Sint-Niklaas, 16 maart 2011 SUBSIDIEREGLEMENT BREDE SCHOOL Brede school is de georganiseerde samenwerking tussen allen die bij het opgroeien en opvoeden van kinderen betrokken zijn: onderwijs, sport, cultuur en welzijn. Hoofdstuk I. Subsidiëring van creatieve activiteiten (exclusief sportactiviteiten) Formele voorwaarden 1. Basisscholen of met de basisscholen verbonden organisaties komen in aanmerking voor subsidiëring. 2. De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de organisatie, haar bestuurders en haar begeleiders moet door een verzekering gedekt zijn. De organisatie moet tevens over een verzekeringspolis beschikken ter bescherming van de leerlingen. 3. De activiteiten moeten aansluitend op de reguliere lesuren plaatsvinden. 4. De activiteiten moeten structureel of projectmatig zijn, en gekaderd binnen de filosofie van de Brede School. Eenmalige activiteiten komen in principe niet in aanmerking. Inhoudelijke voorwaarden 1. De activiteiten mogen worden georganiseerd door de scholen of de met de scholen verbonden organisaties zelf, maar ze mogen ook door hen worden uitbesteed aan derden. 2. Sportactiviteiten en geleide studie komen niet in aanmerking, respectievelijk omdat ze in hoofdstuk II hierna aan bod komen of omdat ze tot de reguliere taken van de school behoren. Financiële voorwaarden 1. De volgende soorten uitgaven komen in aanmerking voor subsidiëring: -lesgevers of begeleiders; -materialen; -infrastructuur. 2. De subsidie bedraagt minimum 200 EUR en maximum 400 EUR per vestigingsplaats per schooljaar. 3. Een commissie beoordeelt de ontvankelijkheid van de projecten. Ze houdt daarbij rekening met de originaliteit, het aantal deelnemers en de frequentie van de activiteiten. Procedure 1. De subsidieaanvragen voor voorbije projecten worden jaarlijks ingewacht tegen 30 juni. De aanvragen worden vergezeld van de nodige bewijsstukken. 2. Na gunstig advies van de beoordelingscommissie en een definitieve beslissing van het college van burgemeester en schepenen, wordt de subsidie uitbetaald. Hoofdstuk II. Subsidiëring van sportactiviteiten Formele voorwaarden 1. Iedere onafhankelijke sportorganisatie die is opgericht onder toezicht van een Sint-Niklase school of scholengroep, zowel in het basis-, het secundair als het hoger onderwijs, komt in aanmerking. 2. Naar analogie met het erkenningsreglement voor sportverenigingen, vraagt de schoolsportorganisatie haar erkenning aan bij het college van burgemeester en schepenen, waarbij zij aantoont te beschikken over - statuten of een huishoudelijk reglement - een eigen correspondentieadres - een bestuur, waartoe de schoolsportgangmaker behoort evenals minstens drie afgevaardigden naar keuze uit volgende representatieve groepen: de directie het personeel de leerlingen (niet van toepassing voor basisonderwijs) de ouders de vriendenkring - een verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid en persoonlijke ongevallen. 3. Het college van burgemeester en schepenen baseert zich voor zijn beslissing op het advies van de stedelijke sportraad. Aan de organisatie die wordt erkend als schoolsportorganisatie, wordt automatisch de aansluiting bij de stedelijke sportraad aangeboden. 4. De sportactiviteiten moeten plaatsvinden buiten de reguliere lesuren. 5. Alle leerlingen van de beoogde leeftijdsgroep moeten toegang kunnen krijgen tot de sportactiviteiten die door de schoolsportorganisatie worden aangeboden. Inhoudelijke voorwaarden 1. Komen in aanmerking: zowel eigen sportinitiatieven – manifestaties, lessenreeksen – als de deelname aan sportinitiatieven van andere organisatoren. 