Synthese Symposium DSM-5 1. Programma Gebruik DSM-5: veranderingen t.o.v. DSM-IV (prof. dr. Dirk van West) Ontwikkelingsstoornissen (dr. Hans Hellemans) Psychose en persoonlijkheidsstoornissen (dr. Ellen de Loore) 0-6 j en somatoforme stoornissen (dr. Danielle van de Merwe) Stemmingsstoornissen en angststoornissen (dr. Katrien Maes en dr. Corine Faché) Eetstoornissen en slaapstoornissen (dr. Femke Vanhooren en dr. Annik Simons) Externaliserende stoornisen (dr. Daniel Neves Ramos) Neurocognitieve stoornissen (dr. Bea Langenaeken) 2. Hoofdstukken 2.1 Gebruik DSM-5: Veranderingen t.o.v. DSM-IV De DSM-5 is gebaseerd op het BIO-PSYCHO-SOCIAAL model. Dat wil zeggen dat het rekening houdt met de medische, de psychologische en sociale componenten. Bij deze laatste categorie wordt nu ook rekening gehouden met culturele - en context factoren! Verder is de DSM-5 van zijn ‘multi-axionale’ model afgestapt. De DSM-IV was een beschrijvend instrument. Een verklaring voor de diagnose kon niet in de DSM-IV gevonden worden. Ook het classificatieprincipe is veranderd. Zo gaat de DSM-5 meer dimensioneel werken (bijv. meer of minder ‘diagnose’) tegenover het categoriale systeem van de DSM-IV (bijv. ja/nee ‘diagnose’). Nu is er ruimte voor speling. Opgepast, men is niet volledig afgestapt van het categoriaal denken! Men doet meer aan ‘ernstmeting’ i.p.v. het ‘zwart-wit’ denken van voorheen. Tot slot, sprak men kort over het ‘prototypische classificatiesysteem’ (bijv. kenmerken van het individu die bij een bepaalde stoornis kunnen worden geplaatst). Het was tevens de wens van de DSM-5 oprichters, om meer harmonie tussen de verschillende classificatiesystemen te brengen (zoals tussen ICD-10 en WHO). Als eerste aanzet werd het cijfer achter ‘DSM’ veranderd van een Romeins (bijv. DSM-IV) naar een Arabisch cijfer (DSM-5). Vervolgens willen de oprichters van de DSM-5 meer tussentijdse updates uitvoeren. De doelstelling is om, om de twee jaar, een vernieuwde versie op de markt te brengen. Deze zullen steeds genummerd worden naargelang de versie, bijv. 5.1, 5.2, 5.3, … De huidige versie is dus, DSM-5.0. Vervolgens haalde dr. van West aan dat een kritiek op de DSM-IV was, dat deze een grote symptoomoverlap had. Er was weinig oog voor context, steeds een grote groep NAOdiagnoses werden gegeven, op basis van een aantal aanwezige criteria. Omwille van deze aangehaalde kritieken (en nog vele anderen) vertrekt de DSM-5 vanuit een meer neurobiologisch standpunt. Zo wordt neuropsychologisch onderzoek sterk aangeraden bij het stellen van een diagnose en werd in 2013 het ‘Research Domain Criteria’ opgericht’. Deze zouden vrij te downloaden zijn vanaf de DSM-5 website. Voor meer informatie hierover: klik hier P&P Consult - NPC - Antwerpen - www.psycon.be 1 Citeer: “The purpose of RDoC is to “develop, for research purposes, new ways of classifying mental disorders based on dimensions of observable behavior and neurobiological measures” (NIMH, 2008).” Globale veranderingen DSM-5: 1. Opdeling in drie grote hoofdstukken, die opnieuw onderverdeeld kunnen worden (= herstructurering). Eveneens zijn de categorieën tussen de stoornissen minder strikt. Sectie 1 van de DSM geeft algemene definities van psychopathologie en beschrijft de noodzaak van