BENELUX BELEGGER NIEUWS EN INZICHTEN VOOR INSTITUTIONELE BELEGGERS DOSSIER Maatschappij en regelgeving INTERVIEW Perspectief van de klant CHINA Een gevaar voor de markten? NOVEMBER 2015 UITSLUITEND VOOR PROFESSIONELE BELEGGERS BENELUX BELEGGER VOORWOORD NIEUWS EN INZICHTEN VOOR INSTITUTIONELE BELEGGERS De laatste maanden hebben beleggers te maken met meer volatiliteit. Dit keer ligt de oorzaak niet in Europa, maar in een vertragende Chinese economie en onduidelijke communicatie vanuit de Federal Reserve. Meer fundamenteel is er een groeiend besef dat rendementen over de middellange termijn lager zullen uitvallen. Andere factoren zoals de toegenomen regelgeving, maar ook de impact van de gevoerde beleggingspolitiek op het milieu en de maatschappij worden steeds belangrijker. In deze nieuwsbrief geven wij meer inzicht in de verschillende thema’s. Wij trappen af met een uitgebreid interview met Deborah Winshel, hoofd Impact Investing, over de laatste ontwikkelingen op dit gebied en wat u van ons daaromtrent kunt verwachten. Stephen Fisher, Gerben Schreurs en Stuart Anderson bekijken wat de invoering van central clearing van derivaten concreet betekent. Blikvanger van deze editie is het interview met Marcel Roberts, Chief Investment Officer bij Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten (SPMS), over hoe een pensioenfonds en fiduciair manager optimaal kunnen samenwerken. Ons client solutions team beantwoordt de vraag of China een reëel gevaar is voor de markten en Vasiliki Pachatouridi legt uit hoe ETF’s kunnen helpen het hoofd te bieden aan lage rendementen in vastrentende waarden. Tot slot stellen wij graag twee nieuwe teamleden voor: Monte Hoekstra en Monique van Gils. Beiden hebben aanzienlijke ervaring in het bijstaan van institutionele klanten. In de sectie personalia vindt u meer informatie over de rol die zij gaan vervullen. Ook zijn wij verheugd dat Monique Donders is begonnen als hoofd van het Institutionele team in de Benelux. In de volgende Benelux Belegger zal een interview met Monique worden opgenomen. Ik hoop dat deze inzichten nuttig zijn. Indien u vragen of commentaar hebt, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. Met vriendelijke groet, Hessel van Beijma Managing Director Hoofd Sales Team Institutioneel N O V E M B E R 2 015 [3] DOSSIER: MAATSCHAPPIJ EN REGELGEVING [4] BENELUX BELEGGER BELEGGEN MET IMPACT DUURZAAM BELEID BETER IN BEELD BRENGEN Het integreren van niet-financiële doelstellingen in het beleggingsbeleid krijgt wereldwijd steeds meer belangstelling. Nederlandse pensioenfondsen nemen vaak het voortouw. Deborah Winshel, aangesteld om het nieuwe impactteam van BlackRock aan te sturen, deelt haar inzichten over de evolutie in duurzaam beleggen, en legt uit waarom transparantie zo belangrijk is. Hoe definiëren wij duurzaam beleggen? In de afgelopen decennia is duurzaam beleggen stap voor stap geëvolueerd. Bij Blackrock onderscheiden wij drie categorieën: specifieke uitsluitingen (screening), het in acht nemen van criteria die een bijdrage leveren aan maatschappij, milieu en bedrijfscultuur (ESG), en meer recent impact investing. Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars zijn vertrouwd met het specifiek uitsluiten van beleggingen in de portefeuille, zoals tabak of fossiele brandstoffen. Het voeren van een uitsluitingsbeleid was de eerste manier om beleggingsbeslissingen te nemen, die niet louter op financiële criteria berustten. Vele institutionele beleggers nemen daarnaast criteria voor maatschappij, milieu en bedrijfscultuur in acht (ESG). Dit gaat een stap verder, doordat niet alleen gekeken wordt naar wat bedrijven doen, maar ook naar hoe ze het doen. Bedrijven rapporteren over hoe ze hun verantwoordelijkheid voor het milieu in de praktijk brengen, hoe ze werknemers de kans geven zich te ontplooien enzovoort. Op basis van die informatie kunnen wij een portefeuille bouwen. Impact investing, ook wel beleggen met impact genoemd, wordt steeds populairder omdat het beleggers de mogelijkheid biedt om zich te richten op bedrijven, die verantwoordelijk te werk gaan en een positieve invloed hebben op mens en maatschappij. INTERVIEW DEBORAH WINSHEL Managing Director Deborah Winshel is als hoofd van het Impact Investing platform verantwoordelijk voor het aansturen en coördineren van de activiteiten van BlackRock op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen. Daarnaast staat zij aan het hoofd van onze wereldwijde filantropische initiatieven. Voordat ze in dienst trad bij BlackRock was Deborah onder meer President en Chief Operating Officer van de Robin Hood Foundation, de grootste charitatieve instelling in New York. Ook werkte ze ruim tien jaar voor JP Morgan’s Investment Bank. Wat is de toegevoegde waarde van impact investing? Al langer weren beleggers bepaalde sectoren of bedrijfsvormen uit hun portefeuilles als deze niet in overeenstemming zijn met de waarden van hun organisatie. Impact investing gaat een stap verder en biedt een raamwerk om het succes van de gekozen doelstellingen op de portefeuille te meten. Als vermogensbeheerder hebben wij de fiduciaire plicht om onze cliënten het best mogelijke rendement te bieden. Beleggen met impact geeft ons de mogelijkheid om doeleinden op het gebied van verantwoordelijk beleggen te N O V E M B E R 2 015 [ 5 ] WERELDWIJDE UITDAGINGEN VOOR LANGETERMIJN BELANGEN VAN ONZE KLANTEN 1mld. mensen ontberen voldoende voedsel 4mld. mensen hebben geen toegang tot internet 2/3 van het budget voor CO2emissiehandel is opgebruikt behalen, zonder dat het rendementspotentieel van de portefeuille wordt aangetast. Met andere woorden: elke impactstrategie dient zowel een maatschappelijk of ecologisch doel als een nauw omschreven financieel doel. Door gebruik te maken van transparante benchmarks kan het effect op de maatschappij en de leefomgeving in cijfers worden uitgedrukt, en als onderdeel van het beleggingsproces samen met de financiële resultaten worden gerapporteerd. Dit is een nieuwe ontwikkeling in duurzaam beleggen. Hoe passen de verschillende strategieën bij elkaar? BlackRock heeft veel ervaring met screening, ESG en impact investing. Zo beheren wij een aantal portefeuilles voor religieuze instellingen, die niet willen beleggen in effecten, die niet overeenstemmen met hun waarden. Daarnaast hebben wij een ruim aanbod van duurzame obligatieportfeuilles. Bij dit type van obligatiebeleggingen wordt de vermindering van de CO2uitstoot gebruikt als meetlat. Wat is uniek in de aanpak van BlackRock? Een belangrijk verschil is de breedte en diepte van ons aanbod. Ik denk dat geen andere vermogensbeheerder zo’n breed scala bestrijkt, van actieve en passieve producten tot ETF’s, voor zowel institutionele als individuele cliënten. In het geval van impact investing richten wij ons richten op grote, toegankelijke markten terwijl de meeste duurzame beleggingen zich toespitsen op een beperkter veld, meestal gekoppeld aan specifieke projecten. Wij kunnen dankzij onze enorme analysecapaciteit, innovatieve manieren ontwikkelen om duurzaamheid te meten binnen grote, liquide markten, zodat wij beleggers over de hele wereld schaalbare producten kunnen aanbieden. Welke rol speelt technologie? Bronnen: De VN Millenniumdoelstellingen; De Internationale Telecommunicatie-unie, Measuring the Information Society Report, 2014; en de IPCC Carbon Budget Checklist 2014. [6] BENELUX BELEGGER Impact investing is bij BlackRock stevig geworteld in technologie. Dankzij een toonaangevende technologieplatform zijn wij in staat om voor diverse beleggingsfactoren of bedrijfsresultaten te analyseren wat de impact op de maatschappij of de