Antigenen en antistoffen vmbo-kgt34 | PDF-versie

advertisement
Antigenen en antistoffen vmbo-kgt34
Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
23 december 2016
Licentie
CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie
Webadres
https://maken.wikiwijs.nl/63375
Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is
hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
Inhoudsopgave
Antigenen en antistoffen
Kennisbank
Toepassingen
Monoklonale antistoffen
Allergie
Verwerken
Examenopgaven
Antwoorden Toepassingen
Over dit lesmateriaal
Pagina 1
Antigenen en antistoffen vmbo-kgt34
Antigenen en antistoffen
Kennisbank
Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel:
KB: Antigenen en antistoffen
Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.
Afweersysteem
kn.nu/eo23w
1
Je ziet hieronder een aantal omschrijvingen van een antigeen.
Kies de beste omschrijving.
a. Een antigeen is een receptor.
b. Een antigeen is een uitsteeksel op een celmembraan van een bacterie.
c. Een antigeen is een ander woord voor antistof.
d. Een antigeen is elk uitsteeksel op een celmembraan.
e. Een antigeen is een uitsteeksel op een celmembraan dat een afweerreactie opwekt.
2
Je ziet enkele mogelijke reacties op een virusinfectie.
Welke reacties kunnen echt voorkomen?
Pagina 2
Antigenen en antistoffen vmbo-kgt34
a. Een cel krijgt een antigen van het virus op zijn celmembraan.
b. Een geïnfecteerde cel wordt opgeruimd door een fagocyt.
c. Antistoffen hechten zich aan het virus.
d. Receptoren herkennen het virus aan zijn antigenen.
e. Antigenen hechten zich aan het virus.
f. Een cel met een virus wordt doodgemaakt door een B-lymfocyt.
3
Het kan zijn dat een ziekteverwekker afkomstig is van een dier met een bekend antigeen voor
het afweersysteem van een mens.
Deze ziekteverwekkers is voor mensen dan:
a. gevaarlijk
b. ongevaarlijk
4
Het kan zijn dat een ziekteverwekker afkomstig is van een verwant dier.
Er is dan een groter risico dat de mens ziek wordt dan dat de ziekteverwekker afkomstig is van
een niet-verwant dier.
Wat zijn verwante dieren?
a. zoogdieren en vogels
b. vissen en insecten
5
Op welke manier worden tumorcellen in ons lichaam bestreden?
a. antistoffen en fagocyten
b. antistoffen, fagocyten en T-lymfocyten
c. fagocytose
d. T-lymfocyten
6
Op welke manier worden virussen in ons lichaam bestreden?
a. antistoffen en fagocyten
b. antistoffen, fagocyten en T-lymfocyten
c. fagocytose
d. T-lymfocyten
7
Juist of onjuist?
Iemand die ziek wordt van een onschuldig antigeen, heeft een allergie.
a. juist
b. onjuist
Pagina 3
Antigenen en antistoffen vmbo-kgt34
8
Juist of onjuist?
Een virusinfectie kun je bestrijden met antibiotica.
a. juist
b. onjuist
Pagina 4
Antigenen en antistoffen vmbo-kgt34
Toepassingen
Monoklonale antistoffen
Het lichaam maakt antistoffen als het een antigeen ontdekt.
Lees de tekst over monoklonale antistoffen.
Beantwoord daarna de volgende vragen.
Monoklonale antistof
In het lichaam maakt een B-lymfocyt antistoffen als hij een antigeen ontdekt.
Soms duurt het een tijdje voordat de B-lymfocyt begint met het maken van antistoffen.
Dat kan gevaarlijk zijn.
Daarom is het in een aantal gevallen beter om je al vooraf te beschermen met antistoffen.
Een techniek waarmee antistoffen worden gemaakt, maakt gebruikt van monoklonale antistoffen.
Je zoekt eerst een B-lymfocyt van iemand die de ziekte al heeft gehad en die antistoffen
maakt tegen een bepaald antigeen. De B-lymfocyt deelt zich niet meer, maar maakt alleen antistoffen.
Dan laat je de B-lymfocyt samensmelten met een cel die zich snel deelt, bijvoorbeeld een kankercel.
Er ontstaat dan een cel met twee eigenschappen: de cel kan zich snel delen en maakt antistoffen.
De cellen die dan ontstaan behoren tot één (mono) kloon en zijn dus monoklonaal.
a.
b.
c.
d.
Waarom zoek je een B-lymfocyt bij iemand die de ziekte al heeft gehad?
Hoe ontstaat een kloon van cellen?
Waar dient de kankercel voor?
Waarom worden monoklonale antistoffen gemaakt?
Waar of niet waar?
e. Er is één type B-lymfocyt waarmee je alle typen antistoffen kunt maken.
Controleer je antwoorden bij het kopje "Antwoorden".
Allergie
Pagina 5
Antigenen en antistoffen vmbo-kgt34
Bekijk het volgende filmpje:
https://www.schooltv.nl/beeldbank/embedded.jsp?clip=20110916_allergie01
Steeds meer mensen zijn allergisch voor sommige stoffen,
dieren of voor voedsel. Dat is vervelend, want als je daarmee
in aanraking komt, gaat je lichaam vaak heel sterk reageren.
Bij een allergie reageert je lichaam extreem op een stof die eigenlijk voor anderen helemaal niet
gevaarlijk is.
a. Noem een aantal stoffen waar iemand allergisch voor kan zijn.
Wat zijn de symptomen waar een allergisch persoon last van heeft?
Een veel voorkomende allergie is hooikoorts.
Bij hooikoorts zijn mensen allergisch voor pollen die door de lucht zweven.
Pollen zijn de stuifmeelkorrels van planten.
Bekijk eens de pollenkalender, hierin staan van veel soorten planten wanneer ze allergische
reacties kunnen geven:
b. Welke soorten kunnen als eerst in het jaar allergische klachten veroorzaken?
c. En welke soorten kunnen juist aan het eind van een kalenderjaar nog klachten veroorzaken?
Iemand die hooikoorts heeft, kan elke dag op de website www.pollennieuws.nl bekijken hoeveel
pollen er in de lucht zitten.
d. Hoe is de verwachting voor komende week? Hoe gunstig zijn de grassen komende week?
Pagina 6
Antigenen en antistoffen vmbo-kgt34
Verwerken
Examenopgaven
Beantwoord ter afsluiting van dit onderdeel de volgende examenvragen.
VMBO GT 2011-1 Vraag 40
VMBO GT 2010-1 Vraag 26
Pagina 7
Antigenen en antistoffen vmbo-kgt34
Antwoorden Toepassingen
Toepassing: Monoklonale antistoffen
a.
b.
c.
d.
e.
Deze B-lymfocyt maakt de juiste antistoffen.
Door celdeling.
Om snel een monokloon te vormen.
Om iemand met een slechte weerstand te beschermen tegen een ziekte.
Niet waar.
Pagina 8
Antigenen en antistoffen vmbo-kgt34
Over dit lesmateriaal
Colofon
Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
23 december 2016 om 20:56
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons
Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder
de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij
bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk
medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken
te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland
licentie
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Leerniveau
VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO
kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
Leerinhoud en
Biologie;
doelen
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad gemiddeld
Studiebelasting
1 uur en 0 minuten
Trefwoorden
leerlijn, rearrangeerbare
Pagina 9
Antigenen en antistoffen vmbo-kgt34
Download