Karl Wien op 7275 meter op de Kangchenjunga, 1931. “Der Judenreine Alpenverein”, karikatuur over het uitsluiten van de joodse sectie Donauland, in de satirische krant “Der Götz von Berlichingen”, december 1924. jaar lang geen sprake is van een officiële Arierparagraaf in de vereniging. Eind 1924 wordt Donauland uit de vereniging gezet om de eenheid te redden. Deze zaak ettert jarenlang door totdat in 1933 na een verzoek van de Reichssportkommissar de meeste secties geen Joden meer opnemen. Aan het einde van dat jaar treden alle secties toe tot het nieuw opgerichte Deutschen Bergsteiger- und Wanderverband dat zo een nationaal-socialistische vereniging wordt. Vanaf dat moment moeten nieuwe leden een Ariërbewijs overleggen. De leiding van de DuÖAV werkt nauw samen met de machthebbers en in 1938 na de annexatie van Oostenrijk door de Duitsers wordt de leiding van de alpenvereniging, die Innsbruck als hoofdzetel kiest, overgenomen door de ook in ons land beruchte rechterhand van Hitler, Arthur Seyss-Inquart. “Seyss-Inquart was een liefhebber van de bergen en de bergsport. De sport paste precies bij het naziregime. Kijk maar naar het heldhaftig taalgebruik. We hebben de berg bedwongen, de alpenreus werd getemd, de strijd tegen de elementen. De sport vereist opoffering, teamgeest, een gezond en getraind lichaam en bovendien is het gevaarlijk. Bergsport is vol risico’s. Allemaal militair aandoende elementen die prima passen bij de geest van die tijd,” aldus Friederike Kaiser. “Daarom is men ook sterk gekant tegen vrouwen in de bergsport. Kein wildes Bergweib, luidt een “Joden en leden van de sectie Donauland niet gewenst”, plakkaat op hutten van de alpenvereniging(en), 1920. leus. De alpenvereniging wordt zo een degelijke bouwsteen in de nationaal-socialistische staat. Het is een prima opleidingsinstituut voor de militaire Gebirgsjäger.” Eigernoordwand In diezelfde sfeer ontstaat de nationale traditie elkaar Berg Heil te wensen als populaire Duitse groet. Later krijgen de woorden een klank-metbijsmaak als Sieg Heil en Heil Hitler in zwang komen. Als tegenreactie gebruiken de Naturfreunde de uitdrukking Berg Frei. Dat is een groep mensen met wie de machthebbers helemaal niets ophebben. Als groepen Naturfreunde zich laten uitnodigen om te klimmen met de eerste Duitse Kaukasus-expeditie (1932, Dych-Tau) krijgen ze helemaal het stempel communisten en socialisten. Het idee van de SPD, waarmee de Naturfreunde sympathiseren, om met goedkope overnachtingen en maaltijden in de hutten ook een vakantie voor de arbeiders mogelijk te maken, valt verkeerd in Berlijn. In de hutten worden maatregelen genomen tegen té goedkoop gebruik door de ‘arbeiders’. Verder wordt van rijkswege gezorgd voor een gitaar in iedere hut zodat er gezamenlijk gezongen kan worden. Het onschuldig klinkende Bergvagabunden-lied heeft wel degelijk een politieke betekenis. In de periode voor de Tweede Wereldoorlog is het aantal werklozen zo hoog in Duitsland (4,4 miljoen in 1930) dat vele jonge mannen ten einde raad de bergen in gaan en er maandenlang al klimmend en wandelend rondtrekken van de ene hut naar de andere. Op die manier heeft hun leven enige zin en krijgen ze door hun soms zeer goede klimprestaties de nodige erkenning. Datzelfde valt de eerste beklimmers van de Eigernoordwand in 1938 ten deel. Zij worden na hun prestatie ontvangen door Adolf Hitler, evenals de mannen die vier jaar eerder proberen de Duitse ongeluksberg, de Nanga Parbat, te beklimmen. Er wordt een film gemaakt, een Kampfbericht, en een boek waarin het niet alleen om het halen van de top gaat, maar om ‘de strijd voor een hoger doel’. Het gaat vervolgens van kwaad tot erger. De Bergwacht wordt opgericht. Politie die de bergen zuivert van verkeerde elementen en de reinheid van de natuur moet waarborgen. Komisch zijn de foto’s van leden van deze burgerwacht in een tentje op berghellingen waar de edelweiss groeit om deze te bewaken tegen roof en vernieling. Zelfs de onschuldige edelweiss valt in de oorlogsjaren ten prooi aan het nationaal-socialisme. De pr-machine die destijds voor Hitler werkt, vindt dat de Führer een lievelingsbloem moet hebben. Volgens de overlevering heeft Adolf helemaal niets met bloemen, maar opeens is de meest zeldzame alpenbloem zijn favoriet. Waarop de Gebirgsdivisie de bloem adopteert en de edelweiss naast het hakenkruis tot symbool wordt van het naziregime. hoogtelijn 3-2012 | 65