuchterden op de harde banken van een nachtelijke stationshal. Voort ging het door de Apennijnen – terug naar Rome. En op een ochtend pikte een Nederlandse vrachtwagen chauffeur ons aan rand van de stad op voor de terugreis. Een overnachting in Milaan en weer verder naar het noorden. Diep in de nacht in- en uitstappen op de verkeersrotonde bij Velp. Tot slot met de eerste trein uit Utrecht naar mijn ouders in Amersfoort. Overvallen door mijn onverwachte binnenkomst en nog niet los van hun bezorgdheid, lukte het hen niet zich direct open te stellen voor mijn avontuur. Het contact met B. verwaterde. Voor de reis was hij al overgestapt naar een andere studentenvereniging. Een maand later schreef hij zich in voor de studie theologie. Gebruiksvoorwaarden Het werk van schrijvers en dichters op Nederland Schrijft mag gratis worden gelezen en/of gedownload voor eigen gebruik. Iedere verspreiding, openbaarmaking, verveelvoudiging of bewerking is niet toegestaan. 3