leefomgeving is. Door de combinatie van Aladdin, ons platform voor het risicobeheer, en de expertise in ‘big data’, waarover ons scientific active equity team beschikt, heeft BlackRock één van de meest geavanceerde research- en risicoanalysecapaciteit binnen de beleggingssector. De technologie biedt ons ook de mogelijkheid om een groeiend aantal potentiële beleggingen op hun maatschappelijke impact te analyseren Een voorbeeld is de recente strategie van het Scientific Active Equity team dat ‘big data’ gebruikt om de positieve impact van beleggingen in verschillende domeinen te meten. Hoe staat BlackRock tegenover corporate governance? BlackRock heeft het grootste corporate governanceteam in de beleggingssector. Per jaar brengen we op meer dan 15.000 aandeelhoudersvergaderingen onze stem uit. Onze opstelling ten aanzien van corporate governance, inclusief maatschappelijke, ethische en milieufactoren, is nauw verbonden met onze beleggingsvisie. Wij geloven dat een degelijk raamwerk voor corporate governance ervoor zorgt dat de Raad van Bestuur daadwerkelijk kan leiden, en dat het bedrijf goede bestuurspraktijken hanteert. Op de lange termijn bevordert dit het succes van een onderneming, en leidt het tot een beter voor risico gecorrigeerd rendement voor onze cliënten. Onze corporate governance- en impactteams werken samen, maar spitsen zich toe op verschillende doeleinden, die voor onze klanten van belang zijn. Terwijl het corporate governanceteam zich concentreert op de bescherming en vergroting van de shareholder value voor cliënten, ontwikkelt het impactteam nieuwe producten en oplossingen voor maatschappelijk verantwoord beleggen. Beide teams maken intensief gebruik van elkaars kennis en ervaring. Zo geven de corporate governancecollega’s het impactteam veel inzicht in de laatste ontwikkelingen in duurzaam beleggen. DOSSIER: MAATSCHAPPIJ EN REGELGEVING 600 mln. banen nodig voor de volgende generatie 45 bln. € nodig voor essentiële infrastructuur wereldwijd Hoe ziet u duurzaam beleggen evolueren? Wereldwijd zien wij diverse ontwikkelingen zoals klimaatverandering, de uitputting van grondstoffen of gebrekkige infrastructuur die de langetermijnbelangen van cliënten beïnvloeden. Wij menen, in samenspraak met steeds meer beleggers, dat wij nieuwe manieren moeten vinden om die problemen vóór te zijn en om de bijkomende kansen te benutten. Wij bemerken nu al een groeiende verschuiving in de wensen van beleggers. Interessant is ook het veranderende profiel van beleggers. Zo vindt 76% van de vrouwelijke beleggers maatschappij- en milieufactoren belangrijk voor hun beleggingsbeslissingen. De millenniumgeneratie, die in de komende dertig jaar naar verwachting ruim 30.000 miljard dollars zal erven, is twee keer zo vaak geneigd in maatschappelijk verantwoorde ondernemingen te beleggen dan de doorsneebelegger1. Wij zien ook beweging in de institutionele wereld. Ruim 400 instellingen met een totaal belegd vermogen van 2.600 miljard dollar proberen fossiele brandstoffen uit hun portefeuilles te weren, terwijl 55% van family offices evenveel waarde hecht aan de maatschappelijke impact als het financiële rendement van hun beleggingen1. 1,7mld. mensen zonder toegang tot noodzakelijke geneesmiddelen De Internationale Arbeidsorganisatie, Global Employment Trends, Geneva, January 2012; MSCI ESG Trends to Watch January 2015 en de Wereldgezondheidsorganisatie, The World Medicines Situation, 2011. Regelgeving is een andere factor die van belang is. Meer dan 30 landen, van Nederland tot China, eisen transparante rapportage op het gebied van milieu, maatschappij en corporate governance2. De groeiende samenwerking tussen landen in het aanpakken van wereldwijde problemen, zoals het veranderende klimaat, monden wellicht uit in nieuwe regels die duurzaam beleggen ondersteunen. N O V E M B E R 2 015 [ 7 ] Hoe werkt dit door in beleggingsstrategieën? Wilt u meer over dit onderwerp weten? Lees de analyse van het BlackRock Investment Institute Wij hebben BlackRock Impact geïntroduceerd om meer eenheid te brengen in onze aanpak van duurzaam beleggen en om beleggers die maatschappelijke en milieufactoren in hun beleggingen willen betrekken, beter van dienst te kunnen zijn. BlackRock beheert op dit moment ruim 200 miljard dollar aan mandaten op het gebied van duurzaam en maatschappelijk verantwoord beleggen. Het is ons doel om verder te bouwen op die ervaring in samenwerking met interne en externe partners. Wij zien nu al de eerste positieve resultaten van die samenwerking. Zo hebben wij een ex-fossil fuelstrategie ontwikkeld met de Natural Resources Defense Council, en een low-carbon ETF met de Verenigde Naties. Daarnaast is er een impactstrategie bedacht, die systematisch gebruikt maakt van nieuwe bronnen zoals sociale media, patenten en nieuwsberichten voor de opbouw van aandelenportefeuilles. Wat motiveert u? Wat mijn carrière betreft, prijs ik mezelf erg gelukkig. Ik ben begonnen in de financiële wereld en heb me verder kunnen ontwikkelen in de non-profitsector. In de loop der tijd ben ik me gaan realiseren dat die twee werelden niet zoveel verschillen. In beide omgevingen heb ik enthousiaste mensen ontmoet, die zich inzetten om gecompliceerde problemen op te lossen. En sinds kort maakt ook de charitatieve sector gebruik van cijfermatige rapportages om de invloed van programma’s en projecten beter te kunnen meten. Bij de Robin Hood stichting ben ik getuige geweest van het wezenlijke verschil dat dit maakte. Ik zag hoe overtuigend het kan zijn als de resultaten en de invloed van een programma helder in kaart worden gebracht. Metingen gekoppeld aan duidelijke ijkpunten geven inzicht in hoeveel levens dankzij een project veranderd zijn. Impact investing met de nadruk op transparante en meetbare resultaten geeft mij de mogelijkheid een brug te slaan tussen die twee delen van mijn carrière, terwijl ik nog meer dan voorheen het gevoel heb dat ik een verschil kan maken. Wat kunnen cliënten verwachten? Cliënten kunnen rekenen op meer transparantie en meetbare uitkomsten over de invloed van hun beleggingen op de maatschappij en de leefomgeving. Daarnaast blijven wij investeren in nieuwe methodes voor duurzaam beleggen. Onze taak is om cliënten meer en betere mogelijkheden te bieden om de uitdagingen die met duurzaam beleggen gepaard gaan aan te gaan, en hen een beter inzicht te geven in hoe hun geld met dat doel voor ogen belegd wordt. Sustainable Signals, Morgan Stanley Institute for Sustainable Investing, 2015; Arabella Associates; Social Venture Fund. Investing for Global Impact, 2014. 