2. Duurzame ontwikkeling van de leefomgeving 2.0 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 Kaders Groene Hart Wonen en duurzaam bouwen Natuur en landschap Milieu en energie Duurzame landbouw en (glas)tuinbouw Duurzame recreatie Duurzame industriële bedrijvigheid Duurzame mobiliteit, infrastructuur en verkeersveiligheid 2.0 Kaders A. Visie: uitgangspunten en problemen/wensen Vanuit een soort groeidwang hebben velen de neiging steeds hogere groeicijfers te willen halen. Bij bedrijven is dat ook hét criterium voor succes. Maar de kwaliteit van ons bestaan is niet alleen afhankelijk van materiële groei in de formele en informele economie. In ons rijke westen al helemaal niet. De sociale en ecologische factoren en de wijze waarop we met dat alles omgaan – politiek en bestuur – zijn minstens zo belangrijk: als waarden op zich, maar ook vanwege de onderlinge afhankelijkheid van deze vier factoren. Al sinds 1972 wordt duurzame ontwikkeling internationaal uitgedrukt als de noodzakelijke samenhangende ontwikkeling van deze vier factoren: People, Planet, Profit en Politics (PPPP). Het is de voorwaarde om er met elkaar beter van te kunnen worden op deze wereld. Door de sterk toegenomen intergemeentelijke, internationale en mondiale afhankelijkheden geldt dat meer dan ooit tevoren en moet daar op al deze niveaus rekening mee worden gehouden. Dit betekent dat het streven naar individuele voordelen, hier, nu en voor ons niet duurzaam is, wanneer de nadelen van ons handelen worden afgewenteld op de gemeenschap, naar elders, op anderen, of naar de toekomst. Daarom is het niet alleen belangrijk wat betreft die vier samenhangende factoren, om naar de kansen op voordelen van ons handelen te kijken, maar vooral ook naar de kansen op afwenteling van de altijd ook optredende nadelen naar de gemeenschap, naar elders, naar anderen en naar toekomstige generaties. Duurzame ontwikkeling vereist dat die tezelfdertijd gecompenseerd kunnen en ook moeten worden. Niet alleen omdat de voordelen van ons handelen daarmee (deels) teniet worden gedaan, maar vooral omdat die nadelen in hoge mate scheef verdeeld worden over zowel de zwakke waarden in de leefomgeving waar niemand eigenaar van is zoals milieu, natuur, klimaat, biodiversiteit, als over zwakkeren en kansarmen in de samenleving. Dat is economisch, ecologisch en sociaal niet duurzaam. Voor Progressief Nieuwkoop zijn die compensatiemogelijkheden daarom tevens cruciaal vanuit een andere kernwaarde, namelijk gelijkwaardigheid. Gelijkwaardigheid betekent gelijke behandeling en gelijke kansen. Gelijke kansen op de toegang tot en op de eerlijke verdeling van de bestaansmiddelen die we met elkaar voortbrengen. Dat geldt niet alleen voor de mooie dingen die ons bestaan verbeteren, maar ook voor de lastige dingen die daarvoor opgebracht moeten worden. In de praktijk lijkt die gelijkwaardigheid steeds verder af te nemen, vooral gevoed door genoemde afwenteling mechanismen. Daar wordt in onze individualiserende samenleving steeds meer heel bewust voor gekozen (‘graaicultuur’), maar vaak ook niet en zijn die afwenteling mechanismen het onbedoelde gevolg van eenzelfde gedrag van velen tegelijkertijd. Dat resulteert in autonome trends, waar niemand zich verantwoordelijk voor voelt, met effecten die niemand beoogde en aanvankelijk ook niet goed werden voorzien. Maar vervolgens wel worden gebagatelliseerd, ontkend en op zijn beloop galaten vanwege inmiddels gevestigde belangen. Totdat er een breed gedragen gevoel ontstaat dat het zo niet 1 langer kan en stevige beleidsmaatregelen noodzakelijk worden. Daarom is preventief beleid ook zo moeilijk te realiseren. Een duidelijk voorbeeld is de huidige financieel-economische crisis. Overheden, bedrijven en instellingen streven allemaal groei na, maar het resultaat van al die strevingen tezamen is crisis. Iedereen geloofde in de stabiliteit van die systemen, maar erkent nu ineens dat ze zo complex zijn dat we de werking van die systemen eigenlijk nooit hebben begrepen en de crisis helemaal niet hebben zien aankomen. Tegelijk leidde de ernst van de crisis tot draagvlak voor de meest snelle en ingrijpende maatregelen ooit in de geschiedenis, die bovendien zelfs geheel haaks staan op de dominante trend van het neoliberale denken. Andere voorbeelden die met de werking en groei van deze complexe productie- en consumptiesystemen samenhangen zijn de onbedoelde effecten ervan op zowel mondiaal als lokaal niveau: fossiel energiegebruik en CO2-uitstoot, klimaatverandering, milieubelasting, achteruitgang van biodiversiteit, waterprobleem, groei van de Randstad, bevolkingkrimp op het platteland, teveel bedrijventerreinen in het landelijk gebied, schaalvergroting in de landbouw en glastuinbouw, dichtslibbing en verrommeling van Nationale Landschappen, met name het Groene Hart. Progressief Nieuwkoop vindt dat we er alles aan moeten doen om de ontwikkeling van deze effecten preventief tegen te gaan. Juist omdat dat zo lastig blijkt en juist omdat we het afwachten van diepgaande crises geen optie vinden. Maar het huidige college blijft hardnekkig uitgaan van zo sterk mogelijk groei: haar keuze voor het blijven oprekken van rode contouren, voor rood voor groen – 430 extra woningen – voor uitbreiding van bedrijventerreinen en voor 200ha extra glas, zijn daar voorbeelden van. Duurzame groei ziet er niet alleen heel anders uit, dat komt ook op een heel andere manier tot stand dan in de achterkamertjes van het provinciehuis, toen het binnen de gemeentelijke burelen niet lukte. Dat is niet meer van deze tijd. Wij vinden dat dit anders kan en moet. B. Agenda: doelen en middelen Genoemde ontwikkelingen zijn de afgelopen jaren in vele studies en beleidsrapporten aan de orde gesteld en Progressief Nieuwkoop vindt dat daar met veel meer inzet ook daadwerkelijk iets aan gedaan moet worden, dat het tijd is voor verandering, voor een andere koers om deze complexe vraagstukken beter aan te kunnen pakken. Bestuurskundige analyses, experimenten en theorieën laten zien dat dit ook mogelijk is. Niet door slechts ongenoegen onder burgers te organiseren, zoals populistische en op eigen politiek gewin beluste politieke partijen soms doen. Wel door het geloof in een betere wereld en samenleving te versterken en de spirit te ontwikkelen daar ook op nieuwe en inventieve manieren een bijdrage aan te willen leveren. Dat vraagt zowel om een aansprekende en richtinggevende toekomstvisie op een veel duurzamere samenleving, als om sociale, economische, ecologische en bestuurlijke modernisering en innovatie om die koers ook in te kunnen slaan. Dan moeten groepen koplopers die hun nek daartoe durven uitsteken, worden geholpen en ondersteund om de talloze barrières die de gangbare maatschappelijke, bureaucratische en politieke systemen en belangen oproepen, te helpen slechten. Gevestigde belangen zien begrijpelijkerwijze niet graag dat aan besluiten, procedures en regels uit het verleden getornd wordt, maar dat houdt die modernisering en innovatie wel erg tegen. Daarom moet institutionele ruimte worden gecreëerd voor innovatienetwerken van burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties, instellingen en overheden, die gevrijwaard worden van verstikkende procedures, bureaucratische schotten, bange en langs elkaar heen werkende instanties met onvoldoende formele bevoegdheden en torenhoge administratieve rompslomp, om duurzame innovaties echt van de grond te kunnen krijgen. Met de miljardeninjecties als crisismaatregelen van dit kabinet wordt dat ook beoogd en gestimuleerd. Die modernisering en innovaties moeten wel passen in de ontwikkeling naar een meer duurzame toekomst en bijdragen aan het voortschrijdend beeld dat we daar met elkaar van hebben in de vorm van een toekomstvisie. 