Bladel - Liberation Route Europe

advertisement
Luisterplek 103
Bladel
Dankzij de ondergrondse
Een lessenserie voor leerlingen van de bovenbouw van de basisschool.
103
2
Inhoudsopgave
Inleiding
Lessenserie
Luisterverhalen
Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Bijlagen
1:
Achtergrondinformatie: Tweede Wereldoorlog
2:Dilemmatest
3:
Achtergrondinformatie: bevrijding van het Zuiden 4:
Literatuur over de Tweede Wereldoorlog
Monumenten 5:
6:
Achtergrondinformatie luisterverhaal
7:
Werkblad 1. Tussen vrijheid en vrede
8:
Werkblad 2. Amerikanen in Hoogeloon
Bronnen
Colofon
3
4
6
7
9
11
17
19
23
26
29
30
33
35
38
42
43
3
Inleiding
Inleiding
Deze lessenserie is ontwikkeld in het kader van de
Liberation Route.
Veel plekken in Noord-Brabant hebben direct te
maken met historische gebeurtenissen tijdens de
Tweede Wereldoorlog. Op verschillende plekken zijn
langs de Liberation Route gemarkeerde veldkeien,
zogeheten luisterplekken neergezet. In de directe
omgeving van deze keien zijn dingen gebeurd die de
geschiedenis van de omgeving kleuren. Bij de veldkei
is door middel van een hoorspel te horen wat één
of meerdere personen bij die plek hebben meegemaakt.
Om ook scholieren te laten beleven wat er in hun
directe omgeving zich heeft afgespeeld is deze lessenserie bij een aantal luisterverhalen ontwikkeld.
De lessenserie bestaat uit vier lessen. De eerste les
is een algemene les over de Tweede Wereldoorlog.
De tweede les is facultatief en bestaat uit een bezoek
aan een museum in de buurt, namelijk aan het
Liberty Park Overloon in Overloon; Museum Bevrijdende Vleugels in Best; of Nationaal Monument
Kamp Vught. De derde les zoomt in op het regionale
verhaal en op één van de luisterplekken en handelt
over datgene wat er in de directe omgeving van de
leerling gebeurde tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Ook de vierde les is facultatief: tijdens deze les maken de leerlingen n.a.v. de informatie uit de voorafgaande lessen hun eigen monument. Wij horen graag wat u van deze lessenserie vindt.
Lees meer over hoe u dat ons kunt laten weten op
bladzijde 6.
4
Lessenserie
Lessenserie
Doelgroep:
De doelgroep van dit project zijn jongeren tussen 10
en 12 jaar. Het project is geschreven voor leerlingen
van groep 8 van het basisonderwijs. Doel:
De doelstellingen van het project zijn:
 De leerlingen kennen de hoofdlijnen van Operatie Market Garden.
 De leerlingen maken kennis met lokale verhalen
over de bevrijding.
 De leerlingen ervaren hoe lastig het is om in
oorlogstijd keuzes te maken.
De geschiedenismethoden richten zich op het landelijke verhaal over de Tweede Wereldoorlog. Het
project rond de Liberation Route vertelt zowel het regionale als het lokale oorlogs- of bevrijdingsverhaal. Opzet van de lessenserie:
Het project bestaat uit vier lessen en start met
het teruggrijpen naar het landelijke verhaal uit de
geschiedenismethode. Tijdens de eerste les wordt de
kennis van de leerlingen over de Tweede Wereldoorlog aan de hand van de methode opgefrist. Na deze
Opbouw in schema:
Les
Focus
Onderwerp
Lesmateriaal
1: introductie
Landelijk
Tweede Wereldoorlog
Lesmethodegeschiedenis/
www.liberationrout.nl
2: museumbezoek
Landelijk/ regionaal
De bevrijding
Educatiemuseum
3: verdieping
Regionaal/ lokaal
Verhaal bij luisterplek
www.liberationroute.nl
4: verwerking
Kunstzinnig
Monumenten
www.liberationroute.nl
5
Lessenserie
Kerndoelen
De lessen sluiten aan bij de volgende kerndoelen:
Mondelinge taalvaardigheid:
1 De leerlingen leren informatie te verwerven uit
gesproken taal. Ze leren tevens die informatie,
mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te
geven.
2 De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit
te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van
uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.
3 De leerlingen leren informatie te achterhalen in
informatieve en instructieve teksten, waaronder
schema’s, tabellen en digitale bronnen.
4 De leerlingen leren informatie en meningen
te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij
systematisch geordende bronnen, waaronder
digitale bronnen.
5 De leerlingen leren informatie en meningen te
vergelijken en te beoordelen in verschillende
teksten.
6 De leerlingen leren informatie en meningen
te ordenen bij het schrijven van een brief, een
verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte
spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel,
eventueel beeldende elementen en kleur.
7 De leerlingen krijgen plezier in het lezen en
schrijven van voor hen bestemde verhalen,
gedichten en informatieve teksten.
Oriëntatie op jezelf en de wereld:
51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
52 De leerlingen leren over kenmerkende aspecten
van het volgende tijdvak: wereldoorlogen en
Holocaust.
53 De leerlingen leren over de belangrijke histori-
sche personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.
Kunstzinnige oriëntatie:
54 De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel
en beweging te gebruiken, om er gevoelens en
ervaringen mee uit te drukken en om er mee te
communiceren.
55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van
anderen te reflecteren.
56 De leerlingen verwerven enige kennis over en
krijgen waardering voor aspecten van cultureel
erfgoed.
Spreiding lessen:
De activiteiten zijn door de leerkracht zelf in te delen.
Alleen voor het museumbezoek dient een afspraak
gemaakt te worden.
Dat kan met:
Liberty Park Overloon
tel: +31 (0)478-641250
e-mail: [email protected]
website: www.libertypark.nl
Museum Bevrijdende Vleugels Best
tel: +31 (0)499-329722
e-mail: [email protected]
website: www.wingsofliberation.nl
Nationaal Monument Kamp Vught
tel: +31 (0)73-6566764
e-mail: [email protected]
website: www.nmkampvught.nl
6
Luisterverhalen
Luisterverhalen
Degeselecteerdeverhalenkuntuvinden door bij 'Ontdek de geschiedenis' te klikken op 'luisterverhalen’.
Luisterverhalen:
Nummer
Verhaal
gemeente
103
Dankzij de ondergrondse
Bladel
109
Een paratrooper in Eindhoven
Eindhoven
114
De burg of je leven
Son
118
Vluchteling
Holthees
122
De kleine Elft
Reek
123
De John S. Thompsonbrug
Grave
126
Luchtarmada boven Vught
Vught
Uw mening telt!
Wanneer u gebruik heeft gemaakt van deze lessenserie horen wij graag wat u er van vindt.
Daarvoor hebben we een korte vragenlijst samengesteld. Wij zouden het bijzonder op prijs stellen als u deze
vragenlijst invult.
De vragenlijst kunt u vinden op www.enqueteviainternet.nl/liberationroute
Alvast bedankt!
7
Les 1
Algemene les over de Tweede Wereldoorlog
De geschiedenismethode behandelt de Tweede Wereldoorlog. Een aanvulling hierop is deze les waarin
de vraag centraal staat: Wat zou jij doen?
Duur:
Activiteit 1: 15 minuten
Activiteit 2: 40 minuten
Voorbereiden:
 U behandelt de Tweede Wereldoorlog via de
geschiedenismethode.
 U leest de achtergrondinformatie over de
Tweede Wereldoorlog in Nederland.
Zie bijlage 1.
Benodigdheden:
 Papier en pen.
 Kopieën van de dilemmatest en het antwoordblad (bijlage 2)
Activiteit 1.
U heeft het landelijke verhaal over de oorlog in
Nederland aan de hand van de geschiedenismethode
behandeld. Maak eventueel gebruik van deel 1 van
bijlage 1 naast uw geschiedenismethode. Nu komt
u hierop terug. Bespreek met de leerlingen wat ze
al weten over de Tweede Wereldoorlog. Hiervoor
maakt u samen met de leerlingen een woordweb en
stuurt het gesprek zo dat de volgende onderwerpen
aan bod komen: Hoe kon de oorlog ontstaan; van
wanneer tot wanneer was de oorlog; fascisme van
Hitler; Jodenvervolging; het verzet; de NSB; Slag om
Arnhem (Operatie Market Garden).
Activiteit 2.
In deze activiteit onderzoekt u met de leerlingen de
rol van de overheid bij de veiligheid van burgers en
wat je doet als je niet meer bij die overheid terecht
kunt. Inleiding:
U legt de leerlingen de volgende vraag voor.
1
Je bent op weg naar huis en al laat. Je had je
moeder beloofd op tijd thuis te zijn voor het
eten. Je ziet een jongetje rennen en struikelen
op de grond. Hij blijft liggen en huilt.
Wat doe je?
a Je stopt en probeert het jongetje te helpen. Dan
maar te laat en misschien een boze moeder.
b Je denkt: ‘ik mag niet te laat komen’ en je fietst
door.
c Je rent naar het dichtstbijzijnde huis, en hoopt
dat iemand thuis is om te helpen.
d Je hebt geen idee wat je zou doen.
U vraagt: wie kiest er voor antwoord a? En vraagt
een leerling waarom die hiervoor kiest. Dit doet u bij
ieder mogelijk antwoord. Bij de kinderen die kiezen
voor antwoord c benadrukt u dat deze kinderen
ervoor kiezen om hulp te zoeken.
U legt de kinderen de volgende vraag voor:
2 Je loopt op straat. Je ziet hoe een jongen een
vrouw omver duwt en haar handtas afpakt. De
vrouw gilt: ‘Houd de dief!’ De jongen rent met
de handtas jouw kant op.
Wat doe je?
a Je gaat in de weg staan van de dief.
b Je belt het alarmnummer 112.
c Je loopt gauw de andere kant op.
d Je hebt geen idee wat je zou doen.
8
Les 1
Wederom vraagt u wie voor welk antwoord kiest en
waarom. Bij antwoord b benadrukt u dat deze kinderen hulp zoeken bij mensen die in dienst zijn van
onze overheid: namelijk de politie.
U bespreekt met de leerlingen dat we in geval van
nood hulp krijgen van onze overheid. We gaan er
vanuit dat die ons wel zal helpen. U vraagt de leerlingen op welke manier de overheid voor het welzijn
van de mensen zorgt.
