Griffie Commissie voor economie, mobiliteit en grote stedenbeleid Datum commissievergadering : - DIS-stuknummer : Behandelend ambtenaar : Directie/afdeling : Nummer commissiestuk : Datum : Bijlagen : 1045328 mr. K.S.R. van Driel Directie Economie & Mobiliteit EMG-0224 16 november 2004 - Onderwerp: Kosten van versnelling c.q vertraging Project PPS-A59 Voorstel van GS aan PS: ter bespreking in het kader van uw: ter kennisneming Opmerkingen van het Presidium/Griffie: Griffier der Staten, namens deze, mr. J.W.L.M. Zwepink . vertegenwoordigende rol>onderdeel A kaderstellende rol>onderdeel B controlerende rol>onderdeel D uitvoerende rol>onderdeel C Notitie ten behoeve van de commissie voor Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid Besluit Wij hebben besloten om in te stemmen met het behaalde onderhandelingsresultaat van € 3.019.000,= en € 62.000,= onderhoudskosten (beide exclusief BTW) betreffende Wijziging 004 Flora- en Faunavoorzieningen in kader project PPS-A59. Bestuurlijk uitgangspunt is een gelijke lastenverdeling tussen het ministerie van Verkeer en Waterstaat, het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit en de provincie. De provinciale kosten worden ten laste gebracht van het risicofonds PPS-A59. Hierover is uw commissie mondeling geïnformeerd tijdens de commissievergadering van 17 september 2004. Voor wat betreft de kostenopgave betreffende de vertragingskosten, oorspronkelijk door Poort van den Bosch geraamd en geclaimd bedrag van € 3.093.717,= is destijds afgesproken om deze vertragingskosten separaat te behandelen. Dit vanwege de complexiteit ten aanzien van de aspecten tijd en financiën en omdat er nog een tweetal vertragingsaspecten aan de orde zijn, te weten vertraging als gevolg van de verlegging van Kabels en Leidingen en vertraging vanwege het later kunnen starten met de uitvoering door Poort van Den Bosch (42 dagen-regeling). Met het bereiken van het technisch akkoord kon snel met de uitvoering van deze Wijziging worden gestart. Hiermee is verdere vertraging en derhalve aanzienlijke additionele vertragingskosten voorkomen. Inmiddels is ook overeenstemming bereikt met betrekking tot deze vertragingsaspecten. De onderhandelingen hebben geleid tot een resultaat dat voor de provincie een beperkte directe financiële bijdrage vergt groot € 600.000,= (excl. BTW) die niet was voorzien, een reeds voorziene betaling van € 200.000,= (excl. BTW), alsmede een waarde aan het niet opleggen van kortingen in verband met optredende rijstrookafsluitingen, en een aanpassing van de reeds eerder overeengekomen 42 dagenregeling betreffende vertraging in de gunning. Voorgeschiedenis Op 11 november 2002 is namens provincie Noord-Brabant een aanvraag om een ontheffing ex artikel 75 Flora- en Fauna Wet bij de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) ingediend. De minister van LNV heeft op 14 mei 2003 een ontheffing onder voorwaarden verleend. Deze bij de ontheffing behorende voorwaarden schreven onder andere voor dat er een aantal voorzieningen getroffen zouden moeten worden ter bescherming van flora en fauna, zoals bijvoorbeeld een multifunctionele wildtunnel van minimaal 2,5 meter hoog en minimaal 40 meter breed. De voorzieningen die volgens de aan deze ontheffing gekoppelde voorwaarden aangebracht zouden moeten worden, zouden de voorzieningen overtreffen waarmee in het project tot op dan rekening gehouden was. Dientengevolge werd op 27 mei 2003 namens Gedeputeerde Staten bezwaar gemaakt tegen deze ontheffing met als resultaat dat op 15 september 2003 het ministerie van LNV een nieuw besluit nam met daarin opgenomen de maatvoeringen zoals aangegeven in onderstaand verbetervoorstel. Het verbetervoorstel houdt in: Eén multifunctionele wildtunnel van 2,00 meter hoog en 8,00 meter breed over een lengte van circa 70 meter waarbij in deze tunnel zowel in de middenberm als in de zijbermen lichtopeningen zijn aangebracht. 