2 Daarom heeft Progressief Nieuwkoop er de afgelopen jaren ook zo op gehamerd om de Structuurvisie 2040 de vorm te geven van een toekomstvisie: een inspirerend en aansprekend toekomstbeeld van onze gemeente, waarin burgers, bedrijven, instellingen, maatschappelijke organisaties en openbaar bestuur zich kunnen herkennen en dat richtinggevend is voor toekomstig beleid . Deze benadering raakt ook aan een derde waarde die Progressief Nieuwkoop belangrijk vindt: burgerparticipatie. Het schetsen van een toekomstvisie, maar ook maatschappelijke vernieuwing en innovatie, kunnen geen ambtelijke bestuurlijke exercities zijn. Dat zijn zaken van burgers zelf. Bij complexe vraagstukken, zoals duurzame ontwikkeling is het de primaire taak van de overheid om burgerparticipatie te bevorderen en alle belemmeringen die initiatieven tot duurzame veranderingen en innovaties in de weg staan, weg te nemen. C. Beleidsactiviteiten De Structuurvisie 2040 gaat in feite maar tot 2018, dus over de komende twee raadsperioden en is meer een optelsom van sectornota`s, dan dat het richtinggevende transitiepaden aangeeft vanuit een samenhangend duurzaam toekomstperspectief, op grond waarvan samenhangende sectornota’s zouden moeten worden ontwikkeld. Dit laatste kan en moet, als het aan Progressief Nieuwkoop ligt, op die manier wel verder uitgewerkt worden voor de toekomstvisies van de in de Structuurvisie 2040 aangegeven drie deelgebieden van deze gemeente. Het gaat daarbij om toekomstvisies op duurzame ontwikkeling van samenhangende gebiedsfuncties voor elk van de drie (gemeentegrens overschrijdende) deelgebieden en van de kermen - zogenaamde dorpsvisies. Wat dorpsvisies betreft kan goed voortgebouwd worden op de aanpak en leerervaringen van het experiment dat Progressief Nieuwkoop recent samen met inwoners van Langeraar uitvoerde. Wat duurzame ontwikkeling van samenhangende gebiedsfuncties betreft gaat het met name om wonen, bouwen, bedrijvigheid, mobiliteit, infrastructuur, natuur, biodiversiteit, milieu, water, landschap, cultuurhistorie, recreatie, land- & tuinbouw. Volgens de structuurvisie zijn in de verschillende deelgebieden ook verschillende functies dominant en moeten de ruimte krijgen zich verder duurzaam te ontwikkelen: natuur, biodiversiteit en recreatie dominant in het zuiden, een open, groen, agrarisch polderlandschap in het midden en wat meer ruimte voor bedrijvigheid in het noorden. Dat is een goede basis voor verdere visie- en beleidsontwikkeling. Maar die is door het huidige college alweer stilgelegd toen die net goed was begonnen; zij wenste zich vooral te concentreren op het project van de Noordse Buurt, en heel veel extra woning- en glastuinbouw. Dat is wat Progressief Nieuwkoop betreft bestuurlijk verkeerd aanpakt en helpt duurzame ontwikkeling niet verder. Het college zit nog vast in het oude groei denken, terwijl we al krimpen. Zij stapelt losse korte termijn activiteiten, hetgeen het niet mogelijk maakt de afwentelingmechanismen ervan naar elders, naar anderen, naar de toekomst en naar de gemeenschap te doorzien. Dat leidt achteraf uiteraard tot de uitspraak van ‘we hebben het goed bedoeld, er hard aan gewerkt en alles aan gedaan, maar we hadden deze problemen niet verwacht en helemaal niet zien aankomen’. En dat is inderdaad het probleem wanneer je je eigen activiteiten niet plaatst in de context van deze gemeentegrens overschrijdende systemen en de werking, de kansen en bedreigingen daarvan. Beleid blijft dan in hoge mate een gokaangelegenheid. In plaats daarvan zou het college moeten denken, analyseren en handelen vanuit een op te stellen samenhangende en aansprekende duurzame toekomstvisie als richtinggevend kader. Die toekomstvisie moet een lange termijn karakter hebben, omdat dan ook de gewenste veranderingen, verbeteringen en (systeem)innovaties meegenomen kunnen worden. Dat moet en kan allemaal ook echt heel anders en beter! 3 Duurzame ontwikkeling van en in het Groene Hart vereist niet alleen een goede samenwerking en gezamenlijke netwerkaanpak van overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers binnen de eigen gemeente, maar voor de vele grensoverschrijdende vraagstukken vooral ook daarbuiten. Dit betekent dat de gemeente haar contacten en netwerken vooral richting Groene Hart gemeenten moet uitbreiden en versterken, wat ze volstrekt onvoldoende doet. Het college lijkt alleen maar oog te hebben voor samenwerking met de op groei en expansie gerichte Leidse regio en volstrekt andere beleidsvraagstukken en oplossingsrichtingen dan die welke nodig zijn in het Groene Hart. Haar eenzijdige keuze voor aansluiting van Nieuwkoop bij het gemeentelijke samenwerkingsverband HollandRijnland vinden wij dan ook een slechte. Progressief Nieuwkoop vindt dat de omgekeerde wereld, wil daar zo snel als mogelijk van afzien en de gemeentelijke samenwerking van Groene Hart gemeenten krachtig bevorderen. Progressief Nieuwkoop vindt duurzame ontwikkeling een kernwaarde die veel sterker aan het gemeentelijk beleid ten grondslag zou moeten liggen. Naast een financiële toets dienen gemeentelijke plannen daarom ook aan een duurzaamheid toets te worden onderworpen. Dat is een belangrijk instrument om te stimuleren dat we verantwoord omgaan met onze economisch schaarse, ecologisch kwetsbare en landschappelijk unieke ruimte in het Groene Hart en in onze gemeente. 2.1 Groene Hart A. Visie: uitgangspunten en problemen/wensen Het Groene Hart is een van de Nederlandse Nationale Landschappen en ligt te midden van de oprukkende Randstad. Het heeft een unieke combinatie van cultuurhistorische en natuurlijke elementen. Het verdient het om als oase tussen de grote steden veel beter beschermd te worden dan de Nota Ruimte voorschrijft. Dat wordt in de nota Randstad 2040 van dit voorjaar ook betoogd. Ook een Nationaal Landschap moet zich kunnen ontwikkelen als een plek waar het goed wonen, werken en leven is. Maar het open landschap en de groene kwaliteit van het gebied dienen voorop te staan. In de Structuurvisie 2040 van de gemeente is dat terecht ook aangegeven, maar nog onvoldoende uitgewerkt. B. Agenda: doelen en middelen Met een migratiesaldo-nul wordt beoogd aan de groei- en bouwdwang van gemeenten een halt toe te roepen. Maar de vraag is of dit een afdoend instrument is. Tot op heden wordt het door de provincie onvoldoende transparant toegepast en blijven gemeenten proberen hun bouwprogramma’s als vanouds uit te breiden. We moeten omzichtig omgaan met bouw- en infrastructuurplannen in het groen. Waar begin van deze raadsperiode een bouwopgave werd voorzien van 1250 woningen voor de komende tien jaar, is die intussen niet afgenomen, maar toegenomen tot ruim 1900. Dat is wat Progressief Nieuwkoop betreft de verkeerde ontwikkeling. Wij willen dat veel nadrukkelijker en inventiever wordt nagedacht over duurzame ontwikkeling van samenhangende gebiedsfuncties vanuit een lange termijn toekomstvisie, waarbij onder andere rekening wordt gehouden met de zich doorzettende trend van toenemende krimp van de bevolking op het platteland, die in onze regio nu al een half procent bedraagt. De sterk toegenomen bouwopgave is in belangrijke mate veroorzaakt door de verkeerde instrumentariuminzet van het huidige college voor de bekostiging van natuurontwikkeling in de Noordse Buurt: terwijl we juist klein en goedkoop moeten bouwen voor jonge starters, lagere inkomens en ouderen, was de oplossing van dit college tientallen miljoenen te verdienen aan de extra bouw van honderden dure koopwoningen, die vooral door kapitaalkrachtige mensen van buiten de gemeente moeten worden gekocht. Dat levert niet alleen een reusachtig financieel risico op voor de gemeentebegroting en daarmee voor de burgers – nog eens extra in tijden van economische en financiële crisis en malaise op de 4 woningmarkt – maar zet ook het migratiesaldo-nul en goedkope en sociale woningbouw fors onder druk. Daardoor kon de provincie, die het rijksgeld voor natuurontwikkeling beheert en honderden miljoenen heeft voor ontwikkelingen in het Groene Hart, achterover blijven leunen. In plaats van verantwoordelijkheid te nemen voor het provinciaal belang van duurzame ontwikkeling