Dan bespreekt u met de leerlingen hoe dat voor de
Nederlanders was in oorlogstijd. In oorlogstijd namen
de Duitsers de macht over in ons land. De Duitse bezettingsmacht bepaalde de regels zonder overleg met
de burgers. De Nederlanders moesten zich steeds
meer aanpassen aan dat wat de bezetter wilde. Ook
al ging dat ten koste van hun eigen of andermans
veiligheid. Ineens waren gezagdragers niet meer de
mensen die je hielpen, maar waren het mensen voor
wie je bang was. Hoe moet je daarmee omgaan? De
mensen reageerden daar verschillend op.
De meeste mensen in de oorlog kozen niet voor
actief verzet tegen de Duitsers en hun anti-joodse
maatregelen. Bespreek met de leerlingen waarom
mensen dat niet deden. Er zijn meerdere redenen te
bedenken. Ze waren bang en dachten dat het toch
niet zou uitmaken of ze wel of niet wat deden. De
eerste maatregelen die de Duitsers namen waren
nog niet zo erg voor de joden. En sommige maatregelen vonden ze wel goed voor Nederland. Of ze
probeerden het leven van voor de oorlog zo goed en
zo kwaad als het ging voort te zetten.
Toch waren er ook mensen die op hun eigen manier
in verzet gingen. Mensen pleegden grote daden van
verzet maar ook kleine. Er waren mensen die niet
reageerden op de oproep van Duitsers om zich te
melden. Er waren mensen die stiekem kranten
drukten; of mensen die onderdak boden aan joden,
mensen uit het verzet of aan jonge mannen die niet
voor de Duitsers wilden werken. Er waren verzetsgroepen actief. Een voorbeeld van verzet is de
Februaristaking in 1941 toen duizenden mensen het
werk neerlegden als protest tegen de Jodenvervolging. Deze staking werd door de Duitsers met geweld
neergeslagen. Alle verzetsdaden deden mensen met
gevaar voor eigen leven. Waarom zouden deze mensen dat gedaan hebben?
Maar niet iedereen was tegen de bezetter. Er waren
ook mensen die ervoor kozen de bezetter te helpen.
Waarom steunden deze mensen de bezetter? Ook
hier zijn veel verschillende redenen voor te bedenken. De mensen geloofden bijvoorbeeld dat Hitler
ervoor zou kunnen zorgen dat er minder armoede
en meer werk zou zijn. En dat het voor hen beter zou
worden.
Zo maakte iedereen in de oorlog een andere keuze.
Kern:
De leerlingen maken nu de dilemmatest uit bijlage 2.
Door het maken van de dilemmatest gaan de leerlingen nadenken over wat zij zelf in bepaalde situaties
zouden doen.
Afsluiting:
U bespreekt met de leerlingen de resultaten van de
dilemmatest.
Waarom kiest de één voor het ene antwoord en de
ander voor wat anders?
9
Les 2
Bezoek museum
Deze les is facultatief. Om een zo compleet mogelijk
beeld te geven van de Tweede Wereldoorlog bezoekt u met de leerlingen een museum in de buurt.
Hier bekijken de leerlingen vanuit een regionale
invalshoek de gebeurtenissen tijdens de Tweede
Wereldoorlog. Het museumbezoek zoomt in op de
regionale gebeurtenissen en plaatst de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog in hun eigen
omgeving in een context en is daarmee een voorbereiding op les 3 waarin de leerlingen het verhaal uit
hun eigen gemeente leren kennen.
Afhankelijk van het onderwerp en de locatie van de
luisterplek, kiest de leerkracht een museum in de
buurt. De oorlogsmusea zijn in Overloon: Liberty Park
Overloon; Best: Museum Bevrijdende Vleugels; of
Vught: Nationaal Monument Kamp Vught. In ieder
museum is educatief materiaal van het museum
aanwezig.
Het museumbezoek duurt - zonder de heen en
terugreis - anderhalf uur.
Voorbereiding:
 Museum naar keuze inlichten over uw komst
 Vervoer regelen (bus of ouders die willen rijden)
Wat kunt u verwachten van het bezoek aan het
museum?
Liberty Park Overloon
De museumles van het Liberty Park gaat in op de
werking van propaganda. Het doel is om jongeren
bewust te maken van de manipulatie waaraan zij
blootstaan. Aan de hand van een overzichtstentoonstelling van zestig affiches uit de oorlogsjaren legt
een medewerker van het museum uit hoe dat werkt.
Daarna gaan de leerlingen er zelf mee aan de slag.
Elk groepje ontwerpt een affiche op een digitaal
werkstation.
Als u wilt kunt u de les ook combineren met andere
activiteiten in het museum. De publieksdienst van
het museum informeert u graag over de verschillende mogelijkheden.
Contactgegevens:
Museumpark 1
5825 AM Overloon
tel: +31 (0)478-641250
e-mail groepsreserveringen:
[email protected]
website: www.libertypark.nl
10
Les 2
Museum Bevrijdende Vleugels, Best
Een van de belangrijke doelstellingen van het museum is om de jeugd een duidelijk beeld te geven
van de gebeurtenissen in de periode 1930 - 1945.
De expositie is opgebouwd rondom verschillende
thema’s, zoals: De Bezetting van Nederland
De Concentratiekampen
De Bevrijding
Operatie Market Garden
Deskundige gidsen verzorgen de rondleidingen. U
kunt in verband met de behandelde leerstof vooraf
aangeven welke aspecten speciale aandacht moeten
krijgen. Indien nodig kan met de coördinator van de
rondleiders een speciaal programma worden opgesteld. Duur van de rondleiding is ongeveer twee uur.
In verband met de organisatie graag ten minste vier
weken van te voren reserveren.
De contactgegevens zijn:
Sonseweg 39
5681 BH Best
Tel: +31 (0)499-329722
e-mail: [email protected]
website: www.wingsofliberation.nl
Nationaal Monument Kamp Vught
Bij het Nationaal Monument Kamp Vught kunt u een
rondleiding en voorbereidend lespakket in één boeken. Het voorbereidende lespakket heet ‘Kamp Vught
in de klas’. U kunt kiezen uit drie rondleidingen:
 Kamp Vught in de klas. Dit is de ‘standaard’rondleiding. Hierbij is het de bedoeling dat u met
uw klas de DVD uit het voorbereidende lespakket hebt behandeld. Eén hoofdpersoon uit het
lespakket staat ook centraal in de rondleiding.
 Personen. In deze rondleiding wordt het verhaal
van Kamp Vught verteld, plus het verhaal van
een gevangene uit dezelfde streek of plaats waar
uw groep vandaan komt.
 Voorwerpen. In deze rondleiding wordt het
verhaal van Kamp Vught verteld aan de hand van
het terrein en van een tas met voorwerpen uit
Kamp Vught die de rondleider meeneemt. De
rondleider vertelt het verhaal van Kamp Vught
in grote lijnen, maar heeft ook de ruimte om
specifiek in te gaan op vragen vanuit de groep.
De prijzen en boekingsvoorwaarden kunt u vinden
op de site van Nationaal Monument Kamp Vught. De
rondleiding duurt ongeveer een uur.
De contactgegevens zijn:
Lunettenlaan 600
5263 NT Vught
Tel: +31 (0)73-6566764
e-mail: [email protected]
website: www.nmkampvught.nl
11
Les 3
Dankzij de ondergrondse
Op zondag 17 september 1944 verscheen boven dit
gebied een luchtvloot van geallieerde vliegtuigen
onderweg naar de dropzones bij Veghel en Son. Parachutisten werden gedropt achter de Duitse linies.
Men wilde met een razendsnelle luchtlandingsactie
de route die liep vanuit België via Eindhoven en
Nijmegen naar Arnhem vrijmaken voor het Britse
grondleger. Het Duitse geschut dat in deze omgeving stond opgesteld haalde een aantal vliegtuigen
neer. De overlevenden van deze crashes werden
onmiddellijk opgevangen door de ondergrondse.
Met gevaar voor eigen leven werden deze geallieerde soldaten verborgen en verzorgd. In het bos
op het Heieind zaten tientallen militairen verborgen
die door mensen van de boerderijen uit de omgeving van eten en drinken werden voorzien. Bij een
actie van de Britten op 22 september konden de
twintig verborgen militairen zich weer bij hun eigen
troepen voegen.
Doel
 De leerlingen leren wat Operatie Market Garden
is en wat deze militaire actie betekende voor
de bevrijding van Nederland en in het bijzonder
voor de bevrijding van het zuiden.
 De leerlingen onderzoeken de bijzondere positie
die het zuiden van Nederland innam tijdens de


laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog.
De leerlingen leren de achtergronden van het
luisterverhaal kennen in hun directe woonomgeving.
De leerlingen ontdekken dat voor Hoogeloon
en omgeving een netwerk van de ondergrondse
actief was en welke rol deze hebben gespeeld
bij de hulp aan piloten tijdens Operatie Market
Garden.
Werkwijze
Activiteit 1:
Activiteit 2:
Activiteit 3:
in tweetallen
klassikaal
in tweetallen
Duur
Activiteit 1- 45 minuten
Activiteit 2- 30 minuten
Activiteit 3- 45 minuten (exclusief reistijd)
12
Les 3
Activiteit 1: Tussen vrijheid en vrede
Het zuiden van Nederland werd als eerste bevrijd.
Maar deze bevrijding betekende nog geen vrede. De
leerlingen bekijken een film met originele filmbeelden en ontdekken aan de hand van opdrachten het
verhaal van het Zuiden in 1944.
Voorbereiding
 Lezen achtergrondinformatie over het zuiden
van Nederland in bijlage 3
 Kopiëren werkblad 1: Tussen vrijheid en vrede
 Op www.youtube.com/user/liberationroute
kunt u de film en de afzonderlijke hoofdstukken
vinden
Benodigdheden
 Digibord
 Computers met internetaansluiting
 Werkblad 1. Tussen vrijheid en vrede
Inleiding
Komt kort terug op de vorige lessen.
Vertel de leerlingen dat het zuiden van Nederland
een uniek verhaal kent. Dat is te zien en te horen in
de film met de originele beelden van toen. Kijk met
de hele groep naar de film. Deze film duurt ruim 14
minuten.
Bespreek:
 Wat was er anders in het zuiden dan in de rest
van Nederland?
 Hoe kwam dat?