1 2 [8] BENELUX BELEGGER UN PRI, Global ESG Regulatory Mapping. CENTRALE AFWIKKELING VRAAGT AANDACHT De aandacht bij het centraal afwikkelen van derivaten verschuift naar het herstel- en resolutieregime van centrale tegenpartijen en de ongewenste gevolgen voor Nederlandse pensioenfondsen. DOSSIER: MAATSCHAPPIJ EN REGELGEVING GERBEN SCHREURS STUART ANDERSON Het terrein voorbereiden De centrale afwikkeling van derivaten (centrale clearing) is in Europa steeds meer een realiteit. In april van dit jaar is BlackRock voor het eerst overgegaan tot de centrale afwikkeling van enkele OTC-derivatentransacties voor cliënten in het kader van de European Markets Infrastructure Regulation (EMIR). Sindsdien heeft BlackRock de noodzakelijke stappen gezet om een vlotte overgang naar het nieuwe regime te verzekeren. STEPHEN FISHER Wij menen dat die voorbereiding belangrijk is; tot op heden is de centrale afwikkeling van deze effecten in Europa weliswaar beperkt gebleven tot kleine volumes, maar die zullen toenemen in de loop van 2016 als centrale afwikkeling verplicht wordt voor bepaalde institutionele beleggers. Het moment waarop een belegger op centrale afwikkeling overstapt, verschilt naargelang de strategie en hangt af van een aantal factoren. BlackRock werkt nauw samen met andere marktpartijen om de centrale afwikkeling onder optimale omstandigheden te kunnen bewerkstelligen, en adviseert klanten er zich van te vergewissen dat andere beheerders ook voorbereidingen treffen. Vragen die gesteld moeten worden zijn onder andere: ``Hebben zij de benodigde clearingdocumentatie opgesteld met voldoende uitvoerende brokers en leden van de clearing? ``Kunnen zij voldoende risicospreiding en keuzevrijheid waarborgen als volumes toenemen? ``Hebben zij ervaring in het afwikkelen van transacties in het kader van EMIR en/of in andere jurisdicties? Naar verwachting wordt de verplichting tot centrale afwikkeling voor bepaalde eindverbruikers vanaf het vierde kwartaal van 2016 van kracht. Het centraal afhandelen van derivaten draagt bij tot een grotere transparantie voor zowel toezichthouders als marktpartijen. Veel tegenpartijrisico’s die inherent waren aan bilaterale OTC-transacties verdwijnen. Naast die voordelen brengt centrale clearing ook risico’s met zich mee, als gevolg van de concentratie in een handjevol centrale tegenpartijen (CCP’s). Het aanpakken van uitstaande risico’s is cruciaal Toezichthouders zijn zich, net als de marktpartijen, bewust van deze risico’s. Om die reden bereidt de Europese Commissie een juridisch kader voor, dat er zowel op gericht is toe te zien op de robuustheid en veerkracht van CCP’s als op het herstel- en resolutieregime ten aanzien van CCP’s die in gebreke blijven. De maatregelen om de robuustheid en veerkracht van CCP’s te bevorderen worden in de komende jaren aan EMIR toegevoegd. Daarnaast wordt afzonderlijke wetgeving ontwikkeld, grotendeels gebaseerd op internationaal overeengekomen principes, om het herstel- en resolutieregime gestalte te geven. N O V E M B E R 2 015 [9] “ Naast voordelen brengt centrale clearing ook bepaalde risico’s met zich mee, als gevolg van de concentratie in een handjevol centrale tegenpartijen (CCP’s) Beide zijn van belang om het vertrouwen in centrale afwikkeling bij eindverbruikers te versterken. Hoewel het zelden voorkomt, zijn er in het verleden wel degelijk CCP’s failliet gegaan, en in theorie kan dat opnieuw gebeuren. Gezien het enorme effect van zo’n faillissement op de stabiliteit van de markt en het beleggersvertrouwen, heeft BlackRock intensief contact gezocht met de Europese beleidsmakers, om te verzekeren dat het gezichtspunt van de eindgebruiker goed doorklinkt in de discussie. De eindverbruiker vertegenwoordigen Samen met een aantal Nederlandse pensioenfondsen heeft BlackRock het standpunt in Brussel naar voren gebracht dat gepaste prikkels voor de CCP’s net zo belangrijk zijn als verliescompensatie. We dringen er bij beleidsmakers op aan aandacht te besteden aan het creëren van een evenwichtig raamwerk, bijvoorbeeld door het verplicht te stellen dat CCP’s bij een faillissement een deel van de last dragen, en ervoor te zorgen dat het geld dat cliënten gestort hebben goed wordt beschermd. “ Een kernvraag voor Nederlandse pensioenfondsen Nederlandse pensioenfondsen hebben via liability driven investment (LDI) strategieën van alle marktpartijen wellicht het meest op het spel staan bij de overgang op clearing via centrale tegenpartijen (CCP’s). Een (dreigend) faillissement van een CCP zal ingrijpende gevolgen hebben, aangezien het goed mogelijk is dat één van de middelen die gebruikt worden om de CCP er bovenop te helpen een haircut (risicokorting) is. In de eerste instantie slaat dit op de Variation Margin (VM), maar er is bovendien nog altijd discussie of het zinvol is ook risicokortingen toe te passen op de Initial Margin (IM). Met andere woorden: als de eindgebruiker een gerichte exposure naar de CCP heeft (zoals bij Nederlandse pensioenfondsen), kunnen de activa van die gebruiker aangewend worden om de CCP te herstellen. Dat in tegenstelling tot leden van de clearing (banken), die altijd een neutrale positie houden en geen risico lopen als een waarderingscorrectie op de VM wordt toegepast. Het is van groot belang om hiervoor heldere richtlijnen op te stellen voordat de vrijstelling die EMIR voor pensioenfondsen heeft vastgelegd in 2017 / 2018 afloopt. [10 ] B E N E L U X B E L E G G E R 015 017 We hebben beleidsmakers er ook op gewezen dat de gebruikers van CCP’s in de kern belastingbetalers zijn, die gedwongen zijn de marktinfrastructuur te gebruiken. De eindgebruikers hebben geen belang in die infrastructuur, en hebben hun geld in goed vertrouwen gestort. Dat vertrouwen ondermijnen door het toepassen van haircuts (risicokortingen) op de Initial Margin (IM) en/ of de Variation Margin (VM) heeft ongewenste consequenties voor het systeem, die de financiële stabiliteit in gevaar kunnen brengen. Wij adviseren om de risicokortingen op de IM van tafel te vegen, en risicokortingen op de VM onder zeer strikte voorwaarden als laatste redmiddel toe te staan. In tegenstelling tot sommige beleidsmakers menen wij – net als een aantal van onze cliënten – dat het overeind houden van een CCP tegen elke prijs niet altijd in het belang van het financiële systeem is. Uiteindelijk is het vertrouwen van de gebruikers gestoeld op zekerheid. Een niet van tevoren bekende verplichting van marktpartijen om bij te springen bij een (dreigend) faillissement van een CCP ondermijnt het vertrouwen van de gebruikers in centrale afwikkeling, en leidt tot suboptimale beleggingen, wat uiteindelijk kan uitmonden in een nieuwe bron van volatiliteit. Als een CCP failliet gaat, zou het zo snel mogelijk opstellen van een resolutieplan dat erop gericht is alle posities van de betreffende CCP snel en volledig te beëindigen, verplicht moeten zijn. Aangevuld met een ordentelijke en snelle terugbetaling van de gestorte marges. We willen benadrukken dat CCP’s wereldwijde, grensoverschrijdende infrastructuren zijn, die verbonden zijn aan banken. Daarom dient de aanpak die de Europese Commissie voorstelt internationaal consistent te zijn, om mogelijke arbitrage tussen verschillende CCP’s en rechtsgebieden te voorkomen. Het beleid dient bovendien ontwikkeld te worden in samenhang met het herstelbeleid voor de Europese banken en de resolutiewetgeving. DOSSIER: MAATSCHAPPIJ EN REGELGEVING BIJKOMEND JURIDISCH KADER VOOR CCP’S: VOORLOPIG TIJDSCHEMA Herziening van EMIR* gaat van start Publicatievoorstel van de Europese Commissie 2016 Het grotere beeld Wat zijn de optimale kosten van centrale afwikkeling? Voor CCP’s, voor de leden, voor eindgebruikers en het financiële systeem? Hoe verhouden die kosten zich ten opzichte van de huidige situatie waarin OTC-transacties de boventoon voeren? En wat zijn de kosten bij een normale gang van zaken en bij een eventueel faillissement? Over deze en andere belangrijke vragen moet door alle belanghebbende partijen nog goed worden nagedacht voordat wetgeving wordt opgesteld om de robuustheid en veerkracht van CCP’s te verankeren in een solide set aan mogelijke maatregelen in het herstel- en resolutieregime van CCP’s. De rol van centrale banken Een ander cruciaal aspect is de rol die centrale banken dienen te spelen in het herstel- en de resolutieregime van CCP’s? En is het, gezien de middelen die beschikbaar zijn voor het herstel van een CCP, redelijk om van centrale banken te verwachten dat ze liquiditeit verschaffen aan een CCP, die ten onder dreigt te gaan en/of aan de markt in bredere zin? Of dient de rol van de centrale banken beperkt te blijven tot een overbruggingsfunctie als de posities van de CCP die in gebreke