Luisterplek 103 Bladel Dankzij de ondergrondse Een lessenserie voor leerlingen van de bovenbouw van de basisschool. 103 2 Inhoudsopgave Inleiding Lessenserie Luisterverhalen Les 1 Les 2 Les 3 Les 4 Bijlagen 1: Achtergrondinformatie: Tweede Wereldoorlog 2:Dilemmatest 3: Achtergrondinformatie: bevrijding van het Zuiden 4: Literatuur over de Tweede Wereldoorlog Monumenten 5: 6: Achtergrondinformatie luisterverhaal 7: Werkblad 1. Tussen vrijheid en vrede 8: Werkblad 2. Amerikanen in Hoogeloon Bronnen Colofon 3 4 6 7 9 11 17 19 23 26 29 30 33 35 38 42 43 3 Inleiding Inleiding Deze lessenserie is ontwikkeld in het kader van de Liberation Route. Veel plekken in Noord-Brabant hebben direct te maken met historische gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op verschillende plekken zijn langs de Liberation Route gemarkeerde veldkeien, zogeheten luisterplekken neergezet. In de directe omgeving van deze keien zijn dingen gebeurd die de geschiedenis van de omgeving kleuren. Bij de veldkei is door middel van een hoorspel te horen wat één of meerdere personen bij die plek hebben meegemaakt. Om ook scholieren te laten beleven wat er in hun directe omgeving zich heeft afgespeeld is deze lessenserie bij een aantal luisterverhalen ontwikkeld. De lessenserie bestaat uit vier lessen. De eerste les is een algemene les over de Tweede Wereldoorlog. De tweede les is facultatief en bestaat uit een bezoek aan een museum in de buurt, namelijk aan het Liberty Park Overloon in Overloon; Museum Bevrijdende Vleugels in Best; of Nationaal Monument Kamp Vught. De derde les zoomt in op het regionale verhaal en op één van de luisterplekken en handelt over datgene wat er in de directe omgeving van de leerling gebeurde tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook de vierde les is facultatief: tijdens deze les maken de leerlingen n.a.v. de informatie uit de voorafgaande lessen hun eigen monument. Wij horen graag wat u van deze lessenserie vindt. Lees meer over hoe u dat ons kunt laten weten op bladzijde 6. 4 Lessenserie Lessenserie Doelgroep: De doelgroep van dit project zijn jongeren tussen 10 en 12 jaar. Het project is geschreven voor leerlingen van groep 8 van het basisonderwijs. Doel: De doelstellingen van het project zijn: De leerlingen kennen de hoofdlijnen van Operatie Market Garden. De leerlingen maken kennis met lokale verhalen over de bevrijding. De leerlingen ervaren hoe lastig het is om in oorlogstijd keuzes te maken. De geschiedenismethoden richten zich op het landelijke verhaal over de Tweede Wereldoorlog. Het project rond de Liberation Route vertelt zowel het regionale als het lokale oorlogs- of bevrijdingsverhaal. Opzet van de lessenserie: Het project bestaat uit vier lessen en start met het teruggrijpen naar het landelijke verhaal uit de geschiedenismethode. Tijdens de eerste les wordt de kennis van de leerlingen over de Tweede Wereldoorlog aan de hand van de methode opgefrist. Na deze Opbouw in schema: Les Focus Onderwerp Lesmateriaal 1: introductie Landelijk Tweede Wereldoorlog Lesmethodegeschiedenis/ www.liberationrout.nl 2: museumbezoek Landelijk/ regionaal De bevrijding Educatiemuseum 3: verdieping Regionaal/ lokaal Verhaal bij luisterplek www.liberationroute.nl 4: verwerking Kunstzinnig Monumenten www.liberationroute.nl 5 Lessenserie Kerndoelen De lessen sluiten aan bij de volgende kerndoelen: Mondelinge taalvaardigheid: 1 De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. 2 De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. 3 De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen. 4 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen. 5 De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. 6 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur. 7 De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. Oriëntatie op jezelf en de wereld: 51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. 52 De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van het volgende tijdvak: wereldoorlogen en Holocaust. 53 De leerlingen leren over de belangrijke histori- sche personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis. Kunstzinnige oriëntatie: 54 De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. 55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. 56 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. Spreiding lessen: De activiteiten zijn door de leerkracht zelf in te delen. Alleen voor het museumbezoek dient een afspraak gemaakt te worden. Dat kan met: Liberty Park Overloon tel: +31 (0)478-641250 e-mail: [email protected] website: www.libertypark.nl Museum Bevrijdende Vleugels Best tel: +31 (0)499-329722 e-mail: [email protected] website: www.wingsofliberation.nl Nationaal Monument Kamp Vught tel: +31 (0)73-6566764 e-mail: [email protected] website: www.nmkampvught.nl 6 Luisterverhalen Luisterverhalen Degeselecteerdeverhalenkuntuvinden door bij 'Ontdek de geschiedenis' te klikken op 'luisterverhalen’. Luisterverhalen: Nummer Verhaal gemeente 103 Dankzij de ondergrondse Bladel 109 Een paratrooper in Eindhoven Eindhoven 114 De burg of je leven Son 118 Vluchteling Holthees 122 De kleine Elft Reek 123 De John S. Thompsonbrug Grave 126 Luchtarmada boven Vught Vught Uw mening telt! Wanneer u gebruik heeft gemaakt van deze lessenserie horen wij graag wat u er van vindt. Daarvoor hebben we een korte vragenlijst samengesteld. Wij zouden het bijzonder op prijs stellen als u deze vragenlijst invult. De vragenlijst kunt u vinden op www.enqueteviainternet.nl/liberationroute Alvast bedankt! 7 Les 1 Algemene les over de Tweede Wereldoorlog De geschiedenismethode behandelt de Tweede Wereldoorlog. Een aanvulling hierop is deze les waarin de vraag centraal staat: Wat zou jij doen? Duur: Activiteit 1: 15 minuten Activiteit 2: 40 minuten Voorbereiden: U behandelt de Tweede Wereldoorlog via de geschiedenismethode. U leest de achtergrondinformatie over de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Zie bijlage 1. Benodigdheden: Papier en pen. Kopieën van de dilemmatest en het antwoordblad (bijlage 2) Activiteit 1. U heeft het landelijke verhaal over de oorlog in Nederland aan de hand van de geschiedenismethode behandeld. Maak eventueel gebruik van deel 1 van bijlage 1 naast uw geschiedenismethode. Nu komt u hierop terug. Bespreek met de leerlingen wat ze al weten over de Tweede Wereldoorlog. Hiervoor maakt u samen met de leerlingen een woordweb en stuurt het gesprek zo dat de volgende onderwerpen aan bod komen: Hoe kon de oorlog ontstaan; van wanneer tot wanneer was de oorlog; fascisme van Hitler; Jodenvervolging; het verzet; de NSB; Slag om Arnhem (Operatie Market Garden). Activiteit 2. In deze activiteit onderzoekt u met de leerlingen de rol van de overheid bij de veiligheid van burgers en wat je doet als je niet meer bij die overheid terecht kunt. Inleiding: U legt de leerlingen de volgende vraag voor. 1 Je bent op weg naar huis en al laat. Je had je moeder beloofd op tijd thuis te zijn voor het eten. Je ziet een jongetje rennen en struikelen op de grond. Hij blijft liggen en huilt. Wat doe je? a Je stopt en probeert het jongetje te helpen. Dan maar te laat en misschien een boze moeder. b Je denkt: ‘ik mag niet te laat komen’ en je fietst door. c Je rent naar het dichtstbijzijnde huis, en hoopt dat iemand thuis is om te helpen. d Je hebt geen idee wat je zou doen. U vraagt: wie kiest er voor antwoord a? En vraagt een leerling waarom die hiervoor kiest. Dit doet u bij ieder mogelijk antwoord. Bij de kinderen die kiezen voor antwoord c benadrukt u dat deze kinderen ervoor kiezen om hulp te zoeken. U legt de kinderen de volgende vraag voor: 2 Je loopt op straat. Je ziet hoe een jongen een vrouw omver duwt en haar handtas afpakt. De vrouw gilt: ‘Houd de dief!’ De jongen rent met de handtas jouw kant op. Wat doe je? a Je gaat in de weg staan van de dief. b Je belt het alarmnummer 112. c Je loopt gauw de andere kant op. d Je hebt geen idee wat je zou doen. 8 Les 1 Wederom vraagt u wie voor welk antwoord kiest en waarom. Bij antwoord b benadrukt u dat deze kinderen hulp zoeken bij mensen die in dienst zijn van onze overheid: namelijk de politie. U bespreekt met de leerlingen dat we in geval van nood hulp krijgen van onze overheid. We gaan er vanuit dat die ons wel zal helpen. U vraagt de leerlingen op welke manier de overheid voor het welzijn van de mensen zorgt. Dan bespreekt u met de leerlingen hoe dat voor de Nederlanders was in oorlogstijd. In oorlogstijd namen de Duitsers de macht over in ons land. De Duitse bezettingsmacht bepaalde de regels zonder overleg met de burgers. De Nederlanders moesten zich steeds meer aanpassen aan dat wat de bezetter wilde. Ook al ging dat ten koste van hun eigen of andermans veiligheid. Ineens waren gezagdragers niet meer de mensen die je hielpen, maar waren het mensen voor wie je bang was. Hoe moet je daarmee omgaan? De mensen reageerden daar verschillend op. De meeste mensen in de oorlog kozen niet voor actief verzet tegen de Duitsers en hun anti-joodse maatregelen. Bespreek met de leerlingen waarom mensen dat niet deden. Er zijn meerdere redenen te bedenken. Ze waren bang en dachten dat het toch niet zou uitmaken of ze wel of niet wat deden. De eerste maatregelen die de Duitsers namen waren nog niet zo erg voor de joden. En sommige maatregelen vonden ze wel goed voor Nederland. Of ze probeerden het leven van voor de oorlog zo goed en zo kwaad als het ging voort te zetten. Toch waren er ook mensen die op hun eigen manier in verzet gingen. Mensen pleegden grote daden van verzet maar ook kleine. Er waren mensen die niet reageerden op de oproep van Duitsers om zich te melden. Er waren mensen die stiekem kranten drukten; of mensen die onderdak boden aan joden, mensen uit het verzet of aan jonge mannen die niet voor de Duitsers wilden werken. Er waren verzetsgroepen actief. Een voorbeeld van verzet is de Februaristaking in 1941 toen duizenden mensen het werk neerlegden als protest tegen de Jodenvervolging. Deze staking werd door de Duitsers met geweld neergeslagen. Alle verzetsdaden deden mensen met gevaar voor eigen leven. Waarom zouden deze mensen dat gedaan hebben? Maar niet iedereen was tegen de bezetter. Er waren ook mensen die ervoor kozen de bezetter te helpen. Waarom steunden deze mensen de bezetter? Ook hier zijn veel verschillende redenen voor te bedenken. De mensen geloofden bijvoorbeeld dat Hitler ervoor zou kunnen zorgen dat er minder armoede en meer werk zou zijn. En dat het voor hen beter zou worden. Zo maakte iedereen in de oorlog een andere keuze. Kern: De leerlingen maken nu de dilemmatest uit bijlage 2. Door het maken van de dilemmatest gaan de leerlingen nadenken over wat zij zelf in bepaalde situaties zouden doen. Afsluiting: U bespreekt met de leerlingen de resultaten van de dilemmatest. Waarom kiest de één voor het ene antwoord en de ander voor wat anders? 9 Les 2 Bezoek museum Deze les is facultatief. Om een zo compleet mogelijk beeld te geven van de Tweede Wereldoorlog bezoekt u met de leerlingen een museum in de buurt. Hier bekijken de leerlingen vanuit een regionale invalshoek de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het museumbezoek zoomt in op de regionale gebeurtenissen en plaatst de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog in hun eigen omgeving in een context en is daarmee een voorbereiding op les 3 waarin de leerlingen het verhaal uit hun eigen gemeente leren kennen. Afhankelijk van het onderwerp en de locatie van de luisterplek, kiest de leerkracht een museum in de buurt. De oorlogsmusea zijn in Overloon: Liberty Park Overloon; Best: Museum Bevrijdende Vleugels; of Vught: Nationaal Monument Kamp Vught. In ieder museum is educatief materiaal van het museum aanwezig. Het museumbezoek duurt - zonder de heen en terugreis - anderhalf uur. Voorbereiding: Museum naar keuze inlichten over uw komst Vervoer regelen (bus of ouders die willen rijden) Wat kunt u verwachten van het bezoek aan het museum? Liberty Park Overloon De museumles van het Liberty Park gaat in op de werking van propaganda. Het doel is om jongeren bewust te maken van de manipulatie waaraan zij blootstaan. Aan de hand van een overzichtstentoonstelling van zestig affiches uit de oorlogsjaren legt een medewerker van het museum uit hoe dat werkt. Daarna gaan de leerlingen er zelf mee aan de slag. Elk groepje ontwerpt een affiche op een digitaal werkstation. Als u wilt kunt u de les ook combineren met andere activiteiten in het museum. De publieksdienst van het museum informeert u graag over de verschillende mogelijkheden. Contactgegevens: Museumpark 1 5825 AM Overloon tel: +31 (0)478-641250 e-mail groepsreserveringen: [email protected] website: www.libertypark.nl 10 Les 2 Museum Bevrijdende Vleugels, Best Een van de belangrijke doelstellingen van het museum is om de jeugd een duidelijk beeld te geven van de gebeurtenissen in de periode 1930 - 1945. De expositie is opgebouwd rondom verschillende thema’s, zoals: De Bezetting van Nederland De Concentratiekampen De Bevrijding Operatie Market Garden Deskundige gidsen verzorgen de rondleidingen. U kunt in verband met de behandelde leerstof vooraf aangeven welke aspecten speciale aandacht moeten krijgen. Indien nodig kan met de coördinator van de rondleiders een speciaal programma worden opgesteld. Duur van de rondleiding is ongeveer twee uur. In verband met de organisatie graag ten minste vier weken van te voren reserveren. De contactgegevens zijn: Sonseweg 39 5681 BH Best Tel: +31 (0)499-329722 e-mail: [email protected] website: www.wingsofliberation.nl Nationaal Monument Kamp Vught Bij het Nationaal Monument Kamp Vught kunt u een rondleiding en voorbereidend lespakket in één boeken. Het voorbereidende lespakket heet ‘Kamp Vught in de klas’. U kunt kiezen uit drie rondleidingen: Kamp Vught in de klas. Dit is de ‘standaard’rondleiding. Hierbij is het de bedoeling dat u met uw klas de DVD uit het voorbereidende lespakket hebt behandeld. Eén hoofdpersoon uit het lespakket staat ook centraal in de rondleiding. Personen. In deze rondleiding wordt het verhaal van Kamp Vught verteld, plus het verhaal van een gevangene uit dezelfde streek of plaats waar uw groep vandaan komt. Voorwerpen. In deze rondleiding wordt het verhaal van Kamp Vught verteld aan de hand van het terrein en van een tas met voorwerpen uit Kamp Vught die de rondleider meeneemt. De rondleider vertelt het verhaal van Kamp Vught in grote lijnen, maar heeft ook de ruimte om specifiek in te gaan op vragen vanuit de groep. De prijzen en boekingsvoorwaarden kunt u vinden op de site van Nationaal Monument Kamp Vught. De rondleiding duurt ongeveer een uur. De contactgegevens zijn: Lunettenlaan 600 5263 NT Vught Tel: +31 (0)73-6566764 e-mail: [email protected] website: www.nmkampvught.nl 11 Les 3 Dankzij de ondergrondse Op zondag 17 september 1944 verscheen boven dit gebied een luchtvloot van geallieerde vliegtuigen onderweg naar de dropzones bij Veghel en Son. Parachutisten werden gedropt achter de Duitse linies. Men wilde met een razendsnelle luchtlandingsactie de route die liep vanuit België via Eindhoven en Nijmegen naar Arnhem vrijmaken voor het Britse grondleger. Het Duitse geschut dat in deze omgeving stond opgesteld haalde een aantal vliegtuigen neer. De overlevenden van deze crashes werden onmiddellijk opgevangen door de ondergrondse. Met gevaar voor eigen leven werden deze geallieerde soldaten verborgen en verzorgd. In het bos op het Heieind zaten tientallen militairen verborgen die door mensen van de boerderijen uit de omgeving van eten en drinken werden voorzien. Bij een actie van de Britten op 22 september konden de twintig verborgen militairen zich weer bij hun eigen troepen voegen. Doel De leerlingen leren wat Operatie Market Garden is en wat deze militaire actie betekende voor de bevrijding van Nederland en in het bijzonder voor de bevrijding van het zuiden. De leerlingen onderzoeken de bijzondere positie die het zuiden van Nederland innam tijdens de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog. De leerlingen leren de achtergronden van het luisterverhaal kennen in hun directe woonomgeving. De leerlingen ontdekken dat voor Hoogeloon en omgeving een netwerk van de ondergrondse actief was en welke rol deze hebben gespeeld bij de hulp aan piloten tijdens Operatie Market Garden. Werkwijze Activiteit 1: Activiteit 2: Activiteit 3: in tweetallen klassikaal in tweetallen Duur Activiteit 1- 45 minuten Activiteit 2- 30 minuten Activiteit 3- 45 minuten (exclusief reistijd) 12 Les 3 Activiteit 1: Tussen vrijheid en vrede Het zuiden van Nederland werd als eerste bevrijd. Maar deze bevrijding betekende nog geen vrede. De leerlingen bekijken een film met originele filmbeelden en ontdekken aan de hand van opdrachten het verhaal van het Zuiden in 1944. Voorbereiding Lezen achtergrondinformatie over het zuiden van Nederland in bijlage 3 Kopiëren werkblad 1: Tussen vrijheid en vrede Op www.youtube.com/user/liberationroute kunt u de film en de afzonderlijke hoofdstukken vinden Benodigdheden Digibord Computers met internetaansluiting Werkblad 1. Tussen vrijheid en vrede Inleiding Komt kort terug op de vorige lessen. Vertel de leerlingen dat het zuiden van Nederland een uniek verhaal kent. Dat is te zien en te horen in de film met de originele beelden van toen. Kijk met de hele groep naar de film. Deze film duurt ruim 14 minuten. Bespreek: Wat was er anders in het zuiden dan in de rest van Nederland? Hoe kwam dat? Kern Verdeel dan de groep in tweetallen. De leerlingen gaan in tweetallen met behulp van een werkblad