in het Groene Hart conform de provinciale structuurvisie en dit project mede te financieren, werden alle financiële risico’s op de gemeente afgewenteld, door ons bouwgrage college eenvoudig van ruimere rode contouren te voorzien om 430 extra woningen te bouwen en tevens een groot glasareaal van 200 ha in de Bloklandpolder in de maag te splitsen. En intussen wil de provincie zelfs ook nog 800 ha voor glastuinbouw in Kaag & Braassem, o.a. in de Vierambachtpolder bestemmen. Wij vonden en vinden dat de rode contouren niet verder mogen worden opgerekt. Uitgaande van migratiesaldo-nul heeft de gemeente nog ruim voldoende bouwgrond om het komende decennium aan de bouwopgave te voldoen. Ook steunen wij Kaag & Braassem in hun verzet tegen een grootschalige glastuinbouw locatie van 800 ha. Die hoort niet thuis in het Groene Hart. Hetzelfde geldt voor de 200 ha in de Bloklandpolder, zij het dat een beperkt areaal voor uitsluitend binnen onze gemeente te verplaatsen glas daar acceptabel is. Maar Nieuw Amstel West ll en lll zijn daar o.i. niet voor nodig en hoeven niet tot ontwikkeling te worden gebracht. Dat alles kan en moet echt anders; het is dringend tijd voor verandering. C. Beleidsactiviteiten efficiënter en kwalitatief beter ruimtegebruik binnen bebouwde kom en op bedrijfsterreinen zonder dat dit tot verschraling van de woonomgeving leidt; handhaving van bestemmingsplannen. Illegale bebouwing of bewoning niet oogluikend toestaan en evenmin in een later stadium inpassen bij de herziening van de bestemmingsplannen; in de polders agrariërs inzetten bij landschapsbeheer en ruimte bieden voor het opzetten van recreatieve en/of andere inpasbare neven activiteiten; versterken van de Ecologische Hoofdstructuur en uitvoeren van de doelstellingen van Natura 2000; duurzame mobiliteit: waar autoverkeer nodig is, is ook aandacht voor fiets en openbaar vervoer noodzakelijk. Zeker geen uitbreiding van het asfalt; aanmoedigen van milieuvriendelijke en ontmoedigen van milieubelastende activiteiten en bedrijvigheid; laag bouwen binnen de bebouwde kom met behoud van het dorpse karakter. daar waar kassen verplaatst en opgeruimd kunnen worden, moet het veenpolder landschap zoveel mogelijk worden hersteld. Voor die verplaatsing is ruimte nodig. Dat is eerder enkele tientallen ha dan 200 ha. Zoveel dient in de Bloklandpolder daar dan ook niet voor te worden bestemd; provinciale ambities stoppen om in de Vierambachtpolder bruto 800 ha voor glas te bestemmen, omdat dit onnodig is en omdat het strijdig is met zowel duurzame ontwikkeling van het gebied, als met recent vastgesteld beleid. 5 2.2 Duurzaam bouwen en wonen A. Visie: uitgangspunten en problemen/ wensen Nieuwkoop ligt centraal in het Groene Hart. Dat is aangewezen als een Nationaal Landschap te midden van de drukke Randstad, waarvan rust, openheid, natuur en cultuurlandschap beschermd moeten worden en de verrommeling en dichtslibbing tegengegaan. Rode contouren bepalen waar wel en niet gebouwd mag worden, maar die worden ook steeds weer opgerekt. De openheid, de polders, de vergezichten en het water zijn kenmerkend voor deze omgeving, maar worden steeds weer bedreigd. Progressief Nieuwkoop wil er alles aan doen om dat waardevolle landschap te behouden en te beschermen. Daarbij helpt dat het rijk voor dit gebied een migratiesaldo –nul heeft vastgesteld. Dit betekent dat er komende jaren vanwege woningverdunning meer woningen en vanwege de veranderende bevolkingsopbouw ook andere woningen nodig zijn, om hetzelfde aantal inwoners te behouden. Wij zien echter ook in dat we rekening moeten houden met de zich doorzettende krimp op het platteland, die in onze regio nu een half procent bedraagt, maar in andere landsdelen al tot ontvolking, leegstand en sociale ontwrichting heeft geleid. Daarom kiezen wij voor een evenwichtige bouwontwikkeling en een evenwichtiger bevolkingsopbouw, om zodoende zowel het voorzieningenniveau op peil te kunnen houden, als genoemde landschappelijke waarden in stand te kunnen houden. Dat zijn belangrijke, maar niet de enige aspecten van de betekenis die wij aan duurzame volkshuisvesting geven. Progressief Nieuwkoop is er namelijk ook van overtuigd dat velen zich prettig voelen in een groene omgeving met een dorps karakter. Woningbouw moet daarom worden ingepast in die omgeving met dat karakter, er mag niet te hoog worden gebouwd en aan de randen moet de woningbouw landschappelijk worden ingepast zodat een geleidelijk overgang plaats vindt van groen naar steen. Iedereen moet hier kunnen wonen, maar bouwen doen we vooral voor woningverdunning en voor een evenwichtiger bevolkingsopbouw, die maximaal ruimte biedt aan de woningbehoefte van onze eigen inwoners. Dat betekent vooral bouwen voor starters, alleenstaanden, doorstromers en ouderen en niet meer dure koopwoningen voor mensen van buiten dan onontkoombaar en strikt noodzakelijk is. Een ander belangrijk punt is dat Progressief Nieuwkoop eraan hecht dat woningen - en ook andere gebouwen – duurzaam worden gebouwd. Dat wil zeggen dat ze energiezuinig zijn, met duurzame materialen worden ontworpen en kunnen worden heringericht voor zich wijzigende woonruimtebehoeften, en landschappelijk en esthetisch inpasbaar zijn. Dat maakt ook dat zij in meerdere opzichten hun waarden – waaronder de financiële waarde behouden. Duurzame volkshuisvesting en woningbouw vragen om een lange termijn planning die uit gaat van een lange termijnvisie, een aansprekend toekomstperspectief over hoe we willen dat onze gemeente er dan uit ziet. De structuurvisie biedt hiervoor een goede basis. Bij de concrete uitwerking daarvan zullen we keuzes moeten maken op basis van meerdere criteria. Wat ons betreft van meerdere waarden die duurzaam bouwen en wonen versterken. B. Agenda: doelen en middelen Het belangrijkste doel van het volkshuisvestingbeleid is het bieden van passende huisvesting aan de bevolking van de gemeente. Dit geldt zowel voor starters op de woningmarkt (kopers en huurders), voor de doorstromers (van kleinere naar grotere koopwoning of van huurwoning naar koopwoning), voor gescheiden mensen (vooral naar een huurwoning) en voor ouderen die hun huidige tuin/woning te bewerkelijk vinden of om andere redenen naar een appartement willen verhuizen (koop of huur). In alle gevallen moet het aanbod ook financieel aansluiten bij de mogelijkheden van de woningzoekenden. 6 Uitgaande van een migratiesaldo-nul, waaraan de gemeente moet voldoen, betekent dit dat de komende jaren per jaar ca. 125 woningen gebouwd kunnen worden naast de eenmalige 430 woningen die als compensatie dienen voor de Noordse Buurt. In relatie tot de nu bestaande bouwlocaties die binnen de woningbouwcontour liggen, staan wij een evenwichtige bouwontwikkeling voor, waarbij de komende 10 jaar een groot deel van de voor genoemde doelgroepen bedoelde woningen kan worden gerealiseerd. Dat bevordert een steeds evenwichtiger bevolkingsopbouw, die het mogelijk maakt de kwaliteit en het niveau van de voorzieningen in de kernen structureel op peil te houden. Daarnaast zullen via de bestaande regelgeving zoveel mogelijk vrijkomende bestaande woningen beschikbaar moeten komen voor plaatselijk woningzoekenden. Het is van groot belang de prijzen betaalbaar te houden. Dat geldt in belangrijke mate voor huurwoningen (max €600), maar ook voor koopwoningen voor starters (ca €150.000). Goede mogelijkheden biedt de zogenaamde starters regeling waarbij de te betalen koopprijs kunstmatig laag wordt gehouden. Ook de zogenaamde “Te-Woon” regeling biedt goede kansen. Deze regeling houdt in dat een woningcorporatie vrijkomende woningen zowel te huur als te koop aanbiedt. Wordt een dergelijke woning verkocht dan krijgt de koper een korting van rond de 20%. Bij het verlaten van de woning koopt de woningcorporatie de woning terug voor de dan getaxeerde prijs en het verschil met de oorspronkelijke prijs wordt tussen partijen 50-50 verrekend. Vervolgens worden deze woningen weer te huur