Kern
Verdeel dan de groep in tweetallen. De leerlingen
gaan in tweetallen met behulp van een werkblad vragen over de film beantwoorden. Ze hebben hiervoor
een computer met internetverbinding nodig.
Ze bekijken steeds een hoofdstuk uit de film en beantwoorden daar vragen over.
Afsluiting
Spreek met de groep na.
Les 3
13
Activiteit 2: Luisterkei 103. Dankzij
de ondergrondse
laatste maanden van de oorlog tussen vrijheid en
vrede hebben geleefd. De leerlingen luisteren naar het verhaal van de luisterplek in hun directe omgeving en leren meer over
dat wat er in hun buurt is gebeurd tijdens de Tweede
Wereldoorlog.
Ook in hun eigen omgeving is tijdens de Tweede
Wereldoorlog veel gebeurd. Misschien hebben de
leerlingen daar wel eens iets over gehoord van hun
ouders of grootouders.
Praat er met de leerlingen over. En dat ze gaan luisteren naar het luisterverhaal dat zich in hun omgeving
afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Op 17 september 1944 worden boven de omgeving
van Hoogeloon door het Duitse luchtafweergeschut
vijf geallieerde vliegtuigen neergehaald. Een flink
aantal parachutisten en bemanningsleden kunnen
op tijd uit de brandende toestellen springen. Op de
grond worden zij vrij snel opgevangen door mensen
van de ondergrondse. Zij verbergen de Amerikanen
voor de Duitsers in het bos bij het Heieind. Dankzij de
ondergrondse overleven deze militairen het.
Voorbereiden
 Downloaden luisterverhaal

103
Via de website www.liberationroute.nl.
Klik op 'Ontdek de geschiedenis' en vervolgens op
'luisterplekken'.
Via deze webpagina kunt u het verhaal opzoeken,
beluisteren en in mp3-formaat downloaden. Het
bestand is te vinden bij 'media’. Het verhaal is
eveneens te beluisteren via de app:
www.liberationroute.nl/app.
Lezen achtergrondinformatie luisterverhaal (bijlage 6).
Benodigdheden
 Computer (of digibord) met luidsprekers waar
vanaf het luisterverhaal is af te spelen.
Inleiding
Kom terug op de vorige lessen. Wat is er gebeurd in
de Tweede Wereldoorlog, wat hebben ze geleerd van
het bezoek aan het museum. Vervolgens herinnert u
de leerlingen aan de vorige activiteit waarbij duidelijk
werd dat de mensen in Noord-Brabant tijdens de
Leid het luisterverhaal als volgt in: “Op 17 september
1944 kwam er een grootscheepse actie om Nederland te bevrijden van de Duitse bezetters: Operatie
Market Garden. Honderden vliegtuigen van de geallieerden vlogen over het zuiden van Nederland om
tot aan Arnhem duizenden parachutisten en militair
materieel te droppen. Ook boven Hoogeloon vlogen
de vliegtuigen. De meeste vliegtuigen trokken een
zweefvliegtuig mee. De Duitsers in de buurt probeerden met luchtafweergeschut zoveel mogelijk vliegtuigen uit de lucht te schieten. Sommige vliegtuigen
werden geraakt en stortten neer. Mensen van de
ondergrondse kwamen snel in actie en wisten de
militairen verborgen te houden voor de Duitsers.”
Kern
Luister klassikaal naar het verhaal. Stel na het luisteren van het verhaal deze vragen:
Wat was het doel van de luchtvloot van de
geallieerden?
(ze wilden materieel en parachutisten achter de
Duitse linies droppen. Deze moesten dan de route
vanaf België naar Arnhem vrijmaken, zodat de grondtroepen over de bevrijde wegen naar boven kunnen
oprukken richting Duitsland)
14
Les 3
Waardoor komen niet alle vliegtuigen erdoor?
(in de bossen van Hoogeloon stond Duits luchtafweergeschut. Deze schoot een aantal vliegtuigen uit
de lucht)
Wie brengt de piloten en soldaten uit de neergestorte
vliegtuigen in veiligheid?
(de plaatselijke ondergrondse) Hoe kon het dat Jan van Riehl tot deze dag niets had
gemerkt van het feit dat de boer en boerin bij wie hij
was ondergedoken deel uitmaakten van een ondergronds netwerk?
(deelnemen aan de ondergrondse deden mensen in
het geheim)
Waarom op deze dag wel?
(er waren zo veel piloten die hulp nodig hadden, dat
kon haast niet ongemerkt)
Waar werden de Amerikanen naartoe gebracht?
(naar het bos op het Heiend)
Hoe hielden de Amerikanen zich schuil?
(in greppels en gegraven gaten)
Hoe kwamen ze aan eten?
(de boer liet bij het melken een melkbus achter waar
’s ochtends klaargemaakt brood in zat en ’s avonds
een warme maaltijd, als hij klaar was met melken
nam hij de melkbussen weer mee)
Hoe lang hebben de soldaten daar verborgen gezeten?
( 21 september worden de soldaten ‘ontzet’ door de
Britse troepen. Ze kwamen daar 17 september dus ze
moesten zich 4 dagen schuilhouden)
Waar staat een margriet symbool voor?
(vrede en vrijheid)
Afsluiting
Vraag aan de leerlingen of ze weten wat de ondergrondse is en wat die deed.
Les 3
15
Activiteit 3: Luisteren op locatie
In de klas hebben de leerlingen het fragment gehoord en gekoppeld aan luister- en verdiepingsvragen. Op locatie komen daar kijk- en verbeeldingsvragen bij. De leerlingen krijgen een beeld van de
plek waar het verhaal zich heeft afgespeeld.
Inleiding
Kom terug op de vorige activiteit. Vertel de leerlingen
dat ze het fragment gaan luisteren op de plek waar
het in 1944 is gebeurd.
Voorbereiding
 Kopieer het werkblad 2 voor de leerlingen.
 Optie 1:Verdeeldeklasingroepjesvantwee.
Vraagelktweetaleenmp3-, mp4-speler of
telefoonmeete nemen.Plaatsopiederespeler/
telefoonhet fragment.Ukuntdeleerlingenook
vragen thuisofopdecomputeropschoolhet
bestand zelfte downloadenenophunspelerte
zetten, geefzeindiennodiginstructies.


Optie 2: Download het bestand en brand het op
een cd. Neem een draagbare cd-speler mee en
luister het fragment nogmaals klassikaal op een
rustige plek op locatie.
U kunt de omgeving ter voorbereiding alvast
bekijken met Google Streetview.
Afsluiting
Spreek met de leerlingen de antwoorden op het
werkblad na.
Er zijn meningvragen bij en vragen die gaan over dat
wat ze hebben geleerd.
Mogelijke antwoorden van die vragen zijn:
De ondergrondse hielp de piloten die neergestort
waren. Wat deed ondergrondse nog meer?
Ze hielpen onderduikers, saboteerden de Duitsers.
Benodigdheden
 Kopieën werkblad 2.
 Klemborden of andere harde ondergrond voor
het opschrijven van de antwoorden
 Potloden
Wat zou er kunnen gebeuren als de soldaten wel naar
Son waren gegaan?
Er waren veel Duitsers in de buurt. Die hadden hen
op kunnen pakken, gevangen kunnen nemen of
doden.
Adres
Heieind Hoogeloon
Op het wandelpad bij ballonnetje C staat de luisterkei. Dit is een stiltegebied. Bij de luisterkei
verzamelt u de groep.
Stel je voor dat hier twintig mannen zaten. Wat moet
je doen en wat moet je laten om niet opgemerkt te
worden?
Doen: je goed verbergen, gaten graven, takken verzamelen om de gaten mee af te dichten. Laten: kletsen, vuur maken, je laten zien.
16
Les 3
Welke risico’s namen de verzetsmensen door die
radiozendapparatuur te verslepen?
Ze konden daarmee de positie verraden van de mensen die ze hadden verborgen.
Wat is de reden dat de mensen van het verzet vooral
met elkaar spraken en elkaar niet zo snel schreven?
Een geschreven bericht kon in verkeerde handen
terecht komen.
Extra
U kunt met uw leerlingen nog dieper ingaan op hoe
het was om tijdens de oorlog in het verzet te zitten.
Bijvoorbeeld door een workshop geheime berichten
ontcijferen in oorlogstijd.
Tijdens deze workshop van 1,5 uur leren de leerlingen hoe in de Tweede Wereldoorlog geheime
berichten werden verstuurd. Ze leren hoe ze zelf een
code kunnen maken en kraken.
De workshop kan naar wens worden aangepast.
Neem voor meer informatie over de kosten en
mogelijkheden van deze workshop contact op met
workshopdocent Sanne Evertz
tel: 06-10446921
e-mail: [email protected]
17
Les 4
Maak een monument
De leerlingen maken een monument waarin ze
datgene vormgeven wat ze de voorgaande lessen
hebben ontdekt en ervaren.
mo·nu·ment het; o -en 1 iets dat opzettelijk bestemd
is om de herinnering aan iemand of iets te bewaren;
gedenkteken 2 gebouw, terrein enz., van algemeen
gedenksteen, standbeeld, kunstwerk, soms zijn er
van die plekken langs de weg waar mensen bloemen
neerleggen omdat daar iemand verongelukt is).
Vraag de leerlingen waarom deze monumenten er
zijn. Waarom we herinneren. Vinden ze dat belangrijk? Vinden de leerlingen dat het herdenken moet
stoppen? Waarom wel of niet? Hoelang denken de
belang vanwege schoonheid, wetenschappelijke
waarde enz.
leerlingen door te gaan met het herdenken van de
oorlog? Zullen we dat over 50 jaar nog doen?
Werkwijze
Klassikaal en individueel (10 minuten) In bijlage 5 staan afbeeldingen van monumenten in Noord-Brabant die de gebeurtenissen in
de Tweede Wereldoorlog herdenken.
Duur
70 minuten
Benodigdheden
 Voorbeelden van monumenten (bijlage 5)
 Schetspapier en potlood
 Klei (luchtdrogend) , onderleggers en kleigereedschap (iedere leerling krijgt een stuk klei van 15
cm3)
Inleiding
(10 minuten) Een monument is een standbeeld,
gedenksteen of kunstwerk dat is gemaakt om te
herinneren aan een persoon of aan een belangrijke
gebeurtenis. Achter al deze gedenktekens gaan verhalen schuil. Ook vanwege de Tweede Wereldoorlog
zijn veel monumenten gemaakt.