vragen over de film beantwoorden. Ze hebben hiervoor een computer met internetverbinding nodig. Ze bekijken steeds een hoofdstuk uit de film en beantwoorden daar vragen over. Afsluiting Spreek met de groep na. Les 3 13 Activiteit 2: Luisterkei 103. Dankzij de ondergrondse laatste maanden van de oorlog tussen vrijheid en vrede hebben geleefd. De leerlingen luisteren naar het verhaal van de luisterplek in hun directe omgeving en leren meer over dat wat er in hun buurt is gebeurd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook in hun eigen omgeving is tijdens de Tweede Wereldoorlog veel gebeurd. Misschien hebben de leerlingen daar wel eens iets over gehoord van hun ouders of grootouders. Praat er met de leerlingen over. En dat ze gaan luisteren naar het luisterverhaal dat zich in hun omgeving afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op 17 september 1944 worden boven de omgeving van Hoogeloon door het Duitse luchtafweergeschut vijf geallieerde vliegtuigen neergehaald. Een flink aantal parachutisten en bemanningsleden kunnen op tijd uit de brandende toestellen springen. Op de grond worden zij vrij snel opgevangen door mensen van de ondergrondse. Zij verbergen de Amerikanen voor de Duitsers in het bos bij het Heieind. Dankzij de ondergrondse overleven deze militairen het. Voorbereiden Downloaden luisterverhaal 103 Via de website www.liberationroute.nl. Klik op 'Ontdek de geschiedenis' en vervolgens op 'luisterplekken'. Via deze webpagina kunt u het verhaal opzoeken, beluisteren en in mp3-formaat downloaden. Het bestand is te vinden bij 'media’. Het verhaal is eveneens te beluisteren via de app: www.liberationroute.nl/app. Lezen achtergrondinformatie luisterverhaal (bijlage 6). Benodigdheden Computer (of digibord) met luidsprekers waar vanaf het luisterverhaal is af te spelen. Inleiding Kom terug op de vorige lessen. Wat is er gebeurd in de Tweede Wereldoorlog, wat hebben ze geleerd van het bezoek aan het museum. Vervolgens herinnert u de leerlingen aan de vorige activiteit waarbij duidelijk werd dat de mensen in Noord-Brabant tijdens de Leid het luisterverhaal als volgt in: “Op 17 september 1944 kwam er een grootscheepse actie om Nederland te bevrijden van de Duitse bezetters: Operatie Market Garden. Honderden vliegtuigen van de geallieerden vlogen over het zuiden van Nederland om tot aan Arnhem duizenden parachutisten en militair materieel te droppen. Ook boven Hoogeloon vlogen de vliegtuigen. De meeste vliegtuigen trokken een zweefvliegtuig mee. De Duitsers in de buurt probeerden met luchtafweergeschut zoveel mogelijk vliegtuigen uit de lucht te schieten. Sommige vliegtuigen werden geraakt en stortten neer. Mensen van de ondergrondse kwamen snel in actie en wisten de militairen verborgen te houden voor de Duitsers.” Kern Luister klassikaal naar het verhaal. Stel na het luisteren van het verhaal deze vragen: Wat was het doel van de luchtvloot van de geallieerden? (ze wilden materieel en parachutisten achter de Duitse linies droppen. Deze moesten dan de route vanaf België naar Arnhem vrijmaken, zodat de grondtroepen over de bevrijde wegen naar boven kunnen oprukken richting Duitsland) 14 Les 3 Waardoor komen niet alle vliegtuigen erdoor? (in de bossen van Hoogeloon stond Duits luchtafweergeschut. Deze schoot een aantal vliegtuigen uit de lucht) Wie brengt de piloten en soldaten uit de neergestorte vliegtuigen in veiligheid? (de plaatselijke ondergrondse) Hoe kon het dat Jan van Riehl tot deze dag niets had gemerkt van het feit dat de boer en boerin bij wie hij was ondergedoken deel uitmaakten van een ondergronds netwerk? (deelnemen aan de ondergrondse deden mensen in het geheim) Waarom op deze dag wel? (er waren zo veel piloten die hulp nodig hadden, dat kon haast niet ongemerkt) Waar werden de Amerikanen naartoe gebracht? (naar het bos op het Heiend) Hoe hielden de Amerikanen zich schuil? (in greppels en gegraven gaten) Hoe kwamen ze aan eten? (de boer liet bij het melken een melkbus achter waar ’s ochtends klaargemaakt brood in zat en ’s avonds een warme maaltijd, als hij klaar was met melken nam hij de melkbussen weer mee) Hoe lang hebben de soldaten daar verborgen gezeten? ( 21 september worden de soldaten ‘ontzet’ door de Britse troepen. Ze kwamen daar 17 september dus ze moesten zich 4 dagen schuilhouden) Waar staat een margriet symbool voor? (vrede en vrijheid) Afsluiting Vraag aan de leerlingen of ze weten wat de ondergrondse is en wat die deed. Les 3 15 Activiteit 3: Luisteren op locatie In de klas hebben de leerlingen het fragment gehoord en gekoppeld aan luister- en verdiepingsvragen. Op locatie komen daar kijk- en verbeeldingsvragen bij. De leerlingen krijgen een beeld van de plek waar het verhaal zich heeft afgespeeld. Inleiding Kom terug op de vorige activiteit. Vertel de leerlingen dat ze het fragment gaan luisteren op de plek waar het in 1944 is gebeurd. Voorbereiding Kopieer het werkblad 2 voor de leerlingen. Optie 1:Verdeeldeklasingroepjesvantwee. Vraagelktweetaleenmp3-, mp4-speler of telefoonmeete nemen.Plaatsopiederespeler/ telefoonhet fragment.Ukuntdeleerlingenook vragen thuisofopdecomputeropschoolhet bestand zelfte downloadenenophunspelerte zetten, geefzeindiennodiginstructies. Optie 2: Download het bestand en brand het op een cd. Neem een draagbare cd-speler mee en luister het fragment nogmaals klassikaal op een rustige plek op locatie. U kunt de omgeving ter voorbereiding alvast bekijken met Google Streetview. Afsluiting Spreek met de leerlingen de antwoorden op het werkblad na. Er zijn meningvragen bij en vragen die gaan over dat wat ze hebben geleerd. Mogelijke antwoorden van die vragen zijn: De ondergrondse hielp de piloten die neergestort waren. Wat deed ondergrondse nog meer? Ze hielpen onderduikers, saboteerden de Duitsers. Benodigdheden Kopieën werkblad 2. Klemborden of andere harde ondergrond voor het opschrijven van de antwoorden Potloden Wat zou er kunnen gebeuren als de soldaten wel naar Son waren gegaan? Er waren veel Duitsers in de buurt. Die hadden hen op kunnen pakken, gevangen kunnen nemen of doden. Adres Heieind Hoogeloon Op het wandelpad bij ballonnetje C staat de luisterkei. Dit is een stiltegebied. Bij de luisterkei verzamelt u de groep. Stel je voor dat hier twintig mannen zaten. Wat moet je doen en wat moet je laten om niet opgemerkt te worden? Doen: je goed verbergen, gaten graven, takken verzamelen om de gaten mee af te dichten. Laten: kletsen, vuur maken, je laten zien. 16 Les 3 Welke risico’s namen de verzetsmensen door die radiozendapparatuur te verslepen? Ze konden daarmee de positie verraden van de mensen die ze hadden verborgen. Wat is de reden dat de mensen van het verzet vooral met elkaar spraken en elkaar niet zo snel schreven? Een geschreven bericht kon in verkeerde handen terecht komen. Extra U kunt met uw leerlingen nog dieper ingaan op hoe het was om tijdens de oorlog in het verzet te zitten. Bijvoorbeeld door een workshop geheime berichten ontcijferen in oorlogstijd. Tijdens deze workshop van 1,5 uur leren de leerlingen hoe in de Tweede Wereldoorlog geheime berichten werden verstuurd. Ze leren hoe ze zelf een code kunnen maken en kraken. De workshop kan naar wens worden aangepast. Neem voor meer informatie over de kosten en mogelijkheden van deze workshop contact op met workshopdocent Sanne Evertz tel: 06-10446921 e-mail: [email protected] 17 Les 4 Maak een monument De leerlingen maken een monument waarin ze datgene vormgeven wat ze de voorgaande lessen hebben ontdekt en ervaren. mo·nu·ment het; o -en 1 iets dat opzettelijk bestemd is om de herinnering aan iemand of iets te bewaren; gedenkteken 2 gebouw, terrein enz., van algemeen gedenksteen, standbeeld, kunstwerk, soms zijn er van die plekken langs de weg waar mensen bloemen neerleggen omdat daar iemand verongelukt is). Vraag de leerlingen waarom deze monumenten er zijn. Waarom we herinneren. Vinden ze dat belangrijk? Vinden de leerlingen dat het herdenken moet stoppen? Waarom wel of niet? Hoelang denken de belang vanwege schoonheid, wetenschappelijke waarde enz. leerlingen door te gaan met het herdenken van de oorlog? Zullen we dat over 50 jaar nog doen? Werkwijze Klassikaal en individueel (10 minuten) In bijlage 5 staan afbeeldingen van monumenten in Noord-Brabant die de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog herdenken. Duur 70 minuten Benodigdheden Voorbeelden van monumenten (bijlage 5) Schetspapier en potlood Klei (luchtdrogend) , onderleggers en kleigereedschap (iedere leerling krijgt een stuk klei van 15 cm3) Inleiding (10 minuten) Een monument is een standbeeld, gedenksteen of kunstwerk dat is gemaakt om te herinneren aan een persoon of aan een belangrijke gebeurtenis. Achter al deze gedenktekens gaan verhalen schuil. Ook vanwege de Tweede Wereldoorlog zijn veel monumenten gemaakt. Vraag de leerlingen welke monumenten ze kennen. Bijvoorbeeld het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam waar op 4 mei ieder jaar de oorlogsdoden herdacht worden. Bespreek met de leerlingen of zij in hun directe omgeving een monument weten (bijvoorbeeld: Bekijk samen met de leerlingen de afbeeldingen. Verdeel de groep in tweetallen. Geef ze een afbeeldingen van een monument en laat ze met zijn tweeën associëren op het beeld. Kun je aan het beeld zien welke gebeurtenis hier wordt herdacht? Bespreek de bevindingen met de klas. Zijn de associaties hetzelfde? Vertel ze wat het monument verbeeldt. Zijn er thema’s te onderscheiden? Schrijf deze op het bord: vieren van de herwonnen vrijheid; herdenken van de oorlogsslachtoffers; eerbetoon aan de militairen die ons land hebben bevrijd. Welk monument hoort bij welk thema? Kern Vertel de leerlingen dat ze zelf een monument gaan maken. Ze gaan een beeld maken in klei. Hierin verbeelden ze één van de drie thema’s die op het bord staan geschreven. Ze kiezen welk thema hun het meeste aanspreekt. 