blijft, moeten worden overgebracht naar een andere CCP of dienen te worden afgesloten? Centrale banken hebben nooit eerder zo’n prominente rol in dit onderdeel van het financiële systeem gespeeld. Daarom is het zaak om in de komende maanden duidelijkheid te krijgen over de rol van centrale banken in het clearingproces. Onderhandelen over Niveau 1** maatregelen; EMIR herziening Conclusie onderhandelingen over Niveau 1 maatregelen en EMIR herziening ESMA publiceert gedetailleerde regelgeving (Niveau 2) Goedkeuring Niveau 2 maatregelen 2018 Implementatie / wetgeving van kracht Bron: BlackRock * Betreft de regelgeving voor CCP robuustheid. ** Niveau 1 betreft het juridisch kader voor het herstel en de resolutie van falende CPP’s. N O V E M B E R 2 0 1 5 [ 11 ] “ Samen met een aantal Nederlandse pensioenfondsen hebben wij het standpunt naar voren gebracht dat gepaste prikkels net zo belangrijk zijn als verliescom­ pensatie Wat zijn de volgende stappen? De Europese Commissie heeft deze zomer belanghebbende partijen geraadpleegd, en hen gevraagd hun visie te geven op benodigde aanpassingen van EMIR. Die zal voor de betrokken partijen verstrekkende gevolgen hebben, en vereist de grootste zorgvuldigheid. Zo moet onder meer goed gekeken worden naar de implementatie van de frontloadingeisen, de rapportageverplichtingen die EMIR oplegt, de consistentie van de Europese regelgeving met die van andere grote jurisdicties, zoals de Verenigde Staten, en de voordelen van verdere verlenging van de vrijstelling van centrale afwikkeling voor pensioenfondsen. Op dit moment is onduidelijk wat de volgende stappen zijn en wanneer ze gezet worden, maar wat wij wel weten, is dat er in de loop van 2016 aanvullende mogelijkheden zijn om suggesties te doen om het clearingproces in Europa te verbeteren. Wij verwachten dat er tegen het einde van dit jaar een wetsvoorstel is voor het herstel- en de resolutieregime van CCP’s. Dit voorstel wordt in het Europees Parlement en de lidstaten besproken, waarna het met de nodige amendementen zijn definitieve vorm zal krijgen. De Raad van de Europese Unie, die in de eerste helft van 2016 onder Nederlands voorzitterschap staat, zal de onderhandelingen over het wetsvoorstel naar verwachting met urgentie leiden, maar toch zijn de overeengekomen richtlijnen voor CCP’s waarschijnlijk op zijn vroegst pas in 2018 van kracht. “ Hoewel het tijdpad voor de nieuwe wetgeving lang is en het niet waarschijnlijk is dat pensioenfondsen op korte termijn te maken krijgen met CCP’s die in moeilijkheden verkeren, menen wij dat een faillissement van een CCP zulke ernstige gevolgen zou hebben voor de Europese spaarders en gepensioneerden, dat dit onderwerp in de komende maanden met zorg behandeld dient te worden. Daarom spreekt BlackRock regelmatig met beleidsmakers. We willen daarnaast de gelegenheid te baat nemen om met u in detail over deze onderwerpen te spreken, zodat wij des te beter in staat zijn om namens u de visie en bezorgdheid van de institutionele beleggers in de Benelux in het voetlicht te brengen. [ 12 ] B E N E L U X B E L E G G E R PERSPECTIEF VAN DE KLANT DE KRACHT VAN EEN GELIJKWAARDIGE RELATIE Hoe het volle potentieel van een fiduciair mandaat te benutten is een kernvraag voor veel pensioenfondsen. Na vijf jaar is de fiduciaire relatie tussen SPMS en BlackRock intensiever geworden. De strategische advisering over onder andere het afbouwen van risico’s en – uiterst contrair – het verhogen van de rentehedge heeft zijn waarde bewezen. In een lichtgrijs verleden werd soms schertsend gezegd dat fiduciair beheer een synoniem is voor het uit handen geven van de aansturing. In zo’n ongelijkwaardige relatie gelooft Chief Investment Officer (CIO) Marcel Roberts van SPMS niet, gelet op de vijf jaar dat BlackRock de uitvoerder is voor het vermogensbeheer van het pensioenfonds voor de medisch specialisten. Hij spreekt van een partnership. “Het bestuursbureau en de externe adviseurs leveren voldoende tegengewicht. Daarnaast zit het bestuur ook voldoende in de materie om zowel de adviezen van BlackRock als het tegengewicht op waarde te schatten.” De definitie voor fiduciair beheer is buigzaam als bamboe: elke partij geeft er zijn eigen invulling aan. Voor de één omvat het vrijwel de hele keten: van advies, het terugvorderen van dividend tot en met de rapportages. Voor de ander gaat het om de afspraken die bij vermogensbeheer komen kijken. Roberts heeft lang de ‘zuivere definitie’ gehanteerd, die staat voor een integrale aansturing van de beleggingsportefeuille, waarbij andere partijen zich ontfermen over het vermogensbeheer. Die strikte waterscheiding heeft hij echter losgelaten. “Het zou stom zijn als wij de goede producten van onze fiduciair niet zouden gebruiken. Ik realiseer mij terdege het spanningsveld en ook dat een goed product niet altijd de beste performance heeft. Ik ben daarom iets scherper bij mandaten die door BlackRock worden uitgevoerd. ” Hij vervolgt: “In de afgelopen drie jaar heb ik of het bestuur echter niet het gevoel gehad dat we door BlackRock ergens ingeduwd zijn. Misschien is het zelfs eerder tegengesteld. Mijn ervaring is dat de fiduciair BlackRock de vermogensbeheerder BlackRock mogelijk zelfs kritischer benadert dan externe partijen.” INTERVIEW MARCEL ROBERTS Chief Investment Officer SPMS Marcel Roberts is sinds november 2012 Chief Investment Officer (CIO) van Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten (SPMS). Hij heeft in de elf jaar daarvoor gewerkt voor Syntrus Achmea, waar hij begon als portfoliomanager aandelen en eindigde als eindverantwoordelijke voor de selectie van de externe managers. Ook werkte Roberts onder andere bij Amsterdam Financial Services en SNS. Hij begon zijn carrière als lector Corporate Finance bij Tilburg University. N O V E M B E R 2 0 15 [13] “ Een essentieel kenmerk van de relatie tussen SPMS en BlackRock is de intensiteit van de gesprekken Intensieve samenwerking Een essentieel kenmerk van de relatie tussen SPMS en BlackRock is de intensiteit van de gesprekken, waaraan onder invloed van regelgeving en de roerige financiële markten voorlopig niet veel zal veranderen, verwacht Roberts. Gemiddeld om de dag spreekt het bestuursbureau met het kantoor in Nederland, of specialisten in Londen van de fiduciair. Daaraan kunnen de vergaderingen in binnen- en buitenland en een gestage stroom e-mails worden toegevoegd. De gespreksonderwerpen laten zich niet altijd leiden door de agenda. “De evolutie van de markten en wat dit betekent voor toekomstige rendementen en ons risico exposure is bijvoorbeeld iets wat wij regelmatig bespreken. Het belangrijkste gespreksonderwerp is echter de optimale samenstelling van de portefeuille.” De relatie tussen SPMS en BlackRock is onder invloed van wet- en regelgeving en de strengere eisen van de toezichthouder geïntensiveerd. Het aantal personen binnen het bestuursbureau van SPMS dat toeziet op de dienstverlening van BlackRock is in de afgelopen vijf jaar gegroeid. De gestegen behoefte aan bewijs en vastlegging zorgt aan beide kanten voor substantieel meer werk. “Er zijn meer checks & balances vereist. Wij hebben meer onderling contact, en wisselen meer informatie uit. Wij zitten ook vaker aan tafel bij de mensen die het vermogensbeheer voor hun rekening nemen. Daarnaast bezoek ik met het team ook de externe managers die BlackRock heeft geselecteerd,” zegt Roberts. “ Tegen de stroom oproeien Hoewel er een trend is om het volledige beheer te verruilen voor deelmandaten voor balansbeheer, managerselectie en risicomanagement, weerspreekt Roberts dat SPMS tegen de stroom oproeit door de aansturing van het vermogensbeheer