of te koop aangeboden aan woningzoekenden. Daarnaast moet de meeropbrengst van duurdere woningen bijdragen aan een lagere prijs voor starters woningen. Zowel voor huur- als voor koopwoningen. Dit is nodig om te bereiken dat er in Nieuwkoop minimaal 30 procent sociale woningbouw kan plaatsvinden. Nog beter zou het echter zijn voor starters hoofdzakelijk of uitsluitend goedkope, maar kwalitatief goede huurwoningen bouwen. Dat zullen vaak kleine appartementen zijn Het voordeel t.o.v. de andere systemen is dat de prijzen niet meegroeien met de waardeontwikkeling op de huizenmarkt. Hierdoor wordt voorkomen dat de woningen snel weer te duur worden voor nieuwe starters. Omdat deze woningen niet al te groot zijn zullen ze binnen een redelijke termijn weer beschikbaar komen voor andere starters, omdat de bewoners doorstromen naar grotere woningen. Als deze woningen zo ontworpen worden dat er eenvoudig twee samengevoegd kunnen worden, worden de woningen ook duurzamer en houden langer hun waarde. Dit alles is onderdeel van een op te stellen meerjaren convenant met de woningcorporaties. Door gezinsvorming hebben de meeste starters na enkele jaren grote behoefte aan meer woonruimte. De gemeenschap heeft daar ook baat bij, omdat nieuwe generaties helpen de voorzieningen en het sociale leven in stand te houden, zoals onderwijs, zorg, sportverenigingen, bibliotheek, zwembad, en uiteraard de winkelvoorzieningen. Een dergelijke woning dient dan ook beschikbaar te zijn. Zoals gezegd bieden bouwontwerpen van kleine woonruimten, die door samenvoeging makkelijk kunnen worden heringericht tot grotere, daarvoor goede perspectieven. Bovendien dient duurzaam bouwen verder gestimuleerd te worden. Dat betekent rekening houden met energiegebruik, materiaal gebruik en woonkwaliteit. Het fossiele energiegebruik kan nog sterk verlaagd worden door woningisolatie en door toepassing van actieve zonne-energie, aardwarmte en warmteterugwinning. Nieuwbouw kan en moet maximaal energiezuinig worden ontworpen, terwijl gestreefd wordt naar energieneutraal. Wat materiaalgebruik betreft gaat het om grondstoffen die vernieuwbaar zijn, die weinig energie vragen bij productie en transport, die weinig onderhoud vergen en die kunnen worden hergebruikt. En bij duurzame woonkwaliteit gaat het om een aantrekkelijke omgeving 7 (stedenbouwkundig ontwerp), hoge technische kwaliteit en goede architectonische uitstraling, zoveel mogelijk aangepast aan de wensen van de bewoner, technisch en sociaal veilig. Een en ander geldt overigens niet alleen voor woningbouw, maar ook voor bedrijven, gemeentelijke gebouwen en scholen. Ook de woningbouwmarkt is een vraag-aanbod mechanisme dat, afhankelijk van de schaarsteverhoudingen, slechts een prijs tot stand kan brengen, maar niet om kan gaan met verschillende wensen of criteria. Omdat dit voor een verantwoord woningbouwbeleid wel noodzakelijk is kan de woningbouw niet meer alleen aan de markt (lees: aannemers en ontwikkelaars) worden overgelaten: de overheid moet duidelijke kaders en randvoorwaarden stellen en ook burgers moeten worden betrokken. Zij moeten in een aantal gevallen zelf de mogelijkheid krijgen om op bouwlocaties hun eigen woning te kunnen bouwen. Om helderheid te geven in de woningbouwplannen van de gemeente dient de woonvisie zo spoedig mogelijk tot stand te worden gebracht. Daarin moet ook het duurzaam bouwen van woningen, en voor zover mogelijk van andere gebouwen, gewaarborgd worden. C. Beleidsactiepunten Streven naar een evenwichtige bouwontwikkeling voor een steeds evenwichtiger bevolkingsopbouw en daardoor structureel op peil houden van het voorzieningenniveau; Gegeven een migratiesaldo van nul, kunnen komende tien jaar circa 125 woningen per jaar worden gebouwd voor woningverdunning; Prioriteit voor huisvesting van starters, alleenstaanden, doorstromers en ouderen; Er moeten gericht plannen ontwikkeld worden om leegkomende karakteristieke oude gebouwen geschikt te maken voor bewoning door ouderen Voldoende aangepaste woningen voor mensen met functiebeperkingen; Om dit te kunnen realiseren moet de gemeente eisen dat projectmatig te bouwen woningen ontworpen worden op basis van het Handboek Woonkeur. Dit geldt ook voor te renoveren woningen. Betaalbare huurwoningen voor minder draagkrachtigen en starters (max €600). Betaalbare koopwoningen voor starters m.b.v. starterregelingen (ca €150.000) heeft uit oogpunt van duurzame volkshuisvesting iets lagere prioriteit; 30% moet sociale woningbouw zijn; Gegeven dure woningbouw vanwege de Noordse Buurt, heeft betaalbaar bouwen voor eigen woningbehoefte de hoogste prioriteit boven dure koopwoningen voor draagkrachtigen van buiten; Er wordt gewerkt met A-B en C kernen waarbij A-kernen de voorkeur hebben voor het bouwen van nieuwe woningen, zonder de voor de leefbaarheid noodzakelijke bouw van woningen in B-kernen uit het oog te verliezen; Geen bouw van een nieuw gemeentehuis; Er moet maximale aandacht zijn voor de leefomgeving ( rust, ruimte, openheid, groen en veiligheid); Bouwen binnen de rode contour is het uitgangspunt. Slechts in een enkel uitzonderingsgeval mag buiten de rode contour worden gebouwd ( ruimte voor ruimte); Duurzaam bouwen van woningen en dit ook bevorderen van bedrijfsgebouwen, overheidsgebouwen en scholen; Bij nieuwbouwprojecten wordt speciaal aandacht geschonken aan bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid voor mensen met functiebeperkingen: Leefbaarheid wordt ook bepaald door voldoende groen om huis en in de wijk en voldoende parkeermogelijkheden. Daar ontbreekt het in diverse kernen aan, met name in Nieuwveen op diverse plaatsen, in Noordeinde (bij de school), in Nieuwkoop (buiten de wijken) en in Woerdense Verlaat (trapveldje); 8 Woningbouw moet worden ingepast in het dorpse karakter, met maximaal drie verdiepingen plus een kap. En aan de randen moet het landschappelijk worden ingepast; Restauratie en bestemming panden van Bots in Nieuwkoop; Woningbouw niet meer uitsluitend aan de markt overlaten: de overheid stelt randvoorwaarden en burgers worden betrokken; De verdere uitwerking van de structuurvisie moet op korte termijn leiden tot een woonvisie, met daaraan gekoppeld een heldere nota met de locaties voor de woningbouw; Op basis van die woonvisie moeten met de woningcorporaties prestatie convenanten worden afgesloten. Het is de vraag of een grootschalige woonvoorziening voor arbeidsmigranten, zoals bijvoorbeeld in Woerdense Verlaat er moet komen, in verband met mogelijk te verwachten overlast is de buurt. Sociale cohesie en leefbaarheid wegen wat Progressief Nieuwkoop betreft zwaarder dan het belang van een individuele ondernemer die een functie zoekt voor zijn leegstaande pand Progressief Nieuwkoop is voorstander van regionale coördinatie van migrantenbeleid. Arbeidsmigranten verrichten werk en de werkgever zal vanuit een goed werkgeverschap deze mensen voldoende moeten betalen, zodat zij zelf voor goede huisvesting kunnen zorgen. Ook voor tijdelijke situaties dient zo spoedig mogelijk een goede oplossing te komen. Daarbij moet rekening worden gehouden met de sociaaldemografische gevolgen van clustering van hoge aantallen migranten in o.a. kleine kernen (b.v. de 150 migranten op nog geen duizend inwoners in Woerdense Verlaat). Sociale overlast moet worden voorkomen. In de toekomst zal dit probleem eerder groter dan kleiner worden. Daarom moet de gemeente ter voorbereiding van dat beleid daarover snel de discussie starten en burgers daar breed bij betrekken. 