Verslag bijeenkomst Kleinschalige bossen, Klimaat en CDM, 2 februari 2005 Aanwezigen: Patrick van Aken (ITC), Bart Kruijt (Alterra), Jaap Paasman, Herman Savenije (beide EC-LNV), Bart Kruijt (Alterra), , Igino Emmer (St. Face), Eveline Trines, Jan Verhagen (PRI), Bas Clabbers (LNV-DN), Niels Wielaard (SAR), Wieneke Maris (student WU), Arend Jan van Bodegom (IAC, verslag) Afwezig met afmelding: Kees van Dijk (EC-LNV), Margaret Skutsch (Technology for Sust. Dev. UvT), Hans Verweij (St. Face). 1. Opening Opening door Herman Savenije (vz.) die aangeeft dat er sinds de vorige vergadering in oktober 2004 van buiten diverse initiatieven zijn genomen die relevant zijn voor onze groep. . 2. Aanwezigen Gijs van Tol: is thans FPU-er, werkte tot december 2004 bij EC-LNV en was daar betrokken bij klimaat en bos. Patrick van Aken: werkt bij ITC in Enschede en is betrokken bij studies over koolstofkringlopen in bossen en natuurlijke vegetaties. Wieneke Maris: is student WU en heeft een studie gedaan naar de mogelijke acceptatie van diverse mechanismen na 2012. Niels Wielaard: werkt bij WUR en houdt zich bezig met remote sensing en landgebruiksveranderingen in bijv. Indonesië. Is daar betrokken bij het beheer van 500 ha veenbos en pogingen de vastgelegde koolstof daar te verkopen. Bart Kruijt: houdt zich met een team bezig met koolstoffluxen en klimaatmodellering. Men doet o.a onderzoek in de Amazone. Jan Verhagen: werkt bij PRI, i en houdt zich bezig met landbouwkundige systemenb en klimaat, adaptatie en mitigatie ook in Europa. Jaap Paasman: werkt bij EC-Directie Kennis en houdt zich bezig met de Nederlandse nationale inventarisatie van sinks. Hij zit in de projectgroep sinks. Bas Clabbers: werkt bij de directie Platteland van LNV voor het klimaatbeleid en houdt zich o.a. bezig met een monitoring systeem voor vastlegging van koolstofdioxide. Eveline Trines: is onafhankelijk consultant, was betrokken bij certificering voor FSC en SGS (voor LUCF), werkte ook bij het secretariaat van het klimaatverdrag, VROM en LNV. Igino Emmer: werkt bij Stichting FACE en is coördinator van Europese projecten voor adaptatie. Herman Savenije en Arend Jan van Bodegom: hebben enige jaren geleden samen met Gijs van Tol een document geschreven waarin betoogd werd dat bossen als sink in CDM onder een aantal voorwaarden zo moeten kunnen. Nadruk lag op het inpassen van CDM-bossen projecten in een nationaal bossen programma. 4. Presentatie Bas Clabbers Er kwamen veel onderwerpen kort aan de orde: In december 2004 heeft CoP 10 plaatsgevonden in Buenos Aires. Op CoP 9 zijn regels opgesteld voor kleinschalige bosprojecten (minder dan 8 kiloton/jr) binnen CDM. Hier gelden eenvoudiger regels voor monitoring dan voor grote projecten. Dit moet leiden tot lagere transactiekosten. Instrumenten zijn: het gebruik van default waarden, voor leakage: als je kunt aannemelijk maken dat de leakage niet groot is, dan mag hij op nul worden gesteld. Er is bij Bas zorg of er veel projecten van de grond zullennkomen met al deze regels vóór 2012. In Buenos Aires is gepraat over bioom-specifieke bosdefinities en is besloten hierover voorlopig niet verder te discussiëren. Een ander onderwerp was de direct door de mens beïnvloede opslag van CO2 versus natuurlijke effecten. OS landen wilden de discussie hierover nog niet starten. In houtproducten wordt CO2 vastgelegd. De discussie daarover is geen onderwerp vóór 2012, pas voor de tweede commitmentperiode. Er is dus veel afgesloten en doorgeschoven. De industrielanden wilden een workshop in najaar 2005 over de rol van landgebruik in post-Kyoto klimaat regimes (bos- en landbouw). Formeel is het een review van ervaringen, maar het gaat om lessons learned voor de toekomst. Nederland heeft in oktober 2004 op Groeneveld (Baarn) een informele EU-bijeenkomst georganiseerd over klimaatbeleid na het Kyoto-protocol. Doel was het bepalen van de belangrijkste issues en kernvragen en op basis hiervan het opstellen van een werkprogramma voor uitvoering. Ook is het document van Eveline Trines hier gepresenteerd dat gaat over de mogelijke rol van landgebruik en bossen in toekomstige klimaatregimes. Ontbossing