Vraag de leerlingen welke monumenten ze kennen.
Bijvoorbeeld het Nationaal Monument op de Dam in
Amsterdam waar op 4 mei ieder jaar de oorlogsdoden herdacht worden.
Bespreek met de leerlingen of zij in hun directe omgeving een monument weten (bijvoorbeeld: Bekijk samen met de leerlingen de afbeeldingen.
Verdeel de groep in tweetallen.
Geef ze een afbeeldingen van een monument en
laat ze met zijn tweeën associëren op het beeld. Kun
je aan het beeld zien welke gebeurtenis hier wordt
herdacht?
Bespreek de bevindingen met de klas. Zijn de associaties hetzelfde? Vertel ze wat het monument
verbeeldt. Zijn er thema’s te onderscheiden?
Schrijf deze op het bord: vieren van de herwonnen vrijheid; herdenken van de oorlogsslachtoffers;
eerbetoon aan de militairen die ons land hebben
bevrijd. Welk monument hoort bij welk thema?
Kern
Vertel de leerlingen dat ze zelf een monument gaan
maken. Ze gaan een beeld maken in klei. Hierin verbeelden ze één van de drie thema’s die op het bord
staan geschreven. Ze kiezen welk thema hun het
meeste aanspreekt.
18
Les 4
(10 minuten) De leerlingen maken in een schets een
ontwerp van het monument dat ze gaan maken.
(30 minuten) De leerlingen krijgen een stukje klei
van ongeveer 15 cm3 en maken hiervan hun eigen
monument. Afsluiting
(10 minuten) Vraag aan de leerlingen om de werkstukken neer te zetten op een presentatietafel.
Bekijk met de groep wat ze hebben gemaakt.
Bespreek met ze de volgende onderwerpen: Welk
werkstuk hoort bij welk thema? Hoe kun je dat zien?
Waarom kozen de leerlingen voor dat thema?
Rangschik met de leerlingen de werkstukken die bij
één thema horen bij elkaar. 19
Bijlage 1: Achtergrondinformatie
Tweede Wereldoorlog
Wat er aan vooraf ging
In de jaren dertig van de 20e eeuw was er wereldwijd
veel armoede. Door een economische crisis waren
veel mensen werkloos en arm. Vooral de mensen
in Duitsland hadden het zwaar te verduren. Omdat
Duitsland de Eerste Wereldoorlog had verloren
moest het land veel geld (herstelbetalingen) betalen
aan de landen die deze oorlog hadden gewonnen.
Veel Duitse mensen waren arm, werkloos en ontevreden. Adolf Hitler werd de leider van de NationaalSocialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP). Hij
vertelde de Duitsers dat hij van Duitsland weer een
machtig land zou maken. Steeds meer mensen geloofden hem en zo werd zijn macht en de macht van
zijn partij steeds groter. Hitler aan de macht
In 1933 kwam Adolf Hitler met de NSDAP in Duitsland aan de macht. Hitler wilde van Duitsland het
machtigste land van Europa maken. Om dat te
bereiken wilde hij landen veroveren. Eerst richtte hij
zijn pijlen op Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije en Polen,
vervolgens wilde hij Duitslands grote tegenstander
in West-Europa uitschakelen: Frankrijk. In de aanval
op Frankrijk zouden ook Nederland en België worden
bezet.
Voor Hitler waren niet alle mensen gelijk. De NSDAP
propageerde Jodenhaat. Hij vond het Arische of Germaanse ras beter dan de rest. Hij vond bijvoorbeeld
joden, zigeuners en mensen met een niet blanke
huidskleur minder waard.
Aanval op Nederland
Op vrijdagochtend 10 mei 1940 werden veel Nederlanders wakker van het gebrom van vliegtuigen, ontploffende bommen en het geratel van tanks. Duitse
soldaten waren de grens over getrokken. De oorlog
was begonnen. De Nederlandse soldaten probeerden
de Duitsers tegen te houden langs de verdedigingslinies zoals de Grebbelinie en de Maaslinie.
Capitulatie Nederland
Het Nederlandse leger was veel te zwak om de
Duitse aanval te kunnen afslaan. De Nederlanders
waren niet goed voorbereid, ze hadden verouderd
materieel, terwijl het Duitse leger allemaal nieuw en
modern wapentuig had om mee te vechten. Nadat
de Duitse luchtmacht op 14 mei 1940 het centrum
van Rotterdam had gebombardeerd, en andere
steden hetzelfde lot wachtte, besloot de Nederlandse
legerleiding te capituleren. De regering en de koningin waren toen al uitgeweken naar Engeland.
Bezetting Nederland
In het begin leek de bezetting mee te vallen, maar
al snel werd duidelijk wat onvrijheid betekende.
Nederlandse mannen werden gedwongen in Duitse
fabrieken te werken. Gaandeweg werden mensen
zonder vorm van proces opgesloten in gevangenissen
en concentratiekampen. Het eten ging op de bon. ‘s
Avonds moest iedereen binnen blijven en de ramen
verduisteren. Omdat de aanvoer van grondstoffen
een probleem was, namen de Duitsers alles mee wat
voor hen bruikbaar was. Omdat ze bijvoorbeeld het
rubber van de fietsbanden nodig hadden, fietsten de
mensen op houten banden. Het brons van de kerkklokken gebruikten ze om munitie van te maken. Het
gelui van klokken hoorde je niet meer.
20
Bijlage 1: Achtergrondinformatie
Geallieerden
Groot-Brittannië, de Sovjet-Unie, Canada en de Verenigde Staten werkten samen in het bevrijdingsleger,
de geallieerden. Bezette landen zoals Frankrijk, België, Nederland en Polen waren bondgenoot van de
geallieerden. Zij vochten tegen de Duitse dictatuur.
Een grote gezamenlijke actie van de geallieerden was
de invasie met de codenaam Operatie Overlord. Die
begon met de ‘D-day’ op 6 juni 1944. Amerikaanse,
Engelse, Canadese en zelfs Franse troepen landden
aan de Franse kust in Normandië. Vanaf daar trokken
ze onder andere naar het noorden, richting België
en Nederland. Het was de bedoeling om richting de
Duitse hoofdstad Berlijn te gaan om Hitler te verslaan. De operatie verliep in eerste instantie voorspoedig: de geallieerden hadden in augustus 1944
grote delen van Frankrijk en België bevrijd.
Operatie Market Garden
In september 1944 begon de geallieerde opmars
verder naar het noorden. Het plan was om nu Nederland te bevrijden. Veel Nederlanders dachten dat
de bevrijding slechts een kwestie van tijd was. De
geallieerden wilden in één keer alle bruggen over de
grote rivieren de Maas, de Waal en de Rijn veroveren, en dan door trekken naar het IJsselmeer. Dit plan
had de codenaam Operatie Market Garden. ‘Market’
staat voor de luchtlandingstroepen die de bruggen
over de Maas, Waal, Rijn en andere waterwegen in
Brabant en Gelderland moesten veroveren. ‘Garden’
staat voor de grondtroepen die via een smal front in
drie dagen op moesten rukken naar Arnhem. Op 17
september 1944, begon Operatie Market Garden met
luchtlandingen van de geallieerde troepen. Verspreid
over drie dagen landden duizenden parachutisten in
Nederland, van Eindhoven tot Arnhem.
De Slag om Arnhem
Op 18 september landden Britse parachutisten op
de Ginkelse hei bij Ede, en bij Wolfheze en Heelsum.
Een dag later volgden de Polen. Maar het lukte
de Britse en Poolse soldaten niet om het doel, de
Rijnbrug bij Arnhem, te veroveren. De sterke Duitse
legermacht die op dat moment toevallig met tanks
en pantserwagens in de buurt van Arnhem was,
hadden ze niet verwacht. Slechts een kleine groep
van zevenhonderdvijftig soldaten, onder leiding van
luitenant-kolonel John Frost, bereikte onderlangs de
Rijn de Rijnbrug. Omdat hulp van de grondtroepen
uit de richting van Nijmegen uitbleef, en de rest van
de divisie niet verder kwam dan de buitenwijken van
Arnhem, moesten de mannen van John Frost na vier
dagen de strijd opgeven. Ze gaven zich over aan de
Duitsers. Operatie Market Garden was mislukt. De
oorlog zou nog tot 5 mei 1945 duren.
Hongerwinter
Het noorden en westen van Nederland kreeg te
maken met de Hongerwinter. Door extreem voedselgebrek verzwakte de bevolking en kwamen enkele
tienduizenden mensen om. In mei 1945 lukte het om
de rest van Nederland te bevrijden.
Vrede
De vredesonderhandelingen waren in hotel ‘de
Wereld’ in Wageningen. Hier tekende in mei 1945
de Duitse commandant de overgave in aanwezigheid
van Prins Bernard. De wederopbouw kon beginnen.
21
Bijlage 1: Achtergrondinformatie
Het verzet tegen een onbetrouwbare
overheid in oorlogstijd
Onder Duits gezag
De Nederlandse regering verbleef vanaf mei 1940
in Londen in ballingschap. In Nederland namen de
Duitsers de macht over en Hitler benoemde functionarissen die het bestuur van Nederland moesten
leiden. Nederland moest steeds meer gaan lijken
op het Duitsland dat Hitler wenste. Nederland werd
eigenlijk een provincie van Duitsland. Een van de
eerste maatregelen was dat de klok gelijk werd gezet
met de tijd in Berlijn. De hoogste gezagsdrager van
het Duitse bestuur in Nederland, was de Oostenrijkse
nationaalsocialist Seyss-Inquart. Hij was Rijkscommissaris en stond rechtstreeks onder Hitler. Verder werd
Nederland ook nog bestuurd door 1500 bestuursambtenaren. Zij oefenden toezicht uit en gaven bevelen die door de Nederlandse ambtenaren moesten
worden uitgevoerd.
Geknevelde vrijheid
Aanvankelijk was er weinig verzet tegen de Duitse
overheersing. De Nederlandse bevolking hoopte het
leven van voor de oorlog te kunnen voortzetten. En
de eerste maatregelen van de Duitsers waren nog
mild. De Duitsers wilden dat steeds meer mensen nationaalsocialistisch werden. Ze maakten propaganda
voor het nationaalsocialisme d.m.v. affiches, kranten,
radio-uitzendingen en voorprogramma’s in bioscopen. De Eerste en de Tweede Kamer werden uitge
schakeld en politieke partijen mochten niet meer
bestaan. Gaandeweg beheersten de Duitsers steeds
meer onderdelen van de Nederlandse samenleving.