2.3 Natuur en landschap A. Visie: uitgangspunten en problemen/wensen De gemeente Nieuwkoop bezit veel waardevolle landschappen zoals de gebieden rond de Nieuwkoopse plassen en de Geerplas bij Langeraar. Progressief Nieuwkoop vindt dat deze gebieden de bescherming moeten krijgen die nodig is, voor zover en omdat ze behoren tot de Ecologische Hoofdstructuur van Nederland en door de Europese Unie zijn aangewezen als beschermd gebied in de Habitat- en Vogelrichtlijn (Natura 2000). Dat houdt in dat er bijzondere flora en fauna voorkomen die voor de Europese landschaps- en natuurwaarden bijzonder waardevol zijn en beschermd moeten worden. Nu het structuurplan onze gemeente heeft ingedeeld naar functie en gebruik moeten we de randvoorwaarden om het groen in het buitengebied te verstreken en de functies landbouw, natuur en recreatie in hun samenhang een reële plaats geven. Progressief Nieuwkoop hecht groot belang aan duurzame ontwikkeling van natuur en landschap in een omgeving vol economische activiteiten, omdat dit de landschappelijke kwaliteit van het onbebouwde gebied en van de bebouwde leefomgeving sterk verhoogt. Daarbij dragen cultuurhistorische waarden in belangrijke mate bij aan de identiteit van onze gemeente en aan de ruimtelijke kwaliteit van onze leefomgeving. Doel is dan ook om de kwaliteit van ons erfgoed ook op langere termijn te behouden en versterken. B. Agenda: doelen en middelen Wij willen dat de gemeente zich vanuit de hiervoor aangegeven visie actief inzet voor een goede vertaling naar zowel het Plan de Venen, als de beheerplannen die nu worden opgesteld rond Natura 2000. 9 Het structuurplan geeft goede mogelijkheden om ook de ecologische linten binnen de contouren, juist ook in gebieden buiten de Habitatrichtlijn te beschermen en te ontwikkelen. In de groen beheerplannen moet voldoende aandacht zijn voor groen binnen de kernen. De doelstellingen welke zijn geformuleerd in de nota waardevolle gezichtsbepaalde gebieden zijn een goed uitgangspunt om onze cultuurhistorische waarden veilig te stellen. C. Beleidsactiepunten Samenwerking met alle betrokken gebiedspartners rond de Nieuwkoopse plassen om conform Natura 2000 eisen – de teruggang van de biodiversiteit tegen te gaan en een gevarieerder ecologisch natuurgebied te creëren en in stand te houden via de heerplannen. De positie van de Langeraarse plassen als waardevol natuurgebied met een ruimer, maar beperkte – extensieve - recreatieve ontwikkeling, veilig te stellen. Een actieve houding, vanuit deze visie, in het overleg over het “Plan de Venen”. Dat geldt ook ecologische linten binnen de contouren, juist ook in gebieden buiten de Habitatrichtlijn, zoals binnen de kern Nieuwkoop. Nadruk leggen op voldoende en meer groen binnen de kernen en natuurlijke omzoming van woonwijken en industriegebieden. Inwoners worden actief bij het groen in hun wijk betrokken. Dat betekent tevens de aanleg van meer multifunctionele paden om bedrijventerreinen, om wijken en langs de sportterreinen. De landelijke inbedding van het bedrijventerrein aan de Amstelkade in Woerdense Verlaat moet voortvarend ter hand genomen worden. Om de uitstraling van voormalige boerderijen en agrarisch opstallen te behouden moet in bestemmingsplannen de mogelijkheid geboden worden voor bestemmingen als burgerbewoning, respectievelijk zorgboerderij, groepsaccommodatie en kleinschalige milieuvriendelijke bedrijfsvestiging en opslagruimten. Om het cultuurhistorisch (veen)landschap zoveel mogelijk beschermen tegen verdroging, willen we geen akkerbouw op het bovenland. De gemeente stimuleert - en ondersteunt zo nodig verenigingen voor - natuureducatie. 2.4 Milieu en energie A. Visie: uitgangspunten en problemen/wensen Progressief Nieuwkoop heeft voldoende aanleiding om een actief en duurzaam milieubeleid als speerpunt in haar programma op te nemen. Bodem, water, lucht, biodiversiteit en klimaat staan zowel mondiaal, landelijk als ook in onze gemeente nog teveel onder druk. Denk maar aan luchtvervuiling en geluidshinder van Schiphol, de toenemende recreatiedruk, de intensivering van land- en tuinbouw, toenemende mobiliteit, de afnemende biodiversiteit, de wateropgave, de CO2-uitstoot en klimaatverandering, etc. Dat heeft alles te maken met onze productie- en consumptiewijzen en ons fossiele energie gebruik. Die zijn onvoldoende duurzaam en wentelen de negatieve effecten van ons handelen teveel af op de gemeenschap, op elders, op anderen of op toekomstige generaties. Economische groei maakt dat alleen maar erger, indien we er niet in slagen stringentere milieueisen te stellen, minder fossiele brandstoffen te gebruiken en meer duurzame alternatieven te ontwikkelen. B. Agenda: doelen en middelen Het sluiten van kringlopen is daartoe een probaat middel. Dat vereist innovatieve samenwerking in de productie-consumptie ketens tussen bedrijven, (kennis)instellingen, maatschappelijke organisaties en overheden. De overheid kan dat aan de voorkant 10 stimuleren door administratieve, procedurele en beleidsmatige barrières uit de weg te ruimen. Bovendien kan zij daar tevens aan achterkant druk op uitoefenen door nieuwe milieuvriendelijke en energiebesparende activiteiten te belonen, ten koste milieubelastende en energie intensieve activiteiten. Zelfs kleine heffingen of subsidies en goede voorlichting over makkelijke gedragsveranderingen die ook goed zijn voor de portemonnee, zijn dan vaak al effectief. Tegelijkertijd is het van belang dat de uitvoering van milieuregels en van milieuvergunningen goed wordt nageleefd en gehandhaafd. Openbaar groen draagt niet alleen bij aan de leefkwaliteit van onze kernen, maar ook aan de waterhuishouding en biodiversiteit en aan schone lucht omdat planten stof en CO2 afvangen. Daarom moet het behouden blijven en waar mogelijk uitgebreid. Het openbaar groen moet ook schoon en veilig gehouden worden: honden moeten aangelijnd zijn en begeleiders hebben ruimplicht. Wij pleiten voor voldoende daartoe bestemde afvalbakken. Voorts hebben lang niet alle wijken speciale losloopveldjes. De hondenbelasting moet voor deze voorzieningen aangewend worden en niet als algemeen dekkingsmiddel. Onze inzet is dat gemeentelijk beleid geen aanleiding meer mag zijn tot extra belasting op het milieu, door welke gemeentelijke maatregelen dan ook, zonder dat tegelijkertijd op andere punten de milieubelasting minstens evenzeer afneemt. C. Beleidsactiepunten Een afdoend handhavingsbeleid van milieuregels, met als principe dat de veroorzaker van negatieve milieueffecten betaalt; Ook de eisen in milieuvergunningen worden goed gecontroleerd en gehandhaafd; Milieueffectrapportages worden niet beperkt tot de wettelijk voorgeschreven verplichtingen, maar uitgebreid tot alle gemeentelijk beleid en tot al haar eigen activiteiten die relevante milieueffecten kunnen hebben; Regulier overleg met lokale milieugroeperingen en een dialoog met burgers en hun organisaties over de ontwikkeling en uitvoering van het milieubeleid; Aanleg milieustation in het plassengebied in Nieuwkoop; Zorgen voor schoon en gezond oppervlaktewater, mede door het realiseren van milieuvriendelijke systemen voor het gescheiden afvoeren van hemel- en rioolwater; Blijvend stimuleren van het reduceren, scheiden en hergebruiken van afval; Zo mogelijk afvalstation in Nieuwkoop behouden; Sterk inzetten op duurzaam bouwen; Openbaar groen in wijken en buurten en op bedrijventerrein en ecologische verbindingszones handhaven en zo mogelijk uitbreiden; Burgers worden daar actief bij betrokken en verenigingen die zich met groen en natuur bezig houden ondersteund; Investeren in duurzame energie: op daartoe geschikte locaties medewerking verlenen aan mestvergisting installaties, het gebruik van zonnecellen en andere mogelijk duurzame energiebronnen. Hoge windmolens zijn in onze gemeente landschappelijk nauwelijks of niet inpasbaar; De gemeente stelt zichzelf op als koploper waar een voorbeeldwerking van uitgaat: door te investeren in het milieuvriendelijker en energiezuiniger maken van haar eigen activiteiten en functioneren en door haar producten en diensten binnen 2 jaar 100% duurzaam in te kopen. In het jaarverslag van de gemeente moeten deze extra investeringen en de te boeken en al geboekte milieu- en energiewinst worden gerapporteerd. De gemeente gaat actief energiebesparende verlichting toepassen en stimuleren; Bij renovaties van gemeentelijke gebouwen worden deze energiearm ingericht