in handen van één partij te geven. “Ik heb niet het idee dat andere fondsen het per se anders (willen) organiseren dan wij. Fiduciair beheer is niet op zijn retour. Wel passé is dat een pensioenfonds alles overlaat aan zijn fiduciair en vervolgens zegt de zaken goed te hebben geregeld. Het inbouwen van checks en balances is noodzaak, evenals het inhuren van een externe partij voor controles. In dit kader is de investment risk managementfunctie ook binnen het bestuursbureau versterkt.” Een goede stand van zaken Met een beheerd vermogen van 8,8 miljard euro bij de jaarwisseling en een dekkingsgraad eind september 2015 van 117,8% op basis van de rentecurve van De Nederlandsche Bank staat het pensioenfonds voor de medisch specialisten er relatief goed voor in vergelijking met veel andere Nederlandse fondsen. SPMS heeft na het vertrek in 2010 bij het Doctors Pension Funds Services (DPFS) zich tot BlackRock gewend voor de strategische en tactische advisering, de selectie en het monitoren van vermogensbeheerders –zowel intern als extern– en het beheersen van valuta– en renterisico’s. De vastgoedbeleggingen worden door Aviva Investors beheerd; het pensioenbeheer is in handen van APG. 15000+ AANTAL DEELNEMERS* * inclusief gepensioneerden en gewezen deelnemers [14] B E N E L U X B E L E G G E R 117,8% DEKKINGSGRAAD BEZITTINGEN VERPLICHTINGEN 8,8 BEHEERD VERMOGEN MILJARD EURO Ook bij het afbouwen van het risico in de portefeuille heeft BlackRock een belangrijke rol gespeeld. Het proces in aanloop naar dit besluit geeft misschien wel de kern weer van de fiduciaire relatie tussen het fonds en BlackRock. Een fiduciair moet heel goed kunnen luisteren en met een strak oog op de doelstellingen inschatten wat een pensioenfonds wil, vindt Roberts. “ Het inbouwen van checks en balances is noodzaak, evenals het inhuren van een externe partij voor controles “ Het strategische advies van BlackRock heeft de afgelopen vijf jaar de grootste meerwaarde geboden, vindt Roberts. Een advies dat voor het pensioenfonds van grote waarde is geweest was de aanbeveling om de rentehedge te handhaven, ondanks het feit dat veel fondsen die afbouwden. “De redenering van veel pensioenfondsen was dat de rente dusdanig laag was dat een stijging aanstaande was en een verlaging van de rentehedge hen zou toelaten om hierop in te spelen. BlackRock was het ermee eens dat de rente op een historisch laag niveau lag, maar stelde dat er geen redenen waren die een stijging op de korte termijn rechtvaardigden. Het advies was daarom de rentehedge niet te wijzigen. Dat was een krachtig advies gezien de andere geluiden in de markt. De beslissing heeft prima uitgepakt, gelet op het feit dat de rente in de afgelopen twee tot drie jaar per saldo verder is gedaald.” “Na een uitstekend 2012 hadden wij een discussie of het voor ons noodzakelijk was om de hoge risico blootstellingen aan te houden die gepaard gaan met het behalen van dubbelcijferige rendementen. Weliswaar helpen hogere opbrengsten op termijn de pensioenen te verhogen, maar gezien onze hogere dekkingsgraad besloten wij een deel van het risico van tafel te halen om meer zekerheid te bieden dat wij onze nominale rechten konden waarmaken. Wij zijn daarom over het afbouwen van risico’s in gesprek gegaan met BlackRock. Het is een proces van een jaar geweest, dat dit jaar is geïmplementeerd.” Het belang van een constructieve houding Op advies van De Nederlandsche Bank zouden pensioenfondsen iedere vijf tot zeven jaar hun fiduciair de maat moeten nemen. Dat betekent op zijn minst een verkennend rondje maken langs de concurrentie om te kijken of de huidige beheerder nog voldoet. Ook het bestuursbureau van SPMS heeft recent een oriëntatieronde gemaakt langs fiduciairs die actief zijn in Nederland. De consultant die in 2010 betrokken was bij de selectie van BlackRock als fiduciair manager is gevraagd om de contracten nog eens kritisch na te lezen op bijvoorbeeld de kosten. “De analyse en de oriëntatieronde zijn nog niet afgerond, maar hebben vooralsnog niet geleid tot het besluit om weg te gaan. Wij hebben in de afgelopen jaren best veel dingen voorgesteld, waarop BlackRock niet happig was. Toch kregen wij heel veel voor elkaar. Dat was niet altijd van vandaag op morgen een feit, maar als er beweging wordt waargenomen dan zijn wij tevreden,” besluit Roberts het gesprek. N O V E M B E R 2 0 15 [15 ] NEDERLANDSE ECONOMIE momentopname 2015 Economische groei (2de kw.2015) 0,2% Inflatie (september 2015) 0,6% Begrotingstekort (EMU) 2de kw.2015 1,9% Overheidsschuld (EMU) 2de kw.2015 67,1%* Werkloosheid (september 2015) 6,8%** *In % bbp **Seizoensgecorrigeerd. Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek. [16] B E N E L U X B E L E G G E R ECONOMIE EN MARKTEN CHINA: EEN GEVAAR VOOR DE MARKTEN? BLACKROCK CLIENT SOLUTIONS De recente waardedaling van de renminbi heeft groot tumult veroorzaakt in de internationale financiële markten, maar wat zijn de gevolgen op langere termijn? Moeten wij ervan uitgaan dat de Chinese economie over zijn hoogtepunt is, of maakt dit alles deel uit van een evolutie naar een meer bestendig economisch model? Al enkele jaren is het duidelijk dat de jaren van 10% groei voor China niet zullen terugkeren. Er is een einde gekomen aan de forse toename van de investeringen in infrastructuur en onroerend goed. Dat is al zichtbaar in grondstoffenprijzen en zeker in de metaalprijzen, die al enige tijd dalen als gevolg van een lagere vraag uit China. De reden voor de plotselinge turbulentie is het tanende vertrouwen in de capaciteit van de Chinese overheid om de groei te stabiliseren op het lagere niveau van 7,5%. Tot nu toe is er wel twijfel geweest, maar in grote lijnen gingen marktdeelnemers ervan uit dat de overheid in haar opzet zou slagen. Immers, Beijing heeft de economie wel vaker weten te stabiliseren terwijl er onderliggend grote problemen waren; dus waarom zou dat nu niet lukken? De vlam sloeg in de pan door de aanpassing van de renminbi. Die werd – waarschijnlijk ten onrechte – uitgelegd als een poging om de export te stimuleren ten koste van handelspartners. Het zou tot een tegenreactie kunnen leiden, en tot de dreiging van een valuta-oorlog. De maatregel werd vertaald als een onverwachte noodzaak om verder in te grijpen en dus als een signaal dat de groei lager uit zou vallen dan de geplande 7,5%. Vervolgens wezen analyses op de persistente onbetrouwbaarheid van de Chinese economische statistieken. Cijfers over het elektriciteitsgebruik worden doorgaans betrouwbaarder gevonden, en de groei daarvan is dit jaar heel laag. In de eerste helft van 2015 nam de groei van het elektriciteitsverbruik 1,3% toe in vergelijking tot dezelfde periode in 2014; de kleinste toename van de afgelopen 30 jaar (zie figuur 1). Het leidde tot de vraag of de Chinese overheid wel echt zo ‘in controle is’ als zij altijd pretendeert. N O V E M B E R 2 0 15 [17 ] FIGUUR 1: VERANDERING IN ELEKTRICITEITSVERBRUIK TEN OPZICHTE VAN EEN JAAR GELEDEN IN %* 50 40 30 20 10 0 -10 -20 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Bron: Thomson Datastream, BlackRock Investment Institute. *Niet aangepast voor seizoenschommelingen. Voor de wereldeconomie komt een groeivertraging in China niet goed uit. Wereldwijd is de economische groei al niet hoog, en problemen in China dragen niet bij tot verbetering. Het treft vooral de leveranciers van importgoederen, met name de grondstoffenleveranciers. Een verdere terugval van de groei in China belemmert het economisch herstel in grondstoffenexporterende landen. Dit ondanks de omvangrijke valutakoerscorrecties in de laatste twaalf maanden, aangezien de meeste van deze