De politie moest de Duitse bezettingsmacht dienen.
De rechtspraak kwam steeds meer in handen van de
bezetter. Door al deze maatregelen begon het verzet
van de Nederlanders te groeien. Met kleine acties
werd er geprotesteerd en verzet gepleegd tegen de
Duitsers. Er kwamen verzetsblaadjes en stakingen.
Maar over het algemeen ging het dagelijks leven van
de Nederlanders vrij rustig door. Mensen gingen naar
de film en de kinderen naar school. Mensen gingen
dagjes uit, ze vierden Sinterklaas met cadeautjes en
er was genoeg te eten.
Geleidelijk buitensluiten van joden
Als een sluipend gif begonnen de Duitsers vanaf het
begin van de oorlog met anti-joodse maatregelen.
Relatief ‘kleine’ maatregelen die in het Nederland
van toen nauwelijks opvielen. Al twee maanden na
het begin van de oorlog mochten de joden niet meer
meewerken aan de luchtbescherming. In september 1940 mochten overheidsdiensten geen joden
meer aannemen. Vervolgens moesten de joden
zich -zogenaamd voor hun eigen veiligheid- laten
registeren. Stap voor stap werden de joden steeds
verder geïsoleerd. Ze moesten een Jodenster dragen
zodat iedereen kon zien dat ze joden waren. Op hun
persoonsbewijs werd een grote J gestempeld. Ze
moesten bij elkaar gaan wonen in bepaalde wijken.
Omdat het zo geleidelijk ging, wekte het weinig reactie op van de burgers.
22
Bijlage 1: Achtergrondinformatie
Februaristaking 1941
Vanaf 1941 werden de anti-joodse maatregelen van
de Duitsers grimmiger. In Amsterdam woonden veel
joden. Als reactie op een razzia in de Amsterdamse
Jodenwijk, legden Amsterdamse trambestuurders
en arbeiders in februari 1941 het werk neer. Deze
staking breidde zich uit tot Haarlem, de Zaanstreek
en Utrecht. Met geweld braken de Duitsers deze
staking. Er vielen doden en gewonden. Uit angst voor
het geweld gingen de mensen weer aan het werk.
Er volgden represailles van de Duitsers. Een aantal
mensen die hadden meegedaan aan de staking werden doodgeschoten en de steden die mee hadden
gedaan aan de staking moesten hoge boetes betalen. De Duitsers lieten hun masker vallen en gingen
steeds opener over tot Jodenvervolging. Jodenvervolging
De Duitse bezetter transporteerde meer dan 100.000
joodse mannen, vrouwen en kinderen in goederentreinen vanuit Nederland naar concentratiekampen,
waar de meesten werden vermoord.
De Duitsers werden in Nederland bijgestaan door leden van de Nationaal- Socialistische Beweging (NSB)
die een vergelijkbare ideologie hadden, en door
meelopers en profiteurs. Aan de andere kant stond
het verzet, dat vooral tegen het einde van de oorlog
aanhang kreeg. Het grootste deel van de bevolking
was anti-Duits maar passief.
Groeiend verzet tegen het nieuwe gezag
In de provincie woonden minder joden dan in de
Randstad dus hier vielen de anti-joodse maatregelen minder op en was er aanvankelijk minder reden
tot verzet. Vanaf 1943, toen mensen moesten gaan
werken in Duitsland, veranderde het dagelijks leven
van de Nederlanders drastisch. Steeds meer mensen
weigerden zich aan te passen aan de oorlogsomstandigheden en samen te werken met de bezetters. De
anti-Duitse stemming nam toe. Hoe meer het verzet
groeide, hoe harder de Duitsers reageerden. Ze
gingen steeds strenger controleren en wilden steeds
meer groeperingen in de Nederlandse samenleving
beheersen. Zo moesten kunstenaars lid worden van
de nationaalsocialistische Kultuurkamer. De omroeporganisaties werden vervangen door één Rijksradio:
De Nederlandse Omroep. Alle vakverenigingen
gingen op in het Nederlandse Arbeidersfront. De NSB
werd de enige politieke partij die was toegestaan.
23
Bijlage 2: Dilemmatest
Doe de dilemmatest:
1 Je bent op weg naar school. Je bent een beetje zenuwachtig: je moet zo een spreekbeurt houden. Vlak
voor je rijdt een klein meisje met haar fiets tegen een stilstaande auto. Ze huilt vreselijk, en haar fiets is
kapot.
Wat doe je?
a Je denkt: ‘ik mag niet te laat op school komen’ en je fietst door.
b Je stopt en probeert het meisje te helpen. Dan maar te laat op school en misschien een boze juf.
c Je rent naar het dichtstbijzijnde huis, en hoopt dat iemand thuis is om te helpen.
d Je hebt geen idee wat je zou doen.
2 Je loopt door de winkelstraat. Je hoort schreeuwen in de fotozaak en het alarm gaat af. Er rennen een
jongen en een meisje met een dure camera de winkel uit. Ze hollen in jouw richting.
Wat doe je?
a Je probeert zo te gaan staan dat ze niet langs je komen.
b Je belt het alarmnummer 112.
c Je ziet opeens dat je veter los is…
d Je hebt geen idee wat je zou doen.
3 Het is 1940, het eerste oorlogsjaar. Je zit in de klas met een joods meisje en de dochter van een NSB’er. Je
kunt het met beiden goed vinden. Je moet een werkstuk maken. Het liefst doe je dat met beide meisjes.
Maar de dochter van de NSB’er wil het joodse meisje er niet bij hebben.
Wat doe je?
a Je vindt het belangrijk goede maatjes te blijven met de dochter van de NSB’er en zegt
tegen het joodse meisje dat ze een ander groepje moet zoeken.
b Je besluit met het joodse meisje samen te werken.
c Je denkt: ‘mij te lastig hoor’, en zoekt een ander groepje.
d Je hebt geen idee wat je zou doen.
4 In 1944 is er bijna niets meer te eten in jouw woonplaats. Samen met een vriend probeer je eten bij
elkaar te zoeken bij boeren. De honger is zo groot dat je besluit om alleen naar Groningen te gaan. Je
vriend mag niet van zijn ouders.
Wat doe je?
a Je gaat toch: de honger is enorm.
b Je besluit om niet te gaan, want die ouders hebben eigenlijk wel gelijk.
c Je probeert een andere vriend over te halen om ook mee te gaan.
d Je hebt geen idee wat je zou doen.
24
Bijlage 2: Dilemmatest
5 Het is avond en donker buiten. Niemand mag meer op straat zijn. De bel gaat. Je weet dat dit alleen
maar gevaar kan betekenen. Iemand die zich moet verstoppen voor de Duitsers, bijvoorbeeld.
Wat doe je?
a Je doet open, zonder erbij na te denken. Als iemand hulp nodig heeft, is hij welkom.
b Je denkt aan de gevaren voor jezelf en je familie, en laat de deur dicht.
c Je doet de deur op een kiertje open en fluistert: ‘Ga maar naar de overburen’.
d Je hebt geen idee wat je zou doen.
6 De Duitsers hebben mensen nodig om in hun fabrieken te werken. Ook jij krijgt een oproep: je moet je
morgen melden.
Wat doe je?
a Je vraagt je baas een brief te schrijven dat je onmisbaar bent. Dat is niet zo, maar dan
hoef je nu nog niet mee.
b Je meldt je op tijd bij de Duitsers.
c Je duikt onder bij vrienden die ergens anders wonen. Maar je weet dat dit gevaarlijk
kan zijn voor je ouders, broer, zus: misschien worden zij gestraft.
d Je hebt geen idee wat je zou doen.
7 Je loopt op straat en er klinkt afweergeschut. Iedereen duikt een schuilkelder in. Volwassenen duwen je
weg om zelf de kelder in te komen.
Wat doe je?
a Je holt naar een andere schuilkelder.
b Je vecht jezelf naar binnen: jij wilt ook veilig zitten!
c Je probeert op straat ergens te schuilen en hoopt er het beste van.
d Je hebt geen idee wat je zou doen.
8 School is er niet meer en je hebt ontzettende honger. Samen met vrienden probeer je eten te vinden bij
boeren. Dan besluiten je vrienden om een broodkar van een bakker om te duwen om zo broden te pikken.
Wat doe je?
a Je wilt niet meedoen: stelen kan echt niet!
b Je besluit om langs nog meer boeren te gaan.
c Je wilt niet stelen, maar de honger is te groot.
d Je hebt geen idee wat je zou doen.
Kijk op het antwoordblad: wat voor type ben jij?
Dilemmatest antwoordblad
25
Kijk bij iedere vraag welk antwoord (a, b, c, d) je hebt gegeven.
Vul hieronder per vraag je punten in. Voor een d-antwoord krijg je geen punten.
1
1
1
1
1
1
1
1
a 1 punten; 8
b
c
d
punten; 4
punten; 0
punten, dus ik heb …… punt(en)
a 8 punten; 4
b
c
d
punten; 1
punten; 0
punten, dus ik heb …… punt(en)
a 1 punten; 7
b
c
d
punten; 3
punten; 0
punten, dus ik heb …… punt(en)
punten; 3
punten; 0
punten, dus ik heb …… punt(en)
a 8 punten; 2
b
c
d
punten; 3
punten; 0
punten, dus ik heb …… punt(en)
a 8 punten; 1
b
c
d
punten; 4
punten; 0
punten, dus ik heb …… punt(en)
a 2 punten; 4
b
c
d
punten; 2
punten; 0
punten, dus ik heb …… punt(en)
a 4 punten; 8
b
c
d
punten; 8
punten; 0
punten, dus ik heb …… punt(en)
a 1 punten; 2
b
c
d
Tel al je punten bij elkaar op: …… punten
Tel nu het aantal keer dat je antwoord d hebt gegeven: …… keer
Wat zegt het antwoord over jou?
Heb je meer dan vier keer een d ingevuld?
Vond je het zo moeilijk? Of had je geen zin om na
te denken? Toch maar eens doen – keuzes maken is
heel belangrijk! Als je nooit durft te kiezen, kiest een
ander voor jou.
Heb je tussen 31 en 42 punten?
Je bent dapper, maar denkt ook goed na over de ri-
Heb je 16 punten of minder?