en voorzien van zuinige en duurzame energiesystemen; Dat geldt ook voor de op stapel staande renovaties van woningen; Streven naar energieneutrale nieuwbouw door deze op de zon te oriënteren, door ze maximaal te isoleren en door warmtepompen en zonneboilers toe te passen; 11 Bij nieuwbouw wordt niet alleen gelet op voldoende parkeerplaatsen, maar ook op goede fiets en loopverbindingen; Zo mogelijk met andere gemeenten wordt een goed meetbaar klimaatprogramma opgesteld en uitgevoerd; Duurzaam ondernemen stimuleren, om de milieubelasting door bedrijven terug te dringen. In principe niet bouwen binnen de geluidscontour van 20 Ke. Die is daarvoor bedoeld. De gemeente speelt een actieve rol in de beïnvloeding van het beleid rond Schiphol: niet méér, maar minder geluidsoverlast, luchtverontreiniging en veiligheidsrisico’s. Binnen de kernen kunnen honden met begeleiders gebruik maken van de wandelvoorzieningen en voetgangersgebieden, maar wel aangelijnd en met ruimplicht. De gemeente zorgt dan voor voldoende afvalbakken met opruimzakjes Daarnaast zorgt de gemeente dat er in elke kern in elk geval uitlaatgebiedjes worden aangewezen, waar honden los mogen lopen en al naar gelang de situatie, al dan niet met ruimplicht. 2.5 Duurzame landbouw en (glas)tuinbouw A. Visie: uitgangspunten en problemen/wensen Een duurzame land- en tuinbouw werken economisch efficiënt en ecologisch en sociaal aanvaardbaar. Agrariërs zijn met hun bedrijfsactiviteiten en mogelijke nevenactiviteiten tegelijkertijd ook beheerders van het landelijk gebied. Om dat goed te kunnen doen is het belangrijk dat zij daaruit hun bestaan kunnen blijven halen. Ook in het Groene Hart, waar de landbouw qua efficiency gehandicapt is door het belang van andere – niet vermarktbare waarden zoals landschappelijke kwaliteit en het bedrijfsinkomen daardoor vaak marginaal is. Door schaalvergroting in de landbouw en bedrijfsbeëindiging verliezen steeds meer karakteristieke bedrijfsgebouwen hun oorspronkelijke agrarische functie. Met verantwoord ander gebruik kunnen die in stand worden gehouden. Ook in de glastuinbouw staan veel kassen leeg. Doordat er geen onderhoud meer wordt gepleegd is er sprake van verval en ontsiering van het landschap. Nieuwe grootschalige kassencomplexen zijn onverenigbaar met het bijzondere karakter en met duurzame ontwikkeling van het groene Hart en van onze gemeente en is strijdig met reeds vastgestelde beleidsdoelen van alle overheden in dit gebied. Progressief Nieuwkoop vindt het belangrijk daaraan vast te houden. De kas zonder gas is een belangrijke stap naar duurzaam energiegebruik in de glastuinbouw. Bij kassen met warmtekrachtsystemen kan dat ook, maar hoeft dit niet het geval te zijn. Omdat elektriciteit levering aan het net tot de bedrijfsinkomsten behoort, zullen de fossiel gestookte installaties altijd op volle toeren draaien bij een goede terugleverprijs, ook in gevallen dat er geen warmte vraag of nuttige warmte opslagruimte is. Dan is dit minder duurzaam dan elektriciteit opwekking in grote centrales. B. Agenda: doelen en middelen Agrariërs de ruimte bieden en stimuleren hun beheerfunctie van het landelijk gebied te kunnen blijven vervullen. Dat betekent ruimte voor nevenactiviteiten, zoals zorg, kinderopvang en recreatie en vergoeding voor niet-commerciële activiteiten die duurzame gebiedsontwikkeling stimuleren, zoals voornatuurontwikkeling en –beheer. Om leegstaande karakteristieke agrarische bedrijfsgebouwen te kunnen behouden en onderhouden moet ruimte voor andere bestemmingen worden gegeven, voor zover deze duurzaam sociaal, ecologisch en economisch inpasbaar zijn in het landelijk gebied. De kas zonder gas is een duurzame innovatie die verbreding behoeft. 12 Vervallen kassen dienen te worden opgeruimd en zoveel mogelijk plaats te maken voor herstel van het landschap. Via de ruimte voor ruimteregeling en de inzet van een gebiedsmakelaar/veilingmeester is een passende compensatie voor de betreffende eigenaren beschikbaar. Gezien het trage tempo van opruimen zijn extra maatregelen gewenst om dit proces te versnellen. Voorts wil Progressief Nieuwkoop geen nieuwe grootschalige kassencomplexen in het Groene Hart, niet in onze en evenmin in buurgemeenten. Een kleine uitbreiding in Nieuw Amstel volstaat: niet meer dan strikt noodzakelijk is voor uitsluitend binnen onze gemeente te verplaatsen glas. Een belasting op verrommeling en ontsiering kan dat proces versnellen. C. Beleidsactiepunten Agrariërs stimuleren om hun bedrijfsvoering duurzamer te blijven maken; Ruimte creëren voor agrariërs om neveninkomsten te verkrijgen, bijvoorbeeld uit kleinschalig kamperen, het aanbieden van “bed and breakfast” en vergoeding voor activiteiten op het gebied van duurzame natuur- en landschapsontwikkeling; Blijven stimuleren van duurzame ontwikkeling in de glastuinbouw door energieneutrale systemen (kas zonder gas) en door nieuwe innovatieve samenwerkingsverbanden van glastuinbouwbedrijven met andere bedrijven om energie- en stofstromen beter te kunnen koppelen en duurzaam te gebruiken; Saneren van de verouderde en vervallen kassen en het landschap zoveel mogelijk herstellen. Om het trage tempo van opruimen te versnellen moet op korte termijn nagegaan worden welke mogelijke instrumenten daarvoor het meest geschikt zijn, waaronder een belasting op verrommeling en ontsiering; Uitplaatsen van glastuinbouw bedrijven uit het centrum van Noorden; Geen 200 ha glas in de Bloklandpolder: niet meer dan strikt noodzakelijk is voor uitsluitend binnen onze gemeente te verplaatsen glas; Sterk protest bij de provincie tegen de beoogde bruto 800 ha voor netto 400 ha glasbestemming in de Vierambachtpolder, ook ingeval die bestemming onze gemeentegrens niet overschrijdt. 2.6 Duurzame recreatie A. Visie: uitgangspunten en problemen/wensen Progressief Nieuwkoop is zich er van bewust dat – gezien de positie die onze gemeente in neemt in het Groene Hart - er een recreatieve druk is vanuit de grote bevolkingscentra om ons heen. Maar mensen hebben nu eenmaal ruimte nodig om zich te kunnen ontspannen en om even weg te zijn van de dagelijkse beslommeringen. Deze druk kan positief worden benaderd door enerzijds behoedzaam met recreatieve ontwikkelingen om te gaan zodat deze duurzaam is en anderzijds recreatie en toerisme niet slechts als een belangrijke bron van inkomsten te zien, maar ook als versterking van lokale en regionale ontwikkelingen op het gebied van kunst en cultuur. De synergie tussen de ontwikkelingen op het gebied van kunst en cultuur en het op toerisme gerichte bedrijfsleven bied goede mogelijkheden voor verbreding van het op cultuur gerichte toeristisch aanbod, met ontlasting van de natuurgebieden. Op ongecontroleerde en niet duurzame ontwikkeling van toeristische en recreatieve activiteiten zitten we niet te wachten. Grotere recreatieve projecten moeten zich daarom buiten kwetsbare gebieden, zoals de Nieuwkoopse Plassen, plaatsvinden. . B. Agenda: doelen en middelen Bij de ontwikkeling van het Toeristisch beleidsplan moet duurzame ontwikkeling voorop staan. Dit betekent: Vergroten van de toeristisch mogelijkheden. 13 Zonering van kwetsbare gebieden in onze gemeente tegen te grote recreatiedruk. Aandacht voor bereikbaarheid en recreatieve parkeerplaatsen Voldoende milieustations en afvalbakken. Uitbreiding en verbetering van verblijftoerisme buiten de kwetsbare gebieden. Stimuleren van combinaties van toeristische en agrarische bedrijvigheden. C. Beleidsactiepunten Aanleg en promotie van regionale fietsroutes en wandelpaden; Ontwikkelen van een Nautisch centrum Aarweide, dat aansluit op de doorgaande vaarroutes Versterking van de recreatieve functies van de Zuidhoek en het Meijepad; Duurzame ontsluiting van het Nieuwkoopse plassengebied, waarbij: passanten naar minder kwetsbare gebieden worden geleid; toeristisch varen aansluit op wandel en fietsroutes; meer pontjes tussen de eilanden in de wandelroutes; ontwikkeling kleinschalige recreatieve transferpunten; aanleg van voldoende recreatieve parkeerplaatsen, bijv. In Woerdense Verlaat en Noorden; realiseren van een veilige openbare zwemplek + zwemsteiger in Noorden; realiseren van kleinschalige verblijfsmogelijkheden bijv. rond het Nautisch centrum; vanuit de Meije moet de plas op meer plekken per boot bereikbaar worden; Tegengaan van overlast door motorrijders in de Meije. 