3 tunnels voor amfibieën en zoogdieren van 1,00 meter hoog en 2,00 meter breed 5 tunnels voor amfibieën en zoogdieren van Ø 0,4 meter. Bij dossier van 9 september 2003 heeft u commissie EMG kennisgenomen van het bestuurlijk akkoord tussen het ministerie van V&W, het ministerie van LNV en de provincie betreffende een ambtshalve wijziging inzake de aanpassingen van de maatvoering van de Flora- en Faunapassages op het traject A59. Over de hoogte van de bijdrage in de kosten van aanleg is zowel nader overleg gevoerd met de beide ministeries als met de opdrachtnemer om de kosten van aanleg exact te bepalen. Na bestuurlijk overleg is -2- door het ministerie van V & W en door het ministerie van LNV een financiële bijdrage toegezegd. De provincie is eveneens gehouden in de kosten bij te dragen. Uitgangspunt is een gelijke lastenverdeling tussen beide ministeries en de provincie. Bij brieven van 9 september 2003 hebben wij beide ministeries gevraagd om formele bevestiging van bovengenoemd verbetervoorstel en een bijdrage in de kosten. Het ministerie van V & W heeft hierop nog niet gereageerd. Wel is mondeling contact waaruit blijkt dat het ministerie de kwestie in behandeling heeft. Het ministerie van LNV heeft bij brief van 23 maart 2004 laten weten dat de financiële afhandeling via het ministerie van V & W dient te lopen. Bouw en onderhoudskosten Middels voornoemd besluit van 9 september 2003 is besloten om nader in onderhandeling te treden met Poort van Den Bosch inzake de (uitvoerings) kosten van de te treffen voorzieningen. Poort van den Bosch heeft hiertoe op 26 november 2003 een Wijzigingsvoorstel naar de provincie gestuurd omtrent de kosten van dit verbetervoorstel. De meerkosten bedragen volgens deze kostenopgave € 7.090.942,= exclusief BTW, bestaande uit € 3.726.286,= realisatiekosten, € 270.939,= onderhoudskosten en € 3.093.717,= vertragingskosten. Dit Wijzigingsvoorstel was het vertrekpunt voor een uitvoerig onderhandelingstraject tussen provincie Noord-Brabant en Poort van Den Bosch. Voornoemd onderhandelingstraject heeft geresulteerd in een gezamenlijk overzicht ten aanzien van de nadere onderbouwing en specificatie van de realisatie en onderhoudskosten van de Faunapassages. Op basis hiervan is de uiteindelijke beprijzing vastgesteld. De realisatiekosten zijn vastgesteld op € 3.019.000 exclusief BTW, en de onderhoudskosten op € 62.000,-, exclusief BTW. Op basis van hiervoor genoemde bestuurlijke afspraak dat de kosten gelijkelijk worden verdeeld tussen het ministerie van V&W, het ministerie van van LNV en de provincie wordt 2/3 deel van deze kosten in rekening gebracht bij deze ministeries. Op verzoek van het ministerie van LNV wordt de declaratie aan het ministerie van V&W gezonden en vindt er later verrekening plaats door dit ministerie met het ministerie van LNV. Vertragingskosten De onderhandelingen met PdB betreffende de vertragings- en versnellingskosten zijn inmiddels gevoerd. De adequate wijze van afhandeling van het bouwkostendossier heeft in belangrijke mate bijgedragen om verdere vertraging en derhalve aanzienlijke additionele vertragingskosten te voorkomen. Verder is van belang geweest dat de door de opdrachtnemer ingediende vertragingsoorzaken inzake de eerder overeengekomen vertraging in de gunning (42 dagen regeling) en de vertraging in het verleggen van kabels en leidingen, in de onderhandelingen zijn betrokken. Door deze overige vertragingsaspecten te betrekken in de onderhandelingen konden in één slag de bestaande financiële claims worden afgehandeld. Het nu bereikte resultaat is mede voortgekomen uit de wens van partijen om de deadlinedatum te halen, juridische procedures te voorkomen en op basis van transparantie tot afspraken te komen. Essentieel is derhalve dat met het voorliggende dossier de deadlinedatum van 31 december 2005 kan worden gehaald, in tegenstelling tot de anders bestaande situatie van het toekennen van vertragingskosten als zodanig, met verschuiving van de deadlinedatum naar een later tijdstip en hogere kosten gezien de vergoedingssystematiek als opgenomen in het contract. De onderhandelingen hebben geleid tot een resultaat dat voor de provincie een beperkte directe financiële bijdrage vergt groot € 600.000,= (excl. BTW) die niet was voorzien, een reeds voorziene betaling van € 200.000,= (excl. BTW), alsmede een waarde aan het niet opleggen van kortingen in verband met optredende rijstrookafsluitingen, en een aanpassing van de reeds eerder overeengekomen 42 dagenregeling betreffende vertraging in de gunning. In schema gezet ziet dit er als volgt uit: -3- A. B. C. D. Lump sum betaling versnelling/vertraging Betaling vertraging in de gunning (1 april - 15 mei 2003) Vrijstelling boetepunten per 1 januari 2006 Vrijstelling vlucht- en rijstrookreductie Totale waarde (alles excl. BTW) € € € € 600.000 200.000 200.000 150.000 (niet voorzien) (voorzien) (was € 339.108) (geen gevolg) € 1.150.000 De onderhandelingen hebben daarmee geleid tot een aanzienlijke beperking van de geclaimde vertragingskosten € 3.093.717,= ex BTW, inclusief het vervallen van de vertragingskosten kabels en leidingen en het gebruik maken