18 Les 4 (10 minuten) De leerlingen maken in een schets een ontwerp van het monument dat ze gaan maken. (30 minuten) De leerlingen krijgen een stukje klei van ongeveer 15 cm3 en maken hiervan hun eigen monument. Afsluiting (10 minuten) Vraag aan de leerlingen om de werkstukken neer te zetten op een presentatietafel. Bekijk met de groep wat ze hebben gemaakt. Bespreek met ze de volgende onderwerpen: Welk werkstuk hoort bij welk thema? Hoe kun je dat zien? Waarom kozen de leerlingen voor dat thema? Rangschik met de leerlingen de werkstukken die bij één thema horen bij elkaar. 19 Bijlage 1: Achtergrondinformatie Tweede Wereldoorlog Wat er aan vooraf ging In de jaren dertig van de 20e eeuw was er wereldwijd veel armoede. Door een economische crisis waren veel mensen werkloos en arm. Vooral de mensen in Duitsland hadden het zwaar te verduren. Omdat Duitsland de Eerste Wereldoorlog had verloren moest het land veel geld (herstelbetalingen) betalen aan de landen die deze oorlog hadden gewonnen. Veel Duitse mensen waren arm, werkloos en ontevreden. Adolf Hitler werd de leider van de NationaalSocialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP). Hij vertelde de Duitsers dat hij van Duitsland weer een machtig land zou maken. Steeds meer mensen geloofden hem en zo werd zijn macht en de macht van zijn partij steeds groter. Hitler aan de macht In 1933 kwam Adolf Hitler met de NSDAP in Duitsland aan de macht. Hitler wilde van Duitsland het machtigste land van Europa maken. Om dat te bereiken wilde hij landen veroveren. Eerst richtte hij zijn pijlen op Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije en Polen, vervolgens wilde hij Duitslands grote tegenstander in West-Europa uitschakelen: Frankrijk. In de aanval op Frankrijk zouden ook Nederland en België worden bezet. Voor Hitler waren niet alle mensen gelijk. De NSDAP propageerde Jodenhaat. Hij vond het Arische of Germaanse ras beter dan de rest. Hij vond bijvoorbeeld joden, zigeuners en mensen met een niet blanke huidskleur minder waard. Aanval op Nederland Op vrijdagochtend 10 mei 1940 werden veel Nederlanders wakker van het gebrom van vliegtuigen, ontploffende bommen en het geratel van tanks. Duitse soldaten waren de grens over getrokken. De oorlog was begonnen. De Nederlandse soldaten probeerden de Duitsers tegen te houden langs de verdedigingslinies zoals de Grebbelinie en de Maaslinie. Capitulatie Nederland Het Nederlandse leger was veel te zwak om de Duitse aanval te kunnen afslaan. De Nederlanders waren niet goed voorbereid, ze hadden verouderd materieel, terwijl het Duitse leger allemaal nieuw en modern wapentuig had om mee te vechten. Nadat de Duitse luchtmacht op 14 mei 1940 het centrum van Rotterdam had gebombardeerd, en andere steden hetzelfde lot wachtte, besloot de Nederlandse legerleiding te capituleren. De regering en de koningin waren toen al uitgeweken naar Engeland. Bezetting Nederland In het begin leek de bezetting mee te vallen, maar al snel werd duidelijk wat onvrijheid betekende. Nederlandse mannen werden gedwongen in Duitse fabrieken te werken. Gaandeweg werden mensen zonder vorm van proces opgesloten in gevangenissen en concentratiekampen. Het eten ging op de bon. ‘s Avonds moest iedereen binnen blijven en de ramen verduisteren. Omdat de aanvoer van grondstoffen een probleem was, namen de Duitsers alles mee wat voor hen bruikbaar was. Omdat ze bijvoorbeeld het rubber van de fietsbanden nodig hadden, fietsten de mensen op houten banden. Het brons van de kerkklokken gebruikten ze om munitie van te maken. Het gelui van klokken hoorde je niet meer. 20 Bijlage 1: Achtergrondinformatie Geallieerden Groot-Brittannië, de Sovjet-Unie, Canada en de Verenigde Staten werkten samen in het bevrijdingsleger, de geallieerden. Bezette landen zoals Frankrijk, België, Nederland en Polen waren bondgenoot van de geallieerden. Zij vochten tegen de Duitse dictatuur. Een grote gezamenlijke actie van de geallieerden was de invasie met de codenaam Operatie Overlord. Die begon met de ‘D-day’ op 6 juni 1944. Amerikaanse, Engelse, Canadese en zelfs Franse troepen landden aan de Franse kust in Normandië. Vanaf daar trokken ze onder andere naar het noorden, richting België en Nederland. Het was de bedoeling om richting de Duitse hoofdstad Berlijn te gaan om Hitler te verslaan. De operatie verliep in eerste instantie voorspoedig: de geallieerden hadden in augustus 1944 grote delen van Frankrijk en België bevrijd. Operatie Market Garden In september 1944 begon de geallieerde opmars verder naar het noorden. Het plan was om nu Nederland te bevrijden. Veel Nederlanders dachten dat de bevrijding slechts een kwestie van tijd was. De geallieerden wilden in één keer alle bruggen over de grote rivieren de Maas, de Waal en de Rijn veroveren, en dan door trekken naar het IJsselmeer. Dit plan had de codenaam Operatie Market Garden. ‘Market’ staat voor de luchtlandingstroepen die de bruggen over de Maas, Waal, Rijn en andere waterwegen in Brabant en Gelderland moesten veroveren. ‘Garden’ staat voor de grondtroepen die via een smal front in drie dagen op moesten rukken naar Arnhem. Op 17 september 1944, begon Operatie Market Garden met luchtlandingen van de geallieerde troepen. Verspreid over drie dagen landden duizenden parachutisten in Nederland, van Eindhoven tot Arnhem. De Slag om Arnhem Op 18 september landden Britse parachutisten op de Ginkelse hei bij Ede, en bij Wolfheze en Heelsum. Een dag later volgden de Polen. Maar het lukte de Britse en Poolse soldaten niet om het doel, de Rijnbrug bij Arnhem, te veroveren. De sterke Duitse legermacht die op dat moment toevallig met tanks en pantserwagens in de buurt van Arnhem was, hadden ze niet verwacht. Slechts een kleine groep van zevenhonderdvijftig soldaten, onder leiding van luitenant-kolonel John Frost, bereikte onderlangs de Rijn de Rijnbrug. Omdat hulp van de grondtroepen uit de richting van Nijmegen uitbleef, en de rest van de divisie niet verder kwam dan de buitenwijken van Arnhem, moesten de mannen van John Frost na vier dagen de strijd opgeven. Ze gaven zich over aan de Duitsers. Operatie Market Garden was mislukt. De oorlog zou nog tot 5 mei 1945 duren. Hongerwinter Het noorden en westen van Nederland kreeg te maken met de Hongerwinter. Door extreem voedselgebrek verzwakte de bevolking en kwamen enkele tienduizenden mensen om. In mei 1945 lukte het om de rest van Nederland te bevrijden. Vrede De vredesonderhandelingen waren in hotel ‘de Wereld’ in Wageningen. Hier tekende in mei 1945 de Duitse commandant de overgave in aanwezigheid van Prins Bernard. De wederopbouw kon beginnen. 