Je hebt wel wat weinig punten. Je bent erg voorzichtig. Daarmee had je een grote kans de oorlog te
overleven. Maar als iedereen zo was geweest als jij,
had de oorlog misschien wel langer geduurd.
Heb je meer dan 42 punten?
Ben je echt zo moedig? Of ben je vooral onvoorzichtig? Je moet ook wel aan je eigen veiligheid denken!
Je had je in de oorlog vast ingezet voor iedereen die
vervolgd werd. Maar of jij het zelf overleefd zou hebben, is maar de vraag.
Heb je 17 – 30 punten?
Je bent voorzichtig en kiest meer voor veiligheid dan
avontuur. Je vindt je eigen familie erg
belangrijk. Je denkt goed na voor je een keuze maakt
en weegt de risico’ s tegen elkaar af.
Maar soms durf je wel dapper te zijn.
sico’s die je loopt. Jij wil graag mensen helpen, maar
houdt je ogen open voor het gevaar. Daarom doe
je ook wel eens niets. Mensen zoals jij waren heel
belangrijk voor het verzet.
Deze dilemmatest is ontwikkeld door
26
Bijlage 3: Achtergrondinformatie
Bevrijding van het Zuiden
3.1 Ten strijde voor de bevrijding
Operatie Market Garden
Op 17 september 1944, begon Operatie Market
Garden met luchtlandingen van de geallieerde troepen. Door een gebrek aan vliegtuigen en geoefende
bemanning waren de luchtlandingen over drie dagen
verdeeld. Hierdoor ging het verrassingselement
verloren. Duizenden parachutisten landden in Nederland, van Eindhoven tot Arnhem. De operatie verliep
trager dan verwacht. Bij Son zagen de Duitsers kans
de brug over het Wilhelminakanaal te vernielen. Dit
veroorzaakte oponthoud bij de grondtroepen. Bij
Koevering en Eerde in de omgeving van Veghel moesten de Amerikanen zware gevechten leveren om de
route naar Arnhem open te houden. De weg kreeg de
veelzeggende bijnaam Hell’s Highway.
De Maasbrug bij Grave viel betrekkelijk eenvoudig
in geallieerde handen, maar voor de verovering van
de Nijmeegse Waalbrug werden hevige gevechten
geleverd. In Nijmegen hadden Duitse troepen de
omgeving van de brug zwaar versterkt. Pas na een
wanhopige oversteek van de Waal door Amerikaanse
parachutisten in canvasboten kon de brug veroverd
worden. De opmars naar Arnhem kwam niet verder
dan Elst.
De Slag om Arnhem
De 1e Britse Airborne divisie moest de brug in Arnhem veroveren. Ze landde op 17 en 18 september
ten westen van de stad. Slechts een kleine groep parachutisten wist de noordelijke oprit van de Rijnbrug
te bezetten. Na vier dagen van hevige gevechten heroverden de Duitsers op 21 september de Rijnbrug.
De Airborne divisie trok zich terug naar Oosterbeek.
De 1e Poolse Onafhankelijke Parachutisten Brigade
was dezelfde dag geland bij Driel. Een deel van hen
slaagde erin de Rijn over te steken om de Britse Airbornes te versterken. De overigen groeven zich in bij
Driel. Op 25 september moest de 1e Airborne divisie
zich uiteindelijk over de Rijn terugtrekken. Operatie
Market Garden was mislukt.
Het zuiden bevrijd
Wel waren Nijmegen en omgeving, een deel van de
Betuwe en een strook in Brabant bevrijd. Vanuit dit
gebied werd in oktober en november het overgrote
deel van Brabant en Limburg bevrijd. Bovendien
werd het bevrijde Rijk van Nijmegen in het voorjaar
van 1945 de springplank voor de uiteindelijke bevrijding in mei 1945.
Slag om Overloon
Om het gebied ten westen van de Maas te bevrijden
werd eind september een Amerikaanse pantserdivisie naar Overloon gestuurd. Bij Overloon kwam het
tot de hevigste tankslag van West-Europa maar de
Duitsers bleven meester van het terrein. Pas begin
december was het gebied voldoende in geallieerde
handen. De verwoestingen en het leed onder de
bevolking waren enorm.
Het oosten van Nederland wordt
bevrijd.
De bevrijding van Nederland ging in de lente van
1945 weer door. Vanuit Nijmegen vielen de geallieerden Duitsland binnen en veroverden hier alsnog
de Rijn. Deze grote aanval heette ‘het Rijnlandoffensief’. Toen dit succesvol was konden de geallieerden
vanuit Duitsland de Achterhoek in trekken en meer
van Nederland bevrijden. Het oosten en noorden van
Nederland werden in april bevrijd, alleen het westen
bleef nog bezet.
27
Bijlage 3: Achtergrondinformatie
Capitulatie
Uiteindelijk capituleerden op 4 mei 1945 op de Lüneburger Heide alle Wehrmacht-eenheden in Noordwest Europa. Hoewel de eigenlijke capitulatie toen al
een feit was besloot generaal Foulkes, commandant
van het 1e Canadese Legerkorps, tot een aparte
capitulatieovereenkomst. De Duitse bevelhebber Generaloberst J. Blaskowitz kreeg opdracht om op 5 mei
naar hotel De Wereld in Wageningen te komen om
een gedetailleerd capitulatiedocument te tekenen.
Bij deze bespreking was ook Prins Bernhard, als opperbevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten,
aanwezig. Aan Blaskowitz werden de condities van de
overgave overhandigd. Hij vroeg 24 uur uitstel en zou
de volgende dag op 6 mei dit document ondertekenen. Nederland was bevrijd.
3.2. Wel bevrijd maar geen vrede
Tussen vrijheid en vrede
Midden oktober was het zuiden van Nederland bevrijd. Eindelijk was de bezetting voorbij. Opgetogen
hingen de mensen de rood-wit-blauwe vlag uit toen
de geallieerde troepen de Brabantse dorpen en steden binnentrokken. Tijdens de dansfeesten ontmoetten de Nederlandse meisjes de jonge Engelse, Poolse,
Canadese en Amerikaanse soldaten. Menig huwelijk
kwam uit deze ontmoetingen voort. Na de bevrijding wilden de mensen het liefst zo snel
mogelijk het gewone leven weer oppakken.
Het bevrijdingsfeest was groot maar de kater volgde
snel. Het zuiden van Nederland was bevrijd maar de
vrede leek nog ver weg. De burgers gingen gebukt
onder de oorlog die nog door woedde. Het gebied
langs de grote rivieren was na september 1944
maandenland frontgebied. Hier leefde de bevolking
te midden van voortdurende beschietingen of moest
ze vluchten voor het oorlogsgeweld.
Schaarste
Ook in de rest van het bevrijde Zuiden was de oorlog
nog steeds voelbaar. Alles stond in dienst van de oorlogsvoering. Het geallieerde leger had voorrang bij
alles wat het leger nodig had en de burgers moesten
zichzelf maar zien te redden. En de nood was hoog.
Voedsel was nog steeds schaars en op de bon. Ook
kleding, zeep en brandstof was er nauwelijks. De oorlog had veel verwoestingen aangericht. Gebouwen,
wegen en spoorlijnen waren kapotgeschoten. Er
stond een strenge winter voor de deur en er waren
geen bouwmaterialen om de beschadigde huizen te
repareren. Ook de elektrische centrale en gasfabrieken waren gehavend. De energie die er nog wel was,
was bestemd voor het geallieerde oorlogsapparaat
en de burgers kregen alleen tijdens etenstijd wat
gas geleverd. Ook de levering van elektriciteit was
beperkt. Verder waren er grote vervoersproblemen omdat
de bezetter veel vervoersmiddelen had geroofd
en omdat door het oorlogsgeweld de bruggen en
spoorwegen waren vernield. De burgers waren dan
wel bevrijd maar niet vrij. Reizen was alleen mogelijk
met een vergunning. Telefooncentrales waren zwaar
beschadigd en de telefoonverbindingen die het nog
wel deden, mochten de burgers niet gebruiken. Dit
omdat de geallieerden wilden voorkomen dat onbetrouwbare personen informatie van en voor de vijand
zou overbrieven. De post werd ook gecensureerd. Je
wist maar nooit wat de vijand met de informatie kon.
Afrekening
Direct na de bevrijding begon de afrekening met
mensen die met de vijand hadden geheuld. Meisjes
die het met een Duitse soldaat hadden aangelegd
werden bij wijze van straf in het openbaar kaalgeschoren. Groepen uit het voormalige verzet begonnen meteen met het arresteren van verdachte
personen. Verdacht waren mensen die lid waren
geweest van de NSB; mensen die collaboreerden
28
Bijlage 3: Achtergrondinformatie
met de Duitse bezetter en mensen die onderduikers,
verzetsmensen en joden hadden aangebracht. Ook
de mensen die nauwe banden hadden met deze
verdachte personen en met de Duitsers werden gearresteerd. Hierbij werden veel fouten gemaakt. Duizenden mensen werden opgepakt en zonder procesverbaal vastgehouden. Ze werden overgebracht naar
geïmproviseerde kampen waar de omstandigheden
erbarmelijk waren. Er was geen controle en te weinig
onderzoek. Daardoor werden er ook onschuldige
mensen aangehouden.
29
Bijlage 4
Literatuur over de Tweede
Wereldoorlog
Tip: leg op een aandachtstafel in de klas deze boeken ter inzage en kies een boek als voorleesboek.
Achtergrondinformatie op www.entoen.nu
 De Duitse inval in Nederland en het bombardement op Rotterdam
 Verhalen uit het verzet: de overval in Leeuwarden, Putten, Hannie Schaft, Engelandvaarders
 De NSB
 De Hongerwinter
 De Slag om Arnhem, D-day en de bevrijding in mei 1945
Leesboeken over Tweede Wereldoorlog:
 Eric Heuvel, De ontdekking (Amsterdam 2003) (stripboek)
 Zwarte confetti, foto’s, verhalen, gedichten en tekeningen over de oorlog (10+)
 Paul Biegel, De karabijn (8+)
 Peter Smit, Leve je-weet-wel-wie (8+)
 Gerard Sonnemans, In het hol van de leeuw (9+)
 Sandi Toksvig, Hitlers kanarie (Denemarken) (9+)
 Sunny J. Jansen, In verzet (10+)
 Peter van Gestel, Winterijs (10+)
 Jacques Vriens, Oorlogsgeheimen (11+)
 Theo Engelen, Oorlog in de klas (11+)
 Martine Letterie, Bommen op ons huis (11+)
 Evert Hartman, Oorlog zonder vrienden (12+)
 Els Pelgrom, Kinderen van het Achtste Woud (12+)
 Jan Terlouw, Oorlogswinter (12+)
 Dennis Hamley, De Tweede Wereldoorlog (12+ info)
 Reg Grant, De Tweede Wereldoorlog in Europa (12+ info)
 Oorlog 40- 45.nl. ( 13+) Meer boeken zijn te vinden op www.entoen.nu en www.leesplein.nl
30
Bijlage 5
Monumenten
SON
‘De Parachutist’
herinnert de inwoners
van Son (gemeente
Son en Breugel) aan
de bevrijding van hun
dorp op 17 september
HOLTHEES
Het oorlogsmonument in Holthees is opgericht ter
nagedachtenis aan twintig medeburgers die in de
Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen.
