PTA toets Scheikunde Hfst 1 t/m 3 10 Veel succes! 1 Laser zet radioactief afval om TekstFragment 1 1 2 3 4 5 6 7 Onderzoekers van het Rutherford 1 Appleton Laboratory (Engeland) zijn erin geslaagd om met een grote laser ongeveer een miljoen atomen van jood-129 om te zetten in jood-128. Jood-129 is een van de radioactieve atoomsoorten die ontstaan bij het verbranden van uranium in een kernreactor. Het voordeel van de omzetting van jood-129 in jood-128 is de veel kortere halveringstijd van jood-128: al na 25 minuten heeft de helft van de jood-128 atomen z’n radioactiviteit verloren, terwijl dit bij jood-129 maar liefst 15,7 miljoen jaar duurt. naar: Technisch Weekblad 6 a 4 b Hoeveel protonen en hoeveel elektronen bevat een atoom jood-129? Noteer je antwoord als volgt: aantal protonen: … aantal elektronen: … De onderzoekers zijn erin geslaagd om met een laser één soort deeltjes uit jood-129 atomen te verwijderen. Leg uit welk soort deeltjes werd verwijderd. Volgens de regels 3 en 4 ontstaat jood-129 bij het „verbranden van uranium”. 4 c 2 6 Het goud der dwazen Pyriet is een bekend ijzerhoudend erts. Het bestaat grotendeels uit FeS 2, dat in water slecht oplosbaar is. In FeS2 komen ionen S22 voor. a Geef het aantal protonen en het aantal elektronen in een S22 ion. Noteer je antwoord als volgt: aantal protonen : …. aantal elektronen : …. b Welke twee bindingstypen komen voor in pyriet? 4 c 8 Bij het verbranden van pyriet ontstaat naast zwaveldioxide ook ijzer(III)oxide (Fe 2O3) d Geef reactie van de verbranding van pyriet 6 Leg uit dat jood-129 geen verbrandingsproduct van uranium kan zijn. Geef de juiste systematische naam voor pyriet Bij het verbranden van één lucifer komt 10 mg zwaveldioxide vrij. Volgens een wettelijke norm mag een werkruimte niet meer dan 15 mg zwaveldioxide per m3 bevatten. In een scheikunde lokaal bevindt zich 200 m3 lucht. Een groep leerlingen gebruikt tijdens een practicum 40 lucifers om de branders aan te steken. 6 e Laat met behulp van een berekening zien of tijdens dit practicum de wettelijke toegestane hoeveelheid zwaveldioxide in het lokaal overschreden wordt. 3 Koelvloeistof De motor van een auto wordt tijdens het rijden flink heet. Om schade te voorkomen moet de motor worden gekoeld. Dat gebeurt met een zogenoemde koelvloeistof. Vaak wordt daarvoor een mengsel van glycol en water gebruikt. De structuurformule van glycol is H H HOCCOH H H 8 Glycol mengt goed met water, doordat in het mengsel waterstofbruggen worden gevormd. a Teken een mengsel van glycol met water. Maak daarbij gebruik van structuurformules. Doe dit door van beide stoffen twee moleculen te tekenen en gebruik een stippellijn ( ….) om een waterstofbrug weer te geven. Het toevoegen van glycol gebeurt om het bevriezen van de koelvloeistof te voorkomen als de auto stilstaat in de winter. Het vriespunt van een oplossing van een stof in water ligt namelijk lager dan 0 C. Hoe meer mol van een stof in een bepaalde hoeveelheid water is opgelost, des te lager is het vriespunt van de oplossing. Voor stoffen die niet in ionen splitsen geldt, dat per mol stof die men in 1000 gram water oplost het vriespunt van de oplossing afneemt met 1,86 C. In plaats van glycol zou ook methanol als vriespuntverlagend middel kunnen worden gebruikt. Beide stoffen splitsen niet in ionen. Hieronder staan enkele gegevens van beide stoffen : methanol glycol 5 5 4 molaire massa (g/mol) 32,0 62,0 kookpunt (C) 65 197 mengbaar met water in alle verhoudingen in alle verhoudingen Een oplossing van een bepaald aantal gram methanol in 1000 gram water heeft een lager vriespunt dan een oplossing van een even groot aantal gram glycol in 1000 gram water b Geef hiervoor een verklaring Om een oplossing met een bepaald vriespunt te krijgen hoef je van methanol dus minder gram in een bepaalde hoeveelheid water op te lossen dan van glycol. Toch geeft men de voorkeur aan een mengsel van glycol en water als koelvloeistof voor auto's. c Leg aan de hand van een gegeven uit de bovenstaande tabel uit waarom een mengsel van methanol en water niet geschikt is als koelvloeistof. 