2.7 Duurzame industriële bedrijvigheid A. Visie: uitgangspunten en problemen/wensen Nieuwkoop kan de economie niet richtinggevend beïnvloeden net zo min als de Nederlandse regering dat kan. Die maakbaarheid gedachte is al sinds de kabinetten Van Agt verlaten. Diverse onderzoeksrapporten hebben vastgesteld dat de beleidsconcurrentie tussen gemeenten die uitgaan van het traditionele groei denken, niet leidt tot versterking van duurzame sociaal-economische ontwikkeling of van de werkgelegenheid in ons land of delen daarvan, maar wel tot verplaatsing van activiteiten naar gemeenten die het niet zo nauw nemen met duurzaamheid eisen en daarmee ook tot verplaatsing van de negatieve effecten van die activiteiten. Dat heeft al geleid tot de aanleg van teveel bedrijfsterreinen op het platteland, tot verkeerde bouwopgaven en tot verrommeling van de ruimte. Het is en blijft daarom bijvoorbeeld onnodig en onwenselijk nieuwe bedrijventerreinen in het Groene Hart te vestigen of bestaande uit te breiden onder het mom van economische groei en behoud van werkgelegenheid. Evenals de groei van bevolking, woningbouw en infrastructuur, heeft de groei van bedrijvigheid in onze kernen dus haar grenzen. Het gaat daarom niet om groei in de vorm van meer van hetzelfde, maar om investeringen in evenwichtige en duurzame ontwikkelingen in deze specifieke regio, dat wil zeggen om groei in de vorm van een hogere toegevoegde waarde – sociaal, economisch, economisch en bestuurlijk, aan de specifieke gebiedsfuncties in dit gebied, inclusief natuur en landschap. B. Agenda: doelen en middelen Omdat het niet nodig en niet wenselijk is vindt Progressief Nieuwkoop dat het college moet stoppen met uitbreiden van bestaande bedrijventerreinen. In plaats van te kiezen voor de goedkope opties van uitbreidingen, moet zij kiezen voor de betere optie om alle industriële bedrijvigheid op de bestaande drie grote centrale terreinen in Nieuwkoop, Nieuwveen en Ter Aar te concentreren en deze terreinen daartoe te herstructureren. Dat wil zeggen, geschikt te 14 maken voor lokaal gebonden, daar al gevestigde en elders nog uit te plaatsen, hoogwaardige en duurzame bedrijvigheid. De druk van het goederenvervoer op het wegennet kan worden verminderd door steeds meer in te zetten op kennisintensieve bedrijvigheid, in de plaats van bedrijvigheid die bestaat uit productie, bewerking en distributie van goederen. Waar industriële bedrijvigheid elders in de gemeente kan worden uitgeplaatst naar deze terreinen, dienen deze vrijkomende locaties een bestemming te krijgen die past bij duurzame ontwikkeling van de aangrenzende gebiedsfuncties, zodat de verrommeling wordt opgelost en de kwaliteit van het gebied duurzaam versterkt. Gedacht kan worden woningbouw en versterken van het dorpse karakter binnen de rode contour en aan versterking van karakteristieke lintbebouwing, landgoederen, natuur, recreatie, daarbuiten. Grote bedrijven die niet strikt lokaal gebonden zijn, bedrijven met matige en zware milieubelasting en bedrijven die veel goederen/producten vervoeren moeten zich in het landelijke gebied niet uitbreiden, maar gestimuleerd worden zich op betere plekken te vestigen, zoals op bedrijventerreinen van Alphen, Woerden, Gouda of Leiden, die daar in meerdere opzichten beter geschikt voor zijn. In de ruimtelijke plannen is het terrein aan de Hoekse Aarkade in Ter Aar opgenomen als bedrijventerrein. Industriële bedrijven met lichte milieubelasting (categorie 3) zouden zich daar dan kunnen vestigen, terwijl voor bedrijven met zware milieubelasting (categorie 4) ruimte op Bovenland gereserveerd blijft. Mede door de actieve opstelling van Progressief Nieuwkoop is tot op heden is geen verdere invulling gegeven aan het bedrijventerrein Hoekse Aarkade, behalve de enkele uitbreiding van Burg conserven en Menken Maritiem. Door het gebied een andere bestemming te geven kan de verrommeling daar opgelost worden en andere gebiedsfuncties duurzaam versterkt worden. Dat geldt ook voor de terreinen van de voormalige vestigingen van Uyttewaal. Een gemeentelijke overheid die zich beroept op duurzame ontwikkeling zal ruimte geven aan milieu en landschappelijke ontwikkelingen, door economische activiteiten daarop aan te passen. Dat sluit aan bij wat al vele jaren rijksbeleid is. Een gemeentelijke overheid die de kwaliteit van de leefomgeving in en om de kernen van het Groene Hart wil handhaven en verbeteren zal zich verzetten tegen uitbreiding van bedrijventerreinen bij deze kernen en zal stimuleren dat niet lokaal gebonden en milieu- en infrastructuur belastende bedrijvigheid naar de daartoe bestemde, moderne, uitstekend ontsloten bedrijventerreinen van Alphen (ongeveer 8 km verderop), Bodegraven of Woerden wordt verplaatst. En een gemeentelijke overheid die zegt er ook voor de burgers te zijn zal dat standpunt moeten herhalen, gezien de nadelen voor en tegenstand van de bewoners tegen uitbreiding of vestiging van bedrijven buiten de centrale bedrijventerreinen in onze gemeente. C. Beleidsactiepunten Geen nieuwe of uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen; Geen verdere bedrijfsontwikkeling aan de Hoekse Aarkade, noch op de voormalige terreinen van Uyttewaal; Twee bedrijven op de Lange Meentweg in Woerdense Verlaat zouden moeten worden verplaatst, om de sterke verrommeling terplekke op te kunnen lossen. Mogelijk biedt het nevengelegen bedrijventerrein daar een oplossing voor; Uitplaatsen van transportbedrijf uit het centrum van Noorden. Bedrijvigheid die niet past in of bijdraagt aan duurzame ontwikkeling in het Groene Hart, uitplaatsen naar moderne terreinen in Alphen, Leiden, Bodegraven of Woerden; Herstructureren van bestaande bedrijventerreinen en ruimte creëren voor starters, voor uit de kernen en linten te plaatsen bedrijvigheid en - indien daar behoefte aan is – voor bedrijfsverzamelgebouwen. 15 Stimuleren van kennisintensieve bedrijvigheid, in de plaats van bedrijvigheid die bestaat uit productie, bewerking en distributie van goederen, om de druk van vooral het goederenvervoer en deels ook het personenvervoer op het wegennet te verminderen. 2.8 Duurzame mobiliteit, infrastructuur en verkeersveiligheid A. Visie: uitgangspunten en problemen/wensen Een kwalitatief goed wegennet, dat optimaal wordt benut, dat zorgt voor een goede doorstroming en goed openbaar vervoer, dat voor de verschillende verkeersstromen toegankelijk en veilig is, is essentieel voor de sociale en economische dynamiek in onze gemeente en regio. Maar duurzame mobiliteit in het Groene Hart betekent niet dat het wegennet als vanzelfsprekend wordt uitgebreid vanwege toenemende mobiliteit. Het kan ook betekenen dat de gemeente mobiliteitveroorzakende activiteiten probeert te verminderen of verplaatsen. Dit, omdat uitbreiding van het wegennet in de gemeente en in de regio, ook een verkeer aantrekkende werking heeft en omdat dit makkelijk botst met de ecologische en landschappelijke waarden van het Groene Hart als Nationaal Landschap. Om de mobiliteit en bereikbaarheid voor niet-automobilisten te vergroten en de druk van het personenvervoer te verminderen, is het openbaar vervoer een uitstekend en milieuvriendelijk alternatief voor de auto. Waar het openbaar vervoer geen alternatief is, kunnen andere vervoersmogelijkheden, waaronder de Rijnstreek-Hopper, ook voor een goede bereikbaarheid zorgen. Er dienen voldoende mogelijkheden te zijn in de gemeente om het hele gebied te kunnen bereiken, met goede aansluitingen op het openbaar vervoer in omliggende dorpen en steden. Om de druk van het goederenvervoer op het wegennet te