hulpvragen, nodig om sectie 2, waarin de verschillende stoornissen staan, te kunnen toepassen. Sectie 2 beschrijft de stoornissen, waarbij opvalt dat het assen-systeem is losgelaten; er geen apart hoofdstuk meer is voor kinder- en jeugdpsychiatrische stoornissen; en de angststoornissen meer verspreid zijn over de hoofdstukken. Er zijn wat stoornissen bijgekomen, maar ook weggevallen. De DSM-5 omschrijft 3% meer stoornissen dan de DSM IV. Sectie 3 beschrijft een aantal alternatieve modellen, o.a. voor persoonlijkheidsstoornissen en omvat een aantal vragenlijsten. 2. De ontwikkelingsaspecten worden samen met de hoofdstukken opgebouwd. Zo gaan de eerste hoofdstukken over de eerste levensjaren en bouwt de DSM-5 op, met levensjaren. 3. Aandacht voor het ontstaan, de ontwikkeling en het beloop van de stoornissen en aandacht voor de ernst van de symptomen op het functioneren! Zeer belangrijk, er kan geen diagnose worden gesteld als er geen lijden is van de persoon of diens omgeving. Zo zijn er nu ook, bij iedere stoornis, ‘belevingsschalen’ om dit lijden in kaart te brengen. Deze vervangen de vroegere ‘GAF-scores’. Verder is nu ook het ‘Cultural Formulation Interview’ (of CFI) opgericht. Deze ‘specifiers’ dienen als hulpmiddel om een verklaring voor de problemen te vinden. Online meetinstrumenten: Deze zijn hier te downloaden. Er wordt meer aandacht geschonken aan leeftijdsgerelateerde factoren. Zo kan men gemakkelijker vergelijken of het gedrag leeftijdsadequaat is of niet. Grote aandacht ging uit naar het sekse/gender en cultureel aspect. Dit is nieuw. Veel clustering van aandoeningen. Wat het meeste opviel is dat men geen onderscheid meer maakt binnen ‘Autismespectrumstoornissen’. Met andere woorden, het syndroom van Asperger, syndroom van Rett,… komt te vervallen. Meer integratie van wetenschappelijke bevindingen. Voornamelijk neurobiologische bevindingen werden opgenomen. Veel meer specificatie! Nieuwe classificatie voor bipolaire -, depressieve - en stemmingsstoornissen, eetstoornissen (m.n. BED, …) en clustering van anderen (bijv. Autismespectrumstoornissen, verslaving). Sommige andere stoornissen zijn nog niet opgenomen, maar worden wel verder onderzocht. Men verwacht dat deze in een nieuwe versie wel opgenomen zullen worden. Bijvoorbeeld, ‘internetgamingstoornis’, ‘niet-suïcidale zelfbeschadiging’, … Een volgend verschil met de vorige versies is, dat de DSM-5, 20% buitenlandse invloeden kent. Het is dus geen versie die enkel door de Amerikanen is opgesteld. Ook werd er een online proefversie voorgesteld (2012-2013), die mede door buitenlandse invloeden, aangepast werd. P&P Consult - NPC - Antwerpen - www.psycon.be 2 2.2 Ontwikkelingsstoornissen Het grootste verschil met de DSM-IV is dat ontwikkelingsproblemen ook na een bepaalde leeftijd mogen ontwikkelen, om alsnog van de stoornis te spreken. Bijvoorbeeld, ADHD mag nu ook na de lagere schoolleeftijd beginnen. Daarnaast is er ook een zeer hoge comorbiditeit mogelijk en kunnen stoornissen uitgroeien (of verminderen in ernst!). Dit, omdat men vanuit ervaring had gezien dat een stoornis een ander beeld kreeg naargelang de leeftijd. De categorieën binnen ontwikkelingsstoornissen zijn licht gewijzigd. Zo spreekt men nu van ‘stoornis in de communicatie’, waaronder o.a. taalstoornissen, spraakklankstoornissen en de stoornis in de spraakvloeiendheid, sociale (pragmatische) communicatiestoornis,… Belangrijk! Bij de nieuwe categorie, ‘sociale (pragmatische) communicatiestoornis’, is het aspect van ASS eruit gehaald. Het draait nu echt om het sociale en het gebruik van verbale en niet-verbale communicatie. Niet meer om het repetitieve -, stereotiepe gedrag. Verder is ASS, zoals hiervoor al beschreven, nu één groot blok. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen de verschillende subtypes (bijv. Asperger, Rett, …). Bij het syndroom van Rett werd een genetische basis gevonden. Daarom werd deze uit de ASS categorie gehaald en onder een andere categorie geplaatst. De triade wordt een dyade. De reden hiervoor was dat de vakmensen een inconsistent gebruik hanteerde in het geven van deze diagnose. Verder werd ook het belang van ‘ernst’ nogmaals benadrukt. Zonder lijden, geen diagnose meer. Bij de categorie van ‘ADHD’ is enkel de leeftijd veranderd. Het kan nu ook vanaf 12 jaar ontwikkelen. De kleuters hebben hun aantal criteria behouden maar de volwassenen dienen aan minder criteria te voldoen, vooraleer zij een diagnose krijgen. Comorbiditeit met ASS is mogelijk. De motorische stoornissen zijn plusminus hetzelfde gebleven. 2.3 2.4 Psychose en persoonlijkheidsstoornissen Schizofrenie: geen naamsveranderingen; wel eliminatie van de subtypes; meer symptoomniveau (dimensioneel). Katatonie is geen onderdeel meer van schizofrenie. Het is nu een op zichzelf staande stoornis. ‘Folie à deux’ is eruit gehaald en naar een andere overkoepelende categorie verplaatst. Het heeft nu ook een andere benaming. Iets in de trend van ‘Waansymptomen bij iemand anders/partner/…’. De denkstoornis onderging een naamsverandering naar ‘gedesoriënteerd denken/spreken’. 0-6 j en somatoforme stoornissen Globale ontwikkelingsachterstand is mogelijk te meten onder de 5 jaar. Dit was in de praktijk al vanaf 3 maanden, maar was nog niet opgenomen in de DSM. Onder ‘voeding- en eetstoornissen’ is de ‘vermijdende/ restrictieve voedselinnamestoornis’ uitgebreid. Zo is er nu een ‘vermijdende voedselinnamestoornis’ en een ‘restrictieve voedselinnamestoornis’. Pica, ruminatiestoornis, … zijn hetzelfde gebleven. Onder ‘trauma en stressgerelateerde’ is ook de hechtingsstoornis uitgebreid. Nu is er een ‘reactieve hechtingsstoornis’ en een ‘ontremde hechtingsstoornis’. Belangrijk is dat P&P Consult - NPC - Antwerpen - www.psycon.be 3 deze stoornissen ook in de volwassenheid gesteld kunnen worden. Het is mogelijk dat deze in een andere levensfase ontwikkelen, niet meer enkel in de kindertijd. Grote samenvoeging van de somatische -, symptoom- en verwante stoornissen. Munchaussen by proxy is eruit! 2.5 Stemmings- en angststoornissen Nieuwe opdeling van 12 naar 27 stoornissen. 