4 Karaat Zuiver goud is een te zacht metaal om sieraden van te maken. Het wordt daarom gemengd met andere metalen zoals koper, zilver, nikkel en zink. Het goudgehalte van sieraden wordt aangegeven in karaat. Eén karaat komt overeen met 1/24 massadeel goud: 24 karaats goud is zuiver goud. Een bepaald sieraad is gemaakt van rood goud, een legering (mengsel) van goud en koper. Het sieraad weegt 4,8 gram en er staat bij dat het van 18 karaats goud is gemaakt. a Bereken hoeveel gram goud dit sieraad bevat. 8 b Bereken het aantal mol koper per mol goud in dit sieraad. Geef de berekening en noteer je antwoord als: aantal mol koper : aantal mol goud = … : 1,0 5 Rood Kwik Tekstfragment 2 Er verschenen de afgelopen jaren met enige regelmaat artikelen over ‘rood kwik’ in de pers, zonder dat bewijzen boven tafel kwamen over het bestaan ervan, of over de vermeende chemische eigenschappen. Rood kwik is een chemische verbinding met de formule Hg2Sb2O7. Er zou een kleine kernfusiebom mee gemaakt kunnen worden, een soort atoombom in broekzakformaat, luidt een van de claims. Dr. D IJdo, werkzaam aan de Rijksuniversiteit Leiden, lacht merkwaardig om de vermeende eigenschappen. Vanwege de hardnekkige berichtgeving heeft hij het maar eens door een van zijn studenten laten maken. De bereiding is eenvoudig : eerst zuiver kwikoxide (HgO) en antimoonoxide (Sb2O3) in de juiste hoeveelheden mengen; daarna het mengsel verhitten in een atmosfeer met alleen zuurstof en klaar is Kees. Na twee dagen is er zuiver Hg2Sb2O7 gevormd. „We hebben een grammetje gemaakt”, zegt IJdo laconiek. Naar : de Volkskrant 8 a Geef de reactievergelijking voor de vorming van rood kwik volgens de beschreven bereidingswijze. 8 b Bereken hoeveel gram kwikoxide minimaal nodig is om 1,0 gram rood kwik op de beschreven wijze te bereiden. ___ 100 Uitwerkingen + normering 10 1 a b c I atoomnummer = 53 aantal protonen = 53 aantal elektronen = 53 neutron verbranding is een reactie met zuurstof dus element kan nooit een verbrandingsproduct zijn. . 2 Het goud der dwazen a aantal protonen 32 (2 · 16) aantal elektronen 34 (32 + 2) b ionbinding + atoombinding c ijzer(II)sulfide d 4 FeS2 (s) + 11 O2(g) 2 Fe2O3 (s) + 8 SO2 (g) e 10 · 40 = 400 mg in 200 m3 dus 2 mg/m3 mag 15 mg/m3 dus is niet overschreden 3 a H H O H C H C H H H O H C C H H O H H O H O H H O H 4 b de molmassa van methanol is kleiner dan van glycol dus als je van beide evenveel gram neemt dan heb je bij methanol een groter aantal deeltjes. Dus is de verlaging van het vriespunt groter. c Methanol kookt al bij 67 ºC dus zal deze stof bij een warme moter te snel verdampen a b Error!. 4,8 = 3,6 g M (Au) = 197,0 3,6 g Au ≙ Error!= 0,0183 mol 1,2 g Cu ≙ Error!= 0,0189 dus ongeveer Cu : Au = 1 : 1 5 a 2HgO + Sb2O3 + O2 H2Sb2O7 b Molmassa HgO = 216,6 Molmassa Hg2Sb2O7 = 2 • 200,6 + 2 • 121,8 + 7 • 16,00 = 756,8 g 1;756 1 g Hg2Sb2O7 ≙ mol HgO ( = 1,32 • 103 molg) 8 HgO : Hg2Sb2O7 = 2 : 1 1;756 Dus 2• mol = 2,64 • 103 mol HgO 8 2.64 • 103 mol HgO ≙ 2,64 • 103 • 216,6 g Hg2Sb2O7= 0,57 g HgO dus 1 g Hg2Sb2O7 ontstaan uit 0,6 g HgO (1 significant cijfer)