T2 Havo 2-7-2010 Veel succes Tabel 45A Met behulp van Binas-tabel 45A kan worden nagegaan of er een neerslag kan ontstaan wanneer twee zoutoplossingen worden samengevoegd. Bart voegt een oplossing van zinksulfaat bij een oplossing van natriumfosfaat. Er ontstaat een neerslag. Bart zegt dat uit tabel 45A blijkt dat het neerslag bestaat uit zinkfosfaat. 1 1p Geef de formule van zinkfosfaat. 2 1p Hoe blijkt uit tabel 45A dat bij de proef van Bart een neerslag van zinkfosfaat ontstaat? Bart filtert de oplossing en vangt het filtraat op 3 2p Welke twee ionen zitten zeker in het filtraat? 4 2p Welke ionen kunnen in het filtraat zitten? 5 3p Beschrijf een proefje hoe je kunt onderzoeken welk ion nog meer in het filtraat zit. Beschrijf alle handelingen en alle benodigde stoffen. Beschrijf ook welke waarnemingen je kunt doen en wat deze waarneming betekend. Goudwinning Het metaal goud komt in de natuur meestal voor in gouderts. Hierin zitten korreltjes goud vast aan gesteente. Bij de winning van goud uit gouderts maakt men gebruik van een oplossing van natriumcyanide (NaCN). In deze oplossing zijn Na+ ionen en CN─ ionen aanwezig. Het gesteente met de daaraan vastzittende korreltjes goud wordt fijngemalen en toegevoegd aan een overmaat natriumcyanide-oplossing. Door het ontstane mengsel wordt lucht geleid zodat een reactie optreedt waarbij Au(CN)2─ ionen worden gevormd. Men kan zich voorstellen dat een Au(CN)2─ ion is opgebouwd uit een goudion en twee cyanide-ionen. 6 2p Leid af wat de lading is van het goudion in een Au(CN)2─ ion. De tijd die nodig is om alle goud te laten reageren, hangt af van de korrelgrootte van het fijngemalen goudbevattende gesteente. 7 2p Leg uit of het met kleine korreltjes korter of langer duurt om (bij dezelfde temperatuur) dezelfde hoeveelheid goud te laten reageren dan met grotere korreltjes. Het gesteente, dat niet opgelost is, wordt gescheiden van de ontstane oplossing. 8 1p Welke scheidingsmethode is hiervoor geschikt? Aan de verkregen oplossing wordt een overmaat zinkpoeder toegevoegd. Dan vindt de volgende reactie plaats: 2 Au(CN)2─ + Zn → 2 Au + Zn(CN)2─ 9 3p Bereken hoeveel kg zink volgens deze reactie heeft gereageerd voor de vorming van 10 kg goud. Zelfwarmend koffieblikje Er is een nieuw soort drankblikje op de markt verschenen waarmee je, waar je ook bent, binnen drie minuten warme koffie kunt maken. In een artikel staat onder andere het volgende: 20 Het nieuw ontworpen koffieblikje ziet er uit als een gewoon frisdrankblikje van 330 ml, maar bevat 210 ml koffie. In het midden van het blikje zit namelijk het warmteproducende element: een cilindervormige binnenbus met twee compartimenten die van elkaar worden gescheiden door een aluminiumfolie op een geperforeerde drager van plastic. In het onderste compartiment zit water, in het bovenste korrels ongebluste kalk (CaO). De volumeverhouding tussen het water en de ongebluste kalk is 1 : 2. Deze verhouding is zorgvuldig uitgebalanceerd. Daarbij is de korrelgrootte zodanig gekozen dat het water alle korrels snel kan bereiken en deze ook “blust”. Het water bevat een rode kleurstof als indicator. De consument weet dan dat het blikje nog niet geactiveerd is. Wanneer men het blikje ondersteboven keert en stevig op de plastic bodem drukt, prikt een punt door de scheidingswand van de binnenbus. Het water sijpelt via het geperforeerde plastic kapje langs de kalkkorrels, en de reactie start: CaO +H2O Ca(OH)2 21 Binnen drie minuten stijgt de temperatuur met circa 40ºC. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 Naar : Chemisch Weekblad 10 2p Is het “blussen”van ongebluste kalk een exotherme of een endotherme reactie? Geef een verklaring voor je antwoord met behulp van een gegeven uit het tekstfragment. Uit de regels 1 tot en met 3 van het tekstfragment volgt dat de ongebluste kalk en het water samen een volume van 330 210 = 120 ml hebben. Met behulp van de volumeverhouding (uit regel 10) kan berekend worden dat het volume van het water 40 ml is. Dat komt overeen met 40 gram water. 11 2p Bereken hoeveel gram ongebluste kalk maximaal van 40 gram water kan reageren. Evenwicht met zilver Men voegt 500 ml 0,100 molair zilvernitraatoplossing en 500 ml 0,100 molair ijzer(II)sulfaatoplossing bij elkaar. De volgende reactie vindt plaats: Fe2+(aq) + Ag+ (aq) ⇆ Fe3+ (aq) + Ag (s) Deze reactie is niet aflopend. Men wacht tot geen veranderingen meer optreden. Om te laten zien dat zich een evenwicht heeft ingesteld, hoeft men in dit geval slecht één van beide ionsoorten Fe2+(aq) of Ag+ (aq) in het reactiemengsel aan te tonen. 12 1p Leg uit dat men in dit geval kan volstaan met het aantonen van slechts één van deze beide ionsoorten. 13 2p Geef de evenwichtsvoorwaarde voor dit evenwicht. Als het evenwicht is ingesteld is de Fe3+ concentratie 0,03 Mol l1 14 3p Bereken de evenwichtsconstante. 27 p Uitwerkingen Tabel 45 1 Zn3(PO4)2 2 Bij de combinatie van Zn2+ en PO43─ staat een s van slecht oplosbaar 3 Na+ en SO42─ 4 Zn2+ of PO43─ 5 Verdeel het filtraat in 2 delen voeg aan het ene deel een oplossing van natriumfosfaat toe. Als er een neerslag ontstaan zaten er nog Zn2+ ionen in . Voeg aan het andere deel wat zinksulfaat toe. Als er een neerslag ontstaat zaten er nog fosfaat ionen in Goudwinning 6 Het is Cn─ dus totale negatieve lading is 2- Het geheel is nog 1─ dus lading Au is 1+ 7 Het kleine korreltjes duurt het korter omdat je dan een groter oppervlak hebt waarop de reactie kan plaatsvinden. Dus meer botsingen dus ook meer effectieve botsingen en dus een snellere reactie. 8 filtratie 9 10 · 103 ≙ (10 · 103) / 197,0 = 50,76 mol Au : Zn = 2 : 1 Dus 0,5 · 50,76 mol Zn = 25,4≙ 25,4 · 65,38=1,7 · 103 g ≙ 1,7 kg Zelfwarmend koffieblikje 10 Een exotherme reactie want er staat dat de temperatuur stijgt met circa 40 C 11 40 g water ≙ 40/18,02 = 2,22 mol H2O : CaO = 1 : 1 Dus ook 2,22 mol CaO M (CaO) = 56,08 2,22 mol ≙ 2,22 · 56,08 = 124 g CaO 12 13 14 Men gaat van dezelfde hoeveelheid uit en ze reageren 1 : 1 dus ze blijven ook gelijk. Dus als je de ene weet dan weet je ook de andere. k = Error! Begin 0,010 Mol Fe2+ Evenwicht 0,200 · 0,03 = 0,006 Mol Fe3+ Volgens reactie Fe2+ : Fe3+ = 1 : 1 dus omgezet 0,006 Mol Fe2+ Nog aanwezig 0,010 0,006 = 0,004 Mol in 200 ml [Fe2+] = Error! = 0,020 Mol/L k = Error! = Error! = 75