grondstoffenproducerende landen een eenzijdige aanbodstructuur hebben. Daardoor kunnen zij niet profiteren van betere exportmogelijkheden in andere sectoren. Voor de groei van de wereldhandel is dit geen gunstige voorbode. Het keerpunt van Lewis Vanuit wetenschappelijke hoek is er al jaren discussie over het pad waarlangs de Chinese economie zich verder zal ontwikkelen. Er is veel aandacht voor wat bekend staat als ‘het keerpunt van Lewis’. Dat gaat over een Nobelprijswinnend economisch groeimodel voor ontwikkelingslanden, dat door professor Arthur W. Lewis in 1954 is beschreven; oud gedachtegoed met blijvende relevantie. In essentie komt de theorie erop neer dat landen die migreren van een agrarische naar een industriële economie zeer hoge groei ervaren door een combinatie van een hoog arbeidsaanbod en hoge marginale productiviteit per werknemer. De marginale arbeidsproductiviteit is hoog doordat die in de agrarische sector vrijwel nihil is, waardoor elke overheveling van arbeid naar de nieuwe industriële sector zich vertaalt in een hoge marginale productiviteit. Dat is vooral zo wanneer de lonen in de industrie nog laag zijn. Samen met flinke investeringen vormt het de oorzaak van de hoge economische groei, die wij jarenlang in China hebben gezien. Het keerpunt van Lewis treedt op als het surplus van werknemers in de agrarische sector uitgeput raakt. Arbeidskrachten worden schaarser, waardoor de lonen in de industrie sneller stijgen dan de arbeidsproductiviteit. Dat maakt exportgoederen duurder en remt de exportmogelijkheden, wat leidt tot een overgang van exportgedreven industrialisatie naar binnenlandse groei. Vanaf dat moment neemt de economische groei af en dalen de besparingen om ruimte te maken voor meer consumptie in het binnenland. [18] B E N E L U X B E L E G G E R Veel wijst erop dat China op dit punt is aangekomen. Het arbeidssurplus in de agrarische sector wordt door onderzoekers beperkt geacht en China heeft jaren van hoge stijging van de reële lonen achter de rug. Al enkele jaren overwegen vooral Amerikaanse multinationals hun productie over te hevelen van China naar omliggende landen met lagere loonkosten. Dit is kenmerkend voor het keerpunt van Lewis en dat is, in het licht van ervaringen in andere landen, op lange termijn eerder positief dan negatief. Aangezien China een groot land is, zal het keerpunt van Lewis een relatief lange periode in beslag nemen, waarbij bepaalde regio’s zullen vooruitlopen. Zoals figuur 2 laat zien, heeft wat er nu in China gebeurd, eerder plaatsgevonden in Japan en Zuid-Korea. FIGUUR 2: IN DE VOETSTAPPEN VAN JAPAN EN ZUID-KOREA? FIGUUR 2: IN DE VOETSTAPPEN VAN JAPAN EN ZUID-KOREA? INKOMEN BNP Groei per inwoner 10 JAPAN 10 0 USD (in duizendtallen) 7 30 13 4 ZUIDKOREA 4 12 10 2 7 1960 1970 1980 1990 2000 2010 CHINA 2020 1960 1970 1980 1990 2000 2010 2020 Bron: Zheng Liu, Is China’s Growth Miracle Over?, Economic Newsletter, FRBSF, August 2015. Groei verwijst naar reële groei in BNP en inkomen naar reëel BNP per inwoner. De ervaring uit deze landen leert dat de hoge groeivoeten in het stadium van industrialisatie afvlakken in de richting van de lagere groeivoeten die wij kennen in de meest ontwikkelde economieën. Het is belangrijk te onderkennen dat in de groeifase na het keerpunt van Lewis, de sterkste toename van het bruto nationaal inkomen per hoofd van de bevolking plaatsvindt. Die fase gaat onder andere gepaard met meer innovatie en een sterke toename van het belang van de dienstensector. Daarbij wordt meer geavanceerde technologie ingezet, die nodig is om de arbeidsproductiviteit een nieuwe impuls te geven. De toename daarvan faciliteert hogere reële lonen, die tot een verdere welvaartstijging leiden. Gezien de omvang van China staat de overheid voor de enorme taak dit overgangsproces in goede banen te leiden. Tot nu toe lukt dat aardig, al lijkt het niet altijd en overal te slagen. De Chinese economie bevindt zich in een overgangsfase die de overheid hoopt te sturen met beleid dat nog niet eerder is ingezet. De recente aanpassing van het prijsbepalingsmechanisme van de renminbi is daarvan een lichtend voorbeeld. N O V E M B E R 2 0 15 [19 ] Implicaties voor financiële markten Voor financiële markten is deze overgangsfase een uitdaging. De Het is geen kwestie van een knop omzetten, maar is veeleer een ontwikkeling die met horten en stoten gepaard gaat. Daarbij hoort onzekerheid over de effectiviteit van maatregelen die de Chinese overheid neemt om de economie te sturen. Het leidt tot afname van de voorspelbaarheid van het groeipad van de Chinese economie, en er treden neveneffecten op voor andere landen die zich lastig laten voorspellen. China stevent af op lagere groei die geschraagd zal (moeten) worden door een productiviteitsstijging in nieuwe sectoren. Dit proces is feitelijk al begonnen rond 2010 en uit de ontwikkeling van metaalprijzen valt dit af te lezen. Grondstoffenleveranciers zijn in deze fase minder nodig, al zal een overgang naar meer binnenlandse consumptie en technologische upgrading zeker tot hernieuwde energiebehoefte leiden. De verdere toename van het BNP per hoofd van de bevolking die in het verschiet ligt, biedt kansen voor ondernemingen in China en daarbuiten. In deze overgangsperiode zullen beleggers moeten leren omgaan met de divergentie die door deze nieuwe groeifase van China ontstaat. Hogere volatiliteit in financiële markten zoals wij die nu beleven lijkt al een eerste gevolg van deze overgangsfase naar een meer consumptiegedreven maatschappij. [20] BENELUX BELEGGER ACTIEF EN INDEXBELEGGEN BUNDELEN DE KRACHT VAN EEN GOEDE COMBINATIE VASILIKI PACHATOURIDI Het wordt er voor Europese obligatiebeleggers niet eenvoudiger op: negatieve rendementen en een toename van volatiliteit en onzekerheid zorgen voor een uitdagend beleggingsklimaat. Het beleggen in obligaties via een combinatie van actieve en indexstrategieën kan deels soelaas bieden. Obligatiebeleggers staan onder druk om nieuwe manieren te vinden om hun portefeuilles te beschermen en hun rendement te vergroten. Er zijn ruwweg drie wegen, die beleggers hierbij inslaan. De eerste is te streven naar meer flexibiliteit in de zoektocht naar alfa, door gebruik te maken van een ongebonden aanpak met minder nadruk op traditionele cashbenchmarks, waardoor ruimte ontstaat voor bredere allocaties binnen het obligatieuniversum, zoals high-yield en opkomende markten, maar ook om flexibeler te zijn binnen het volledige spectrum van duration en valutastrategieën. Een tweede mogelijkheid om het rendement te vergroten is te profiteren van het hogere potentiële rendement van illiquide activa, door directe belangen in bedrijfsleningen en hypotheken. Een derde aanpak, die het onderwerp vormt van dit artikel, is het op een meer tactische manier gebruik maken van bètabeleggingen om portefeuilles zodanig aan te passen dat er effectiever kan worden ingespeeld op specifieke doelstellingen en een betere spreiding van risico tussen de credit- en ratescomponenten mogelijk wordt. Hieraan ligt een belangrijke verandering in het denken ten grondslag. Tot voor kort werden actieve en indexstrategieën veelal gezien als twee afgescheiden werelden. De gedachte groeit nu dat actief en indexbeleggen wel degelijk samengevoegd kunnen worden om resultaten te bereiken, die met één van beide benaderingen afzonderlijk niet mogelijk zijn. Dat heeft geleid tot een reeks innovatieve beleggingsproducten, die obligatiebeleggers de zo gewenste flexibiliteit bieden en de traditionele scheiding tussen actief en indexbeleggen doorbreken. De nog altijd groeiende markt van obligatie-ETF’s (exchange traded funds) levert een cruciale