verminderen is er geen ander alternatief dan steeds meer in te zetten op kennisintensieve bedrijvigheid, in de plaats van bedrijvigheid die bestaat uit productie, bewerking en distributie van goederen. Verkeersveiligheid heeft niet alleen te maken met gedrag van weggebruikers en de controle daarop, maar ook met de ruimte die verkeersdeelnemers wordt gelaten voor onveilig gedrag, met de verkeeraanzuigende werking van nieuw en breder asfalt en met de wijze waarop wegen en paden voor verschillende typen verkeersdeelnemers zijn gescheiden en elkaar kruisen. Iedereen moet op een veilige wijze kunnen deelnemen aan het verkeer. Te vaak vinden er in het verkeer ongelukken plaats met ernstige gevolgen. Verkeersonveilige situaties worden actief bestreden door een scala aan maatregelen. De gemeente dient het als haar taak te zien om de verkeersveiligheid te verbeteren. Door middel van het aanpassen van verkeersonveilige plekken en situaties moet het aantal en de ernst van verkeersslachtoffers verminderen. Het terugdringen van normvervaging en normoverschrijding op verkeersgebied ten aanzien van te hard rijden, door rood licht rijden, fout parkeren en agressief weggedrag dient prioriteit te hebben. De gemeente moet veel doen om verkeer & vervoer en onderwijs dichter bij elkaar te brengen. Eenduidige voorrangsregels op kruisingen en rotondes zorgen voor veilige routes voor voetgangers en fietsers. B. Agenda: doelen en middelen Beperken van de mobiliteitstoename in het Groene Hart en in Nieuwkoop, goede bereikbaarheid, veilig verkeer en toegankelijk openbaar vervoer, zijn voor Progressief Nieuwkoop belangrijke aspecten van duurzame mobiliteit. De gemeente investeert niet in mobiliteit bevorderende, maar in mobiliteit verminderende activiteiten en maatregelen. Dat is goed voor het Groene Hart, voor het milieu en voor onze gezondheid en veiligheid. 16 Onze kinderen moeten veilig in de buurt kunnen spelen en naar school kunnen lopen of fietsen. De komende periode moet er een verkeersveiligheidskaart worden ontwikkeld zodat een goed beeld ontstaat van onveilige situaties, problemen en knelpunten, die vervolgens ook opgelost moeten worden. Risicoanalyse en risicobeheersing spelen hierbij een belangrijke rol; Het openbaar vervoer moet schoon en toegankelijk zijn voor iedereen, ook voor mensen met een handicap. Omliggende dorpen en steden moeten goed bereikbaar zijn. C. Beleidsactiepunten Verkeersbeleid wordt in goed overleg met betrokken partijen en inwoners ontwikkeld; Verbeteren van openbaar vervoer, van zowel de diensten als frequenties; Bij wijzigingen in routes, haltes en frequenties van het openbaar vervoer, worden bewoners betrokken; Betere reguliere busverbindingen met alle steden rondom onze gemeente, die een spoorwegverbinding hebben; Betere busverbinding tussen Ter Aar en Nieuwkoop/Nieuwveen: nu rijdt de 182 van Alphen via Ter Aar naar Leiden, en de 147 van Alphen via Nieuwkoop/Nieuwveen naar Amsterdam en zit er geen verbinding tussen die 2 lussen; Alle bussen en haltes worden toegankelijk voor mensen met een handicap; Verbeteren van de diensten van de Rijnstreek Hopper door: a. meer (ster) haltes te realiseren, met name bij belangrijke voorzieningen zoals een ziekenhuis; b. betere aansluiting bij het openbaar vervoer; c. betere verbinding tussen Ter Aar en Nieuwkoop; d. subsidie voor mensen die dat niet kunnen betalen. Verbeteren openbaar vervoer Woerdense Verlaat richting Meidrecht en Breukelen, omdat die kern op dat voorzieningengebied is gericht; Belangrijke (bovenlokale) voorzieningen zoals ziekenhuizen, specialistische hulp, nooddiensten (brandweer-politie-ambulances), gemeenteloketten etc. willen wij ook goed bereikbaar laten zijn/worden met openbaar vervoer of Rijnstreek hopper; De tijdslimiet van nooddiensten moet tenminste worden gehaald; Bij de aanbesteding van openbaar vervoer het gebruik van schone brandstof laten meewegen in de offertegunning. De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld door gebruik van schone brandstof in het eigen wagenpark; De eisen die de kwetsbaarheid en leefbaarheid van het Groene Hart stellen (zie hoofdstuk 2) maken de aanleg van nieuwe (provinciale) wegen door en rondom onze gemeente op voorhand niet gewenst; bovendien leidt dat tot een verkeer aanzuigende werking en biedt dat geen oplossing. Dat betekent geen rondweg rond Noorden; Doorgaand sluipverkeer zoveel mogelijk weren uit kernen en over provinciale wegen geleiden; Daar waar verbodsborden geplaatst worden (personenauto’s / vrachtauto’s e.d.) dienen aanwonenden en bezorgers ontzien te worden, door aan te geven dat die categorieën uitgezonderd zijn. Bovendien moet dan beter gehandhaafd worden; Op de Korteraarseweg – voorheen Machineweg - in Ter Aar, moet een einde worden gemaakt aan zwaar vrachtverkeer dat de bebording overtreedt; Om de veiligheid en doorstroom bij de Kollenbrug in Woerdense Verlaat te vergroten, moet deze zo spoedig mogelijk worden verbreed en een betere aansluiting op de weg krijgen; Uitstel van de vervanging van de brug, zoals de provincie lijkt te willen, is uit oogpunt van verkeersveiligheid onverantwoord; Goede laad- en losvoorzieningen op belangrijke recreatiepunten; Integrale afweging van de verkeersveiligheid bij de (her-)inrichting van wijken; Zonder dat dit ten koste gaat van speelruimte, kunst en groen, worden parkeerproblemen in wijken opgelost door beter ruimtegebruik in de hele wijk; Waar nodig, invoeren van voorzieningen met een kort parkeer tarief in winkelgebieden (blauwe zones en parkeerschijf) om de doorstroom snelheid te vergroten; 17 Onveilige rotondes en kruisingen veiliger maken door duidelijke en eenduidige voorrangsregels voor voetgangers en fietsers; Snelheidsbeperking van 30 km bij kruisingen van voet- en fietspaden en in onveilige woonwijken van onze 13 kernen (b.v. op het Zuideinde in Nieuwkoop en de kern van Noorden); De verkeersveiligheid in buurten wordt verbeterd door verkeersbelemmerende maatregelen; De Langeraarseweg in Langeraar deze raadsperiode inrichten volgens het principe van duurzaam veilig; Het aantal uitritten van het bedrijventerrein aan de Amstelkade in Woerdense Verlaat moet uit het oogpunt van verkeersveiligheid beperkt blijven. Wij pleiten voor een parallelweg met een aansluiting op de doorgaande weg; Om de verkeersveiligheid rond scholen te verbeteren, overleggen schoolbesturen, ouders en gemeente over de wijze waarop veilige fietsroutes naar en autovrije zones rond de scholen worden gerealiseerd. Dat kan tevens het gebruik van de fiets bevorderen; Verdere scheiding van langzaam en ander verkeer vooral daar waar schoolroutes in het geding zijn, zoals bijvoorbeeld de Voorweg in Noorden; De gemeente zorgt voor voldoende parkeerplaatsen voor houders van gehandicapten parkeerkaarten in winkelgebieden, bij sportcentra en culturele instellingen en alle andere plaatsen waar veel bezoekers komen; In Nieuwkoop extra parkeermogelijkheden buiten de wijken en overstap punten van auto naar alternatief vervoer. Verlagen van de maximumsnelheid tussen de dertien kernen tot 60 km per uur, om de veiligheid voor aanwonend te verhogen; Snelheidsbeperkende maatregelen in Nieuwveen: geen drempels, wel sluizen; snelheidsbeperking bij zwembad en Speelmanweg; wegen in geheel asfalteren, geen kleine stukjes; Uitbreiden van het netwerk van fietsroutes tussen de 13 kernen om de mobiliteit per fiets te vergroten; Wandelpaden aanleggen in Korteraar, tussen de Veldweg en Korteraarseweg ter hoogte van het gemaal en van het Oude Kerkpad naar de Schilkerweg; Wandelpad kern Nieuwkoop naar Meije centrum; In Nieuwveen wandelmogelijkheden/-paden uitbreiden: Hoge Dijk, golfbaan en meer mogelijkheden over de dijken; tevens behoefte aan ruiterpaden bezien; Om voor het langzame verkeer zowel de sociale als de verkeersveiligheid te vergroten, wordt verlichting op de Hoge Dijk aangelegd. Picknickbanken op wandelroutes in Nieuwveen; Uitbreiding wandelpaden in de Meije bezien. 18