van de 42 dagen regeling ter “financiering” van het totaal de compenseren bedrag van € 1.150.000,=. Per saldo leidt dit derhalve tot een extra betaling van € 600.000,= (excl. BTW). Dit bedrag kan ten laste worden gebracht van het risicofonds. Toelichting onderhandelingsresultaat vertragingskosten Gezien de comlexiteit en gedetailleerdheid van de afspraken volgt hierbij een algemene verduidelijking van het bereikte onderhandelingsresultaat. Ad A: Lump sum betaling: De opdrachtnemer dient zich in vergaande mate in te spannen om de deadlinedatum te halen. De grens daarin wordt bepaald door de redelijkheid en billijkheid. Excessieve kosten dienen te worden vergoed. Indien zich vertragingsoorzaken aandienen bestaat anderzijds de kans om een nieuwe deadlinedatum af te spreken en vertragingskosten vergoed te krijgen. Dat is niet het uitgangspunt van de onderhandelingen geweest. Partijen wensen beide de bestaande deadlinedatum van 31 december 2005 te halen. De vraag deed zich daarom voor of er een directe financiële bijdrage ter beschikking diende te worden gesteld om een versnelling (inhalen vertraging) bereiken en daarmee de deadlinedatum alsnog te halen. In samenhang met de overige financiële aspecten en herziening van de planning en efficiencymaatregelen is een directe betaling van € 600.000,= (excl.BTW) overeengekomen. Daar de middelen hiervoor niet zijn voorzien dient dekking daarvan vanuit het Risicofonds PPS-A59 plaats te vinden. Deze betaling van € 600.000 is een aanzienlijke beperking in vergelijking met een oorspronkelijke claim tot betaling van ruim € 3.000.000 en kan derhalve als een goed onderhandelingsresultaat worden gezien. Ad B: Betaling vertraging in de gunning: Door de provincie was voorzien in betaling van de pré beschikbaarheidsvergoeding per 1 april 2003. Dit is echter 15 mei 2003 geworden door de latere verlening van het Aanvangscertificaat. Opdrachtnemer wijt dit aan de vertraging in de gunning als gevolg van een destijds aan de orde zijnde kort geding dat uiteindelijk succesvol is beëindigd. GS hebben destijds besloten een regeling te treffen voor de vertraging in de gunning waarbij de optie is opgenomen om alsnog de niet verrichte betaling ad € 200.000,= te voldoen alsmede een buffer op te nemen voor het oplopen van boetepunten. De hiermee achtergestelde betaling wordt bij het voorstel alsnog verricht. Betaling van deze € 200.000,= vindt plaats na ondertekening van het Voltooiingscertificaat. Dit heeft geen negatieve invloed op de financiering van het project. Deze kosten zijn opgenomen in de geraamde te betalen beschikbaarheidsvergoedingen aan Poort van Den Bosch en dit zijn dus geen extra kosten waar nieuwe reserveringen voor noodzakelijk zijn. Ad C: Vrijstelling boetepunten per 1 januari 2006 Zoals bij punt 2. gemeld is destijds ook afgesproken om Poort van Den Bosch een vrijstelling Boetepunten te geven. Het bijbehorende bedrag in 2003 was € 339.108,=. Als gevolg van de recente onderhandelingen is dit bedrag teruggebracht tot € 200.000,=. Dit betreft feitelijk een soort “tegoedbon”ter leniging van eventueel toekomstig toegekende boetepunten. -4- Ad D: Vrijstelling vlucht- en rijstrookredutie: In afwijking van het bepaalde in het contract en het hiervoor gestelde zal de Provincie Noord-Brabant medewerking verlenen aan het afsluiten van één rijbaan (twee rijstroken en een vluchtstrook) voor alle verkeer, mits daartoe toestemming wordt verleend door Rijkswaterstaat, en zal de Provincie Noord-Brabant uitsluitend voor het aanbrengen van de ZOAB deklaag in de periode tot 1 januari 2006, geen rijstrookbeschikbaarheidsreductie (in dit geval groot € 150.000,=) in rekening brengen bij de opdrachtnemer. Ook in dit geval is dus sprake van een soort “tegoedbon”. De financiële gevolgen van te behandelen c.q. toe te kennen schadeclaims en te maken kosten als gevolg van afsluiting van wegen voor het aanbrengen van de ZOAB deklaag, zijn voor rekening en risico van de opdrachtnemer. Tot slot: Van belang is op te merken dat hiermee alle claims inzake vertraging van tafel zijn welke betrekking hebben op: - vertraging door de latere gunning bij aanvang van het project als gevolg van een (voor de provincie positief verlopen) kort geding (42 dgn regeling); - vertraging door de verlate c.q. te late verlegging van kabels en leidingen waardoor de planning diende te worden herzien; - vertraging als gevolg van het besluit inzake de faunapassages. 's-Hertogenbosch, 16 november 2004 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant -5- -6-