OVERLOON
Het monument ‘Dwangarbeid 1940-1945’ te Overloon brengt alle Nederlanders in herinnering die
tijdens de Tweede Wereldoorlog dwangarbeid hebben verricht.
1944 door het 506de
Parachute Infanterie
Regiment en eenheden
van de 326ste Airborne Engineers. Met het gedenkteken worden de geallieerde militairen die hierbij zijn
omgekomen, herdacht.
GRAVE
Het bevrijdingsteken herinnert de inwoners van
Grave aan Operatie Market Garden’, een geallieerd
bevrijdingsoffensief van 17 tot 26 september 1944.
31
Bijlage 5
GRAVE
Het monument aan de Maaskade herinnert de inwoners van Grave aan de bevrijding op 18 september
1944 door het Amerikaanse 504e regiment van de
82e Airborne Divisie.
HOOGELOON / BLADEL
Het monument aan het Heieind herinnert de inwoners van Hoogeloon (gemeente Bladel) aan het feit
dat het plaatselijke verzet hier in de laatste oorlogsdagen met gevaar voor eigen leven een aantal
Amerikaanse piloten onder de grond verborgen heeft
gehouden.
EINDHOVEN
Het oorlogs- en bevrijdingsmonument in Eindhoven
is opgericht ter nagedachtenis aan de circa 500 à
600 medeburgers die tijdens de bezettingsjaren door
oorlogshandelingen zijn omgekomen.
HOOGELOON / BLADEL
Het herdenkingsmonument in Hoogeloon (gemeente
Bladel) is opgericht ter nagedachtenis aan alle
gesneuvelden in de Tweede Wereldoorlog. In het bijzonder worden twee
Nederlandse, één
Britse en vier Amerikaanse militairen
herdacht die in de
strijd tegen de bezetter zijn gesneuveld.
32
Bijlage 5
BEST
Het ‘Joe Mann monument’ herinnert de inwoners
van Best aan alle geallieerde militairen die tijdens de
Tweede Wereldoorlog op Nederlands grondgebied
zijn gesneuveld en in het bijzonder aan Joe Mann.
Op 19 september 1944 redde deze Amerikaanse parachutist het leven van zijn kameraden door zich op
een handgranaat te werpen. De tekst op het monument luidt:
‘ZIJN BUITENGEWONE VOORKOMENDHEID
EN ZIJN SCHITTEREND GEDRAG
WAREN EEN EEUWIGDURENDE INSPIRATIE
VOOR ZIJN KAMERADEN,
VOOR WIE HIJ ZIJN LEVEN GAF’.
De pelikaan is een christelijk symbool voor totale zelfopoffering. Volgens de legende voedt de vogel zijn
jongen met zijn eigen bloed.
VUGHT
Het Nationaal Monument Kamp Vught in Vught
herinnert aan wat zich hier tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft afgespeeld. Tevens moet het kamp
mensen bewust maken van het feit dat vergelijkbare
systemen en middelen niet zomaar tot de geschiedenis behoren, maar nog steeds in onze wereld
voorkomen.
Op het kindergedenkteken staan de namen en de
leeftijden van de 1.269 joodse kinderen die in juni
1943 zijn weggevoerd met de zogenoemde kindertransporten. Het is gemaakt door de beeldhouwer
Teus van den Berg-Been. Sinds de oprichting van
het monument zijn meer namen bekend geworden,
waardoor nu 1.296 namen bekend zijn. Eigenlijk
heet het gedenkteken het ‘Monument voor de weggevoerde Joodse kinderen’, maar al snel werd het
afgekort tot ‘kindergedenkteken’.
33
Bijlage 6: Achtergrondinformatie
Dankzij de ondergrondse
Op 17 september, ’s middags om 13:00 uur, vloog een
armada van honderden geallieerde transportvliegtuigen (Skytrains), zweefvliegtuigen en jachtvliegtuigen
boven Hoogeloon (zie luisterkei 102: Gevallen engel).
Zij kwamen vanuit België en vlogen richting Eindhoven. Het was etenstijd, maar iedereen liep naar
buiten, want zoiets had men nog nooit gezien. En wat
vooral opviel was dat er vliegtuigen bij waren die aan
een kabel zweefvliegtuigen (Waco’s) meesleepten.
Spoedig zou men ontdekken wat dat was.
In de cockpit van elk zweefvliegtuig was plaats voor
een piloot en een copiloot. De Waco’s waren
beladen met zwaarder materieel, zoals jeeps en
met voorraden geladen aanhangwagens. Vaak zaten
er dan ook de militairen in, die daarmee moesten
werken. De zweefvliegtuigen waren zeer kwetsbare
toestellen; het frame bestond uit holle ijzeren pijpen,
daaromheen zat een soort zeildoek, de vloer en de
vleugels waren van hout.
Door het Duitse luchtafweergeschut in de nabijheid
van Bladel en Hoogeloon werden zes transporttoestellen zodanig getroffen dat zij in brand vlogen en
neerstortten. Vijf Skytrains trokken een zweefvliegtuig. Gelukkig werden die nog op tijd losgekoppeld
en konden, naar later bleek, veilig aan de grond
komen. Een van de vliegtuigen kwam terecht op een
schuur, waar net een verjaardagsfeest gevierd werd.
Vier mensen, waaronder drie mensen uit hetzelfde
gezin, verloren hierdoor het leven. De ondergrondse kwam meteen in actie om de
overlevenden van de neergestorte vliegtuigen en de
gelande zweefvliegtuigen te verbergen voor de Duitsers. Juffrouw van Hoof, de halfzus van verzetsman
Adriaan Goossens fietste naar de Heikant, waar een
aantal vliegtuigen waren neergekomen. Ze wist de
soldaten die zich schuilhielden te overtuigen dat haar
bedoelingen goed waren. De Amerikanen hadden
kaarten bij zich en vroegen waar Son lag. De soldaten
wilden meteen door naar Son om hun opdracht te
voltooien maar Van Hoof wist ze tegen te houden. Ze
zouden in dit gebied, bezaaid met Duitsers, en waar
ze de weg niet kennen, het nooit overleven. Als Adriaan Goossens, Frans van den Wildenberg,
Piet Waterschoot en Jan Gooskens aankomen,
vertrekken ze met drie jeeps, die aan de zweefvliegtuigen zaten, weg uit het open veld, richting het bos
aan het Heieind. Twintig man, allemaal van de 82e en
101e Airborne divisie werden verborgen in gecamoufleerde ondergrondse schuilplaatsen. Tinus Smetsers
bracht vanuit Casteren Amerikaanse overlevenden.
En pater Gijsbers bracht Harry Tinckom uit Pennsylvania naar deze plek. Twee gewonde piloten waren
aanvankelijk opgevangen op de nabijgelegen boerderij van Karel Smulders. Maar ook zij werden later
overgebracht het bos. Het was namelijk te gevaarlijk
om ze op de boerderij te houden in verband met
zoekacties van Duitse soldaten. Bij Fons van der
Heijden uit Netersel ontdekten de Duitsers soldaat
Moses Lopez, een parachutist van de 101ste Luchtlandingsdivisie, die daar samen met Nederlandse
onderduikers verborgen zat. Van der Heijden werd
daarvoor gefusilleerd.
Het grootste deel van de Amerikaanse soldaten is de
volgende dag in de jeeps en begeleid door leden van
de ondergrondse op weg gegaan naar Son.
In de daarop volgende dagen kwamen er opnieuw
mannen uit later gecrashte Skytrains en
zweefvliegtuigen naar het Heieind. Uiteindelijk zat
hier in de bossen een groep van ongeveer twintig
34
Bijlage 6: Achtergrondinformatie
geallieerde militairen. Medische hulp kregen ze van de dokter uit Vessem,
Dr. Gehéniau en zuster Regina uit Hapert. Niet alleen
zij en het verzet waren betrokken bij het verborgen
houden van de Amerikanen, ook de boeren van
het Heieind wisten ervan. De drie boerderijen van
Gooskens, Koolen en Smulders hielpen waar het
kon. Gooskens had onderduikers en ook Duitsers
ingekwartierd zitten. Om beurten kookten de drie
boerengezinnen voor de Amerikanen, waarna het
eten met bakfietsen werd gebracht door de knechten
of de onderduikers. Om niet op te vallen verborgen
zij die proviand in de melkbussen die zij bij zich hadden als zij de koeien, die in de wei stonden, gingen
melken. De verborgen geallieerden werden op 21
september ontzet door de Britten, die bij die actie
ook nog eens ongeveer honderd Duitsers, die in
Hoogeloon waren, krijgsgevangen konden maken.
35
Bijlage 7: Werkblad 1
Tussen vrijheid en vrede
Het leger van de geallieerden is het bevrijdingsleger van de Canadezen, Britten, Russen en de Amerikanen.
Bezette landen zoals Frankrijk, België, Nederland en Polen waren bondgenoot van de geallieerden.
A
Bekijk hoofdstuk 1 en beantwoord deze vragen:
1 Op D-Day kwam de langverwachte landing van de geallieerden in Normandië. Wanneer was dat?
2 Welke voertuigen gebruikten de geallieerden?
3 Waarmee vochten ze?
4 Hoe reageerden de Duitsers in Nederland op de oprukkende geallieerden?
5 En hoe reageerden de Nederlanders?
36
B
Bijlage 7: Werkblad 1
Bekijk hoofdstuk 2 en beantwoord de volgende vragen:
1 Wat wilden de geallieerden bereiken met Operatie Market Garden?
2 Waardoor is de Slag om Arnhem verloren?
3 Wanneer was het Peelgebied bevrijd?
C
Bekijk hoofdstuk 3 en beantwoord de volgende vragen:
1 Hoe reageren de mensen op de bevrijders?
Tijdens Operatie Market Garden zijn ruim 17.000 geallieerde soldaten gedood, raakten gewond of werden
krijgsgevangen gemaakt. Aan Duitse zijde sneuvelden naar schatting tussen de 4000 en 8000 soldaten.