bijdrage aan deze ontwikkeling. Een groeiende waaier aan mogelijkheden Volgens het ETP Landscape Report van BlackRock was 2014 een recordjaar voor obligatie-ETF’s, met een wereldwijde instroom van USD 78,6 miljard. Zoals figuur 1 illustreert, gaat het dit jaar in hetzelfde tempo door: van januari tot eind augustus bedroeg de instroom USD 61,4 miljard, waarmee het totaal beheerde vermogen per eind augustus op USD 475 miljard lag. Doordat zowel de omvang als de liquiditeit van deze markt zo sterk gegroeid zijn, hebben beleggers nu toegang tot vrijwel alle obligatiecategorieën. N O V E M B E R 2 015 [21] FIGUUR 1: HET BELEGD VERMOGEN IN VASTRENTENDE ETF’S BLIJFT GROEIEN 500 TOTAAL BELEGD VERMOGEN (USD) 400 300 200 100 0 2002 2003 2004 2005 2006 Broad/aggregate Mortgage 2007 2008 2009 Investment grade corporate Others Govt/corp 2010 2011 2012 Emerging markets High yield corporate 2013 2014 2015 Government and municipal Inflation-linked Money market Bron: BlackRock ETP Landscape Report Wij gaan nader in op drie van dit soort beleggingen, geïllustreerd aan de hand van een praktijkvoorbeeld, om te laten zien hoe ETF’s institutionele beleggers kunnen helpen om de liquiditeitskloof in de obligatiemarkten te overbruggen. 1. Obligatie-ETF’s als tools in de portefeuille-opbouw Een nieuwe, gespreide obligatieportefeuille opbouwen of een aanzienlijke instroom van cash efficiënt een plaats geven in een bestaande portefeuille kan in de huidige markt behoorlijk lastig zijn. ETF’s kunnen worden ingezet om in de opbouwfase van een portefeuille direct toegang te krijgen tot de bèta van een obligatiemarkt. Dit laat de portefeuillebeheerder toe om posities in afzonderlijke obligaties te nemen naarmate de liquiditeit in de onderliggende obligatiemarkt dat toelaat. Een goed voorbeeld is een belegger die een portefeuille wil opbouwen met Europese high-yieldobligaties door gebruik te maken van een kasstroom die in de komende zes maanden geleidelijk aan beschikbaar zal komen. Voordat er voldoende cash beschikbaar is om afzonderlijke bedrijfsobligaties te kopen, kan de belegger beginnen met het aankopen van kleinere posities via een ETF (van bijvoorbeeld EUR 10 miljoen per keer), zodat er vanaf dag één de beoogde exposure beschikbaar is. Als de portefeuille een grotere omvang bereikt, dan heeft de belegger de keuze om het ETF op de secundaire markt te verkopen of de ETF-eenheden op de primaire markt op te heffen, in ruil voor de onderliggende obligaties in plaats van contanten. 2. ETF’s voor het creëren van maatwerk in de transitie ETF’s kunnen ook gebruikt worden voor bestaande of aflopende portefeuilles. Bijvoorbeeld in het geval van een belegger, die zijn posities bij twee actieve obligatiebeheerders wil opheffen om beide mandaten in eigen huis te gaan beheren. In plaats van de posities volledig om te zetten [22] BENELUX BELEGGER in contanten teneinde vervolgens terug te keren naar de markt om nieuwe afzonderlijke obligaties te kopen (wat niet alleen tijd zou kosten, maar ook transactiekosten met zich meebrengt ), kan de belegger een ETF-aanbieder vragen om de onderliggende posities van de twee actieve beheerders te weerspiegelen in de compositie van een ETF. Als er een goede match gevonden wordt, kan de ETF-aanbieder de obligaties ontvangen in ruil voor eenheden van het betreffende ETF, waardoor de belegger de gewenste exposure kan behouden voordat hij de fysieke obligaties koopt, die nodig zijn om de oorspronkelijke portefeuilles te repliceren. Posities bij een actieve beheerder opheffen via ETF’s heeft voor de belegger een aantal voordelen: ``De portefeuille blijft beheersbaar; ``Het aantal benodigde transacties is minder; ``Het risicoprofiel is duidelijker; ``Potentieel kan een betere match bereikt worden voor de beoogde allocatie; ``Als de belegger een oude portefeuille wil opheffen, dan biedt de liquiditeit van het ETF in de secundaire markt bovendien waarschijnlijk betere executiemogelijkheden dan directe verkoop van de onderliggende portefeuille. 3. ETF’s als tool voor liquiditeitsbeheer ETF’s kunnen ook aan een portefeuille worden toegevoegd om extra liquiditeit te scheppen. Ze fungeren dan als buffer om instroom en uitstroom efficiënt te beheren, en als middel om de bèta van de portefeuille te beheren. De aan- en verkoop van afzonderlijke effecten kan een negatieve invloed hebben op de performance van een portefeuille, enerzijds doordat het nodig kan blijken obligaties in een ongunstige markt te verkopen en anderzijds doordat het moeilijk kan zijn om bepaalde obligaties aan te kopen, waardoor ongewild een te grote kaspositie blijft bestaan. ETF’s met een grotere liquiditeit in de secundaire markt kunnen bied/laatspreads hebben, die aanzienlijk kleiner zijn dan die van de onderliggende activa. Het inzetten van ETF’s om de kasstromen te beheren en/of de bèta van een portefeuille tactisch te beïnvloeden kan daarom tot een aanzienlijke besparing van executiekosten leiden. Van tactisch naar strategisch De drie toepassingen van ETF’s die in dit artikel beschreven zijn, zijn goede voorbeelden van ‘tactische blending’. Institutionele beleggers gebruiken ETF’s veelal als hulpmiddel bij de transitie naar een andere beheerder, voor cash equitisation en andere tactische doeleinden. Naarmate beleggers meer ervaring opdoen met ETF’s, wordt er meer gebruik van ETF’s gemaakt om ook strategische doelen te bereiken en exposure voor de langere termijn te verkrijgen. Op het gebied van aandelen-ETF’s is die evolutie ruim tien jaar aan de gang, en nu zien wij bij obligatie-ETF’s hetzelfde gebeuren. Maar hier lijkt de overstap van puur tactisch naar strategisch gebruik van ETF’s sneller te gaan, wellicht doordat rechtstreeks beleggen in de obligatiemarkt moeilijker kan zijn. Naarmate het gebruik van obligatie-ETF’s verder groeit en de transactievolumes toenemen, zullen waarschijnlijk meer innovatieve blendingstrategieën ontwikkeld worden. N O V E M B E R 2 015 [2 3] Name writer NIEUWS & AGENDA Opleiding voor bestuurders BlackRock organiseert dit jaar voor de vijfde keer de ‘Opleiding voor Bestuurders’, speciaal voor bestuurders van pensioenfondsen en verzekeraars. In anderhalf jaar tijd worden vijf sessies aangeboden om u als bestuurder te voorzien van alle nodige informatie op het gebied van beleggingen. U kunt het gehele programma doorlopen, maar u kunt er ook voor kiezen om losse sessies bij te wonen. Onderwerpen die onder andere aan bod komen zijn: ``Kapitaalmarkten ``Strategische allocatie en risicobudgettering ``Het afdekken van renterisico De opleidingen worden gegeven op het kantoor van BlackRock, in de Rembrandttoren te Amsterdam. U kunt meer informatie verkrijgen en u aanmelden via [email protected]. Verdere inzichten van BlackRock De komende maanden delen wij graag met u: The price of climate change – november 2015 In aanloop naar de klimaatconferentie in Parijs publiceert het BlackRock Investment Institute een gedetailleerde analyse van de implicaties voor beleggers. Constant change, consistent alpha– december 2015 In deze bijdrage van ons active scientific equity team bekijken wij de laatste technieken op het gebied van actief beleggen in aandelen, gaande van het identificeren van nieuwe drijfveren van rendement tot beter risicobeheer. Bijeenkomsten Woensdag 9 december 2015 vindt wederom het jaarlijkse Outlook evenement plaats waar we met u vooruitblikken naar het nieuwe beleggingsjaar. U kunt u nu al aanmelden via [email protected]. Personalia Met veel plezier stellen we twee nieuwe teamleden aan u voor: Monique van Gils maakt als Director deel uit van het Institutionele Client team. Hiervoor was Monique als senior