Waar komen de frietjes vandaan? We noemen deze goudgele lekkernij van Belgische oorsprong, maar is dit wel zo? Uiteraard weet iedereen dat frieten gemaakt worden van aardappelen. De knol zou ontstaan zijn in Peru en voor het eerst rond 1550 op Europese bodem geraakt zijn, omdat de Spanjaarden hem hadden meegenomen uit Colombië. Op 28 november 1567 stuurde Juan de la Molina, die toen op de Canarische Eilanden zat, enkele vaten met aardappelen naar zijn broer, Luis de Quesada, in Antwerpen en sindsdien kunnen wij ook smullen van deze heerlijke knollen. Aardappelen zijn erg gezond en voedzaam, wat ongetwijfeld ook de reden is waarom ze 445 jaar later nog steeds één van de hoofdingrediënten van de meeste van onze maaltijden vormen. Het is ook een uitermate dankbaar product om mee te werken en je kan er alle kanten mee uit, denk maar aan puree, kroketjes, gratin, pommes dauphinois, en dus ook onze alom bekende friet. Maar ook de friet kent verschillende onderverdelingen: Belgische frieten, Franse frieten, luciferfrieten, strohalmpjes, steppegras, pommes pont neuf,… De grootste concurrent van de Belgische friet zijn de Franse frieten, die iets platter en smaller zijn. En net zoals bij vele gerechten claimen de Fransen het ontstaan van de friet. Dat het ontstaan van de friet terug te brengen is tot de jaren 1750 rond de Maasstreek, is het meest aannemelijk. Deze versie gaat als volgt: de bewoners van de oevers van de Maas vingen kleine visjes en frituurden die in hun geheel alvorens ze op te eten. Maar rond de jaren 1750 waren de winters bar koud met als gevolg dat de rivier bevroren was en er dus geen visjes te vangen waren. De bewoners misten hun dagelijkse lekkernij en besloten om aardappelen in dunne reepjes te snijden, zodat ze leken op kleine visjes, en die dan te frituren. De friet was geboren! Een andere zeer aannemelijke verklaring is die van Paul Illegems, hij is de auteur van verschillende boeken over frieten en legt de oorsprong in Spanje, waar dus ook de aardappel voor het eerst gegeten werd in Europa. Eén van de eerste teelten in Spanje vond plaats in de tuinen van een klooster in Sevilla in de 16de eeuw. Dat klooster werd bestuurd door een non die zich sterk interesseerde voor de voeding en dus ook voor de aardappel. Ze serveerde de aardappel aan de zieken in haar klooster. En omdat in Spanje toen ook al praktisch alles in olijfolie werd gebakken, werd hoogstwaarschijnlijk de aardappel ook op die manier klaargemaakt, in schijven om beter en sneller te kunnen bakken, en misschien ook wel in reepjes. Ook al kunnen we dus niet 100% zeker zijn, de oorsprong van de friet ligt wellicht in België of Spanje. Niet in Frankrijk dus… Tot slot nog enkele tips om thuis ook eens de perfecte Belgische friet willen bakken: Gebruik echte frietaardappelen, zoals bijvoorbeeld Bintjes Snijd ze in reepjes van 1cm op 1cm Wanneer je de frieten gesneden hebt, wrijf ze dan droog met een handdoek Je kan ze ook nog eventjes in koud water leggen alvorens ze droog te deppen, zo komt er veel zetmeel vrij en worden ze krokanter Verwarm het frietvet tot 160° en bak de frieten er 5 à 8 minuten in Laat ze een half uur rusten in een kom met keukenpapier Verwarm het frietvet dan tot 190° en bak de frietjes nog enkele minuten tot ze goudbruin zijn Strooi er wat zout over en dien eventueel op met saus