21 Bijlage 1: Achtergrondinformatie Het verzet tegen een onbetrouwbare overheid in oorlogstijd Onder Duits gezag De Nederlandse regering verbleef vanaf mei 1940 in Londen in ballingschap. In Nederland namen de Duitsers de macht over en Hitler benoemde functionarissen die het bestuur van Nederland moesten leiden. Nederland moest steeds meer gaan lijken op het Duitsland dat Hitler wenste. Nederland werd eigenlijk een provincie van Duitsland. Een van de eerste maatregelen was dat de klok gelijk werd gezet met de tijd in Berlijn. De hoogste gezagsdrager van het Duitse bestuur in Nederland, was de Oostenrijkse nationaalsocialist Seyss-Inquart. Hij was Rijkscommissaris en stond rechtstreeks onder Hitler. Verder werd Nederland ook nog bestuurd door 1500 bestuursambtenaren. Zij oefenden toezicht uit en gaven bevelen die door de Nederlandse ambtenaren moesten worden uitgevoerd. Geknevelde vrijheid Aanvankelijk was er weinig verzet tegen de Duitse overheersing. De Nederlandse bevolking hoopte het leven van voor de oorlog te kunnen voortzetten. En de eerste maatregelen van de Duitsers waren nog mild. De Duitsers wilden dat steeds meer mensen nationaalsocialistisch werden. Ze maakten propaganda voor het nationaalsocialisme d.m.v. affiches, kranten, radio-uitzendingen en voorprogramma’s in bioscopen. De Eerste en de Tweede Kamer werden uitge schakeld en politieke partijen mochten niet meer bestaan. Gaandeweg beheersten de Duitsers steeds meer onderdelen van de Nederlandse samenleving. De politie moest de Duitse bezettingsmacht dienen. De rechtspraak kwam steeds meer in handen van de bezetter. Door al deze maatregelen begon het verzet van de Nederlanders te groeien. Met kleine acties werd er geprotesteerd en verzet gepleegd tegen de Duitsers. Er kwamen verzetsblaadjes en stakingen. Maar over het algemeen ging het dagelijks leven van de Nederlanders vrij rustig door. Mensen gingen naar de film en de kinderen naar school. Mensen gingen dagjes uit, ze vierden Sinterklaas met cadeautjes en er was genoeg te eten. Geleidelijk buitensluiten van joden Als een sluipend gif begonnen de Duitsers vanaf het begin van de oorlog met anti-joodse maatregelen. Relatief ‘kleine’ maatregelen die in het Nederland van toen nauwelijks opvielen. Al twee maanden na het begin van de oorlog mochten de joden niet meer meewerken aan de luchtbescherming. In september 1940 mochten overheidsdiensten geen joden meer aannemen. Vervolgens moesten de joden zich -zogenaamd voor hun eigen veiligheid- laten registeren. Stap voor stap werden de joden steeds verder geïsoleerd. Ze moesten een Jodenster dragen zodat iedereen kon zien dat ze joden waren. Op hun persoonsbewijs werd een grote J gestempeld. Ze moesten bij elkaar gaan wonen in bepaalde wijken. Omdat het zo geleidelijk ging, wekte het weinig reactie op van de burgers. 22 Bijlage 1: Achtergrondinformatie Februaristaking 1941 Vanaf 1941 werden de anti-joodse maatregelen van de Duitsers grimmiger. In Amsterdam woonden veel joden. Als reactie op een razzia in de Amsterdamse Jodenwijk, legden Amsterdamse trambestuurders en arbeiders in februari 1941 het werk neer. Deze staking breidde zich uit tot Haarlem, de Zaanstreek en Utrecht. Met geweld braken de Duitsers deze staking. Er vielen doden en gewonden. Uit angst voor het geweld gingen de mensen weer aan het werk. Er volgden represailles van de Duitsers. Een aantal mensen die hadden meegedaan aan de staking werden doodgeschoten en de steden die mee hadden gedaan aan de staking moesten hoge boetes betalen. De Duitsers lieten hun masker vallen en gingen steeds opener over tot Jodenvervolging. Jodenvervolging De Duitse bezetter transporteerde meer dan 100.000 joodse mannen, vrouwen en kinderen in goederentreinen vanuit Nederland naar concentratiekampen, waar de meesten werden vermoord. De Duitsers werden in Nederland bijgestaan door leden van de Nationaal- Socialistische Beweging (NSB) die een vergelijkbare ideologie hadden, en door meelopers en profiteurs. Aan de andere kant stond het verzet, dat vooral tegen het einde van de oorlog aanhang kreeg. Het grootste deel van de bevolking was anti-Duits maar passief. Groeiend verzet tegen het nieuwe gezag In de provincie woonden minder joden dan in de Randstad dus hier vielen de anti-joodse maatregelen minder op en was er aanvankelijk minder reden tot verzet. Vanaf 1943, toen mensen moesten gaan werken in Duitsland, veranderde het dagelijks leven van de Nederlanders drastisch. Steeds meer mensen weigerden zich aan te passen aan de oorlogsomstandigheden en samen te werken met de bezetters. De anti-Duitse stemming nam toe. Hoe meer het verzet groeide, hoe harder de Duitsers reageerden. Ze gingen steeds strenger controleren en wilden steeds meer groeperingen in de Nederlandse samenleving beheersen. Zo moesten kunstenaars lid worden van de nationaalsocialistische Kultuurkamer. De omroeporganisaties werden vervangen door één Rijksradio: De Nederlandse Omroep. Alle vakverenigingen gingen op in het Nederlandse Arbeidersfront. De NSB werd de enige politieke partij die was toegestaan. 23 Bijlage 2: Dilemmatest Doe de dilemmatest: 1 Je bent op weg naar school. Je bent een beetje zenuwachtig: je moet zo een spreekbeurt houden. Vlak voor je rijdt een klein meisje met haar fiets tegen een stilstaande auto. Ze huilt vreselijk, en haar fiets is kapot. Wat doe je? a Je denkt: ‘ik mag niet te laat op school komen’ en je fietst door. b Je stopt en probeert het meisje te helpen. Dan maar te laat op school en misschien een boze juf. c Je rent naar het dichtstbijzijnde huis, en hoopt dat iemand thuis is om te helpen. d Je hebt geen idee wat je zou doen. 2 Je loopt door de winkelstraat. Je hoort schreeuwen in de fotozaak en het alarm gaat af. Er rennen een jongen en een meisje met een dure camera de winkel uit. Ze hollen in jouw richting. Wat doe je? a Je probeert zo te gaan staan dat ze niet langs je komen. b Je belt het alarmnummer 112. c Je ziet opeens dat je veter los is… d Je hebt geen idee wat je zou doen. 3 Het is 1940, het eerste oorlogsjaar. Je zit in de klas met een joods meisje en de dochter van een NSB’er. Je kunt het met beiden goed vinden. Je moet een werkstuk maken. Het liefst doe je dat met beide meisjes. Maar de dochter van de NSB’er wil het joodse meisje er niet bij hebben. Wat doe je? a Je vindt het belangrijk goede maatjes te blijven met de dochter van de NSB’er en zegt tegen het joodse meisje dat ze een ander groepje moet zoeken. b Je besluit met het joodse meisje samen te werken. c Je denkt: ‘mij te lastig hoor’, en zoekt een ander groepje. d Je hebt geen idee wat je zou doen. 4 In 1944 is er bijna niets meer te eten in jouw woonplaats. Samen met een vriend probeer je eten bij elkaar te zoeken bij boeren. De honger is zo groot dat je besluit om alleen naar Groningen te gaan. Je vriend mag niet van zijn ouders. Wat doe je? a Je gaat toch: de honger is enorm. b Je besluit om niet te gaan, want die ouders hebben eigenlijk wel gelijk. c Je probeert een andere vriend over te halen om ook mee te gaan. d Je hebt geen idee wat je zou doen. 24 Bijlage 2: Dilemmatest 5 Het is avond en donker buiten. Niemand mag meer op straat zijn. De bel gaat. Je weet dat dit alleen maar gevaar kan betekenen. Iemand die zich moet verstoppen voor de Duitsers, bijvoorbeeld. Wat doe je? a Je doet open, zonder erbij na te denken. Als iemand hulp nodig heeft, is hij welkom. b Je denkt aan de gevaren voor jezelf en je familie, en laat de deur dicht. c Je doet de deur op een kiertje open en fluistert: ‘Ga maar naar de overburen’. d Je hebt geen idee wat je zou doen. 6 De Duitsers hebben mensen nodig om in hun fabrieken te werken. Ook jij krijgt een oproep: je moet je morgen melden. Wat doe je? a Je vraagt je baas een brief te schrijven dat je onmisbaar bent. Dat is niet zo, maar dan hoef je nu nog niet mee. b Je meldt je op tijd bij de Duitsers. c Je duikt onder bij vrienden die ergens anders wonen. Maar je weet dat dit gevaarlijk kan zijn voor je ouders, broer, zus: misschien worden zij gestraft. d Je hebt geen idee wat je zou doen. 7 Je loopt op straat en er klinkt afweergeschut. Iedereen duikt een schuilkelder in. Volwassenen duwen je weg om zelf de kelder in te komen. Wat doe je? a Je holt naar een andere schuilkelder. b Je vecht jezelf naar binnen: jij wilt ook veilig zitten! c Je probeert op straat ergens te schuilen en hoopt er het beste van. d Je hebt geen idee wat je zou doen. 8 School is er niet meer en je hebt ontzettende honger. Samen met vrienden probeer je eten te vinden bij boeren. Dan besluiten je vrienden om een broodkar van een bakker om te duwen om zo broden te pikken. Wat doe je? a Je wilt niet meedoen: stelen kan echt niet! b Je besluit om langs nog meer boeren te gaan. c Je wilt niet stelen, maar de honger is te groot. d Je hebt geen idee wat je zou doen. Kijk op het antwoordblad: wat voor type ben jij? Dilemmatest antwoordblad 25 Kijk bij iedere vraag welk antwoord (a, b, c, d) je hebt gegeven. Vul hieronder per vraag je punten in. Voor een d-antwoord krijg je geen punten. 