draagt voor zo’n 20% bij aan CO2 uitstoot en het besef begint te groeien dat er dus echt iets aan ontbossing gedaan moet worden. Bas laat ook een staatje zien waaruit zou blijken dat de totale CO2 uitstoot van alle ontwikkelingslanden tezamen inmiddels groter is dan die van alle industrielanden tezamen. Ook blijkt uit recente cijfers dat er in Nederland een netto uitstoot is door verandering grondgebruik. Tot nu toe dacht men dat er door uitbreiding en groei van het bos een netto opname van CO2 was. Er komt echter steeds meer stedelijk gebied en vooral drainage van veengebieden zorgt voor uitstoot van CO2. Toch is de emissie uit grondgebruik minder dan 1% van onze totale broeikasgas emissie. Bas stipt het probleem van de missing sink aan: er is nog steeds ergens een opnameput van CO2 die we niet goed kennen. Er is een idee om landen in te delen op basis van hun fase van ontwikkeling: multi-stage regime. Nederland blijkt een doelstelling te hebben van een maximale gemiddelde temperatuurstijging van 2 graden Celsius ten opzichte van het pre-industriële niveau. De doelstelling blijkt niet gekoppeld te zijn aan een termijn, maar is absoluut. De doelstelling roept vragen op bij de toehoorders. 4. Presentatie Eveline Trines Eveline presenteert een rapport over de mogelijke rol van landgebruik, verandering daarvan en bosbouw in toekomstige klimaatregimes. De powerpoint is beschikbaar, met daarbij een samenvatting. Belangrijke onderwerpen o.a.: het multi-stage regime en de noodzaak dat midden-inkomen landen tegen 2025 al een aanzienlijke reductie realiseren, wil er iets van klimaatbeleid terecht komen. Eveline heeft cijfers waaruit zou blijken dat de OS-landen nu nog minder broeikasgassen uitstoten dan de geïndustrialiseerde landen tezamen, maar dat het omslagpunt zo bij 2012 zou liggen. Als het om sinks in CDM gaat dan zal het moeilijk zijn in de toekomst nog extra criteria toe te voegen, bijvoorbeeld over duurzaamheid. Adaptatie blijft een belangrijk issue. Schade door klimaatverandering is groter dan de in het kader van het klimaatverdrag beschikbare fondsen. Dit is een probleem voor ontwikkelingslanden. De kracht en de zwakte is het eigenbelang binnen het klimaatverdrag. Het gaat ook om handel en geld verdienen. Op pagina 12 van de samenvatting die Eveline schreef staat een hele lijst aanbevelingen. Die zouden ook voor deze groep relevant kunnen zijn als onderwrp om op te pakken. 5. Presentatie Wieneke Maris De presentatie van Wieneke sluit aan op die van Eveline. Zij heeft een methode ontwikkeld om verschillende regime post 2012 met elkaar te vergelijken. Het gaat enerzijds om een aantal criteria en anderzijds om de geest, of de constitutie van de UNFCCC. Een regime na 2012 heeft de grootste kans van slagen als het aan een aantal gestelde criteria voldoet en past binnen de thans reewds gevestigde ‘geest’ van het klimaatverdrag. 6. Vorige notulen In het kort wordt nog even verteld wat er in de vorige vergadering behandeld is. Er zijn geen opmerkingen over de notulen. 7. Hoe nu verder? Eveline: kijk in mijn rijtje van aanbevelingen. Jan Verhagen vraagt zich af wie nu eigenlijk de vragende partij is van deze bijeenkomst. Het kan anders erg vrijblijvend zijn. Herman Savenije (EC-LNV) heeft belangstelling voor deze groep in het kader van het opzetten van kenniskringen. Bas Clabbers vindt de brug wetenschap - beleid erg belangrijk voor zijn werk. Hij moet over de goede informatie beschikken om goed beleid in te kunnen zetten. Bas is wel degelijk een vrager in dit gezelschap. Hij vindt de combinatie van bloemetjes en bijtjes (de biodiversiteit invalhoek) en de knikkers (de ‘klimaatboekhouders’) van belang. Het kader van het platform is echter nog niet duidelijk genoeg. Het EC zal intern nadenken over een concrete vraagarticulatie. Igino geeft de geschiedenis van de groep weer. Oorspronkelijk was dit een brainstormgroep vrij van druk om te praten over CDM opties na 2012. Maar nu is duidelijk geworden dat er eind 2007 al duidelijkheid over dit onderwerp moet zijn. Kortom, er is inmiddels wel degelijk druk op de ketel. Volgende vergadering zou begin juni 2005 moeten plaatsvinden.