2 Welke hoge prijs hebben de burgers betaald voor de bevrijding?
3 Welke noden had de burgerbevolking na de bevrijding?
4 Je ziet in de film mensen in de rij staan. Waarvoor staan ze in de rij?
5 Waardoor was er gebrek aan van alles?
37
Bijlage 7: Werkblad 1
6 Met welke vreemde gewoonten en gebruiken krijgt de bevolking te maken?
7 Wat doen de bevrijders voor de kinderen?
8 Het zuiden is bevrijd. Is het al veilig voor de burgers? Zijn ze al vrij? Leg je antwoord uit.
D
Bekijk hoofdstuk 4 en beantwoord de volgende vragen:
1 Wie worden er gearresteerd?
2 Zijn daar ook kinderen bij?
3 Wat gebeurt er met deze mensen?
4 Gaat het arresteren en opsluiten van deze mensen zoals het hoort? Leg je antwoord uit. 38
Bijlage 8: Werkblad 2
Amerikanen in Hoogeloon
Op 17 september 1944, ’s middags om 13.00 uur,
vlogen honderden geallieerde vliegtuigen boven
Hoogeloon. Zij kwamen vanuit België en vlogen
richting Eindhoven. Het was etenstijd, maar iedereen liep naar buiten, want zoiets had men nog nooit
gezien. En wat vooral opviel was dat er vliegtuigen bij
waren die aan een kabel zweefvliegtuigen (Waco’s)
meesleepten.
Het Duitse luchtafweergeschut raakte zes vliegtuigen.
Zij vlogen in brand en stortten neer. Vijf van deze
vliegtuigen trokken een zweefvliegtuig. Gelukkig
konden die nog op tijd worden losgekoppeld en veilig
aan de grond komen.
In Hoogeloon en omgeving was een verzetsgroep actief. Toen de vliegtuigen waren neergestort, kwamen leden
van de ondergrondse meteen in actie. Juffrouw van Hoof fietste meteen naar de Heikant, waar een aantal
vliegtuigen waren neergekomen. Ze overtuigde de soldaten dat haar bedoelingen goed waren. De Amerikanen
hadden kaarten bij zich en vroegen haar waar Son lag. Hier wilden ze naartoe om hun opdracht te voltooien
maar juffrouw Van Hoof weerhield de mannen van dit plan. Overal zaten Duitsers; zij konden daar nu niet naar
toe gaan.
De ondergrondse hielp de piloten die neergestort waren. Wat deed ondergrondse nog meer?
Wat zou er kunnen gebeuren als de soldaten wel naar Son waren gegaan?
Bijlage 8: Werkblad 2
39
Juffrouw Van Hoof wachtte in het open veld op haar halfbroer Adriaan Goossens. Hij kwam met Frans van den
Wildenberg, Piet Waterschoot en Jan Gooskens op de Heikant aan. Ze vertrokken met zijn allen met de drie
jeeps, die in de zweefvliegtuigen zaten, naar beschut gebied. Ze reden richting het bos aan het Heieind. De
verzetsmensen zorgden ervoor dat zo’n twintig mannen zich in gecamoufleerde ondergrondse schuilplaatsen
konden verbergen. Ook vingen ze nog meer Amerikaanse overlevenden op die in de buurt zijn neergekomen.
Hieronder zie je een plattegrond van het gebied rond Hoogeloon.
A: Het centrum van Hoogeloon.
B: Hier kwamen een aantal (zweef)vliegtuigen neer die door het Duits afweergeschut waren geraakt. C: Hier werden de Amerikanen naartoe gebracht.
D: Ten westen hiervan zaten de Duitsers met hun afweergeschut.
Welke route zou jij nemen van punt B naar punt C?
Teken deze op de kaart.
Niet alleen het verzet was betrokken bij het verborgen
houden van de Amerikanen, ook de boeren van het Heieind wisten ervan. De boerengezinnen Gooskens, Koolen
en Smulders hielpen waar het kon. Om beurten kookten
ze voor de Amerikanen, waarna knechten of de onderduikers het eten met bakfietsen brachten. Om niet op
te vallen verborgen zij die proviand in de melkbussen
die zij bij zich hadden als zij de koeien, die in de wei
stonden, gingen melken.
Amerikaanse soldaten samen met boer Smulders uit Hoogeloon
In zulke melkbussen werd de melk van de koeien verzameld. De boeren
gebruikten de bussen in september 1944 ook om voedsel te smokkelen
40
Bijlage 8: Werkblad 2
Op 21 september bereikten de Britse grondtroepen het gebied. De opgevangen soldaten gingen met hen mee.
De soldaten hadden zich vier lange dagen en nachten schuilgehouden in het bos.
Kijk om je heen. Kun je hier goed schuilen? Leg je antwoord uit.
Stel je voor dat hier twintig mannen zaten. Wat moet je doen en wat moet je laten om niet
opgemerkt te worden?
Doen:
Laten:
Ga ongeveer twintig stappen van elkaar af met de rug naar elkaar toe staan.
Geef aan op de schaal van zacht naar hard wanneer je elkaar nog hoort praten.
zacht
1
hard
2
3
4
5
6
7
8
9
10
De communicatie tussen de mensen van het verzet en Amerikanen was lastig. De Amerikanen spraken geen Nederlands en de meeste Hoogeloners spraken geen Engels. Daardoor ontstonden er misverstanden. Bijvoorbeeld:
een Amerikaan vroeg aan een verzetsman of de grote radiozendapparatuur de landing goed had doorstaan.
De verzetsman begreep dat hij het grote apparaat wilde hebben en ging het met wat andere mensen halen. Ze
sleepten het grote apparaat door het open veld naar het bos waar de Amerikanen zaten.
Welke risico’s namen de verzetsmensen door die radiozendapparatuur te verslepen?
Als je elkaar moeilijk kan verstaan, hoe zorg je er dan voor om een boodschap over te brengen?
41
Bijlage 8: Werkblad 2
Hieronder zie je een paar zinnen die je gaat vertellen. Vertel om de beurt een zin. Zorg ervoor dat de ander
jouw zin niet ziet (vouw het werkblad over de zin heen). Je mag geen Nederlandse of Engelse woorden
gebruiken.
1 Kun je me vertellen waar de weg naar Son is?
2 Het eten zit in de melkbussen verstopt. Deze staan bij het zandpad.
3 Pas op. Een Duitse gevechtseenheid nadert het bos.
4 De Britten komen er aan. Jullie kunnen met de Britten mee naar Son.
Verzin zelf ook een paar zinnen die de mensen gezegd zouden kunnen hebben.
Het verzet was in kleine losse groepjes georganiseerd. Men kende elkaars naam niet, of alleen een schuilnaam.
Verzin een goede schuilnaam voor jezelf.
Het verzet in de regio bezocht de dorpen per fiets of te voet en communiceerde meestal mondeling en af en toe
via brieven.
Wat is de reden dat de mensen van het verzet vooral met elkaar spraken en elkaar niet zo snel schreven?
Er waren in deze omgeving veel mensen betrokken bij het verborgen houden van de grote groep Amerikanen.
Dat waren de mensen van het verzet maar ook een grote groep omstanders, zoals de boeren van het Heieind,
de pastoor en het schoolbestuur. Zij wisten dat er verzet actief was en ook wie daarbij betrokken waren. Vooral
de boeren waren onmisbaar om de grote groep Amerikanen een paar dagen verborgen te houden. Maar hoe
wist je nou zeker wie er wel of niet te vertrouwen is? In deze omgeving woonden maar weinig mensen. De mensen kenden elkaar, ook al van de tijd voor de oorlog. De saamhorigheid in het dorp was groot. Het was in het
dorp heel gewoon om elkaar te helpen. Ook hadden de mensen genoeg van de Duitse bezetting. Dat kwam omdat er weinig levensmiddelen waren en omdat de Duitsers mannen meenamen om te gaan werken in Duitsland.
Hoe zou dat nu gaan? Helpen de mensen in het dorp elkaar nog steeds zo goed? Leg je antwoord uit.
Wanneer is iemand volgens jou te vertrouwen?
42
Bronnen
Bronnen
Uitgave:
 Tussen vrijheid en vrede, het bevrijde Zuiden, september ’44 mei -’45; Jan A. Van Oudheusden,
Henk Termeer; Waanders Uitgeverij Zwolle, Stichting Brabantse Geschiedbeoefening,
’s Hertogenbosch; ISBN 90-6630-484-7
 Meesterlijk Verzet: September 1944, het verhaal van Adriaan Goossens uit Hoogeloon; J. Buylinckx.
Beeldmateriaal:
 Stichting Liberation Route
 Nationaal Monument Kamp Vught
 Wikimedia Commons
 Erfgoed Brabant
Internet:
 www.entoen.nu
 www.wikipedia.nl
 www.februaristaking.nl
 www.geheugenvanplanzuid.nl/tijdtijn/razzia’s2.htm
 www.4en5mei.nl/4en5mei
 www.liberationroute.nl
Overig:
 Dilemmatest – Anno
Met dank aan:
 Ben Bregman, EDU-ART
 Harrie Baijens
 Henk van Genuchten
43
Colofon
Dit is een uitgave van:
Liberation Route Brabant
www.liberationroute.nl
Opdrachtgever:
Vrijetijdshuis Brabant
Ontwikkeling en samenstelling:
Elsebeth Hoeven
Erfgoed Brabant
Vormgeving:
ValthetOp?Grafischevormgeving
Met medewerking van:
Nationaal Monument Kamp Vught
Museum Bevrijdende Vleugels
Liberty Park Overloon
Liberation Route Brabant is een samenwerkingsproject van Vrijetijdshuis Brabant, Liberty Park Overloon, Museumpark Bevrijdende Vleugels en Stichting Platform Market Garden. Liberation Route Brabant maakt onderdeel
uit van Stichting Liberation Route Europe.
©2012 Vrijetijdshuis Brabant / Liberation Route Brabant
Download