1 1 1 1 1 1 1 1 a 1 punten; 8 b c d punten; 4 punten; 0 punten, dus ik heb …… punt(en) a 8 punten; 4 b c d punten; 1 punten; 0 punten, dus ik heb …… punt(en) a 1 punten; 7 b c d punten; 3 punten; 0 punten, dus ik heb …… punt(en) punten; 3 punten; 0 punten, dus ik heb …… punt(en) a 8 punten; 2 b c d punten; 3 punten; 0 punten, dus ik heb …… punt(en) a 8 punten; 1 b c d punten; 4 punten; 0 punten, dus ik heb …… punt(en) a 2 punten; 4 b c d punten; 2 punten; 0 punten, dus ik heb …… punt(en) a 4 punten; 8 b c d punten; 8 punten; 0 punten, dus ik heb …… punt(en) a 1 punten; 2 b c d Tel al je punten bij elkaar op: …… punten Tel nu het aantal keer dat je antwoord d hebt gegeven: …… keer Wat zegt het antwoord over jou? Heb je meer dan vier keer een d ingevuld? Vond je het zo moeilijk? Of had je geen zin om na te denken? Toch maar eens doen – keuzes maken is heel belangrijk! Als je nooit durft te kiezen, kiest een ander voor jou. Heb je tussen 31 en 42 punten? Je bent dapper, maar denkt ook goed na over de ri- Heb je 16 punten of minder? Je hebt wel wat weinig punten. Je bent erg voorzichtig. Daarmee had je een grote kans de oorlog te overleven. Maar als iedereen zo was geweest als jij, had de oorlog misschien wel langer geduurd. Heb je meer dan 42 punten? Ben je echt zo moedig? Of ben je vooral onvoorzichtig? Je moet ook wel aan je eigen veiligheid denken! Je had je in de oorlog vast ingezet voor iedereen die vervolgd werd. Maar of jij het zelf overleefd zou hebben, is maar de vraag. Heb je 17 – 30 punten? Je bent voorzichtig en kiest meer voor veiligheid dan avontuur. Je vindt je eigen familie erg belangrijk. Je denkt goed na voor je een keuze maakt en weegt de risico’ s tegen elkaar af. Maar soms durf je wel dapper te zijn. sico’s die je loopt. Jij wil graag mensen helpen, maar houdt je ogen open voor het gevaar. Daarom doe je ook wel eens niets. Mensen zoals jij waren heel belangrijk voor het verzet. Deze dilemmatest is ontwikkeld door 26 Bijlage 3: Achtergrondinformatie Bevrijding van het Zuiden 3.1 Ten strijde voor de bevrijding Operatie Market Garden Op 17 september 1944, begon Operatie Market Garden met luchtlandingen van de geallieerde troepen. Door een gebrek aan vliegtuigen en geoefende bemanning waren de luchtlandingen over drie dagen verdeeld. Hierdoor ging het verrassingselement verloren. Duizenden parachutisten landden in Nederland, van Eindhoven tot Arnhem. De operatie verliep trager dan verwacht. Bij Son zagen de Duitsers kans de brug over het Wilhelminakanaal te vernielen. Dit veroorzaakte oponthoud bij de grondtroepen. Bij Koevering en Eerde in de omgeving van Veghel moesten de Amerikanen zware gevechten leveren om de route naar Arnhem open te houden. De weg kreeg de veelzeggende bijnaam Hell’s Highway. De Maasbrug bij Grave viel betrekkelijk eenvoudig in geallieerde handen, maar voor de verovering van de Nijmeegse Waalbrug werden hevige gevechten geleverd. In Nijmegen hadden Duitse troepen de omgeving van de brug zwaar versterkt. Pas na een wanhopige oversteek van de Waal door Amerikaanse parachutisten in canvasboten kon de brug veroverd worden. De opmars naar Arnhem kwam niet verder dan Elst. De Slag om Arnhem De 1e Britse Airborne divisie moest de brug in Arnhem veroveren. Ze landde op 17 en 18 september ten westen van de stad. Slechts een kleine groep parachutisten wist de noordelijke oprit van de Rijnbrug te bezetten. Na vier dagen van hevige gevechten heroverden de Duitsers op 21 september de Rijnbrug. De Airborne divisie trok zich terug naar Oosterbeek. De 1e Poolse Onafhankelijke Parachutisten Brigade was dezelfde dag geland bij Driel. Een deel van hen slaagde erin de Rijn over te steken om de Britse Airbornes te versterken. De overigen groeven zich in bij Driel. Op 25 september moest de 1e Airborne divisie zich uiteindelijk over de Rijn terugtrekken. Operatie Market Garden was mislukt. Het zuiden bevrijd Wel waren Nijmegen en omgeving, een deel van de Betuwe en een strook in Brabant bevrijd. Vanuit dit gebied werd in oktober en november het overgrote deel van Brabant en Limburg bevrijd. Bovendien werd het bevrijde Rijk van Nijmegen in het voorjaar van 1945 de springplank voor de uiteindelijke bevrijding in mei 1945. Slag om Overloon Om het gebied ten westen van de Maas te bevrijden werd eind september een Amerikaanse pantserdivisie naar Overloon gestuurd. Bij Overloon kwam het tot de hevigste tankslag van West-Europa maar de Duitsers bleven meester van het terrein. Pas begin december was het gebied voldoende in geallieerde handen. De verwoestingen en het leed onder de bevolking waren enorm. Het oosten van Nederland wordt bevrijd. De bevrijding van Nederland ging in de lente van 1945 weer door. Vanuit Nijmegen vielen de geallieerden Duitsland binnen en veroverden hier alsnog de Rijn. Deze grote aanval heette ‘het Rijnlandoffensief’. Toen dit succesvol was konden de geallieerden vanuit Duitsland de Achterhoek in trekken en meer van Nederland bevrijden. Het oosten en noorden van Nederland werden in april bevrijd, alleen het westen bleef nog bezet. 27 Bijlage 3: Achtergrondinformatie Capitulatie Uiteindelijk capituleerden op 4 mei 1945 op de Lüneburger Heide alle Wehrmacht-eenheden in Noordwest Europa. Hoewel de eigenlijke capitulatie toen al een feit was besloot generaal Foulkes, commandant van het 1e Canadese Legerkorps, tot een aparte capitulatieovereenkomst. De Duitse bevelhebber Generaloberst J. Blaskowitz kreeg opdracht om op 5 mei naar hotel De Wereld in Wageningen te komen om een gedetailleerd capitulatiedocument te tekenen. Bij deze bespreking was ook Prins Bernhard, als opperbevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten, aanwezig. Aan Blaskowitz werden de condities van de overgave overhandigd. Hij vroeg 24 uur uitstel en zou de volgende dag op 6 mei dit document ondertekenen. Nederland was bevrijd. 3.2. Wel bevrijd maar geen vrede Tussen vrijheid en vrede Midden oktober was het zuiden van Nederland bevrijd. Eindelijk was de bezetting voorbij. Opgetogen hingen de mensen de rood-wit-blauwe vlag uit toen de geallieerde troepen de Brabantse dorpen en steden binnentrokken. Tijdens de dansfeesten ontmoetten de Nederlandse meisjes de jonge Engelse, Poolse, Canadese en Amerikaanse soldaten. Menig huwelijk kwam uit deze ontmoetingen voort. Na de bevrijding wilden de mensen het liefst zo snel mogelijk het gewone leven weer oppakken. Het bevrijdingsfeest was groot maar de kater volgde snel. Het zuiden van Nederland was bevrijd maar de vrede leek nog ver weg. De burgers gingen gebukt onder de oorlog die nog door woedde. Het gebied langs de grote rivieren was na september 1944 maandenland frontgebied. Hier leefde de bevolking te midden van voortdurende beschietingen of moest ze vluchten voor het oorlogsgeweld. Schaarste Ook in de rest van het bevrijde Zuiden was de oorlog nog steeds voelbaar. Alles stond in dienst van de oorlogsvoering. Het geallieerde leger had voorrang bij alles wat het leger nodig had en de burgers moesten zichzelf maar zien te redden. En de nood was hoog. Voedsel was nog steeds schaars en op de bon. Ook kleding, zeep en brandstof was er nauwelijks. De oorlog had veel verwoestingen aangericht. Gebouwen, wegen en spoorlijnen waren kapotgeschoten. Er stond een strenge winter voor de deur en er waren geen bouwmaterialen om de beschadigde huizen te repareren. Ook de elektrische centrale en gasfabrieken waren gehavend. De energie die er nog wel was, was bestemd voor het geallieerde oorlogsapparaat en de burgers kregen alleen tijdens etenstijd wat gas geleverd. Ook de levering van elektriciteit was beperkt. Verder waren er grote vervoersproblemen omdat de bezetter veel vervoersmiddelen had geroofd en omdat door het oorlogsgeweld de bruggen en spoorwegen waren vernield. De burgers waren dan wel bevrijd maar niet vrij. Reizen was alleen mogelijk met een vergunning. Telefooncentrales waren zwaar beschadigd en de telefoonverbindingen die het nog wel deden, mochten de burgers niet gebruiken. Dit omdat de geallieerden wilden voorkomen dat onbetrouwbare personen informatie van en voor de vijand zou overbrieven. De post werd ook gecensureerd. Je wist maar nooit wat de vijand met de informatie kon. Afrekening Direct na de bevrijding begon de afrekening met mensen die met de vijand hadden geheuld. Meisjes die het met een Duitse soldaat hadden aangelegd werden bij wijze van straf in het openbaar kaalgeschoren. Groepen uit het voormalige verzet begonnen meteen met het arresteren van verdachte personen. Verdacht waren mensen die lid waren geweest van de NSB; mensen die collaboreerden 28 Bijlage 3: Achtergrondinformatie met de Duitse bezetter en mensen die onderduikers, verzetsmensen en joden hadden aangebracht. Ook de mensen die nauwe banden hadden met deze verdachte personen en met de Duitsers werden gearresteerd. Hierbij werden veel fouten gemaakt. Duizenden mensen werden opgepakt en zonder procesverbaal vastgehouden. Ze werden overgebracht naar geïmproviseerde kampen waar de omstandigheden erbarmelijk waren. Er was geen controle en te weinig onderzoek. Daardoor werden er ook onschuldige mensen aangehouden. 