2.6 Onder het ‘Bipolaire gedeelte’ zijn er weinig grote veranderingen. Er is geen ‘gemengde’ type meer. Onder de ‘Depressieve stoornis’ zijn er drie nieuwe diagnosen. Menstruele, … DMDD (disruptive mood dysregulation disorder); kan gesteld worden vanaf 6 à 10 jaar, maar tot 18 jaar! Geen stoornis die zich in de volwassenheid kan ontwikkelen. Persistent depressive disorder (chronisch beloop). OCD: Hele reeks nieuwe diagnoses, o.a. verzamelstoornis (hoarding), OCS en gerelateerde stoornis door middelen/medicatie,… Trauma- en stressor-gerelateerde stoornis Persoonlijkheidsstoornissen In de DSM-5 wordt er meer belang gehecht aan de ontwikkeling en het beloop van de stoornis. Een persoonlijkheidsstoornis kan, net zoals een ontwikkelingsstoornis, verminderen of zelfs uitdoven. Verder wordt er ook in het onderdeel van de persoonlijkheidsstoornissen aandacht geschonken aan de culturele - en context factoren. Het niveau van PH functioneren dient op een schaal (NPFS) te worden aangeduid. Winst DSM-5 volgens dr. Faché 2.7 < 18 j mogelijk Culturele verschillen worden in kaart gebracht Meer differentiatie mogelijk Meer duidelijke richtlijnen dankzij de ernst-belevingsschalen Vragenlijst met te bevragen onderdelen (CFI) Voedings- en eetgewoonten 2.8 Van twee categorieën naar één categorie Meer gespecialiseerd Seksuele stoornissen, verslaving,… (externaliserende st.) Onder de ‘Seksuele stoornissen’ werden de subtypes herrangschikt. Zo werd de ‘seksuele aversiestoornis’ weggelaten, werden ‘seksuele opwinding’ en ‘seksueel verlangen vrouwen’ bij elkaar gevoegd,… Genderstoornis heeft een eigen hoofdstuk gekregen. De grootste verandering vond plaats binnen de ‘Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen’. Zo zijn ‘middelenafhankelijkheid’ en ‘middelenmisbruik’ samengevoegd en werden er 'specifiers' toegevoegd (o.a. in gereguleerde omgeving, onderhoudsbehandeling, …). P&P Consult - NPC - Antwerpen - www.psycon.be 4 2.9 De middelen zelf, zijn hetzelfde gebleven. Al werd ‘cafeïne’ niet meer opgenomen als verslavingsmiddel. Hoewel men door het plots stoppen van drinken van cafeïne of het te veel drinken van cafeïne wel een lijden kan ondervinden. Het ‘Pathologisch gokken’ wordt nu binnen deze categorie geplaatst. Dit omdat men het nu ziet als gevolg van het ‘beloningssysteem’ en niet meer als ‘impulscontrole’. Verwacht wordt dat dit opnieuw zal veranderen. Tot slot werden de internetverslaving, sportverslaving,… nog niet opgenomen in deze eerste versie. Er wordt wel verder onderzoek naar gevoerd en verwacht wordt, dat deze in een latere versie nog zullen worden toegevoegd. Een verslavingsdiagnose kan worden gesteld aan de hand van een aantal criteria en de ernst van de verslaving. Disruptieve impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen. Dit is een categorie waar in een vorige versie ‘ADHD’ onder werd geplaatst. Nu komt deze onder de ‘ontwikkelingsstoornissen’. De ‘Oppositioneel-opstandige gedragsstoornis’ heeft een naamsverandering gekregen naar ‘Oppositioneel-opstandige stoornis’. ‘Trichotillomanie’ wordt nu onder ‘OCD’ geplaatst. Opgelet! Agressie is nog steeds geen psychiatrische stoornis. Dergelijke diagnose hoort dan ook niet in bv. een rechtbank terecht. Neurocognitieve stoornissen Deze overkoepelende benaming is er gekomen omwille van zijn descriptieve karakter. Dit omdat een cognitieve stoornis/uitval, verworven kan worden. De term ‘dementie’ wordt nu geplaatst onder ‘neurocognitieve stoornis’ (NCS). Met dank aan Julie ROELS - voormalig stagiaire Toegepaste Psychologie bij P&P ConsultNPC Antwerpen, ondertussen afgestudeerd aan de Thomas More Hogeschool te Antwerpen. P&P Consult - NPC - Antwerpen - www.psycon.be 5