Uittreksel AI-blad 18: Laboratoria AI-bladen De Arbo-Informatiebladen, kortweg AI-bladen, verduidelijken voor werkgevers en werknemers de betekenis van arbowet- en regelgeving. Ze hebben een adviserende en voorlichtende functie en hebben geen formele status (de Arbeidsinspectie kan niet op de inhoud ervan handhaven). De bladen verschijnen onder toezicht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het gebruik van sommige persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s), zoals een laboratoriumjas en een veiligheidsbril, is algemeen gebruikelijk in laboratoria. Met het aanvullend gebruik van andere PBM’s moet men terughoudend zijn. PBM’s zijn altijd een laatste redmiddel, het gebruik ervan is niet altijd effectief en bovendien vaak belastend voor de gebruikers. Bekende voorbeelden zijn speciale jassen, brillen of handschoenen, ademhalingsbeschermingsmiddelen of gehoorbeschermingsmiddelen (zie hoofdstuk 8). Het is duidelijk dat de algemene strategie toepasbaar is op allerlei risicotypen: het risico van brand of explosie, risico’s van het werken met laseropstellingen of ultrasone bronnen en risico’s van de toepassing van radioactieve stoffen of micro-organismen. 2.3 De laatste stap in de strategie is het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (zie hoofdstuk 8). Deze variëren van beschermende brillen en laboratoriumjassen tot ademhalingsbeschermingsmiddelen en handschoenen. Het voortdurend dragen van een laboratoriumjas en een veiligheidsbril tijdens het werk is aan te bevelen. Door een goede ruimtelijke ventilatie en het gebruik van zuurkasten is ademhalingsbescherming slechts in zeer bijzondere situaties noodzakelijk. Het gebruik van handschoenen als bescherming tegen chemicaliën vraagt om een kritische instelling (zie paragraaf 8.3). 5.3 PBM’s tegen mechanische invloeden omvatten veiligheidsbrillen (liefst met zijschermen), gelaatsschermen en werkhandschoenen van leer, rubber of kunststof. In meer bijzondere gevallen wordt gebruikgemaakt van veiligheidsschoenen en veiligheidshelmen. Veiligheidsbrillen Ter bescherming van de ogen tegen spattende chemicaliën voldoet vrijwel elke veiligheidsbril die is voorzien van zijkapjes. Veelal worden kunststof glazen gebruikt. De noodzaak van het dragen van een bril wordt bepaald door een evaluatie van de risico’s van de werkzaamheden. Als in een werkruimte voortdurend brillen moeten worden gedragen, wordt dit aangegeven met een gebodsbord (zie paragraaf 9.1). Het draagcomfort van een bril is van groot belang; een bril die niet prettig zit, wordt zelden gebruikt. Voor de bescherming tegen bepaalde fysische en mechanische factoren bestaan speciale brillen. Voor situaties waarbij kans op rondvliegende glassplinters en dergelijke bestaat, zijn brillenglazen van slagvast materiaal (bijvoorbeeld polycarbonaat) of gehard glas (veiligheidsglas) noodzakelijk. Blootstelling aan intense ultraviolette straling of infraroodstraling wordt beperkt door filterende glazen. Samenvatting Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen is de laatste stap in het beheersen van de risico’s in laboratoria. In laboratoria wordt met name gebruikgemaakt van laboratoriumjassen, veiligheidsbrillen en handschoenen. Het selectief gebruiken van wegwerphandschoenen komt in een aparte paragraaf aan de orde.