2. Komen niet in aanmerking: activiteiten die niet als sportactiviteit kunnen worden beschouwd. Financiële voorwaarden Volgende puntenschaal wordt gehanteerd voor de verdeling van de subsidies: - eigen sportinitiatieven enkel gericht naar eigen leerlingen * sportmanifestatie 1 punt per manifestatie * kortlopende lessenreeks 1 punt per reeks van 3 lessen * lessenreeks volledig schooljaar 10 punten per lessenreeks - eigen sportinitiatieven ook gericht naar leerlingen van andere scholen of scholengroepen * sportmanifestatie 3 punten per manifestatie - deelname aan sportinitiatieven van andere organisatoren * activiteit 1 punt per activiteit. Procedure 1. De subsidieaanvragen voor voorbije sportactiviteiten worden jaarlijks ingewacht tegen 30 juni. De aanvragen worden vergezeld van de nodige bewijsstukken. 2. De beoordelingscommissie onderzoekt de aanvragen en kent de punten toe. 3. Op basis van de toegekende punten worden de subsidiemiddelen voor schoolsportactiviteiten door het college van burgemeester en schepenen verdeeld over en uitbetaald aan de in aanmerking komende schoolsportorganisaties a rato van het aantal behaalde punten. Hoofdstuk III. Subsidiëring van ouderverenigingen en door hun georganiseerde activiteiten Formele voorwaarden 1. Ouderverenigingen die verbonden zijn aan een school op het grondgebied van Sint-Niklaas komen in aanmerking voor subsidiëring. 2. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een basissubsidie en een projectsubsidie. Inhoudelijke voorwaarden 1. Om in aanmerking te komen voor een basissubsidie, moet een oudervereniging in het desbetreffend schooljaar minstens drie activiteiten hebben georganiseerd, die: - het actieve schoolleven ondersteunen; - door de oudervereniging zelf worden georganiseerd; - gericht zijn op ouders, grootouders of andere (niet-schoolgebonden) geïnteresseerden. 2. Om in aanmerking te komen voor een projectsubsidie, moet een activiteit aan volgende voorwaarden voldoen: - betrekking hebben op onderwijs- of opvoedingsgerelateerde thema’s; - door de oudervereniging worden georganiseerd en ingediend; - gericht zijn op ouders, grootouders én andere (niet-schoolgebonden) geïnteresseerden; - een duidelijke doelstelling hebben; - een gedetailleerde begroting hebben; - een nieuw of vernieuwend karakter voor de vereniging hebben en qua omvang en aard de gewone activiteiten (die in aanmerking komen voor een basissubsidie) aanzienlijk overstijgen; - een samenwerking aantonen met één of meerdere externe partners; - ruim bekend zijn gemaakt (onder meer via de UITdatabank). 3. Een oudervereniging kan per schooljaar één projectsubsidie aanvragen. 4. Louter commerciële activiteiten komen niet in aanmerking voor subsidiëring in het kader van dit reglement. Financiële voorwaarden 1. Een basissubsidie bedraagt minimum 100 EUR. Het maximum is afhankelijk van het aantal aanvragen en van het beschikbaar budget. 2. Een projectsubsidie bedraagt maximum 750 EUR. De grootte van het bedrag is afhankelijk van de beoordeling door een commissie. Procedure 1. Basissubsidie a. Een aanvraag voor een basissubsidie wordt ingediend bij de dienst flankerend onderwijsbeleid – aan de hand van het daartoe voorziene formulier – voor 30 juni van het schooljaar waarin de activiteiten hebben plaatsgevonden. b. Na gunstig advies van de beoordelingscommissie en een definitieve beslissing van het college van burgemeester en schepenen, wordt de subsidie uitbetaald. 2. Projectsubsidie a. Een aanvraag voor een projectsubsidie wordt ingediend bij de dienst flankerend onderwijsbeleid – aan de hand van het daartoe voorziene formulier – voor 15 oktober van het schooljaar waarin het project zal plaatsvinden. b. Na gunstig advies van de beoordelingscommissie en een definitieve beslissing van het college van burgemeester en schepenen, wordt een voorschot van 75 % van het toegekende bedrag uitbetaald. c. Na goedkeuring van het eindverslag, dat ten laatste op 30 juni van het schooljaar in kwestie wordt ingediend, ontvangt de oudervereniging het saldo van 25 %. d. Indien een project niet of slechts gedeeltelijk wordt uitgevoerd of indien de nodige (betalings) bewijzen niet kunnen worden voorgelegd, zal het overeenkomstig deel van het uitgekeerde voorschot worden teruggevorderd.