29 Bijlage 4 Literatuur over de Tweede Wereldoorlog Tip: leg op een aandachtstafel in de klas deze boeken ter inzage en kies een boek als voorleesboek. Achtergrondinformatie op www.entoen.nu De Duitse inval in Nederland en het bombardement op Rotterdam Verhalen uit het verzet: de overval in Leeuwarden, Putten, Hannie Schaft, Engelandvaarders De NSB De Hongerwinter De Slag om Arnhem, D-day en de bevrijding in mei 1945 Leesboeken over Tweede Wereldoorlog: Eric Heuvel, De ontdekking (Amsterdam 2003) (stripboek) Zwarte confetti, foto’s, verhalen, gedichten en tekeningen over de oorlog (10+) Paul Biegel, De karabijn (8+) Peter Smit, Leve je-weet-wel-wie (8+) Gerard Sonnemans, In het hol van de leeuw (9+) Sandi Toksvig, Hitlers kanarie (Denemarken) (9+) Sunny J. Jansen, In verzet (10+) Peter van Gestel, Winterijs (10+) Jacques Vriens, Oorlogsgeheimen (11+) Theo Engelen, Oorlog in de klas (11+) Martine Letterie, Bommen op ons huis (11+) Evert Hartman, Oorlog zonder vrienden (12+) Els Pelgrom, Kinderen van het Achtste Woud (12+) Jan Terlouw, Oorlogswinter (12+) Dennis Hamley, De Tweede Wereldoorlog (12+ info) Reg Grant, De Tweede Wereldoorlog in Europa (12+ info) Oorlog 40- 45.nl. ( 13+) Meer boeken zijn te vinden op www.entoen.nu en www.leesplein.nl 30 Bijlage 5 Monumenten SON ‘De Parachutist’ herinnert de inwoners van Son (gemeente Son en Breugel) aan de bevrijding van hun dorp op 17 september HOLTHEES Het oorlogsmonument in Holthees is opgericht ter nagedachtenis aan twintig medeburgers die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. OVERLOON Het monument ‘Dwangarbeid 1940-1945’ te Overloon brengt alle Nederlanders in herinnering die tijdens de Tweede Wereldoorlog dwangarbeid hebben verricht. 1944 door het 506de Parachute Infanterie Regiment en eenheden van de 326ste Airborne Engineers. Met het gedenkteken worden de geallieerde militairen die hierbij zijn omgekomen, herdacht. GRAVE Het bevrijdingsteken herinnert de inwoners van Grave aan Operatie Market Garden’, een geallieerd bevrijdingsoffensief van 17 tot 26 september 1944. 31 Bijlage 5 GRAVE Het monument aan de Maaskade herinnert de inwoners van Grave aan de bevrijding op 18 september 1944 door het Amerikaanse 504e regiment van de 82e Airborne Divisie. HOOGELOON / BLADEL Het monument aan het Heieind herinnert de inwoners van Hoogeloon (gemeente Bladel) aan het feit dat het plaatselijke verzet hier in de laatste oorlogsdagen met gevaar voor eigen leven een aantal Amerikaanse piloten onder de grond verborgen heeft gehouden. EINDHOVEN Het oorlogs- en bevrijdingsmonument in Eindhoven is opgericht ter nagedachtenis aan de circa 500 à 600 medeburgers die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen. HOOGELOON / BLADEL Het herdenkingsmonument in Hoogeloon (gemeente Bladel) is opgericht ter nagedachtenis aan alle gesneuvelden in de Tweede Wereldoorlog. In het bijzonder worden twee Nederlandse, één Britse en vier Amerikaanse militairen herdacht die in de strijd tegen de bezetter zijn gesneuveld. 32 Bijlage 5 BEST Het ‘Joe Mann monument’ herinnert de inwoners van Best aan alle geallieerde militairen die tijdens de Tweede Wereldoorlog op Nederlands grondgebied zijn gesneuveld en in het bijzonder aan Joe Mann. Op 19 september 1944 redde deze Amerikaanse parachutist het leven van zijn kameraden door zich op een handgranaat te werpen. De tekst op het monument luidt: ‘ZIJN BUITENGEWONE VOORKOMENDHEID EN ZIJN SCHITTEREND GEDRAG WAREN EEN EEUWIGDURENDE INSPIRATIE VOOR ZIJN KAMERADEN, VOOR WIE HIJ ZIJN LEVEN GAF’. De pelikaan is een christelijk symbool voor totale zelfopoffering. Volgens de legende voedt de vogel zijn jongen met zijn eigen bloed. VUGHT Het Nationaal Monument Kamp Vught in Vught herinnert aan wat zich hier tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft afgespeeld. Tevens moet het kamp mensen bewust maken van het feit dat vergelijkbare systemen en middelen niet zomaar tot de geschiedenis behoren, maar nog steeds in onze wereld voorkomen. Op het kindergedenkteken staan de namen en de leeftijden van de 1.269 joodse kinderen die in juni 1943 zijn weggevoerd met de zogenoemde kindertransporten. Het is gemaakt door de beeldhouwer Teus van den Berg-Been. Sinds de oprichting van het monument zijn meer namen bekend geworden, waardoor nu 1.296 namen bekend zijn. Eigenlijk heet het gedenkteken het ‘Monument voor de weggevoerde Joodse kinderen’, maar al snel werd het afgekort tot ‘kindergedenkteken’. 33 Bijlage 6: Achtergrondinformatie Dankzij de ondergrondse Op 17 september, ’s middags om 13:00 uur, vloog een armada van honderden geallieerde transportvliegtuigen (Skytrains), zweefvliegtuigen en jachtvliegtuigen boven Hoogeloon (zie luisterkei 102: Gevallen engel). Zij kwamen vanuit België en vlogen richting Eindhoven. Het was etenstijd, maar iedereen liep naar buiten, want zoiets had men nog nooit gezien. En wat vooral opviel was dat er vliegtuigen bij waren die aan een kabel zweefvliegtuigen (Waco’s) meesleepten. Spoedig zou men ontdekken wat dat was. In de cockpit van elk zweefvliegtuig was plaats voor een piloot en een copiloot. De Waco’s waren beladen met zwaarder materieel, zoals jeeps en met voorraden geladen aanhangwagens. Vaak zaten er dan ook de militairen in, die daarmee moesten werken. De zweefvliegtuigen waren zeer kwetsbare toestellen; het frame bestond uit holle ijzeren pijpen, daaromheen zat een soort zeildoek, de vloer en de vleugels waren van hout. Door het Duitse luchtafweergeschut in de nabijheid van Bladel en Hoogeloon werden zes transporttoestellen zodanig getroffen dat zij in brand vlogen en neerstortten. Vijf Skytrains trokken een zweefvliegtuig. Gelukkig werden die nog op tijd losgekoppeld en konden, naar later bleek, veilig aan de grond komen. Een van de vliegtuigen kwam terecht op een schuur, waar net een verjaardagsfeest gevierd werd. Vier mensen, waaronder drie mensen uit hetzelfde gezin, verloren hierdoor het leven. De ondergrondse kwam meteen in actie om de overlevenden van de neergestorte vliegtuigen en de gelande zweefvliegtuigen te verbergen voor de Duitsers. Juffrouw van Hoof, de halfzus van verzetsman Adriaan Goossens fietste naar de Heikant, waar een aantal vliegtuigen waren neergekomen. Ze wist de soldaten die zich schuilhielden te overtuigen dat haar bedoelingen goed waren. De Amerikanen hadden kaarten bij zich en vroegen waar Son lag. De soldaten wilden meteen door naar Son om hun opdracht te voltooien maar Van Hoof wist ze tegen te houden. Ze zouden in dit gebied, bezaaid met Duitsers, en waar ze de weg niet kennen, het nooit overleven. Als Adriaan Goossens, Frans van den Wildenberg, Piet Waterschoot en Jan Gooskens aankomen, vertrekken ze met drie jeeps, die aan de zweefvliegtuigen zaten, weg uit het open veld, richting het bos aan het Heieind. Twintig man, allemaal van de 82e en 101e Airborne divisie werden verborgen in gecamoufleerde ondergrondse schuilplaatsen. Tinus Smetsers bracht vanuit Casteren Amerikaanse overlevenden. En pater Gijsbers bracht Harry Tinckom uit Pennsylvania naar deze plek. Twee gewonde piloten waren aanvankelijk opgevangen op de nabijgelegen boerderij van Karel Smulders. Maar ook zij werden later overgebracht het bos. Het was namelijk te gevaarlijk om ze op de boerderij te houden in verband met zoekacties van Duitse soldaten. Bij Fons van der Heijden uit Netersel ontdekten de Duitsers soldaat Moses Lopez, een parachutist van de 101ste Luchtlandingsdivisie, die daar samen met Nederlandse onderduikers verborgen zat. Van der Heijden werd daarvoor gefusilleerd. Het grootste deel van de Amerikaanse soldaten is de volgende dag in de jeeps en begeleid door leden van de ondergrondse op weg gegaan naar Son. In de daarop volgende dagen kwamen er opnieuw mannen uit later gecrashte Skytrains en zweefvliegtuigen naar het Heieind. Uiteindelijk zat hier in de bossen een groep van ongeveer twintig 34 Bijlage 6: Achtergrondinformatie geallieerde militairen. Medische hulp kregen ze van de dokter uit Vessem, Dr. Gehéniau en zuster Regina uit Hapert. Niet alleen zij en het verzet waren betrokken bij het verborgen houden van de Amerikanen, ook de boeren van het Heieind wisten ervan. De drie boerderijen van Gooskens, Koolen en Smulders hielpen waar het kon. Gooskens had onderduikers en ook Duitsers ingekwartierd zitten. Om beurten kookten de drie boerengezinnen voor de Amerikanen, waarna het eten met bakfietsen werd gebracht door de knechten of de onderduikers. Om niet op te vallen verborgen zij die proviand in de melkbussen die zij bij zich hadden als zij de koeien, die in de wei stonden, gingen melken. De verborgen geallieerden werden op 21 september ontzet door de Britten, die bij die actie ook nog eens ongeveer honderd Duitsers, die in Hoogeloon waren, krijgsgevangen konden maken. 35 Bijlage 7: Werkblad 1 Tussen vrijheid en vrede Het leger van de geallieerden is het bevrijdingsleger van de Canadezen, Britten, Russen en de Amerikanen. Bezette landen zoals Frankrijk, België, Nederland en Polen waren bondgenoot van de geallieerden. A Bekijk hoofdstuk 1 en beantwoord deze vragen: 1 Op D-Day kwam de langverwachte landing van de geallieerden in Normandië. Wanneer was dat? 2 Welke voertuigen gebruikten de geallieerden? 