vermogensbeheerder werkzaam bij Pensioenfonds Horeca & Catering, waar ze verantwoordelijk was voor het fiduciair management van de beleggingsportefeuille en het monitoren van externe beheerders. Monte Hoekstra richt zich als Director in de Financial Institutions Group (FIG) voornamelijk op de verzekeringsmarkt. FIG helpt financiële instellingen, en in het bijzonder verzekeraars, om hun specifieke uitdagingen op het gebied van risicobeheer en investeringsvraagstukken te doorgronden. In de afgelopen negen jaar heeft Monte bij de commercial banking divisie van ING gewerkt, meest recent als Director bij de verzekeringsdivisie. [24] BENELUX BELEGGER BIJDRAGEN Hessel van Beijma Hessel van Beijma, Managing Director, is hoofd van het Institutionele Sales Team voor de Benelux bij BlackRock. Hessel begon zijn loopbaan bij Barclays Global Investors in 1999 dat met BlackRock fuseerde in 2009. Daarvoor werkte hij vijf jaar voor de internationale verzekeringsbroker Segwick. als risk consultant en accountmanager. Hessel studeerde economie aan de Universiteit van Amsterdam en is een geregistreerd beleggingsanalist (RBA). Gerben Schreurs Gerben Schreurs is sinds augustus 2013 werkzaam bij BlackRock als Director binnen het institutionele team voor de Benelux. Gerben staat institutionele opdrachtgevers bij op het gebied van beleggingsstrategieën, risicobeheer en governance. Hij heeft ruime advieservaring in integraal vermogensbeheer en uitbesteding, opgebouwd gedurende 12 jaar bij KPMG Advisory, waar hij in zijn laatste rol verantwoordelijk was voor de dienstverlening van KMPG Consulting Management Consulting op het gebied van vermogensbeheer. Stephen Fisher Stephen Fisher, Managing Director, houdt zich als lid van BlackRock’s Global Government Relations and Public Policy team voornamelijk bezig met wereldwijde en Europese beleidsontwikkelingen die van invloed zijn op cliënten. Hij werkt sinds 2010 bij BlackRock. Daarvoor was Stephen Fisher in Brussel werkzaam als Director of European and International Affairs bij de Nederlandse Vereniging van Banken en was hij adviseur financiële marktenbeleid bij de European Banking Federation. Van 2000 tot 2004 werkte Fisher in Londen bij de Financial Services Authority en HM Treasury. Stuart Anderson Stuart Anderson, Director, is lid van het Market Structure and Electronic Trading team binnen de Trading and Liquidity groep van BlackRock. Voordat hij in 2008 in dienst trad bij BlackRock werkte Anderson negen jaar bij de Bank of New York (voorheen RBS Trust Bank), waar hij zich bezig hield met derivatentransacties ten behoeve van Merrill Lynch Investment Managers (MLIM). Stuart behaalde in 1995 een BSc-diploma (cum laude) in Politics and Economics aan de universiteit van York. Vasiliki Pachatouridi Vasiliki Pachatouridi, Vice President, is lid van het Product Strategy Team binnen de Fixed Income Portfolio Management groep van BlackRock. Als Product Strategist richt ze zich voornamelijk op iShares obligatie-ETF’s. Vasiliki Pachatouridi werkt sinds 2007 bij BlackRock, met inbegrip van haar jaren bij Barclays Global Investors (BGI), dat in 2009 samenging met BlackRock. Vasiliki behaalde in 2007 een MSc-diploma (summa cum laude) in Investment Management aan Cass Business School en in 2006 een BSc-diploma in Business Administration aan de universiteit van Bath. N O V E M B E R 2 015 [2 5 ] [26] BENELUX BELEGGER HET INSTITUTIONELE TEAM VAN BLACKROCK Heeft u een vraag of wenst u meer informatie: neem contact op met uw account manager of e-mail [email protected] 11 9 5 13 17 19 15 1 2 3 4 6 7 10 8 12 14 16 18 20 1 Klaus Schmidt Tel: +31 (0) 20 560 0928 11 Donné Hendrick Tel: +31 (0) 20 560 0949 2 Monte Hoekstra Tel: +31 (0) 20 560 0962 12 Joost Mioch Tel: +31 (0) 20 560 0954 3 Roland Linssen Tel: +31 (0) 20 560 0912 13 Jemy Gopal Tel: +31 (0) 20 560 0911 4 Olivier Clemens Tel: +31 (0) 20 560 0926 14 Manon Savelkouls Tel: +31 (0) 20 560 0934 5 Vincent van der Meer Tel: +31 (0) 20 560 0910 15 Hamasa Amir Tel: +31 (0) 20 560 0961 6 Coen Brouwer Tel: +31 (0) 20 549 5219 16 Jeroen Visser Tel: +31 (0) 20 560 0945 7 Gerben Schreurs Tel: +31(0) 20 549 5217 17 Yves Dohmen Tel: +31 (0) 20 560 0953 8 Hessel van Beijma Tel: +31 (0) 20 560 0936 18 Ton Leukel Tel: +31 (0) 20 560 0929 9 Paul Barnas Tel: +31 (0) 20 560 0917 19 Daniela Peric Tel: +31 (0) 20 560 0935 10 Monique van Gils Tel: +31 (0) 20 560 0942 20 Sabine Alkema Tel: +31 (0) 20 549 5200 N O V E M B E R 2 015 [2 7 ] Voor meer informatie +31 (0)20 5495200 [email protected] blackrockinternational.com Deze opmerkingen moeten worden gelezen in samenhang met het bijgevoegde document: Uitgegeven door BlackRock Investment Management (UK) Limited, geautoriseerd en gereguleerd door de Financial Conduct Authority. Statutaire zetel: 12 Throgmorton Avenue, Londen, EC2N 2DL. Geregistreerd in Engeland onder nr. 2020394. Tel: +44 (0) 20 7743 3000. Om u te beschermen worden telefoongesprekken doorgaans opgenomen. BlackRock is een handelsnaam van BlackRock Investment Management (UK) Limited. Voor algemene vragen kunt u contact opnemen met het fonds of het Nederlandse kantoor van BlackRock, gevestigd op Amstelplein 1, 1096 HA Amsterdam, telefoon: 020 - 549 5200. In het verleden behaalde resultaten zijn geen garantie voor toekomstig rendement en dienen niet als enige criterium te worden gebruikt bij de selectie van een product. Beleggen gaat altijd gepaard met een zekere mate van risico. De waarde van uw belegging en de gegenereerde inkomsten kunnen sterk fluctueren als gevolg van het beleggingsbeleid en het is niet zeker dat u uw oorspronkelijke inleg terugkrijgt. Veranderingen in de wisselkoersen van valuta’s kunnen ertoe leiden dat de waarde van beleggingen stijgt of daalt. Deze schommelingen kunnen bijzonder sterk zijn bij een fonds dat blootstaat aan een hogere volatiliteit en de waarde van een belegging kan plotseling en zeer sterk dalen. De hoogte en de grondslag van de belastingheffing kunnen wijzigen. Alle in dit document vermelde researchgegevens zijn verstrekt door BlackRock en kunnen door BlackRock inmiddels voor eigen doeleinden gebruikt zijn. De resultaten van dergelijke research worden slechts ter illustratie verstrekt. De hier geuite visies en meningen vormen geen beleggingsadvies of andersoortige aanbeveling en kunnen aan verandering onderhevig zijn. Ze weerspiegelen niet altijd de gezichtspunten van een bepaalde onderneming binnen de BlackRock Group of van een afdeling daarvan en de juistheid ervan kan niet worden verzekerd. Dit document heeft slechts een informatief karakter en vormt geen aanbieding of uitnodiging aan iemand om te beleggen in een van de BlackRock Group fondsen en is niet opgesteld in verband met een zodanig aanbod.Niets van dit materiaal mag gereproduceerd worden, opgeslagen worden in een retrieval systeem of overgebracht worden in welke vorm of op welke wijze dan ook, elektronisch, mechanisch, opgenomen of anderszins, zonder voorafgaande toestemming van BlackRock. DIT MATERIAAL IS BEDOELD VOOR VERSPREIDING ONDER PROFESSIONELE CLIËNTEN EN ER MAG NIET OP WORDEN VERTROUWD DOOR ANDERE PERSONEN. BlackRock® is een geregistreerd handelsmerk van BlackRock, Inc. © 2015 BlackRock, Inc. Alle rechten voorbehouden. BLACKROCK, BLACKROCK SOLUTIONS, ALADDIN, iSHARES, LIFEPATH, SO WHAT DO I DO WITH MY MONEY, MAAR WAT KAN IK HET BESTE DOEN MET MIJN GELD, INVESTING FOR A NEW WORLD en BUILT FOR THESE TIMES zijn geregistreerde en niet-geregistreerde handelsmerken van BlackRock, Inc. of haar dochterondernemingen in de Verenigde Staten en elders. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaars. 005028a-INST-SEPT15-ENG-CARSID: IMPEG-0331-041116