RUSLAND EN DE RELATIE MET NEDERLAND Op maandag 17 juni sloot het NGIZ het seizoen af met een lezing over Rusland en de relatie met Nederland in het licht van 400 jaar betrekkingen tussen beide landen. André Gerrits, hoogleraar Russische geschiedenis en politiek aan de Universiteit Leiden, beet het spits af en nam het publiek eerst mee naar het huidige Rusland. Wat is er gaande in de Russische Federatie? Tenminste drie zaken, volgens Prof. Gerrits: de zojuist verkondigde scheiding van Vladimir Poetin en zijn vrouw Ljoedmila; een aantal opmerkelijke personele veranderingen aan de Russische politieke top (zoals het ontslag van Vladislav Soerkov, Poetins' Hoofd Propaganda) en het feit dat vergeleken met 20 à 25 jaar geleden de personeel-politieke aangelegenheden aanzienlijk hebben ingeboet aan transparantie. Daarbij domineren in het autoritaire bestuur een diep conservatisme en antiwesterse sentimenten. Eveneens werd ingegaan op het Russische politieke systeem, dat wordt beheerst door talrijke ‘politieke clans’ waar boven een leider staat die een beeld van eenheid symboliseert. Tevens wees hij op de ‘Resource Curse’ waar dit immense land onder lijdt. Van de noodzakelijke economische diversificatie is vrijwel nog geen sprake. Maar wat betekent dit voor de relatie tussen Rusland en Nederland? Prof. Gerrits meent dat dit grotendeels afhankelijk is van het Nederlands buitenlands beleid. Volgens sommigen moet Nederland daarbij een keuze maken – gas of geweten? Dit laatste is voornamelijk gericht op de zorgwekkende mensenrechtensituatie in Rusland. Niettemin voorspelt André Gerrits geen plotselinge veranderingen: beide landen zijn namelijk niet van plan de goede economische betrekkingen op het spel te zetten. Zo kan Nederland onder meer helpen bij het exploreren van Russische hulpbronnen. Vervolgens werd het woord gegeven aan Ruslanddeskundige Marie-Thérèse ter Haar, verbonden aan de Rusland en Oost-Europa Academie, die het publiek verraste met haar ‘verhaal vanuit de mens over Rusland’. Wat volgde was een helicopterview, waarmee een positief beeld werd geschetst van de veranderingen binnenin Rusland en de hedendaagse stand van zaken. Lange tijd ontbrak het woord ‘optimisme’ in het woordenboek van het Russische volk. Dit was hoofdzakelijk te wijten aan de deal tussen President Boris Jeltsin en de oligarchen van 1996: alle economische kroonjuwelen van de staat en politieke macht in ruil voor het wederom herkozen worden als president. In de jaren ’90 was Rusland volgens haar een Wild West-maatschappij, waarin de Grondwet van alle kanten rammelde en privatisering veel onheil onder de bevolking aanrichtte. Ondanks haar afkeer van Poetin, meent Marie-Thérèse ter Haar dat het nu eindelijk goed gaat met Rusland. Zo zijn de pensioenen gestegen en worden ze op tijd uitbetaald, is de kwaliteit van scholen in rap tempo verbeterd en heeft men niet langer enkel aandacht voor Moskou en Sint-Petersburg. Toch zouden wij nog te veel van de gewone Rus verschillen – niet alleen is corruptie een gemeenschappelijk geaccepteerd verschijnsel in Rusland, ook zijn wij te Westers vergeleken met onze ‘ontketende’ Russische vrienden. Marie-Thérèse ter Haar benadrukte dan ook dat de formule tot een succesvolle samenwerking tussen Nederland en Rusland ligt in een minder hoogdravende/retorische/politieke benadering van onze kant. Alles overziend kan met tevredenheid worden teruggeblikt op een geslaagde avond en kijken wij allen uit naar het nieuwe seizoen, waarbij o.a. Afrika in de spotlights zal komen te staan. Jewgenia Spantgar Project Assistent, Instituut Clingendael