3 Waarmee vochten ze? 4 Hoe reageerden de Duitsers in Nederland op de oprukkende geallieerden? 5 En hoe reageerden de Nederlanders? 36 B Bijlage 7: Werkblad 1 Bekijk hoofdstuk 2 en beantwoord de volgende vragen: 1 Wat wilden de geallieerden bereiken met Operatie Market Garden? 2 Waardoor is de Slag om Arnhem verloren? 3 Wanneer was het Peelgebied bevrijd? C Bekijk hoofdstuk 3 en beantwoord de volgende vragen: 1 Hoe reageren de mensen op de bevrijders? Tijdens Operatie Market Garden zijn ruim 17.000 geallieerde soldaten gedood, raakten gewond of werden krijgsgevangen gemaakt. Aan Duitse zijde sneuvelden naar schatting tussen de 4000 en 8000 soldaten. 2 Welke hoge prijs hebben de burgers betaald voor de bevrijding? 3 Welke noden had de burgerbevolking na de bevrijding? 4 Je ziet in de film mensen in de rij staan. Waarvoor staan ze in de rij? 5 Waardoor was er gebrek aan van alles? 37 Bijlage 7: Werkblad 1 6 Met welke vreemde gewoonten en gebruiken krijgt de bevolking te maken? 7 Wat doen de bevrijders voor de kinderen? 8 Het zuiden is bevrijd. Is het al veilig voor de burgers? Zijn ze al vrij? Leg je antwoord uit. D Bekijk hoofdstuk 4 en beantwoord de volgende vragen: 1 Wie worden er gearresteerd? 2 Zijn daar ook kinderen bij? 3 Wat gebeurt er met deze mensen? 4 Gaat het arresteren en opsluiten van deze mensen zoals het hoort? Leg je antwoord uit. 38 Bijlage 8: Werkblad 2 Amerikanen in Hoogeloon Op 17 september 1944, ’s middags om 13.00 uur, vlogen honderden geallieerde vliegtuigen boven Hoogeloon. Zij kwamen vanuit België en vlogen richting Eindhoven. Het was etenstijd, maar iedereen liep naar buiten, want zoiets had men nog nooit gezien. En wat vooral opviel was dat er vliegtuigen bij waren die aan een kabel zweefvliegtuigen (Waco’s) meesleepten. Het Duitse luchtafweergeschut raakte zes vliegtuigen. Zij vlogen in brand en stortten neer. Vijf van deze vliegtuigen trokken een zweefvliegtuig. Gelukkig konden die nog op tijd worden losgekoppeld en veilig aan de grond komen. In Hoogeloon en omgeving was een verzetsgroep actief. Toen de vliegtuigen waren neergestort, kwamen leden van de ondergrondse meteen in actie. Juffrouw van Hoof fietste meteen naar de Heikant, waar een aantal vliegtuigen waren neergekomen. Ze overtuigde de soldaten dat haar bedoelingen goed waren. De Amerikanen hadden kaarten bij zich en vroegen haar waar Son lag. Hier wilden ze naartoe om hun opdracht te voltooien maar juffrouw Van Hoof weerhield de mannen van dit plan. Overal zaten Duitsers; zij konden daar nu niet naar toe gaan. De ondergrondse hielp de piloten die neergestort waren. Wat deed ondergrondse nog meer? Wat zou er kunnen gebeuren als de soldaten wel naar Son waren gegaan? Bijlage 8: Werkblad 2 39 Juffrouw Van Hoof wachtte in het open veld op haar halfbroer Adriaan Goossens. Hij kwam met Frans van den Wildenberg, Piet Waterschoot en Jan Gooskens op de Heikant aan. Ze vertrokken met zijn allen met de drie jeeps, die in de zweefvliegtuigen zaten, naar beschut gebied. Ze reden richting het bos aan het Heieind. De verzetsmensen zorgden ervoor dat zo’n twintig mannen zich in gecamoufleerde ondergrondse schuilplaatsen konden verbergen. Ook vingen ze nog meer Amerikaanse overlevenden op die in de buurt zijn neergekomen. Hieronder zie je een plattegrond van het gebied rond Hoogeloon. A: Het centrum van Hoogeloon. B: Hier kwamen een aantal (zweef)vliegtuigen neer die door het Duits afweergeschut waren geraakt. C: Hier werden de Amerikanen naartoe gebracht. D: Ten westen hiervan zaten de Duitsers met hun afweergeschut. Welke route zou jij nemen van punt B naar punt C? Teken deze op de kaart. Niet alleen het verzet was betrokken bij het verborgen houden van de Amerikanen, ook de boeren van het Heieind wisten ervan. De boerengezinnen Gooskens, Koolen en Smulders hielpen waar het kon. Om beurten kookten ze voor de Amerikanen, waarna knechten of de onderduikers het eten met bakfietsen brachten. Om niet op te vallen verborgen zij die proviand in de melkbussen die zij bij zich hadden als zij de koeien, die in de wei stonden, gingen melken. Amerikaanse soldaten samen met boer Smulders uit Hoogeloon In zulke melkbussen werd de melk van de koeien verzameld. De boeren gebruikten de bussen in september 1944 ook om voedsel te smokkelen 40 Bijlage 8: Werkblad 2 Op 21 september bereikten de Britse grondtroepen het gebied. De opgevangen soldaten gingen met hen mee. De soldaten hadden zich vier lange dagen en nachten schuilgehouden in het bos. Kijk om je heen. Kun je hier goed schuilen? Leg je antwoord uit. Stel je voor dat hier twintig mannen zaten. Wat moet je doen en wat moet je laten om niet opgemerkt te worden? Doen: Laten: Ga ongeveer twintig stappen van elkaar af met de rug naar elkaar toe staan. Geef aan op de schaal van zacht naar hard wanneer je elkaar nog hoort praten. zacht 1 hard 2 3 4 5 6 7 8 9 10 De communicatie tussen de mensen van het verzet en Amerikanen was lastig. De Amerikanen spraken geen Nederlands en de meeste Hoogeloners spraken geen Engels. Daardoor ontstonden er misverstanden. Bijvoorbeeld: een Amerikaan vroeg aan een verzetsman of de grote radiozendapparatuur de landing goed had doorstaan. De verzetsman begreep dat hij het grote apparaat wilde hebben en ging het met wat andere mensen halen. Ze sleepten het grote apparaat door het open veld naar het bos waar de Amerikanen zaten. Welke risico’s namen de verzetsmensen door die radiozendapparatuur te verslepen? Als je elkaar moeilijk kan verstaan, hoe zorg je er dan voor om een boodschap over te brengen? 41 Bijlage 8: Werkblad 2 Hieronder zie je een paar zinnen die je gaat vertellen. Vertel om de beurt een zin. Zorg ervoor dat de ander jouw zin niet ziet (vouw het werkblad over de zin heen). Je mag geen Nederlandse of Engelse woorden gebruiken. 1 Kun je me vertellen waar de weg naar Son is? 2 Het eten zit in de melkbussen verstopt. Deze staan bij het zandpad. 3 Pas op. Een Duitse gevechtseenheid nadert het bos. 4 De Britten komen er aan. Jullie kunnen met de Britten mee naar Son. Verzin zelf ook een paar zinnen die de mensen gezegd zouden kunnen hebben. Het verzet was in kleine losse groepjes georganiseerd. Men kende elkaars naam niet, of alleen een schuilnaam. Verzin een goede schuilnaam voor jezelf. Het verzet in de regio bezocht de dorpen per fiets of te voet en communiceerde meestal mondeling en af en toe via brieven. Wat is de reden dat de mensen van het verzet vooral met elkaar spraken en elkaar niet zo snel schreven? Er waren in deze omgeving veel mensen betrokken bij het verborgen houden van de grote groep Amerikanen. Dat waren de mensen van het verzet maar ook een grote groep omstanders, zoals de boeren van het Heieind, de pastoor en het schoolbestuur. Zij wisten dat er verzet actief was en ook wie daarbij betrokken waren. Vooral de boeren waren onmisbaar om de grote groep Amerikanen een paar dagen verborgen te houden. Maar hoe wist je nou zeker wie er wel of niet te vertrouwen is? In deze omgeving woonden maar weinig mensen. De mensen kenden elkaar, ook al van de tijd voor de oorlog. De saamhorigheid in het dorp was groot. Het was in het dorp heel gewoon om elkaar te helpen. Ook hadden de mensen genoeg van de Duitse bezetting. Dat kwam omdat er weinig levensmiddelen waren en omdat de Duitsers mannen meenamen om te gaan werken in Duitsland. Hoe zou dat nu gaan? Helpen de mensen in het dorp elkaar nog steeds zo goed? Leg je antwoord uit. Wanneer is iemand volgens jou te vertrouwen? 42 Bronnen Bronnen Uitgave: Tussen vrijheid en vrede, het bevrijde Zuiden, september ’44 mei -’45; Jan A. Van Oudheusden, Henk Termeer; Waanders Uitgeverij Zwolle, Stichting Brabantse Geschiedbeoefening, ’s Hertogenbosch; ISBN 90-6630-484-7 Meesterlijk Verzet: September 1944, het verhaal van Adriaan Goossens uit Hoogeloon; J. Buylinckx. Beeldmateriaal: Stichting Liberation Route Nationaal Monument Kamp Vught Wikimedia Commons Erfgoed Brabant Internet: www.entoen.nu www.wikipedia.nl www.februaristaking.nl www.geheugenvanplanzuid.nl/tijdtijn/razzia’s2.htm www.4en5mei.nl/4en5mei www.liberationroute.nl Overig: Dilemmatest – Anno Met dank aan: Ben Bregman, EDU-ART Harrie Baijens Henk van Genuchten 43 Colofon Dit is een uitgave van: Liberation Route Brabant www.liberationroute.nl Opdrachtgever: Vrijetijdshuis Brabant Ontwikkeling en samenstelling: Elsebeth Hoeven Erfgoed Brabant Vormgeving: ValthetOp?Grafischevormgeving Met medewerking van: Nationaal Monument Kamp Vught Museum Bevrijdende Vleugels Liberty Park Overloon Liberation Route Brabant is een samenwerkingsproject van Vrijetijdshuis Brabant, Liberty Park Overloon, Museumpark Bevrijdende Vleugels en Stichting Platform Market Garden. Liberation Route Brabant maakt onderdeel uit van Stichting Liberation Route Europe. ©2012 Vrijetijdshuis Brabant / Liberation Route Brabant