Het hoger onderwijs moet evolueren naar een gepersonaliseerd en een ondemand soort onderwijs. Die onderwijsvernieuwing staat helemaal niet haaks op het debat over de financiering en de kwaliteitsbewaking. Door Frank Gielen, directeur Incubatie & Ondernemerschap, iMinds en Vakgroep Informatietechnologie, UGent Vlaanderen heeft een ijzersterke, internationale reputatie opgebouwd op het vlak van hoger onderwijs. Nieuwe, digitale technologieën zullen echter voor een aardverschuiving zorgen, die ons zal toelaten om te leren wat we willen, waar en wanneer we willen. Universiteiten moeten openstaan voor de mogelijkheden van ICT, wegens de mogelijke efficiëntiewinsten. Een eerste turbulente stap werd gezet met de introductie van de zogenaamde MOOCs. Deze Massive Open Online Courses, met alle voor- en nadelen, hebben aangetoond dat er alternatieve mogelijkheden zijn om te leren. Het klassieke model waarbij studenten in overvolle aula’s geboeid of vermoeid zitten te luisteren naar docenten die jaar na jaar dezelfde leerstof presenteren, heeft zijn limiet bereikt en afgedaan. We moeten evolueren naar een model waarbij de student en de leerervaring centraal staan, vooral ook omdat onze maatschappij dagelijks zoveel nieuwe kennis genereert dat we geen andere optie hebben dan altijd en overal bij te leren. Hoeveel tijd en geld kan er niet bespaard worden door één gezamenlijke Massive Open Online Course te produceren die iedere docent kan aanpassen aan zijn doelpubliek? Bovendien is het onmogelijk om als individu zelf nog over al die kennis te beschikken; we moeten meer en meer een beroep doen op zogenaamde kennisnetwerken die ons toelaten te leren van collega’s en andere professionals. Leren netwerken, permanent onze kennis opfrissen en digitale geletterdheid zijn dan ook de nieuwe vaardigheden die door het hoger onderwijs geïmplementeerd en aangeleerd moeten worden. Als Vlaanderen de ambitie heeft om een topregio te worden in Europa, moet het ervoor zorgen dat het - op basis van die principes - de beste kenniswerkers opleidt. De hevigheid van het onderwijsdebat is een duidelijk signaal: onderwijsvernieuwing dient prioritair op de agenda geplaatst te worden. Een aantal factoren dwingt tot ingrijpen. Zo wordt het hoger onderwijs in zijn huidige vorm onbetaalbaar, met de aangekondigde besparingen en het debat over het verhoogde inschrijvingsgeld als eerste symptomen. Bovendien blijven de studentenaantallen stijgen, terwijl het onderwijsmodel niet schaalbaar is; overvolle aula’s en bedenkelijke evaluatiemethodes (multiple choice voor de massa) vormen een bedreiging voor de kwaliteit van ons onderwijs. En ten slotte moeten nieuwe vaardigheden, zoals ondernemerschap, aan het curriculum worden toegevoegd. Versnippering Want ondanks alle kritiek beschikt Vlaanderen echt wel over alle elementen om een koppositie in te nemen in de digitale revolutie van het hoger onderwijs. Zo hebben onze universiteiten meerdere proefprojecten waarbij nieuwe onderwijsvormen getest worden (blended learning, MOOCs, nieuwe pedagogische modellen) © BELGA Het Vlaamse digitale onderzoekscentrum iMinds heeft sinds zijn oprichting verschillende onderzoeksprojecten in dit domein uitgevoerd - het gebruik van iPads in de klas, bijvoorbeeld. Het Instituut voor Tropische Geneeskunde is een ware pionier in mobiel leren. En Datacamp, een start-up van iMinds, maakte een online oefenmodule voor datawetenschappers die in de Coursera MOOCs van Duke & Washington University werd opgenomen. Wie dus beweert dat we in Vlaanderen nergens staan wordt bij deze geadviseerd om eerst te kijken wat er in de hele wereld (inclusief Vlaanderen) daadwerkelijk gebeurt alvorens ongenuanceerd kritiek te spuien over ons ‘irrelevant onderwijs’. Vlaanderen heeft alles in huis om bij de besten ter wereld te behoren voor onderwijsvernieuwing. Waar knelt dan het schoentje? Het probleem ligt bij de versnippering en kleinschaligheid: iedere universiteit heeft wel ergens een budgetje en initiatief voor onderwijsinnovatie maar er wordt weinig samengewerkt over de instellingen heen en we bereiken onvoldoende kritische massa om schaaleffecten te realiseren. Krachtenbundeling Hoeveel studenten volgen jaarlijks de cursus ‘Inleiding tot de statistiek’ of ‘Inleiding tot programmeren met Java’? Hoeveel docenten passen jaarlijks hun eigen lesmateriaal aan en staan elk voor een ander auditorium dezelfde theorie uit te leggen? Hoeveel tijd en geld kan er niet bespaard worden door één gezamenlijke MOOC te produceren die iedere docent kan aanpassen aan zijn eigen doelpubliek? De kwaliteit van het lesmateriaal wordt ongetwijfeld stukken beter dan wat iedere docent individueel kan produceren. En waarom geen bundeling van krachten met Coursera of MIT Open Courseware? Door een frisse, innovatieve aanpak worden geld, tijd, middelen en mensen vrijgemaakt voor wat echt belangrijk is: kennis opdoen door ze toe te passen. Het nieuwe Vlaamse regeerakkoord bevat alvast expliciet de intentie om MOOCs effectief te laten ontwikkelen en te implementeren. Die nieuwe aanpak zal echter niet van vandaag op morgen gerealiseerd worden. Digitaal onderwijs gaat veel verder dan een camera in een auditorium plaatsen en de video op YouTube gooien. Het is een diepgaand veranderingsproces dat alle aspecten van het hoger onderwijs raakt. Het behelst andere rollen en vaardigheden voor docenten en een alternatieve financiering met nieuwe organisatievormen. Hoog tijd dus om de kennis, kunde en kassa’s van de onderwijsinnovatie te bundelen. We hebben de maatschappij en vooral de jeugd heel wat te bieden voor een nieuw, beter onderwijs. Bron: De Tijd 16 sept 2014